Dagblad voor Schiedam en Omstreken. t en nog wat. 29ste Jaargang. Woensdag 3 Januari 1906. No. 8396. feuilleton. Officieele Berichten. Waarschuwing. KLATER VAN VIER. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dage.ijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels 0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden ^uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Wegens het op Zaterdag invallen van den feestdag van H.H. DRIEKONINGEN zal het eerstvolgend nummer met Zondagsblad verschijnen Vrijdag-avond. H.H. Adverteerders worden verzocht hunne advertentiën vóór Vrijdag-middag 12 ure in te zenden. Aangifte voor de belasting op de honden. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, brengen de ingezetenen onder de aandacht, dat ingevolge het bepaalde bij de verordening tot hefing eener belasting op de honden, van 4 De cember 1873, ieder ingezetene, die éen of meer honden houdt, daarvan aangifte moet doen bij den gemeente-ontvanger, vóór den 'löden Januari van ieder jaar. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 3den Januari 1306. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VISSER L. B. De Secretaris, V. SICKENGA. De tegenwoordige lijd wordt dikwijls verlicht genoemd en is ,het zeker in dien zin, dat er thans greater vraag naar licht is dan nog maar zeer korten tijd te voren het geval wast -tog geen twintig jaren geleden droomde men toet Van de lichteffektm die tegenwoordig in de traten on in jde huizen te zien zijn. Een gewone vleermuishrander pn een lantaarn met ramme lende (glasruiten door den Wind grillig heen en Weer gedreven, diende tot haken voor den la- to n wandelaar en. in de hui-zen Voorzagen de zelfde vleermuisbranders en de Engiefefch© Ar- ga'ndhranders in de behoef Ie aan liioht. De gas fabrieken zorgden 'saVonds een gashouder vol gas fe jhiebben en aan het einde van de maand de igaisrekening te innen, het gas was duur, de steenkool goedkoop en elke gasfabriek een winst gevend zaakje. Foien kwam het eiectxisfcho licht. In de Sic- mcns-dynamoi ontstond een concurrent, die dreig- de geheete gaisindustjfe oinVer te werpen en te (vernietigen. Want wat aan te- vangen wan neer iedereen ,zich met welgevallen zou wen den tot het schoone, geheimzinnige electrische gloeiliichit, door een vingerdruk ontstoken en uit- igedooifd, wanneer de etecitriSc'he booglamp als een kun-stxo-n de straten en pleinen 's avonds daghelder zou Verlichten. Want aj-feen van den lichtvterkopp kon een gasfabriek leven; kookgag wals weinig bekend en nog minder gebruikt, de! gasmotoren begonnen zich pas tot hun tegen woordige groote béteekenis te ontwikkelen. De toekomst scheen aan het electrischtei licht en de Een roman uit den t(jd van het Schrikbewind. M. BARSTOW. 47) Jawel, Excellentie, antwoordde de oude. Ik en Ruben Goldstein ontmoetten een langen En- gelschman, vanavond, hier dichtbij op den weg, Hy vroeg ons ot wij hem niet een paard en een Wagen konden verhuren, en hij zei dat hij met goud er voor betalen wou. Ik wou juist toeslaan toaar Ruben, die geldwolf, was mij voor en nam toy het woord uit den mond, En zoo kwamen zij overeen dat wagen en paard; om elf ure gereed zouden zyn. Had de Engelschman naar mij gelui sterd, dan zou hjj veel beter af zyn geweest, want toy'n wagen is heel wat beter in orde, Excellentie. Hebt gij dus ook een wagen en paard vroeg Chauvelin. Om u te dienen. Excellentie, En als uwe Excellentie een goed rytuig noodig heeft, een Hink beestje en een stevige kar... Weet ge ook welken weg mijn Engelschen *riend met Ruben's wagen is opgereden Iljj aarzelde. Hij scheen den onwetenden te Wilier sielen. Eindelyk, na zich te hebben bedacht, ij uit zjjn zak eenige zilverstukken, bezag 0|ude gasfabriek bestemd om Voor oud ijzer ver kocht te worden. Zoio zou