Binnenland.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
zou hebben en het ging ook met weinig wan
orde gepaard.
Na den val van Sedan vernam men spoedig,
dat de Duitschers naar Parijs oprukten en ter
wijl de noodige maatregelen tot zijne verdedi
ging genomen werden, kwam ook het bevel van
de regeering der Nationale Verdediging, dat alle
Duitschers en de onnoodige Franschen onmid
dellijk Parijs moesten verlaten. De drukte en
ellende door dezen gedwongen uittocht verwekt,
werd ons zeer aangrijpend voorgesteld, evenals
de terugkomst van eenige der Fransche troe
pen onder generaal Ducrot, die er treurig moe
ten hebben uitgezien.
Het eerste kanonschot, dat in Parijs weerklonk,
baarde groote en algemeene ontsteltenis, doch
weldra raakte men er aan gewend. Toen men
bemerkt had, dat de bommen en granaten njet
verder dan het thans verdwenen Palais de l'In-
dustrie vielen, werden de zoo geliefde wande
lingen in de Champs Elysées tot aan den Rond-
Point, weder hervat. Zeer aardig was ook het
verhaal over het steeds minder wordende voed
sel, zoodat paardenvleesch, katten en rattenbout-
jes gezochte schotels waren geworden. De wilde
beesten uit den „Jardin d'acclimatation" wer
den door een slager van den Faubourg St. Ho-
norée, geslacht en ujtverkocht. Een stuk neus
hoorn (renoceros) zal de verhaler nooit verge
ten. Hoe men ook probeerde om het gaar en
eetbaar te maken, het was en bleef gomlastiek.
Het brood werd ook dagelijks minder en van
blank en bruin, was het grijs en zwart gewor
den en werd slechts met mondjesmaat aan de
ingezetenen verstrekt.
Het was dan ook een zalige verademing, toen
in Februari 1871 van wapenstilstand en vredes
voorwaarden gesproken werd en deze den 29sten
werkelijk geteekend was. Het menschelijk hart
echter is zoo egoistisch, dat iedere Franschman
van spijt en smart had moeten weenen. Velen
verheugden zich, dat al die rampen gingen ein
digen. Men was helaas nog niet aan het einde
gekomen.
Op 1 Maart trok 's morgens ten tien ure,
volgens de vredesovereenkomsten, een Pruisisch
legerkorps de „Champs Elysées" binnen en bleef
tot 3 Maart in het kwartier tusschen de Seine,
de Tuilerieën, den Faubourg „St. Honorée" en
de Avenue des Ternes gelegen. Dit verblijf der
Duitsche troepen binnen Parijs was in alle op
zichten zeer te betreuren, omdat het, na al de
ondervonden nederlagen, aan zijne bevolking eene
vernedering oplegde, welke haar zoo kranig gedra
gen verdediging niet verdiend had, want alleen
de honger had haar overwonnen. Deze nutte-
looze intocht was, door de woede, welke zij ver
wekte, de grootste aanleiding tot de Commune.
De vrouwen en het volk hadden zich voor de
kanonnen der vesting gespannen om ze den Duit
schers niet in handen te laten. De gendarmerie
en het korps van generaal Vinoy moesten toen
de vijanden tegen hun opgewonde medeburgers
beschermen. Dit was het begin der historie van
de kanonnen van Montmartre en het volk, dat
beweerde ze gered te hebben, wilde ze niet meer
aan het geregelde leger terug geven. De Duit
schers kenden zoo Volmaakt Parijs, dat bij het
binnenkomen, de bevelvoerders slechts links en
rechts te commandeeren Hadden om de zijstra
ten te doen betrekken waar de manschappen
inkwartiering vonden, wnt alles met de groot
ste nauwkeurigheid was aangegeven. 'Na hun
vertrek begon de groote woeling, want de Fran
schen en Duitschers hadden gedurende deze drie
dagen tegenover elkander kunnen staan, zooals
b.v. aan het begin der Rue Royale met twee
kanonnen aan iederen kant, zonder zich te
roeren.
