Stads- en Gewestelijk Nieuws. Rechtzaken. Gemengd Nieuws. (Bij de werken, die Van weg'e het departement van Waterstaat worden uitgevoerd, worden steeds maatregelen getroffen omtrent het keetleven. Den aannemer wjoidit steeds de verplichting opge- legd, en zulks in verband mef, do Algemeene voor schriften fvjoior do .mtvoering en het onderhond, van werken endier beheer van hei departe ment van Waterstaat, handel en nijverheid, in dien hij verplicht is in de buis vesting van zijne werklieden jbe Voorzien, de daarvoor 1100- dSge koeten pf verblijven te doen inrichten als, yjoOigtt: De keien of verblijven hebben loodrechte wan den van minstens 1.50 M. hoogte en zijn voor zien van het noodfge aantal lichtramen van vol- djoende afmetingen, die tevens voor l|nchtverver- sehang dienen. Wanden en daken moeten waterdicht en tocht vrij zijn,- de vloer is minstens 0.25 M. boven bet omliggende terrein verheven. Voor ieder daarin gehuisvest persoon is be- schi:kbaar een slaapplaats, minstens lang 1.80 M. en breed 0.75 M., boog minstens 0.50 M. boven den vloer; dp verschillende slaapplaat sen zijn door schotten yjajn; elkander afgeschei den. Voor eik in de keet of heit verblijf aanwe zig gezin wordt een geheel afgesloten slaapver trek gemaakt. In deze keten of verblijven worden geleverd ide moodige houten tafels en banken en min stens ééne vjoiMioende kookkachel mieft brandvrij ingerichte, goed trekkende rookgeleiding tot Vol doende hoogte buitendaks uitgaande. Alvorens' de fcetten of de verblijven door de arbeiders mogen worden betrokken, worden zij VOoraf door de directie goedgekeurd, dat geldt tevens omtrent de plaats waar zij zullen worden opgericht. Worden als keten ingerichte Vaartuigen Voor huisvesting gebruikt, dan is hetgeen hiervoren pmmtrent de slaapplaatsen en het slaapvertrek js bepaald, voor zooveel diit mogelijk is, daarop van itpepaissiijng. Indien den aannemer bij het bestek de ver- pd/icMng om in de huisvesting van zijne werk lieden te voorzien niet wordt opgelegd, zullen de keten of verblijven, djiei l'ij niettemin voor zijne werklieden mocht oprichten pf beschikbaar mócht-stellen, ook aan de Vorenstaande bepalingen moeten voldoen. Voorts moet de aannemer zorgen dat goed drinkwater en het noodig aantal privaten ten behoeve van de werklieden, pp het werk aan wezig zijn. i Daar waar jdb arbeiders: tijdelijk hup verblijf nabij: hl at werk .vestigen, zijn inedh ten laste des aannemers: 1. de dagelijksche reiniging Van het terrein rondom de arbedders'woningen op een (Voldoenden,1 afstand, en aftappiing van bedorven of stilstaan de poelen; i 2. herhaalde levering van zuiver ligsfroo; 3. het inrichten der lichtramen in de arbei derswoningen, zoodanig dat deze tevCns tot lucht- Ververscbing (dlienen; i 4. het beschikbaar stellen Van de nopdige ge- neesikunddge hulp en medicijnen. Onze gezant te Peteraburg. Men schrijft aan de Tel. pjt den Haag1: Men zal zich herinneren dat enkele weken ge leden jhr. Van Weede, nieuw benoemd gezant bij het Russische Hof, naar Petersburg vertrokken ia. Tot dusver heeft niemand vernomen, dat hij daar is aangekomen. Is hij onderweg blijven sto ken? Of wat mag anders de reden zijn, dat in dleze moeilijke tijden, nu onze landgenooten in de Russische hoofdstad meer dan ooit behoefte hebben aan bescherming, onze gezant nog al tijd niet op zijn standplaats is? Wij willen niet hopen, dait jhr. Van Woede weg is geraakt. We ziftten ai diun genoeg in onze diplomaten. a- *- Onze consul-generaal te Pretoria. Het Algemeen Nederl. Exportblad uit zjjn vol doening over de benoeming van den heer F. M. Knobel tot consul-generaal te Pretoria. En dan schrift het blad verder: Nu die benoeming een feit is, mag wel worden uitgesproken, dat voor de eisehen, die Z.-Afrika atelt aan den Nederl. vertegenwoordiger in hoogen rang, twee eigenschappen van groote waarde den heer Knobel beslist eigen zijn, te weten groote werkkracht en optimisme. Zonder die eigen schappen brengt zelfs de knapste man in Z.