Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Het Armwezen.
28ste Jaargang.
Vrijdag 24 Februari 1905
No. 8139.
ShSïfthet afleekenen ^vUe0:
;«g™iiW n'z,j"hemei' «s» ws
AVONTUREN.
öfficieele Berichten.
Kennisgeving.
te 1 ebbe^H11, r"0p bl'ke"
Kennisgeving.
FEUILLETON.
Kennisgeving.
\n Van wpnl tot en met 20 APril' 'en
1/3 van 1 Mei tot en met 20 Mei
drankwet.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
vos voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent Franco per post door geheel Nederland ƒ2.— per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
strattb0^nenebhennr°RdTv dafJ^s aangenomen aan ons Bureau: Boter-
oekhandelaren. Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1—6 regels f 0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 12L/s cent-
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk advertëereu worden uiterstj bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
De Burgemeester van Schiedam.
sari* 1 de Circuki,re van den 'ieer Commis-
r/n n^'f l? de Provincie Zuid-Holland,
van 4 Februari j.l, A. No. 310 - 2de Afd. (Pro
vtnciaal Blad No. 15) y
Brengt bij deze ter kennis, dat van de verlof
gangers der lichting 1901 dié van de Regknen-
en Huzaren by de Treinafdeelingen der°Re<ri-
menten eld-Artillerie zijn overgeplaatst dit iaar
voor den werkelijken dienst moeten opkomen:
4e Regiment Veld-Artillerie.
1/3 van 13 Maart tot en met 1 April
2e Regiment Veld-Artillerie.
l/o van 3 April tot en met 20 April;
Jjt van 1 Mei tot en met 20 Mei;
1/5 van 22 Mei tot en met 10 Juni;
- 'an 4o.Jam tot en met 1 Juli, en
l/o van 3 Juli tot en met 22 Juli.
l 36 re8!?16111 Veld-Artillerie.
14 van Q AMa.rt t0t etl met 1 April;
14 11n w fn ,t0t en met 20 April;
14 Tr MPnl lot en met 13 Mei, en
/4 van 15 Mei tot en met 3 Juni.
lof gander" dbiim\tSd'en de navolSende milicien-ver
den dll opgeroepen, zich op na te mei
korps te'bevinden^wel V°°r bij
loteling der gemeente Schiedam
wittigd daHifriS1 beU'°kken verlofganger ver-
pen vak kleeding en
vertrek met groot verlof medegenomen alsmede
stTp Vbii zifn l" ZakD°ekie' °P het ^paalde tfjd
XblJ "lne korPs moet bevinden dat hii zich
vooiaf ter Gemeente-Secretarie moet ver
en W a net oUtvan van de passagebilietten
bepaaldt 'di hS' S'brete blijvende „f den
-P en dag onder de wapenen te komen hii
gehoudaenren° hh"181 laDger in dienst w'ordt
als deserteur l'l a® °ProePmg niet voldoende
ais deserteui zal worden behandeld; dat hii we
gens ziekte of gebreken aan de oproeping niet
vunnende voldoen, daarvan moet doen blijken door
eene ter Gemeente-Secretarie over te leggen ae
neeskundige verklaring, onder verplichting zi^h
Na deze openbare kennisgeving wordt de be
trokken milicien geacht van zijne verplichting
kennis te dragen, waardoor hij gehouden is, zon-
tar ve.r, re °Pr°eping, aan de voorschreven opkomst
ten V.io f°°dat hlJ later §eene onwetendheid
ten deze zal kunnen voorwenden.
S c h i e d a m, den 24sten Februari 1905.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
br?nffReGnEMWSTERi EN ,We™ouders van Schiedam,
volgende ter kennis van belang-'
Een Oost-Aziatische vertelling.
44)
Voor het oogenblik ja. Hij denkt dat hij
haar onderhanden, zal nemen; zij is het inte
gendeel, die het. hem zal doen en ditmaal
verkiest ze daartoe een gesprek onder vier
oogen in het vertrek, dat hij1 zijn kantoor
noemt.
Eéne minuut langer en hij zou hare mee
ning omtrent hem gehoord hebben in het bij
zijn van getuigen.
Ik hen blij, dat het zoovier niet is geko
men, doch het is maar een uitstel. Arme oude
man. Ik wilde, dat ik hem helpen kon. Hij
begrijpt ïfijne dochter volstrekt niet. Kom,
laten we aan het dek gaan en daar koffie
drinken."
Ik nam natuurlijk met vreugde haar voor
stel aan.