Toen zij Parijs uit waren, begonnen de natio
nale garden in opstand te komen. Er werd eene
regeering van Parijs benoemd en Rochefort werd
de bevelhebber der barricaden. Hier vertelde
ons de spreker vele korte, doch treffende episodes,
hoe hij langs den grooten Boulevard gaande, de
„Colonne Vendöme" zag neerhalen en in den
grond storten, zonder evenwel ongelukken te ver-
Veroorzaken, hoe men de huizen doorzocht om
de geweren te vinden. Men was genoodzaakt op
de bovenste verdieping te blinden of jalousieën
open te laten, omdat men vreesde van uit die
verdieping beschoten te worden. Een licht aan
een raam werd als een „signe de ralliement''
met Versailles, waar het geregelde leger Parijs
bedreigde, beschouwd. Den 18den Maart was
een poging van het leger om Montmartre te ne
men mislukt en de generaals Lecompte en Clé
ment Thomas waren in de rue de Rosiers door
de communards dood geschoten. Van toen af ving
een toestand aan, waarvan de beschrijving boek
doelen zouden vullen. Bij de ministeries hadden,
zich délegés aangesteld, waaronder er waren
van 18 tot. 24 jaren oud, die van niets op de
hoogte waren en er maar weelderig en lustig
op los leefden. Evenzoo was het bij de ambtena
ren en de hoofden der féderés, zooals de opstan
delingen genoemd werden.
Merkwaardig was toen het groot getal bran
den, welke in Parijs voorkwamen.
In de rue Royale zag onze Verteller, toen Kan
selier bij het gezantschap in het consulaat, twee
huizen door, als garde nationaal vérkleede vrou
wen met petroleum bespuiten en in brand ste
ken. De bewoners, welke zich gelukkig konden
redden, ontvingen later groote schadevergoeding
en thans staan op die plaatsen de Restaurant
JVeber en een rijke ]^tissier-winkel. Op verzoek
van den toenmaligen consul-generaal, den heer
Coster, was hij diens huis gaan bewonen, waar
vele kostbaarheden en goederen geborgen wa
ren, en de Nederlandsche vlag was uitgestoken.
Op een middag werd er eensklaps duchtig ge
scheld. De deur openende, stond een met twee
revolvers gewapende communard voor hem, die
beval, de vlag in te halen en bij weigering dreigde'
hij den boel stuk te zullen schieten. De con-
ciergé durfde zich niet op het balkon te wagen,
zoodat hij zelf gedwongen was, ten einde groo-
ter onheil te voorkomen, op het balkon te krui
pen en zoo de Vlag in te halen.
De troepen van Versailles kwamen ons dage
lijks nader en den 24sten Mei, de féderés ziende,
dat zij als wilde zwijnen in hun laatste schuil
plaatsen werden teruggedrongen, wierpen zich
met helsche wreedheid op de drie gijzelaars,
welke zij gevangen hadden en den Aartsbisschop
van Parijs, Mgr. Darboy, den pastoor der Madeleine
en den president Boujeau werden in de gevange
nis de Roquette doodgeschoten en stierven als
martelaren der orde en der gerechtigheid.
Als slot hoorden wij nog eene even verschrik
kelijke als romantische geschiedenis, waarin onze
onvermoeide causeur met een ongelukkig Hol-
landsch echtpaar de hoofdrollen vervulde, doch
welke te lang is om hier in haar geheel en zoo
als het behoort, te worden oververteld.
Een daverend applaus bewees, hoe een ieder
genoten had en onze geachte consul-generaal had
getoond nog steeds trots, zijne jaren even jong
van geest en hart te zijn gebleven, als hij was in
die dagen van het beleg en der Commune
van Parijs.
Fidelius.
Da vergiftiging in Ritthem.
De Justitie van Middelburg is Zaterdag-middag,
vergezeld van twee scheikundigen, naar Ritthem
vertrokken tot het instellen van een nader onder
zoek in verband met de bekende vermoedelijke
vergiftiging aldaar.
VENEZUELA.
Te Washington verzekert men dat de Ameri-
kaansche regeering onrustbarende tijdingen uit
Caracas heeft ontvangen. Castro zou zich gereed
maken tot gewapend verzet tegen de Fransch-
Amerikaansche schuldvorderingen. Hij zal een
legertje van 10.000 man bijeenbrengen en de haven
steden in staat van tegenweer brengen, indien
Frankrijk en Noord-Amerika samen een expeditie
op touw willen zetten.
Van de Koninklijke familie.
Het Koninklijk Echtpaar is Zaterdag met den trein
van 2 uur 28 min. op het Loo aangekomen. Aan
het station te Apeldoorn waren geen autoriteiten
wel was er een talrijk publiek. De Koningin en
de Prins wandelden te voet naar het paleis.
Het is zoo goed als zeker dat H. M. de Koningin
en Z. K. H. de Prins voornemens zjjn bij de huwe
lijksplechtigheid van den Duitschen kroonprins
met de hertogin van Mecklenburg einde Mei ot
begin Juni tegenwoordig te zijn.
Het vertrek zou dan plaats hebben na het be
zoek aan Amsterdam.