het ook zeker gegaan zijn, wanneer et) inliet een man gekomen warjei, die door zijn© denkkracht alios anders heeft doen worden. Die man was Dr. Cjajrl Auer, ridder van Welsbach. Het vvas reeds geruimen tijd bekend, dat kulk i,n istaat wias een fel wit licht uit te stralen, wanneer het djOOf een zeer heet© vlam verhit werd. Zoo'n vlaim is onder anderen de zuurstof- wa'terslofvlam, die tegenwoordig zoo veelvuldig gebruikt wojrdt om ijzer met ijzer te soldeeren en waarvan de fabriek „Oxygenium" alhier de heide bestanddeel-en waterstof en zuurstof ver vaardigt en in stalen cylinders samengeperst ver zendt. Zoio'n vlam tegen ©en stuk kalk gebla zen riep ©en Verblindend wit licht te voorschijn,1 naar den uitvinder genaamd Drummond's kalk- licht en gebruikt om lichtbeelden te projecteie- ren bij het houden van lezingen. Ook de En- gelscbe marine heeft het voo.r zoeklichten ge bruikt. Een groot© beteekenis' bad het niet; de Verlichting was te omslachtig en te kostbaar om van algemeen belang te wezen. In de tachtiger jaren der Vorig© eeuw ont dekte genoemde Auer dat ©r stoffen waren, die veel beter en krachtiger dan kajk dit felle won derlijke licht uitstraalden en dat dan die ver- 'hattanjg .ook niet zoo groot behoefde- te zijn, ja, dat de vlam van s'teenkplengas hiertoe voldoen de was. i Dat wil zeggende blauw© vlam. Wat is dal Wanneer men gas laat branden vertoont zich een lichtende vlam. Wanneer men echter eerst Jhngt gas met lucht vermengt, dan brandt het gas' met blauwe, nauwelijks zichtbare- vlam, geeft geen roet af en beeft een hoog-en hit- tegr-aad. Zulk een vlam ziet men bijvoorbeeld: aan een go-ed gaskomfoor. Di:t was ook de vlam die Auer van .Wetebach gebruikte voor zijn ja renlange onderzoekingen, onderzoekingen met al lerlei zeldzame en gedeeltelijk no'g onbekend© stoffen. Uit allerlei mineralen -zocht hij en scheid- dej 1«iij de stoffen af met de wonderlijke lich tende ©igenschapp-en, gedurende jaren vkln z-wa- ren en Vlijtig-ern arbeid. Ten sjotte- trad hij voor het voetlicht met zijne ontdekking die- d© we reld Veroveren tzou. Uit het dn Brazilië slechts pp weinige- plaatsen voorkomende Monarietzand, een zwaar grof donker zand, had hij afgeschei den de nieuw ontdekte thorkunaarde. Die' aar de pp'geLo-st in sterk salpeterzuur, met die op- Ibs'sjng een katoenen weefsel -goed drenken, het weefsel drjolgen en dit -een passend© v-orm ge- Ven, de vorm van het gloeikousje, dan. hot weef sel verbranden, zoo- verkreeg Auer een geraaln-te v|an zuivere thoriumaarde, dat jui-s;t paste over do blauwe- gasVlam, zp-odat ©en fel wit licht be- gion te glanzen, feller dan ppit zoo'n kle-in-e gas vlam uitgestraald had. Fel ja, maar wiiit? Neen, groen. Al wie zich in dit v;ale groene licht ver toond© zag er uit al-s' een uit het graf verre zen©. En d-an: de kousjes braken om een ha verklap en weg was' de- ge-heel© verlichting. D© die in het holte van zyn hand en zeide Dit gaf mij de lange Engelschman, toen hij met Ruben wegreed, opdat ik mijn mond over hem zou houden begrijpt ge Hóéveel is het? vroeg Chauvelin driftig. Twintig franks, Excellentie en ik ben heel mijn leven een eerlyk mensch geweest. Dus ge begrijpt wel... Chauvelin haalde onmiddelijk eenige goudstuk ken voor den dag en liet die in zyn hand rinke len. Hij begreep dat hij met deze muziek hier ver moedelijk meer zou uitwerken, dan met bulderen en bedreigingen. Hoeveel stukken heb ik hier vroeg hij kalm. Minstens vijf, Excellentie, antwoordde de oude, met gret'ge oogen. Wat wenscht uwe Ex cellentie dan nu eigenlijk te weten Of uw paard en wagen nay brengen kan naar de plaats, waar Ruben mijn Engelschen vriend heeft heengereden. Wel zeker, ExcellentieWaarom niet Tot uwe orders, hoor I Heet die plaats niet de but van père Blanchard I recies, ExcellentieGeraden I riep