Dagblad Jjt?.oorjgSchiedam 1 28ste Jaargang. Zaterdagl30 September 1905. No. 8319. EERS TEBLJU. Officieele Berichten. Kennisgeving. Algemeen Overzicht. Binnenland. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dage.ijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f2.per kwartaal. Afzonderlijkenummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bi 1 - lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Doen te weten, dat door den Raad dier ge beente de volgende verordeningen zijn vastgesteld VERORDENING tot heffing van keurloon van vleesch te Schiedam. VERORDENING op de invordering van keurloon van vleesch te Schiedam. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 30sten September 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, V. SICKENGA. 30 September. Uit Berlijn wordt aan de New-York Herald geseindj j M In staatkundige kringen verzekert men, dat de gebeurtenissen in het verre oosten, gevolgd door heit Enjgels'ch-Japajnsche verdrag, een sa- bengaaii ,van Rusland en Diritsehlaad noodig ma ken ter bescherming van de bedreigde belangen. De Japansfehe pers begroet het nieuwe Ver drag piet 'Engeland algemeen met gééstdrift, .of- Schoon ,zij eenig Voorbehoud maakt nopens Ja pan's .vlerpiliidthtingen in Britsch-Inidië en de kost bare .Vioolversterk ing, diie zij ervan verwacht. RUSLAND. Be ,te Berlijn Verschijnende Russische Korres- Pondenz maakt, het Volgende particuliere telegram bit. (Moskou openhaarEen zeer belangwekkénd haspel vian het zeimstwo.-congres vormde de avond partij, eergisteren ten huize van prins Dolgoe- noekof voor leden der zemsfwo's en genoodigden Jgegeven. William Stead zette voor dezén kring Z1jn beschouwingen over de Rijksdoema en over de houding van den Tsaar uiteen. Hij roemde den Tsaar en Trepjof. De inhoud der redevoering de gewild geestige vorm en de omstandigheid, dat een EngeOschman den persoonlijken wil van den .Tsaar moest vertolken, en uilgekozen was °rr' T rep of te verheerlijken, wekten groot mis- Doegen. De opschudding was zéér sterk en leid de er toe dat men in hartstochtelijke bewoor dingen .Stead tegensprak. Bijzonder scherp spra in de historicus Kojwalefski, Nabokof, de uit- Bever ,van de Prawo, de advocaat Mandeistauim, de socioloog Roberta, de geweizen hofpriester Pe- <tof. Een storm, vhn bijval lokten de woorden ^dn .Rjoditsjef, een der leiders van de zemst- b"0-party, uit, toen deze zeide: „Uit handen, die Russisch .bloed v'ergo|ten hebben, kunnen wijl geen vrijheid verwachten. Wij gaan naar de doema, ate naar een strijdperk, ten strijde gereed I" Ken schetsend js, dat. Trepof aan de bladen Verboden heeft, jelts ten nadeele Van Stead te schrijven. Die pn'tdpathae tegen deze buiténlandsché inmeh- Ö'bg jn het belang van het Tsarisme 5s 'daardoor nl°g .toegenomen. ZWEDEN en NOORWEGEN. De .bijzondere commissie uit de Stortingh be- sllooit met 12 tegen 6 stemmen Voor te stellen ^at ,het regeeringsoptwer.p betreffende dé over- ^enkomist Van Karlsitad, zion worden goedgekeurd. De meerderheid maakt een kort voorstel op, ter- ^rj'l de minderheid met haar Voorstel nog niet Sereed is. FRANKRIJK. De Fransch-Duitsche overeenkomst betreffende Marokko wordt in de Fransche pers zeer ver- Schillend beoordeeld. De Figaro bevat een belangrijk en geestig ar- Ukel van Lautier, die steeds goed ingelicht is §ebleken en gewoonlijk koelbloedig oordeelt. Ook ti overdrijft het succes niet en is zeer twijfel moedig ten aanzien van Bülow's gezegde »ni vain- queur ni vaincus". Wij betalen hoogstens wat minder duur dan men ons vroeg, en dat danken we nog eenigszins aan Tattenbach, die door de leeningskwestie ons gelegenheid gaf, schrap te staan op onze bijzondere rechten. En wjj zijn nog niet ter conferentie Als wij er zijn, en zelfs daar na, zal alles nog niet uit zijn, de nog te over winnen moeilijkheden