Men schrijft uit 's-Gravenhage aan de Telc
graaf
Het driedaagsch verblijf van H. M. de Koningin
en Z. K. H. den Prins op het Loo houdt verband
met een onlangs op het zomerverblijf van H. M.
gerezen kwestie.
Tijdens het voorlaatste bezoek van Koningin en
Prins aan het Loo heeft o.m. het kappen van
boomen op groote schaal in het Koninklijk Park
in hooge mate 't misnoegen van den Prins opge
wekt, temeer daar op tal van plaatsen, o.a. nabij
de vorstelijke vijvers, op eigen gezag was gekapt.
Kort daarna werden eenige arbeiders ontslagen,
doch toen bleek, dat niet deze, maar hooger en
zeer hoog geplaatste ambtenaren de schuldigen
waren, werd het ontslag op last van H. M.
weer ingetroken.
Ten einde een volledig onderzoek te kunnen
instellen, (ook geldelijke aangelegenheden moeten
in het spel zijn), heeft het Koninklijk Echtpaar
zich nu Zaterdag naar het Loo begeven.
Hoogstwaarschijnlijk zullen enkelen ambtenaren
worden ontslagen of in rang verlaagd.
Ten einde aan Hr. Ms. jagermeester, den heer
F. W. J. Loudon, voortaan minder verantwoorde
lijkheid te geven, is deze van het beheer der bos-
schen ontheven en deze functie opgedragen aan
den rentmeester van het Kroondomein, den heer
G. E. H. Tutein Nolthenius.
Audiënties.
De gewone audiëntie van den minister van
Buitenlandsche Zaken, ad interim, zal Vrijdag 24
dezer niet plaats hebben.
Interpellatie.
Naar wij vernemen, zal waarschijnlijk reeds
Woensdag a.s. in de Tweede Kamer een inter
pellatie worden aangevraagd over de omstandig
heden, waaronder de minister van Buitenlandsche
Zaken is afgetreden.
Er was reeds eerder sprake van het vragen van
inlichtingen aan de regeering, doch men heeft
willen afwachten of in de Eerste Kamer daartoe
een stem zou opgaan.
Nu dit niet is geschied, zal men in de Tweede
Kamer een poging aanwenden om in deze aan
gelegenheid het noodige licht te doen opgaan.
(L. en V.)
Verpleegsters.
Naar aan De Tijd wordt bericht, bestaan er
ernstige plannen tot oprichting van een algemee-
nen Bond van R. C. verpleegsters.
Ongelukken.
Gister-middag is te Amsterdam een 48-jarig
fietsrijder, Paulus geheeten, geslipt, en zoo onzacht
tegen de ijzeren omrastering van een boom
gevallen, dat een ijlings ontboden geneesheer
slechts den dood kon constateeren.
Te Vosmeer is gister-ochtend de dochter
van een veehandelaar bij het koemeiken zoodanig
door het dier gestoken, dat zij bewusteloos neerviel
en kort daarna overleed.
Gister-ochtend is te Driewegen de schip
persknecht Van Meeteren bij het binnenkomen
in de haven, doordat het stagzeil oversloeg, over
boord geslagen. De man is verdronken,
In Lonneker op de Brake werd een klein
kind van den arbeider W. een oogenblik alleen
tehuis gelaten. Het kwam zoodanig in aanraking
met het vuur, dat het met branwonden overdekt
in het ziekenhuis te Enschede werd opgenomen,
waar het dientengevolge is overleden.
Gezondheidscommissie.
II.
Hoofdstuk III.
Toestand van water, bodem enlucht
en hetgeen tot verbetering
daarvan is veFricht.
a. Waterloopen en slooten enz.
In ons voorgaand verslag deelden wij mede dat
wij aan Burgemeester en Wethouders in dato 3
October een verzoek hadden gericht om door des
kundigen te laten nagaan op welke wijze aan den
onhoudbaren toestand van het rioolstelsel voorna
melijk in het Singelkwartier het best een einde
zou te maken zijn.
Toen in onze vergadering van 26 Mei nog geen
antwoord was ontvangen, besloot de Commissie
hetzelfde schrijven thans aan den Gemeenteraad
te richten, wat in dato 27 Mei is geschied (A.640).
Uit het gemeenteraadsverslag bleek Jons dat dit
schrijven door den Raad in handen van Burge
meester en Wethouders is gesteld ter fine van ad
vies. De zaak is in dit stadium gebleven.