-Afrika niets van beteekenis terecht. Natuurlijk zijn er andere eisehen van niet min der groot belang, welke de eigenaardige positie stelt speciaal aan den Nederl* offic. vertegenwoor diger in een land, waar zoovele Nederlanders het verleden en de opofferingen die hunne trouw aan het verleden heeft gekost niet vergeten kunnen. De bitterheid die zoo herhaaldelijk uitkomt, waar Nederlanders meenen door Afrikaanders te zijn verongelijkt, getuige (om het jongste feit te noemen) de verontwaardiging over de o. i. on schuldige steenlegging der Eendrachtschool, dit en de onaangename ervaring, dat het verenigings leven van Nederlanders onderling in Z.-Afrika herhaaldelijk aanleiding heeft gegeven tot wat minder parlementair, maar wel zeer duidelijk met ïherrie" wordt aangeduid; al deze overwegingen, gevoegd bij het feit, dat voor menig Nederlander de levensomstandigheden in Z.-Afrika aanmerkelijk ongunstiger zijn geworden, dan zij voor den oor log waren, dat menigeen, die voor den oorlog een j man van middelen was, zich nu zelfs in hooge j mate moet bekrimpen, zoo zelfs, dat velen, van vrouw en kinderen gescheiden, moeten ploeteren om maar in staat te zjjn eene kans op verbetering af te wachten. Deze omstandigheden alle te zamen genomen, maken de positie voor de officieele vertegenwoor diger te Pretoria hoogst moeilijk. Zij stellen den eisch, dat de Ned. vertegenwoordiger zich indenkt in vroegere toestanden, die hjj niet gekend heeft, die in een land als Z.-Afrika, waar alles zoo snel verandert, feitelijk ook niet meer te herkennen zijn, uit wat daarvan sedert den oorlog is overge bleven. Zij vorderen, dat de Ned. vertegenwoor diger zich inspant (en wat Pretoria betreft, zich buitengewoon inspant) om de Nederl. bevolking, die ter plaatse is gebleven en die niet dan nood gedrongen de Transvaal zal verlaten, bij te staan in hare pogingen om niet op de maatschappelijke ladder te dalen, zij zeiven niet en eveneens hun kroost. Veel goede wil, veel locale kennis, maar vooral ook veel tact is noodig om op zulk een moeilijk terrein als Pretoria den Nederl. vertegen woordiger biedt, met succes op te treden. Schuilt wellicht in de erkenning van die moeilijkheid, de herhaaldelijk gebleken neiging tot verplaatsing, ook bij de Ned. regeering? Was da regeering te dezen opzichte steeds juist voor gelicht Staat er op het regeeringsprogram met deze benoeming het tactvol behoud van onze nationale positie in Pretoria? Omtrent deze drie vragen, maar vooral omtrent de laatste, laat ons het korte bericht in de Staatscourant in het duister. Het is eenigszins opvallend, dat alle onze groote dagbladea, die voor deze benoeming de consulaire regeling in Zuid-Afrika ernstig be handelen, het feit, dat wederom een consu- generaal te Pretoria wordt aangewezen, hebben vermeld zonder meer. In beginsel moet nu toch eindelijk, dunkt ons, worden uitgesproken welken koers de regeering uit wil. De consul-generaal te Kaapstad wilde verhuizen, men hoorde, dat in verband met diens aftreden, Kaapstad zoude worden een consulaat. Wat is daaromtrent door deze benoeming beslist De opvatting te dezer zake in Kaapstad is bekend en wordt opnieuw in Ons land met deze mail aangekomen, onderstreept. Het is onbillijk o.i. van de Ned. regeering de belangstellenden, en dat zjjn er velen, in Z - Afrika onophoudelijk te vermoeien, inplaats van nu eindelijk openlijk en duidelijk uit te «preken wat in dezen het richtsnoer voor Nederland is. Moeten wij de berichten uit Johannesburg gelooven, dan heeft de vice-consul der Nederlanden aldaar, de heer P. C. Baerveldt, op ontslag aangedrongen. Is dat waar, dan verliest Neder land te Johannesburg een man van invloed en met groote toewijding voor de Nederlandsche belangen, getuige de oprichting onlangs