Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
M ML
28ste Jaargang
Zaterdag 29 Juli 1905.
No. 8266
TWEEDE
Gemengd Nieuws.
Kunst en Letteren.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dage.ijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 12i/j cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk ad verteeren worden uiterst
lijke overeenkomsten aangegaan.
bil-
Telefoonnuininer 85. Postbus no. 39.
In een artikel aan Boni gewijd, en in het
Indisch Militair Tijdschrift opgenomen, geeft J.
van der Weijden bijzonderheden over strijdkrach
ten en bewapening van de Boniërs.
Boni, zegt hij, is een van de weinige staatjes
in onzen archipel, die reeds in vredestijd over
een kleine gewapende macht te beschikken hebben.
Men heeft er de z.g. djowa's, contingenten uit de
verschillende landschappen en kampongs te samen
gebracht, welke dienen om den persoon en den
eigendom van den vorst te beschermen, diens be
velen te doeri eerbiedigen, enz. Aan het hoofd
dezer djowa's staat in vredestijd de Pangoeloe-
lompona djowaë, op wien de verplichting rust,
den vorst steeds met al zijn volgelingen of een
deel daarvan gewapend op al zijne wegen te doen
volgen en bewaken.
In vredestijd wordt overigens niets aangewend
°na het Rijk in verdedigbaren staat te houden.
Men vangt daarmede eerst aan, wanneer men een
oorlog te wachten heeft of dien tegen anderen
voeren wil.
Zoodra dit het geval is, wordt de bevolking,
zoowel die der vazallen als de onmiddellijke onder
danen van den vorst te wapen geroepen in de
eerste plaats, die, welke vroeger reeds gevochten
hebben of in het Ned.-Indische leger hebben ge
diend en verder bjj voorkeur de ongehuwden van
'14 tot circa 40 jaar.
Hoeveel manschappen de vorst tegen ons in het
veld kan brengen valt bezwaarlijk te schatten. Men
stelt hun aantal echter op 10,000 met nog een
2000-tal uit naburige landschappen.
«Deze strijders", zoo zegt de schrijver, «staan onder
hun eigen hoofden. Zij zijn hartstochtelijke
schuivers en dobbelaars, vadsig en zorgeloos in
hun bivaks, zoodat overvallingen veel kans op
succes zullen hebben. Overigens zijn zij bestand
tegen vermoeienissen en ontbering.
Een deel der krijgsmacht kan als ruiterij aan
gemerkt; maar sedert de vorige Boni-expeditie is
het paardenras in deze streken zoo sterk achter
uitgegaan, dat ruiterbenden van pl. m. 2000
Paarden, gelijk toen werden gezien, zich wel niet
meer zullen vertoonen.
Aan. het hoofd van het gehecle krijgswezen
staat in oorlogstijd de Poenggawa, welk ambt
thans door den zoon van den lieenvorst wordt
Vervuld. Deze is een beschaafd en energiek per
soon, naar schatting pl. m. 30 jaax oud, die
'zich ,in binnen'landsche oorlogen deed kennen
als een moedig aanvoerder met vasten wil.
Verdere hoofden zijn de doeloengs of be
stuurders der achiterleenen, de zjooeVen genoem
de Pangoeloe-lompona-djowaë en nog een aan
tal andere aanvoerders met den titel van ka-
pi tan.
Eensgezindheid bestaat in den regel niet en
de doeloengs trachten als zelfbesturende poten
taatjes zekere onafhankelijkheid tegenover den
poengawa te bewaren, die aan de goede krijgs-
orde Veel afbreuk doet.
Het aantal draagbare vuurwapenen, waarover
Boni zou kupnen beschikken, wordt zeer ver
schillend opgegeven. De een zegt 1000, dé pn-
der 4000. Men, is daar in het bezit Van Beau-
montgeweren, Minié-karabijnen met vaste en toe
slaande bajonet, Winchester repeteergeweren,
'Voorlaadgeweren en donderbussen. Een spion
hoorde in November 1904 van Boniërs, dat de
Vorst een 300-tail Winchestergeweren bezat, met
9 en 12 schoten, uit Singapore via Soembawa
ingevoerd. Zijn zegslieden hadden zelf aan oe
feningen in het schieten naar de schijf met die
geweren deelgenomenzij klaagden echter over
■het zooveel minder juist schieten van, deze ge-
Weren dan de Beaumonts. Zelfs gaven zij nog
de Voorkeur aan, de oude tromptaders, waar
van er ongeveer 2000 in, Boni zouden zijn. De
spion overtuigde zich, dat deze »geoefenden" niet
eens het gebruik van het vizier op afstandschieten
kenden.