zullen veel tijd in beslag nemen, als ze op de nu afgedane kwesties gelij ken. Koelbloedigheid, opgewektheid, geduld met deze recepten kan men betere dagen ver wachten. Deze stemming staat gelijk met een betrekkelijk optimisme, dat niet kan gaan tot dankje-zeggen. De Gaulois stelt vast, dat de overeenkomst den grond zelf van de kwestie onaangeroerd laat. Het Journal vindt de overeenkomst zoo gunstig mogelijk, want Frankrijk gaat naar de conterentie van Algerias, in de minst slecht mogelijke voor waarden. De Gil Bias zegt. dat men nu een voor de Fransche belangen gunstigen afloop der confe rentie mag verhopen. De Siècle wijst er op, dat Duitschland en Frank rijk bewijzen gaven van hoffelijkheid en welwillend heid, waarvan de sporen zullen zichtbaar blijven in de latere betrekkingen. De République Fratigaise zegtKortom, uit eenen slechten toestand hebben wij 't best ge trokken dat er in zat. PARIJSCHE KRONIEK. Van omen Parijschen correspondent.) Parijs, 29 September 1905. Wij zien Nederland nooit terug zonder telkens weder onder de bekoring te komen van zijn uitgestrekte landauwen en vette weiden met de hier zoo beroemd geworden molentjes gestoffeerd, zijn talrijke rivieren en binnenwateren met hunne schilderachtige beweging van booten en zeilscheep jes, zijn aardige dorpen en typische steden met de voor ons dikwerf bekende kerken en andere gebouwen vol herinneringen aan het verleden en der zoete dagen in het Vaderland gesleten. Dit heerlijk visioen zweeft ons, hier terugge keerd, nog dikwerf voor de oogen en wij voelen toorn in ons gemoed opwellen wanneer men die zinlooze strijd weder moet gaan volgen, welke hier thans en ook elders met steeds toenemende hard nekkigheid tegen het edele begrip van Vaderland gevoerd wordt om langzaam aan eene liefde te dooden, welke men tot nu toe geloofde, dat elkeen was aangeboren. Die gehechtheid aan het Vaderland was iets dat boven de omstandigheden en de staatkundige programma's verheven stond. Het Vaderland is de belichaamde ziel der natie, welke de burgers zoowel door het verstand als door het gevoel aan elkaar gebonden houdt en met evenveel kracht aan den geest als aan het hart zich opdringt, omdat het Vaderland een nationaal belang, eene noodzakelijkheid vertegenwoordigt. Door het bloed en de overlevering herinnert het ons aan hetgeen wat komt en aan hetgeen wat gaat, aan het geheele samenleven, wat door de geslachten heen de zonen van hetzelfde ras, de kinderen van den zelfden haard aaneen bindt en doet opgaan en deelen in een zelfde smart, een zelfde hoop en een zelfde vreugde bij de graven welke zich sluiten en by de wiegen welke voor de nieuwgeborenen zich openen. Indien het Vaderland slechts de zaak eener wijsgeerige richting of die der wettige orde wordt, zooals de internationalisten en Vaderlandloozen het zouden wenschen, dan is het Vaderland overal waar wij onze richting en de belangen, welke met de onzen stroken, vinden. Dat wil zeggen nergens. Gedurende de komkommerdagen hebben de gewone raddraaiers der doctrinalen en pedagogen zoowel op godsdienstig, als staatkundig gebied zich niet onbe- toond gelaten en congressen, manifestatien en stand- beeld-onthuldigingen waren onafgebroken aan de orde van den dag. Wij hadden achtereenvolgens het congres »des Amicales" een onderwijzers vereniging eerder atheïstisch dan iets anders, welke, nu men in vele kleine plaatsjes de pastoor zal trachten te weren, hun schoollokalen in Vrij denkers tempels gaan herscheppen, om daar op hun manier pastoor te spelen, en als trouwe apos telen van het internationalisme aan de jeugd te gaan voorhouden, dat er geen God, geen meester en geen Vaderland meer moeten zijn. Dan het Congres der Vrijdenkers, waarvan men het verslag der zittingen niet zonder weerzin kan lezen. De léden er van werden op officieele wijze door den Voorzitter