van de Kamer van Handelsinlichtingen. Is dat waar, dan is alweer een zakenman, die zonder eenige bezol diging een lastig .staatsambt vervult, voor het consulaire korps, dat zoo weinig zakenmannen telt, verloren. Wij althans zouden de bevestiging van het bedoelde bericht ten zeerste betreuren. Wij weten niet welke de toekomstige regeling zal zijn, maar het staat te vreezen, dat nog, al is weder een consul-generaal voor Pretoria aange wezen, de regeling voor het overig deel, dat nog geheim wordt gehouden, onbevredigend is voor hem, die zich uitsluitend Nederlander gevoelt en niet Nederlander onder pressie van eenig, hoe ook getint, jingoisme. Dit op een oogenblik, waarop het handelsverkeer tusschen Zuid-Afrika en Nederland, alsook Nederl.-Indië (blijkens de mededeeling die wij van de Kamer van Handels inlichtingen te Johannesburg ontvangen, werden zes schepen voor teakhout van Ned.-Indië gechar terd), in beteekenis zeer toeneemt, moge de volksvertegenwoordiging aanleiding geven eindelijk naar volledig licht in deze materie te vragen. R. K. Ziekenverpleegsters. De Bond van roomsch-katholieke ziekenver pleegsters, waarvian onlangs werd gemeld, dat hij zon worden opgericht, js1 thans tot stand ge komen en zal onder goedkeuring vrin. den bis- schep Van Haarlem 1 Januari' 1906 dn werking treden. Tot geestelijk adviseur van den hond is benoemd de eerw. heer W. P. Wittman, kapelaan te OverVeen. [Binnen eenige dagen zal aan alle bekende ka- thjoSdieik© Verpleegsters een circulair© worden ver zanden, waarim^zjj Worden uitgenoodigd als lid tot den bond toe te treden, terwjjl zij, die geen circulair© ontvangen hebben, zich kunnen Weln- den tot genoemden adviseur. Het V|otorlioopig bestuur is aldus samengesteld: da heer H. V. d. 'Berg, artls te Haarlem, voor zitter. de eeuw. heer W:. P. Wattman, pr.-secr., Mef- virofuw baronesse van Oldenneel, pterijiinigtnees- 1 teres, zuster M. Debrus, hoofdvier pleegster te Amsterdam, zuster Molenaar, Verpleegster te Am sterdam, zuster Bahlman, verpleegster te Bus- s|u/m, zuistex VeJtman, verpleegster te Asten. Monument van Jan Nieuwenhuijzen. [Bij gedegenheid van het herstellen van het in wendige der groote kerk te Monnikendam is te- Vens geheel gerestaureerd het zich aldaar bevin dende gedienfcteeken, opgericht Voor den stich ter der Maatschappij tot N;u,t Van 't Algemeen, Jan NiieuwonhuijzenZooals men weet, wordt zijn 100-jarige sterfdag in Februari a.s. herdacht. Hbld Ongelukken. Te Amsterdam is gister een remmer van de Holl. Spoor, wonende te Winterswijk, onder den trein geraakt. Het lijk was zoo afzichtelijk ver minkt, dat het onmogelijk in de brancard kon liggen. Het ongeval maakte groote opschudding. Te Beerta (Gron.) geraakte gistermorgen de Vro(U)W van den arbeider Fr. Garrelts1 onder de locomotief Van de stoomtram „OlcLambt-Pekela". Zwaar gte'kwetst werd ze opgenomen. Ongeluk op de Maas. Door het te snel voorbijvaren onzer haven, waaraan de groote zeebooten zich herhaaldelijk schuldig maken, heeft gister op de rivier de Maas een groot ongeluk plaats gehad. Omstreeks G ure gister-avond kwam uit onze haven het rjjnschip Morgenrothe I, groot 1000 ton, geladen met steenkolen, om hier aan het stoomschip Beijerland bjj te laden. Terwijl het schip door de sleepboot Pieter gesleept rond zwaaide om weer in dehavente komen,bemerkte men dat een zeeboot, komende van Rotterdam, inaan- tocht was. Herhaaldelijk gaf daarop de sleepboot geinen met de stoomfluit, doch 't mocht niet baten. Wel trachtte de zeeboot nog het anker uit te werpen, maar haar gang was te groot. Zjj liep midden op het rijnschip in, dat daarop in tweeën werd gebroken. Gelukkig werden nog de opvarenden van het rijnscbipde schipper, zijne vrouw, een vijfjarig kind en de knecht op de sleepboot in veiligheid gebracht. Het schip is echter geheel verloren en is aan de overzijde, bij de Heiplaat, aan