Ook deelden wij in ons vorig verslag mede dat
wij in dato 31 October aan Burgemeester en Wet
houders twee rapporten hadden ter hand gesteld
over een sloot achter de Dwarsstraat, langs het
terrein van de Gasfabriek en over den hoogen
stand van het grondwater in de Gorzen, met aan
gifte van een wijze om tot verbetering te geraken.
Ten vervolge op en in samenhang met deze rap
porten besloot de Commissie in hare vergadering
van 17 Februari Burgemeester en Wethouders te
adviseeren over te gaan tot demping en rioleering
van de sloot langs het brandpad achter de Hoofd
straat.
Wanneer men bedenkt dat in deze sloot, die
door een schuif in verbinding staat met de Voor
haven, het riool uitmondt van de geheele Gorzen,
een groot arbeiderskwartier, en dat aan deze sloot
meerdere boerderijen zijn gelegen, dan is het zeker
niet te veel gezegd dat deze sloot is een onmid
dellijk dreigend gevaar voor de volksgezondheid.
Ook adviseerden wij tevens tot bemaling over te
gaan, omdat de sloot zich nu alleen bij laag wa
ter kan ontledigen, wat bij eenig aanhoudende
hoogen stand van het buitenwater onmogelijk is,
waardoor rijzing van grondwater ontstaat en het
steeds terugkeerend verschijnsel van water in de
kelders der talrijke bevolking.
Op dit advies dd. 19 Februari (A. 424) hebben
wij geen antwoord ontvangen, wel vernamen wij
dat de Gemeenteraad geweigerd heeft een nieuw
bouwplan in de Gorzen goed te keuren, voordat
over de rioleering een beslissing zou z(jn genomen.
Er bestaat gegronde hoop dat dit vraagstuk nu
binnenkort zal worden opgelost.
Nog werd op een ingekomen klacht door eene
sub-commissie onderzoek gedaan naar een sloot
tusschen Emmastraat en Hoflaanstraat. Het bleek
dat hier bij het bouwen was overgebleven een
gedeelte sloot welke nu nergens meer mede in
gemeenschap stond. Door buren, straatjeugd enz.
was een begin van demping reeds aanwezig, zoo
dat ons niet anders overschoot dan de eigenaren
te adviseeren tot verdere demping over te gaan.
Hieraan is niet voldaan, doch op 27 October
konden wij constateeren dat het dempen uit lief
hebberij zulken vorderingen had gemaakt dat nog
slechts hier en daar een plasje stond.
Ook werd door een sub-commissie een onder
zoek ingesteld naar een ingekomen klacht over
stank, ontstaan doordat een vervalput zonder
stankscherm aansloot op een heul gelegen achter
de Broesvest.
Het rapport over dit ontwerp zal het volgend
jaar inkomen.
B. Verzameling en afvoer van vuil (mestvaalten,
goten enz.)
In ons vorig verslag deelden wij mede dat wij
pogingen zouden in het werk stellen om een be
hoorlijken toestand te verkrijgen in eene woning
in de Polderstraat, waar een alleen wonende man
alles liet vervallen en vervuilen. Een aanschrijving
aan den eigenaar had geen effect. Deze meldde
ons dat hij geen verandering in den toestand
wilde brengen, omdat anders de straatjeugd eene
naaststaande woning, die leeg stond, geheel zoude
afbreken. Ook de politie zag geen kans verbete
ring aan te brengen en de bouwverordening gaf
ons geen termen tot ingrijpen. Een advies om de
woning geregeld te laten reinigen ook tegen den
wil van den bewoner werd overwogen, doch de
rechtsgrond werd betwijfeld. Onbewoonbaar ver
klaren van de woning zooals ook werd geadvi
seerd zou slechts verplaatsing geven van denzelfden
toestand.
Een riool aan de Lange Nieuwstraat 151 werd
door onze tusschen komst hersteld.
Een ingekomen klacht over een privaat zonder
luchtverversching aan de Korte Singelstraat werd
door ons behandeld met het gevolg dat de eige
naar heeft gezorgd dat thans behoorlijk licht en
lucht kan toetreden.
Gemeenschappelijke particuliere riolen geven
volgens onze ondervinding steeds aanleiding tot
misstanden, omdat de onderhoudsplichtigen het
steeds op elkander laten aankomen.
Meestal is het ons echter gelukt, door bespre
king tot een verbeterden toestand te geraken.
Op die wijze kregen wij gedaan dat een verstopt
riool in de Villastraat werd doorgestoken en
hersteld.