Andere spionnen, in December uitgezonden,
meldden, dat Boni nog steeds voortgaat den voor
raad aan kruit en geweren aan te vullen. Daar
toe werd een voorloopige oorlogsschatting geheven
die een eenigszins progressief karakter droeg, zoo
dat men aangeslagen had voor f0.50 tot f 100 toe.
De laatste bezending geweren, uit Singapore aan
gevoerd en afkomstig van een daar wonend Arabiër
bestond uit 200 achterladers.
Volgens geruchten zou men in Boni hebben ge
poogd buskruit te maken, doch daarin niet ge
slaagd zijn.
Geschut bezigen de Boniërs in het open veld
niet, doch wel tot het verdedigen van ben-
tings of versterkte kampongs. De artillerie-voor
raad is echter uitefst gering, en wat zij nog
bezitten is volstrekt van onwaarde. Zelden hebben
zij kogels van het gewenschte kaliber en bezitten
zij die, dan is de voorraad daarvan onbeduidend.
Omtrent de versterkingen, die de Boniërs ge
woon zijn aan te leggen, valt nog het volgende
mede te deelen. Zij hebben meestal de gedaante
van een onregelmatige of meer bastions. Ze zijn
slechts aan drie zijden gesloten en in den regel
te groot om door een inlandsche bezetting met
succes te kunnen worden verdedigd, of zoo klein,
dat ze op den aanvaller geen indruk maken, noch
hem van het doel, dat hij zich voorstelt, terug
houden, ja zelfs maar een gering of geen opont
houd in zijn marschen veroorzaken.
Meestal vuren de Boniërs door schietkokers, be
staande uit uitgeholde pinangboomen of uit zware
bamboe's.
Enkel staat de stelling van Pasempa, waartegen
de Engelschen in 1814 het hoofd stieten doch in
1850 onzen troepen in handen viel, als zeer sterk
bekend.
Bij vorige expedities maakten de Boniërs nog
al eens gebruik van ruiterij om onze troepen te
chargeeren. Hoewel deze ruiteraanvallen vrijmoe
dig werden ten uitvoer gelegd, werd er echter
nimmer succes mede behaald.
Als een bijzonderheid kan van de mededeelingen
van den heer Van der Weijden worden toegevoegd,
dat de Bonische officieren een soort uniformen
bezitten met distinctieven als de onze. Zij dragen
die echter niet, doch doen die dragen, te weten
door een hunner volgelingen, hetgeen geheel ac-
coord gaat met het inlandsch gebruik, volgens
hetwelk de onderscheidingsteekenen den bezitter
daarvan nagedragen worden. Zoo verhaalt de
controleur Van Rijn in het Tijdschr. v. h. Aardr.
Gen., dat hij, in Loewoe reizende, een Bonisch
«kapitein" ontmoette. Deze had een uniformjas
met 'n kraag, waarop drie gouden sterretjes.
Maar niet bij had die aan, doch een zijner volge
lingen, die achter hem liep.
Volgens geruchten worden de Boniërs tegen
woordig in den wapenhandel geoefend door een
viertal Turken. Een spionnenbericht, in December
van het vorige jaar ontvangen, luidde, dat de
Poenggawa eiken dag zijn soldaten (plm. 800 in
getal) liet exerceeren.
De brand te Vriezenveen. Voorde
slachtoffers van den brand van 16 Mei te Vriezen
veen, is naar de Zw. Ct. verneemt, tot heden bij
het comité aldaar ingekomen pl. m. f 52.000.
De ontsnapte gevangene. Men meldt
uit MiddelburgHoewel de politie in alle rich
tingen heeft gezocht, is het nog niet gelukt den
Belg, die Woensdag uit het Huis van Bewaring wist
te ontsnappen, te arresteeren. Vooral in de omstre
ken van den Sloedam is veel politie om te trach
ten te beletten dat de vluchteling met een
visscherman verder een goed heenkomen zou kun
nen zoeken.
Voor patente jongens. Wij lezen in de
ManufacturierEmpire-paletóts voor den winter
worden vervaardigd van zwarte en beigekleurige
eskimo's, en hebben korte, boleroachtig in den
rug aansluitende, afgesneden pas-effecten. De romp
hangt verder klokvormig af. De shawlfront-voor
panden sluiten over elkander met langwerpige
passement-knoopen (eikels) terwijl fantasiemouwen
het nieuwe model voltooien. Nieuwe kleuren zijn
rookgrijs en olijfgroen.
was nauwelijks veertig jaren oud. Het lijk is naar
zijn kasteel te Hermalle overgebracht.