„Hij begrijpt haar in het geheel niet", her
nam ze, toen we gezeten waren en de Ja-
pansche jongen ons bediend had. „Van een
klein kind af heeft ze steeds in alles haar zin
gehad, zonder ooit tegenwerking van hem te
ondervinden. En natuurlijk heelt ze dien van
a. Houders van een vergunning voor den ver
koop van sterken drank in het klein verleend
vóór 1 Mei 1904 worden in hun eigen belang
gewezen op art. 59 der Drankwet luidende
lo. Eene vóór '1 Mei 1904 verleende vergun
ning voor den verkoop in eene voor het publiek
toegankelijke localiteit blijft, behoudens intrekken
of vervallen, van kracht tot 1 Mei '1905 voor den
verkoop bij hoeveelheden van minder dan twee liter.
2o. Indien een houder van eene vergunning
als bedoeld in het eerste lid, het bedrijf na 30
April 1905 wenscht voort te zetten, wordt op een
vóór '1 Maart '1905 tot Burgemeester en Wet
houders te richten verzoek, waarbij opgave wordt
overgelegd van de oppervlakte der localiteit of
localiteiten, in de akte van zyne vergunning en in
het afschrift daarvan de wijziging aangebracht,
dat zij voortaan gelden zal voor den verkoop bij
hoeveelheden van minder dan tien liter voor ge
bruik ter plaatse van verkoop of elders met ver
melding van de oppervlakte der localiteit of lo
caliteiten.
3o. Bij gebreke van een verzoek, als bedoeld in
het tweede lid, vervalt de vergunning met 1
Mei 1905.
b. Houders van eene op 1 Mei 1904 bestaande
vergunning voor den verkoop van sterken drank
in het klein in de localiteit van een sociëteit wor
den in hun eigen belang gewezen op art. 61 der
Drankwet luidende
lo. Eene op 1 Mei 1904 bestaande vergunning
voor den verkoop in de localiteit van eene socië
teit blijft, behoudens intrekken of vervallen, tot
1 Mei 1905 van kracht voor den verkoop bij hoe
veelheden van minder dan twee liter.
2o. Indien de houder van eene vergunning,
als bedoeld in het eerste lid, het bedrijf na 80
April 1905 wenscht voort te zetten, wordt opeen
vóór 1 Maart 1905 tot Gedeputeerde Staten te
richten verzoek, waarbij opgave wordt overge
legd van de oppervlakte der localiteit of locali
teiten in de akie van zijne vergunning en in liet
afschrift daarvan de wijziging aangebracht, dat
zij voortaan gelden zal voor den verkoop bedoeld
in art. 1, tweede lid, letter a. met vermelding
van de oppervlakte der localiteit of localiteiten.
3o. Bij gebreke aan een verzoek als bedoeld in
het tweede lid, vervalt de vergunning met 1 Mei
1905.
De hier bedoelde verzoeken behooren op zegel
le worden ingediend.
Tevens wordt er op gewezen dat bij het in te
dienen verzoek, het afschrift der vergunning moet
worden overgelegd.
Schiedam, 24 Februari 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Her-Verpachting van gemeentegrond ter gelegenheid
van de jaarmarkt of kermis.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
SCHIEDAM zijn voornemens op Donderdag den
gdm \faari des voormiddags ten elf ure,
ten Raadhuize, bij openbare inschrijving over
eenkomstig de voorwaarden der verpachting, ge
houden den 9 Februari 1.1. te verpachten
éen standplaats voor een Stoomdraaimoleu op de
teckening aangewezen met letter D, gedurende
de aanstaande jaarmarkt of kermis in Juli
1905.
De voorwaarden van verpachting met de
daarbij behoorende teekening liggen van af heden
anderen kant ook nooit ontmoet. En thans nu
ze over de twintig i:s, verbeeldt hij zich haar
gehoorzaamheid te kunnen brengen. Maar
daann vergist hij zich."
"J haar tot gehoorzaamheid brengen?"
y: is lot het besluit gekomen, dat zulks
is voor het, welzijn van hel, meisje. Goede,
bes to man. Daarvoor zou hij alles over heb
ben. Doch als hij zijn wil doorzet, zal er
iets ergs gebeuren en gij m0et hem waar
schuwen.
„Ik durf ei niet tusschen komen Hilda,."
„Waarom niet? Hebt. ge niet veel mot
hem op?"
„Ja,. Ik zou alles voor hem doen willen, wat
ik kan."
„Doe dan, wat ik u z-eg."
„Wat?"
„Zeg hem onder vier oogen dat hij zijne
dochter haar gang moet laten gaan en dat
er anders leelijke gevolgen uit zullen voort
komen."
„Zeg me precies, wat ge bedoelt."
„Ze zal zich zelf van kant maken."
Deze verklaring op ernstigen toon uitge
sproken,, scheen mij zoo ongerijmd toe, dat ik
er door werd verlost van de spanning, waar
onder ik verkeerde. Ik leunde achterover in
mijn stoel en lachte, tot ik een uitdrukking
van smartelijke verbazing zag verschijnen op
Hilda's gelaat, hetwelk me terstond tot mij zei
ven terugriep.
ter inzage op de Gemeente-Secretarie (afd. financiën)
en zijn tegen betaling van 25 cents per exemplaar
aldaar verkrijgbaar.