Ook verkregen wij een goed resultaat in de
Bakkersstraat waar hinder en last werd ondervonden
van een riool, dat onder een huis doorliep en
waaraan reeds veel was ten koste gelegd. Door
hoor en wederhoor en eenig overleg kregen wij
gedaan dat de buurman een riooltje legde in eigen
gang, zoodat het riool onder de woning buiten
gebruik werd gesteld en onschadelijk gemaakt.
Deze kwestie had reeds een paar jaar geloopen,
terwijl nu voor de somma van 8 gulden een nieuw
riool op eigen grond was gelegd.
De kosten bleken dus geen bezwaar.
Een klacht over stank door een verstopt riool
in de Hoogstraat bereikte ons toen ons reeds was
bekend dat van gemeentewege in den toestand
werd voorzien.
Een klacht over stank in eenige woningen in
de Villastraat gaf ons aanleiding tot onderzoek.
Het bleek dat de stank afkomstig was van het
riool en de sloot waarin dit uitmondt.
Aan den Singel werd de openbare straat telkens
verontreinigd door afvalwater uit een slachtplaats.
De eigenaar werd gewaarschuwd en na herhaling
ook de politie. Bij een derde geconstateerde her
haling werd proces-verbaal opgemaakt door een
politieagent.
Het bevredigend resultaat daarvan is geweest
dat de gaten waaruit het vocht liep nu zijn dicht
gemaakt.
In het z.g. Klein-Proveniershuis zijn thans alle
woningen van privaten voorzien, echter allen voor
waterbesproeiing ingericht, zonder dat deze is
aangebracht, wat tot veel stank aanleiding geeft.
Het riool in de Helenastraat, waarvan wij in
ons vorig verslag rapporteerden als zjjnde onmid
dellijk op ons verzoek hersteld, gaf dit jaar weder
aanleiding tot het indienen van een klacht. Bij
ons bezoek bleek een tijdelijke nood-uitlaat naar
den polder gemaakt te zijn en stroomde een massa
faecaliën in de poldersloot. Wij schreven den
eigenaar der panden aan verbetering aan te brengen
en waarschuwden een zalmrooker, die daar ge
woonlijk 's winters ijs vischt, dit thans na te
laten, als kunnende poldersleoten wel eens besmet
zijn.
C. Verontreiniging van de lucht, (stank van
fabrieken.)
Evenals het vorig jaar had de Commissie weder
strijd te voeren tegen de lompen-bewaarplaatsen-
Aan de secretarie werd verzocht ons, evenals
aan zoovelen door de Hinderwet daartoe aangewe
zen, ook steeds mededeeling te doen van aanvragen,
die schade kunnen doen aan de Volksgezondheid.
Een aanvraag bij het Gemeentebestuur ingediend
om een lompen-bewaarplaats te maken in een
hofje aan den Singel No. 202.12. Het bleek ons
dat op een open terreintje, dat volgens de bouw
verordening te klein was, om er een werkmans
woning te bouwen, een gebouwtje was opgetrok
ken, dat men voor lompenmagazijn meende in te
richten. Aangezien de plaats, achter in een hofje»
absoluut ongeschikt daar voor was, adviseerden
wij Burgemeester en Wethouders die vergunning
niet te verleenen. Deze werd dan ook geweigerd.
Ook een aanvraag om een woning in de
Leliestraat tot lompenbewaarplaats in te richten,
werd door Burgemeester en Wethouders gewei
gerd. Later kwam van een ander persoon een
aanvraag in voor hetzelfde pand. Aangezien deze
aanvrager schreef, dat een lompen-bewaarplaats
geen schade kon doen aan de volksgezondheid,
meldden wij Burgemeester en Wethouders, dat
onze Commissie van oordeel bleef dat dergelijke
bewaarplaatsen steeds als gevaarlek moeten worden
beschouwd.
Ook deze aanvraag werd geweigerd.
Beide aanvragen voor het pand in de Leliestraat
geweigerd zijnde, werd aanvraag gedaan voor een
vrjj staand pand achter de Dwarsstraat, waarin
vroeger een gasmeterfabriek was gevestigd.
Hoewel deze plaats zeker veel beter gekozen
was, meenden wij, die ons tegen dergelijke
inrichtingen binnen de gemeente verklaren, ver
plicht te zijn ons ook daartegen te verzetten.
Dientengevolge zetten wij in dato 19 October ons
standpunt ten opzichte van lompen-bewaarplaatsen
nog eens aan Burgemeester en Wethouders uiteen-
Wij wezen er op dat ons was gebleken dat de
scherpste voorwaarden waaronder de vergunningen
hier ter stede zijn verleend, toch niet konden
verhinderen, dat steeds klachten worden gehoord
en dat voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders om al deze bewaarplaatsen buiten de