den grond gezet. Nader vernemen wij, dat 't de zeeboot Tasso, cargadoors de heeren Wm. Muller Co te Rot terdam, was, die het rijnschip Morgenrothe 1, schipper B. Mechelen, heeft aangevaren. De schipper vond met zijn gezin een onderkomen in een leeg staande woning aan de Hoofdstraat. Omstreeks 9 ure zagen bewoners der Hoofd straat, dat van het in tweëen gebroken schip, 'twelk met laag water aan den grond was gezet een gedeelte was losgeraakt en op zijn schotten dreef in de richting van Delftshaven. Daar werd 't later door de sleepboot Pieter opgepikt en weer op de oude plaats terug gebracht. Schied. Huishoudschool. Blijkens de Memorie van Antwoord op het Centr. Verslag over de begrooting van Binnenl. Zaken voor 1906 is voor de kook- en huishoud school alhier door den minister f 1000.subsidie meer aangevraagd. Volks bad huis. In de week van 27 Nov.—3 Dec. 1905 werden genomen 174 baden lste kl. 2de kl. kuipbaden 18 kuipbaden 24 regen 11 regen 111 school kinder A 5ct 10 Gedurende de maand November 1905 werden genomen 771 baden. lste kl. 2de kl. kuipbaden 77 kuipbaden 139 regen 45 regen 469 school kinder »&5ct. 41 Bondsgebouur. Het werk van den ver- en bjj bouw van het Bondsgebouw aan de Lange Haven alhier is door het bestuur der afd. Schiedam van den Ned. R. K. Volksbond toegewezen aan den laagsten inschrijver, den heer Th. Stolk, die voor resp. 1 f 20,977 en 2 f22.805 had ingeschreven. Hden-morgen is hier in een loge ment aangehouden de 34-jarige R. L., wiens op sporing en overbrenging wegens oplichting door den commandant der marechaussee te Doetinchem in het Alg. Politieblad was verzocht. De aangehoudene wordt naar Doetinchem over gebracht. Gisteren brak van de zwarema- chine van den heer L. C. Tewe nabjj den over weg van het spoor een der assen, tengevolge waarvan deze niet verder kon en de passage voor andere voertuigen belemmerde. Kort daarna geraakte een wagen met flesschen geladen tusschen die machine en het daar geplaatste hek bekneld, waardoor de passage nu geheel gestremd was en eerst hersteld werd, nadat de wagen gelost en weer vrjjgekomen was. UIT ROTTERDAM. De elevatorkwestie. /Die Algemeene Reëediigde Meters-wegers-Veiee- nülgtmlg „Rotterdam" heeft, blijkens eene tnede- teteitng Van heit Betsttfuur, in bare vergadering van Zontlag jj. helsloten op: stoomschepen niet te we gen Voor die graanjimporteurs Georg Pliange te Soest, Gerson Rotsdüld t© Keulen, Hirschland Frankenstein te Eissen a/d. Ruhr, Aug. Heu ser te Duisburg, W. Wehrhahn. te Neuss, Ferd. Loijstüffer Liötzmann te Dewtz, A. Ltaewentbal te 'DiujslseCldioirp en Carl Gust Kersberg te Essen. Ujiit die mededeeïag Van het bestuur der gö- nloenide Veréenügling blijkt, dat dit besluit het geVolg is vlain helt feit, jdat genoemde graanim- porfeurs hef contract, glesloten tusschen de me ters:-wegers Van Rotterdam en d© gr,aanimpor- teurls Van den Boven- «n den Beneden-Rijn, niet andieiiteeikend hebben, nadat hun dit door de me- terssweig&rs selhrjfteMj'k verzocht was, onder b:e- dreiigtn'g voor ben anders geen wjerk' te zullen Verrichten. De meters-wegers zullen ook die par tijen, weuke eventueel voor genoemde importeurs onjgewoigem in lichters1 oVerge'wOrkt worden, niet uitwegen, alv|oren© zij het contract mede onder- t<*elk'cnd hebben. Het basluji't dier Vereeinfgiing zou ingaan op gis ter, Maandag 4 December. Proces van den Kond van Ned. Onderwijzers tegen de gemeente Schiedam. De kantonrechter alhier deed heden uitspraak in de zaak van den Bond van Nederlandsche onder wijzers tegen de gemeente Schiedam. In dat proces was de Bond opgetreden voor een onder wijzer aan een der gemeentescholen. Deze onderwij zer had zich reeds vroeger tot den gemeenteraad gewend, met het verzoek om den tjjd, gedurende welken hjj als waarnemer in ,'een vacature was werkzaam geweest, mede te doen tellen bij de berekening van den diensttijd, noodig