De toestand van Orban blijft wanhopig, die van
mevr. Orban-de Menten levert geen onrust meer
op. (H. v. Antw.) 1
Zaal versiering. Den Münchenschen schil
der Angelo Jank is opgedragen de vergaderzaal
van den Duitsclien Rijksdag te versieren met drie
schilderijen, die niet op den muur worden geschil
derd maar op doek dat op den muur wordt be
vestigd. De ontwerpen van Jank, die uit negen
concurrenten werd gekozen, stellen voor in het
midden de terugkeer van Keizer Wilhelm I, na
den slag van Sedan, links de Rijksdagzitting onder
Karei den Groote te Paderbern in 777, rechts
Friedrich Barbarossa in 1158 de huldiging van
de Lombardijsche steden ontvangend.
Het automobielongeluk. Baron de
Potesta is overleden aan de gevolgen van het
schrikkelijk ongeluk by HermaJle-sous-Huy. Hij
Een drama. Te Alt-Sauscoff bij Dromburg
in Pommeren heeft een stalknecht in een aanval
van waanzin zijn meester, den eigenaar van het
landgoed, diens vrouw en twee kinderen vermoord.
Toen de afschuwelijke daad begaan was, schijnt
de man tot bezinning gekomen te zijn en pleegde
hij zelfmoord.
Een verstandige ezelin. Dezer dagen
bezocht de president der Fransche Republiek het
concours hippique in de groote Parijsche Machine
hal. Dit is eigenlijk een paardententoonstelling,
waaraan tevens een tentoonstelling, van de beste
muildier- en ezelrassen is verbonden. Na een
rondgang door de verschillende afdeelingen nam
de president met gevolg plaats op een tribune om
van hier het voorbrengen van de mooiste dieren
te zien, Onder de ezels figureerde als prachtstuk
een ezelin, welker haren tot den grond reikten.
Het dier is zonder twijfel het kostbaarste onder
de langooren van Frankrijk. Haar waarde wordt
op 30.000 francs geschat. De ezelin heeft
thans een jong veulentje, dat zich steeds in
haar gezelschap bevindt. Het heeft nauwelijks de
grootte van een geit. De man die het dier leidde
maakte de ezelin los om het voor den president
te leiden en te laten zien. Nauwelijks waren ze
evenwel buiten de stal of het kostbare dier ont
rukte zich aan de handen van den geleider en
begon door haar jong gevolgd, als razend op de
weide rond te springen. Plotseling evenwel maak
te moeder en jong voor de tribune van den pre
sident halt, beschouwden schijnbaar aandachtig
't hooge gezelschap en knikten dan eenige keeren
zeer diep en zeer netjes met den kop.
De verrassende scène wekte natuurlijk den al-
gemeenen lachlust op. Zelfs het hoofd van den
staat kon zijn lachen niet inhouden. De zeer ge
manierde ezelin scheen hem hartelijk te amuseeren.
Een donderend applaus beloonde het dier voor
zijn spontane beleefdheid. Tenslotte werd de ezelin
gevangen en haar bezitter werd door den president
lachend en met schertsende woorden gefeliciteerd.
Belangstelling voor tuinsteden. De
Franschman Georges Benoit Levy heeft een werk
geschreven, waarvan de Temps de aanstaande
verschijning aankondigt. Het is een boek met
vergelijkende studies over tuinsteden in Frankrijk
en de Ver. Staten.
Het was in opdracht van den minister van
Handel en van het Sociaal Museum in Frankrijk,
dat de schrijver aan dit belangrijke onderwerp
een studie ging wijden.
Nieuw is het natuurlijk niet in Frankrijk op
het gebied van practischen woningbouw ging het,
meenen wij, zelfs voor in Mühlhausen, toen dit
nog Fransch was. Maar met de tuinsteden nam
men er toch niet zulke uitgebreide proeven als
in Engeland, en vooral als in Amerika.
Men begint dus in Frankrijk de oogen ook
meer te openen voor dit zoo belangrijke onderdeel
van het woningvraagstuk en men tracht ook
daar blijkbaar de middelen te beramen om het
verstoorde evenwicht te herstellen tusschen mensch
en natuur.
Was het niet een Franschman, Michelet, die
dit zoo eenvoudig, maar mooi uitsprak, in zijn
«que de toutes les fleurs, la fleur humaine est
celle qui a le plus besoin de soleil".