van den Parijschen gemeenteraad op het stadhuis ontvangen, welkom toegeroepen en gefêteerd. De hoofdmannen, waaronder professoren, senatoren, Kamerleden enz. gaven bijna zonder on derscheid hun haat tegen het leger en het Vader land onverholen lucht. De heer Buisson, senator en een der reorganisators van het onderwijs,schaamt zich niet de desertie in het leger goed te keuren en wel de desersie bij massa. Hij noemt een uni form dragen iets wat de mensch verlaagt, het leger moet afgeschaft worden, want het Vaderland is een groote blague". Zoo spreken de Buisson's, de Sebastiaan Faure's de Jaurèsen en honderden met hen, en toch waren sommigen nog niet kras genoeg voor de »geheele zuiveren" in de leer, zoodat de zittingen van het Congres zich niet alleen door het platte en gemeene water verkondigd werd onderscheidden, doch ook dikwerf een leerzaam schouwspel te zien gaven door te toonen hoe ver de menschelijke dwaasheid wel gaan kan. Dat het er echt revolutionair toeging, was te begrijpen men werd er vaak handgemeen en alle onpartijdige bladen moesten verklaren, dat het Vrijdenkers-Congres bepaald fiasco gemaakt heeft. Voor eene luidruchtige en openbare betooging der vrije gedachte was de Zondag 3 September gekozen. Op de hoogten van de Montmartre, vlak tegenover de basiliek van het Heilig Hart, werd dien dag het monument onthuld van een zekeren Jean Franfois Lelèbvre, Ridder de la Barre, die in 1766 in het openbaar een kruisbeeld bespot en verminkt had en dien tengevolge door de gewone burgerlijke rechters en niet door de Kerk of hare dienaren, ter dood veroordeeld werd, welke wel wat strenge straf hij, als goed christen, na be rouw over zijn daad betoond te hebben, moedig onderging. Hij werd na onthoofd te zijn, verbrand. Niettegenstaande het door alle stukken uit die tijden daghelder bewezen wordt, dat dit wreede doodvonnis alleen door haat van een der rechters tegen de la Barre werd uitgesproken en voltrok ken en dat er zelfs een brief bestaat, door een bisschop geschreven, waarin hij voor de la Barre op genade aandringt, hebben die afbrekers van alles en vooral van de geschiedenis deze plaats, tegenover den Christus, gekozen, omdat zij wisten hoe dierbaar zij aan de Katholieken is geworden. Franschen, doch ook vele vreemde vrijdenkers, in alle kleuren, met hunne roode vaandels voorop, zijn en corps naar de Montmartre getrokken, waar zij de misselij kste algemeenheden over allerhande sociale en revolutionaire dwalingen en leugens, door een spreker, wiens naam geen vermelding verdient, uitgebraakt, met hunne door het zingen en schreeuwen schor geworden stemmen, toejuich ten en met kreten als»Laat ons de kerk be- «stormen, beantwoordden Leve de anarchie »Leve Loubetroept een onderwijzer met een carmagnole op zijn hoofd". Weg met de voor- oordeelen I gilt een zijner leerlingen een jongen van een jaar of twaalf. Nadat deze ongeveer dui zend vrijdenkers voor het beeld van den onge- lukkigen de la Barre gedefileerd hadden, trokken zij, altijd even rumoerig, af, zeer gelukkig hunne katholieke medeburgers weder eens naar harte lust en in volle vrijheid te hebben kunnen belee- digen en tergen. En toch is daar, op den drempel van Gods huis, altyd open voor de berouwhebbenden en verdrukten, de la Barre zoo slecht niet geplaatst. Is het niet alsof hij, met zyn gelaat naar de geheiligde ba siliek gewend, de goddelijke barmhartigheid tegen de menschelijke barbaarschheid uitroept? Aan dit schoone symbool hebben de oprichters zeker niet gedacht, anders hadden zij hun slecht gekozen martelaar ergens anders een altaar opgericht. Nog is het niet kwaad hierbij aan te stippen, dat deze onthulling juist viel op denzelfden dag, 3 September (1792), dus 113 jaren later, als de moorden toen gepleegd. In dezen nacht van 3 September 1792 verworgden de opstandelingen in