De gezegelde formulieren voor de inschrijving
bij bovengemelde verpachting zijn mede aldaar
te bekomen tegen de betaling van 25 cent per
exemplaar.
Schiedam, den 23sten Februari 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Vanwege het Centraal Bureau voor de Statis
tiek is verschenen de eerste jaargang der statis
tiek van het armwezen, waarin een overzicht
wordt gegeven van de bedeeling door de gemeente
besturen en de verschillende soorten van instel
lingen van weldadigheid, en waarin de uitkomsten
zijn verzameld van de.werkzaamheid der cotnmis-
siën of vereenigingen, die gedurende den winter
uitdeelingen doen van levensmiddelen en brand
stof, der Genootschappen tot ondersteuning van
behoeftige kraamvrouwen, der Godshuizen, Zie
kenhuizen en de Instellingen tot werkverschaffing
aan behoieftigen. De wijzigingen, welke de statis
tiek van het armwzen in de laatste jaren heeft
ondergaan, worden in het voorbericht door den
directeur uiteengezet, terwijl er tevens voor wordt
gewaarschuwd dat de cijfers nopens het aantal
bedeelden niet betrouwbaar kunnen worden ge
acht; voornamelijk woei dit worden geweten
e enerzijds aan de dikwerf gebrekkige administratie
der armbesturen, waartusschen weinig samenwer
king bestaat, anderzijds aan het nagenoeg geheel
ontbreken in ons land van plaatselijke centrale be-
deeldenregisters, waardoor de statistiek een onbe
kend doch zeker aanzienlijk aantal dubbeltellingen
bevat, n.l. van personen, in het zelfde jaar door
incer dan eene instelling van weldadigheid of
door dezelfde instelling meer dan eenmaal in
hetzelfde jaar bedeeld. Zoodat en dit wordt
bij het raadplegen en gebruikmaken van bedee-
lingscijfers meermalen vergeten de cijfers der
bedeelden en die betreffende den verleenden on
derstand geen jiysten maatstaf kunnen opleveren
voor eene beoordeeling van de bestaande ar
moede.
„Het is" aldus vervolgt het Voorbericht
„ongetwijfeld te betreuren, dat nog zoovele in
stellingen van weldadigheid blijken niet voldoende
te zijn doordrongen van het groote belang, aan
eene nauwkeurige bestudeering van het maat
schappelijke ziekteverschijnsel der armoede ver
bonden. Aan maatschappelijke verbetering moet
kennis der maatschappelijke verschijnselen voor
afgaan. Het is daarom te hopen, dat het aantal
der kerkelijke en bijzondere armbesturen, welke
aan de statistiek in haren nieuwen vorm bereid
zijn mede te werken, in volgende jaargangen
dezer statistiek moge blijken toenemende te zijn,
en dat met name, tot tijd en wijle de invoering
van een centraal bcdeeldenregister voor iedere
„Op mijn woord Hilda, ge zijt het beste meisje
op de wereld, maar met uw Verlof, gij zijt
het, die Gertrude Hemster's karakter niet be
grijpt. Wat gij vreest, zal nooit gebeuren. Her
innert gij, u niet, dat ge bij zekere gelegen
heid, waaraan ik liefst niet wil denken, ge
zegd hebt, dat ze wel anders zoude zijn, in
dien haar vader tegen haar optrad, gelijk ik
had gedaan?" i I
„Ik geloof niet, dat ik zoo iets precies heb
beweerd. Mijne meening was, dat zoo de oude
heer strenger was opgetreden in hare jeugd,
hij niet zooveel moeite zou hebben gehad, thans
met haar op teschieten.
Ook heb ik misschien gesproken van een
echtgenoot, die haar tot reden zou kunnen
brengen. Daar zou de mogelijkheid toe bestaan.
Doch haar vader kan niets meer doen. Hij
heeft zich in de beslommering zijner zaken ge
durende hare jeugd te weinig met haar be
moeid en nu is het te laat."
„Maar Hilda, waarom spreekt gij er met
hem niet over'? 'Gij kent hem langer 'dan ik
en hij zou, het van ,u veel beter opnemen'."
„Om u de waarheid te zeggen, heb ik dat
heeds gedaan, gisteren-avond, toen we bei
den wachtten op het licht der toorts op de
kust van Chemulpo. Hij luisterde naar mij en
bedankt© me voor mijn raad. V andaag zie ik
dat het niets geholpen beeft. Daarom zou ik
gaarne hebben, dat gij het beproefdet."