De moeite w aard. De presentiegelden der
leden van het Canadeesche parlement zijn verhoogd
van 1500 tot 2500 dollarsaan den leider der
oppositie is een toelage van 7000 dollars per jaar
toegekend. Het traktement van den eere-minister
is verhoogd van 8000 tot 12,000 dollars en aan
ministers, die ten minste vijf jaar onafgebroken
aan het bewind zijn geweest; is een pensioen van
5000 dollars toegekend. Daar in Canada is het
nog eens de moeite waard te dingen naar en te
vechten om een kamerzetel I
Beroepsgeheim van den journalist.
Hét Penscongres te Luik heeft db vraag van
het Beroepsgeheim behandeld.
De conclusie der rapporteurs luidde, dat de
journalist, die den naam openbaar maakt of aan
den rechter mededeelt van iemajnd, die hem in
vertrouwen eenige belangrijke mededeeling heeft
gedaan zich niet alleen als journalist onteert;
maar ook het levtenslbelang der pers schendt; en
dat het redactiegeheim steeds onschendbaar moest
zijn, uitgezonderd dan in sommige gevallen, waar
bij misdaden tegen het gemeene recht zijn ge
pleegd.
De eerste sprekers waren het allen eens met
deze conclusies van de rapporteurs. Een Duit-
scher zette op kalme en niettemin welsprekende
wijze uiteen, wat de Duitsche journalisten moes
ten lijden door de vervolgingen, waaraan zij tel
kens blootstaan van de zijde der justitie en de
regeering in hun land. Hij eischte, als een le
venskwestie voor de pers, de wettelijke erken
ning van het beroepsgeheim, gelijk deze erken
ning bestaat vOor den biechtvader en voor den
arte.
Ook een Ruis: kwam Voor de vrijheid van den
journalist pleiten.
Hierop verdedigde mr. H. Louis Israels de te
genovergestelde meening. Persvrijheid zeker
waar die niet is, moet men haar zien te ver
krijgen. Doch „'beroepsgeheim De journalist
drage de volle verantwoordelijkheid voor hetgeen
hij schrijft. Ook een Emgetschman vond, dat dje
bestuurder van een courant dan maar eerst goed
moet overwegen of hij iets plaatsen zal of niet.
Doet hij dit, dan drage hij de gevolgen. Een
Franschman vroeg op pafhetischen toon, of er
wel één rechter zou. te Vinden zijn die bij een
journalist zou blijven aandringen op het noe
men van zijn zegsman, of van zijn medewerker,
indien deze journalist verklaarde deze mededee
ling niet te kunnen, doen.
Maar onmiddellijk kwam uit den Franschen
hoek zelf een storm van protesten tegen deze
woorden.
Een drietal, collega's twee Franschen en
een Belg kwamen uit hun ervaring verhalen
van feiten, die de houding der justitie tegen
over de journalisten in een heel ander licht
Stelden.
Een hunner had geweigerd aan den rechter
van instructie te Parijs inlichtingen te geven
omtrent een vergadering, die hij had bijgewoond
onder Voorwaarde:, dajt hij er niets van zou pu-
bliceeren.
Hij had weerstand geboden aan den aandrang
Van den rechter, ofschoon het een vergaderinjg
van zijn politieke tegenstanders betrof. De rech
ter had ten slotte toegegeven. Maar indien deze
rechter nu eens op zijn stuk was blijven staan?
Andere sprekers deelden soortgelijke gevallen
mede en de heer Doorman verhaalde het geval
Vierhout.
Maar mr. Israels kwam nogmaals zijn stand
punt uiteen zetten, voornamelijk ten opzichte van
het geval-Vierhout.
Voor den heer Israels is Vierhout terecht ver-
vtolgd, omdat deze zich, na de aanschrijving van
den gouVerneur-igeneraal aan de Indische bladen,
had schuldig gemaakt aan benadeeling van het
belang van den staat en een overtreding tegen
het gemeene recht.
Toen deed de internationale secretaris Taunay
in een gloeiende peroratie een beroep op het
bewustzijn Van het gewicht van de journalis
tiek als orgaan der gemeenschap. Om zijn ver-
heVen taak goed te kunnen vervullen moet de
journalist kennis nemen van heel veel geheimen
een ieder moet hem ten allen tijde alles kun
nen toevertrouwen, zonder dat de vrees moet
bestaaa, dat bij te eeniger tijd gedwongen zal