de verschillende gevangenissen van Parijs meer dan 1200 mannen en vrouwen. Zoo de Ridder de la Barre toen nog geleefd had, was hij zonder twijfel onder de gevallenen dezer menschen- otl'erande geweest, namelijk als arristocraat op wien men het toen speciaal gemunt had. Stel nu eens de ongelukkige ce la Barre, slachtoffer eener persoonlijke wraak, tegenover de 1200 door de bandieten van het schrikbewind vermoorde onschuldigen, waaraan niemand denkt een stand beeld op te richten, wat springt dan de dwaas heid van die standbeeldenmanie, waaraan hier geen einde schijnt te komen, krachtig in het oog. Wij hadden nog even wat willen schrijven over de onthulling van het beeld van Camille Desmou- lins, den revolutionnairen dagbladschrijver, in het Palais Royal, alwaar liij den 12 Juli 1789 den opstand begon te prediken en twee dagen later, 14 Juli 1789, de Bastille genomen werd, doch wij zullen het voor heden maar hierbij laten. Fidelius. OOSTENRIJK-HONGARIJE, De Oostenrijksche Kamer. De Kamer zette gister de debatten voort over de verklaring der regeering. Verscheidene sprekers begroeten met ingenomenheid het plan van de regeering om de grondbeginselen van de grondwet van 1867 te herzien. De Duitsch-partijen spraken zich uit ten gunste van een economische afschei ding van Hongarije. De minister-president weer legde onder iuide toejuichingen de aanvallen op het vorstenhuis, zonder welke de monarchie niet kan bestaan. De regeering zal de Kamer erkentelijk zijn, indien zij de begrooting en de herziening van de wetten van 1867 zal behandelen zonder de unie aan te raken. De politiek kan zich beperken tot de gemeenschappelijke zaken. De minister is over tuigd, dat men voor de rüonarchie een vorm zal vinden, waarbij de twee monarchale partyen naast elkaar kunnen voort blijven bestaan, waarvan ieder voor zich de rechten behoudt, haar gewaarborgd door de wetten en volle vrijheid van beslissing. Indien het Oostenrijksche Parlement een depu tatie benoemt, zal de regeering haar werk met alie middelen steunen. De regeering zal trachten hare moeidijke taak in al haar verantwoordelijk heid te vervullen. De zitting werd tot Maandag verdaagd. Officieele berichten. Bij Kon. besluit van 29 dezer zijn benoemd tot offfcier in de orde van Oranje-Nassau mr. A. E. H. Goekoop, te 's-Gravenhage, voor zitter van het uitvoerende comité tot het stichten van een monument ter eere van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, op het Regentesseplein te 's-Gravenhage. A. \V. M. Odé, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, beeldhouwer-ontwerper van dat monument, en A. F. Gips, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, architect van dat monument. Bij Kon. besiuit van 29 dezer is voor het studie jaar 19071908 benoemd tot rector-magnificus der Technische Hoogeschool te Delft, dr. S. Heoge- werff. Uofrouw. De opper-ceremoniemeester van H. M. de Ko ningin maakt bekend, dat het hof, ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin, voor den tijd van acht dagen, ingaande Zaterdag 30 dezer, den rouw zal aannemen, waarvan vier dagen mid delbaren rouw en vier dagen lichten rouw, wegens het overlijden van Zyne Doorluchtige Hoogheid Prins Nikolaas van Nassau. (Stct.) Brieven voor H. M. de Koningin. Op last van Hare Majesteit de Koningin brengt de directeur van het Kabinet der Koningin ter algemeene kennis, dat, gedurende Elarer Maje- steits verblijf in het buitenland, de aan Hoogst Dezelve gerichte brieven in gesloten omslagen, voorzien van een adres aan Hare Majesteit op de gewone wijze per post kunnen worden inge zonden; of bezorgd bij het Kabinet der Koningin te 's Gravenhage. (Stct.) Domela Nieuvvenhuis. Domela Nieuwenhuis is gister op vrije voeten gesteld en naar de Nederlandsche grens gebracht 1-j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 1