„Maar hoe zal ik kunnen slagen, waar gij
gemeente de bedoelde statistiek moge zuiveren
van de groote fouten, waarmede zij thans be-
hebt blijft, instellingen, welke voor zichzelve
nog geen nominatieve bedeeldenregisters bijhou
den, spoedig daartoe zullen overgaan, opdat al
thans dubbeltellingen bij dezelfde instelling ver
meden kunnen worden.
Doch ook, al ware de statistiek van het arm
wezen van bovengenoemde fouten gezuiverd, dan
nog zou bij het gebruik harer cijfers nimmer
uit het oog mogen worden verloren, dat zij, en
dan nog slechts met betrekking tot de georga
niseerde armenzorg, slechts kan aangeven eens
deels, hoeveel personen bedeeling ontvingen, niet
hoeveel behoeftigen er zijn, en anderdeels, tot
welk bedrag er is gegeven, niet welke sommen
er werkelijk noodig zijn tot leniging van den
nood, m. a. w. dat de statistische gegevens betref
fende het armwezen slechts kunnen vormen een
statistiek der openbare weldadigheid, nimmer eene
Van de armoede in Nederland.
In het eerste hoofdstuk der inleiding, welke
is bewerkt door mr. G. E. de Vries 1 evens, ad
junct-commies bij het Centraal Bureau voor de
Statistiek, worden in een historisch overzicht kor-
telijk de bedeelingscijfers geresumeerd betreffende
de laatste helft der vorige eeuw. Aan de hand
der arm verslagen wordt aangetoond dat het aan
tal bedeelden van 520.901 in 1854 is gedaald
tot 222.269 in 1901, d. i. van 16 pet. op 4.2
pet. van de bevolking, terwijl de onderstands-
gelden stegen van f 10.48 tot f 36.30 per be
deelde.
Het tweede hoofdstuk bevat de gegevens be
treffende het jaar 1902. Na beschouwingen
omtrent de eigenlijke bedeeling door elk der soor
ten van instellingen afzonderlijk, volgt een sa
menvatting der uitkomsten, waaraan enkele cij
fers mogen worden ontleend. In totaal werden
in 1902 bedeeld 225.725 personen, d. i. 4.2 pet.
der bevolking; van elke 100 bedeelden waren
67 hoofden van gezinnen, 4 andere gezinsleden
en 29 eenloopende personen. Aan onderstand
werd uitgegeven f8.151.395, d. i. f36.20 per be
deelde. Omtrent den toestand in de verschillende
provinciën en de werkzaamheid der soorten van
instellingen worden tal van gegevens verstrekt.
Voorts worden opgaven gedaan betreffende den
duur der bedeeling en den leeftijd der bedeel
den. Niet van alle bedeelden konden deze pun
ten echter worden onderzocht, van de 97.246
bedeelden met geld, levensmiddelen en brandstof
fen waren er 52.829, d. i. 54 pet. gedurende
het geheele jaar bedeeld. Wat den leeftijd aan
gaat kan worden geconstateerd dat bij de hoo-
gere leeftijden ook de hoogste cijfers voorkomen.
Van de 193.687 personen boven de 60 jaar in
ons land zijn er 47.579, d. i. ruim 24 pet. be
deeld.
Voorts bevat de inleiding opgaven omtrent de
bedeeling naar de seizoenen; de hoogste cijfers
worden aangetroffen in de maanden Januari
April. De voornaamste oorzaken der armlastig
heid, voor zoover die konden worden nagegaan,
gefaald hebt?"
„Wel, ik zal het u| zeggen. In de eerste plaats,
omdat gij de oorzaak zijt van de verandering
welke er met mijnheer Hemster heeft plaats
gegrepen."
„Ik de oorzaak?"
„Ja. Hij is uw blijkbaar zeer genegen en
is er loc gekomen, zijne dochter te beschou
wen door uwe oogen. Ik heb die langzame
omkeering hij hem opgemerkt gedurende ons
Verblijf in het paleis en nog^ meer bij onze
vlucht naar Chemulpo, toen wij u ^achterlieten
in den strijd tegen 'do bende van £>eoul. Mijn
heer Hemster scheen ten zeerste gelroifen, dat
gij betrekkelijk een vreemdeling, uw leven waag
de! voor onze veiligheid en tot mijn groote
ongerustheid toonde hij zich tegenover zijne
dochter eerst streng, toen hard, want hij be
schuldigde haar ronduit, van alles de schuld
te zijn. Ik zal niet uitweiden over den storm
welke daarop volgde en alleen maar zeggen,
dat we alle moeite 'hadden om Gertrude te be
letten naar Seoul terug te koeren."
„Groote hemel," riep ik uit. „Maar dat kan
ze niet gemeend hebben. Dat was slechts eene
ijdele bedreiging."
Wordt vervolgd.)