om voor verhooging van jaarwedde in aanmerking te komen. De gemeenteraad had dat verzoek van de hand gewezen, omdat volgens de verordening alleen de tjjd, als door den gemeenteraad benoemd onder wijzer doorgebracht, recht op verhooging van jaarwedde kan geven. De onderwijzer, van oordeel, dat zjjn wijze van berekenen in overeenstemming met de betrekke lijke verordening was, droeg zjjn belangen aan den Bond over, die nu op zijn beurt de gemeente in rechte dagvaardde tot uitbetaling van het meerdere salaris. Van de zjjde der gemeente werd niet alleen de de wjjze van uitlegging der verordening van de tegenpartjj bestreden, doch ook betoogd, dat de rechterlijke macht onbevoegd was van het geschil kennis te nemen, daar het hier een geschil van administratief rechterlijken aard betrof, onttrokken aan de kennisgeving van den burgerljjken rechter. De kantonrechter vereenigde zich met die exceptie en verklaarde zich onbevoegd van de zaak kennis te nemen, uit hoofde van het onder werp des gescbils. Voor de gemeente was opgetreden Mr. D. Lodder, advocaat alhier, voor den Bond J. C. Post, advocaat te Amsterdam. Geen Perzen. In »Scala" te 's-Gravenhage was opgetreden »The Mirza-Colemtroep", een Perzische karavaan, waarbjj een vrouw behoorde. Daar dit volgens de zeden der Perzen niet geoor loofd is, deed de Perzische gezant een onderzoek, waarbij bleek, dat de Perzen geen Perzisch verstonden. Het hoofd van den troep was een Rus, en verder was de troep samengesteld uit leden van verschillende nationaliteit. Moordaanslag. Gister is te Wageningen door A. Kraay, oud-leerling der Tuinbouwschool, gewapend met een mes en revolver, een moord aanslag gepleegd op G. W. S., leeraar der H. B. School. S. werd ernstig met het mes aan het hoofd gewond, maar wist den aanvaller dit wapen te ontwringen. Met veel moeite werd K. gearesteerd. Deze koesterde reeds lang wrok tegen S. en heeft vermoedelijk in een vlaag van waanzin gehandeld. Uit Wageningen meldt men nader Te omstreeks 1£ uur gister-namiddag kwam de 23-jarige H. F. Kraay per fiets aan de woning van den heer G. W. Spitzen, leeraar in het Duitsch aan de H. B. School alhier. Hjj belde aan en vroeg mjjnheer te spreken. De heer S. was juist in zjjn studeerkamer, vlak vooraan het huis, ter- wjjl de jongeheer R., bjj hem in huis wonend» zich bjj hem bevond. Deze ging het vertrek uit, toen K. binnenkwam. Nauwelijks binnen, haalde K. een revolver te voorschjjn en vuurde die af op den heer S., die misschien op 2 M. afstand stond.' Deze liep naar voren en greep K. beet, waardoor een worsteling ontstond, waarbjj de heer S. op de knieën viel. K. vuurde ondertusschen zjjn revol ver opnieuw af, waarbjj de heer S. zich plotse ling aan de rechterzjjde van zjjn hoofd getroffen voelde. De overige schoten misten. Op het geluid der «choten kwamen de jonge heer R. en mevr. S. toesnellen, waarop K. zich omkeerde en A bout portant een schot loste op mevr. S., dat haar gelukkig niet trof, alleen voelde zjj haar wang warm worden. Voortdurend vechtend, gelukte het aan de drie personen K- buiten de deur te werpen en vervolgens door deri tain op straat. Ook andere personen waren onder tusschen door het schieten gewaarschuwd, waar onder de heer H. Gentil, leerlaar, benevens leer lingen der H. B. School en enkele arbeiders. De heer G. snelde toe en greep K. in zijn kraag, maar mocht er niet in slagen hem de revolver te ontwringen. Wel kreeg hjj een kleine wonde met het groote snoeimes, dat K. in tusschen te voor schijn had gehaald en nu in zijn linkerhand hield- In de algemeene worsteling die nu volgde, werd K. door drie arbeiders overmeesterd, die hem zjj» wapenen ontwrongen en hem in de kazerne der marechaussee in verzekerde bewaring brachten. De heer S. bloedde ondertusschen vreeselijk- Dadeljjk, werd een dakter ontboden, die bek

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 2