de oude verbaasd. Weet ge waar dat is Welke weg leidt er heen De weg van St-Martin, en dan een voetpad over de rotsen, Kent ge dien weg -- Zoo goed als^ mijn eigen kinderen. Eiken boom, eiken steen. Excellentie. Goed. Hier hebt ge de vyt gaedstukken, I electric-iteitstoaatsch-appij-en, die juist zpo- mooi uit. den bodem begonnen op te schieten, her stelden zich van den eersten schrik. Een schrik hij een maatschappij uit zich altijd in een da ten der aandeden. De aandeelen gingen dus| iwecr .omhoog. Maar niet voor niets1 had Auer jafen lang gezocht. Sp-opdig kwam de tweed© A-uerkous, de-z© keer niet met groen maar met wit licht, nnopi wit. Een tweede onbekend© stof werd door hem gevonden, d-e ceriumaarde, die, Voor slechts een honderdste- deed gemengd me-t do thorium,aarde de- .groene kleur geheel weg nam En tegenwoordig wee-t men niet beter of h-qt boho-ort zoo. Een Auerbrander Van zooveel stuivers, een gloeikousje van zooveel centen en klaar is; men. D© gasfabrieken waren gered, pp veie plaatsen werden d-e gasprijzen verlaagd, waar door ook het kookgas -een ongekend© vlucht nam en de industrie steeds meer zich van gasmoto ren ging bedienen. Iedereen schafte, zich gas gloeilicht pan en., begon te klagen over skcht licht. Geen stad bleef ,vrij van gasklach- ten, (Sjommig© niet onvermakelijk, zooals d-e hard nekkige bewering van het Amsterdamsch© pu bliek, toen d© gemeente d© bead© gasfabrieken, van de gasmaatschappij had gekocht ©n den gas- prijs Van 9 op 7 ce-nts verlaagde-, dat het gas pp allerlei wijzen vervatfeeht werd om h-et ver schil in prijs goed te maken, of de discussies in den gemeenteraad van Gpuda over ©en be- w -enle vermenging van het ga-s. met ©en groot© hoeveelheid lucht, enzopvoorts. D-e klein© lo cale pers van Rotterdam levert ook hare bijdragen, rPUi' zoover de redacties die nog opnemen. En steeds betreffen de klachten het licht, niet hot gasj dat in de industrie gebruikt wprdt of het ko-okgas. Wat is hiervan de oorzaak? Die is niet v-er te zoeken. Men bekijk© slechts ©en auerbrander .via-n binnen. Zoo'n brander bestaat uit d-e kr-o-on, de schoonsteen en den conus met d-e| 5 fijne gaaijes, waardoor het gas in den bran der stroomt. Doordat de schoorsteen op den co nus geschroefd staat ten de schoorsteen v-ie-r rond© luchtgaten h-ee-ft, mengt zich het gas dadelijk met lucht en het mengsel vrin lucht en gas, dat onder het gloeikousje- uit de kroon van den brander stroomt, brandt met blauwe vlam en doet het kousje gloeien en. h-et bekende witte- licht uit stralen. Als men dus de kroon, die lampe-gtas en gloeikousje draagt, van de schoorsteen aflicht en d-e schoorsteen afschroeft, blijft van d-en bran der niets pver dan de kleine ©onus, die. de vijf fijne gaatjes draagt. Op -die vijf kleine gaatjes komt alles aan. Bij het plaatsten van den brander wonden deze gaat jes door den fitter met ©en daarvoor speciaal- bestemd instrumentje ppg-eboord op de juist© grootte, zoodat bij avondgaisdruk het gloeikousje- juist goed gloeien kan. Dit luistert zeer nauw keurig. Z©-rgt men nu van tijd tot tijd die gaat jes door te- blazen of met een borsteltje te rei nigen dan blijft h-et licht ook goed branden, zoo- het gloeikousje heel blijft, maar laat men Wanneer kunt ge met uw paard en wagen klaar zijn? Zoo dadelijk, Excellentie. Alles is hier zoo goed als naast de deur. Uwe Excellentie kan da delijk instappen. Best. Maar pas opAls ge my bedrogen hebt, dan laat ik u door twee van mijn soldaten al de ribben in uw lichaam stuk slaan. Brengt ge mij daarentegen bij mijn vriend den langen Engelschman. hetzij op den weg of in père Blan- chard's hut, dan zullen er nog tien andere goud stukken voor u overschieten. Slaat ge toe De oude bezon zich even, bekeek nog eens het goud, en antwoordde toen Ik sla toe. Wacht dan buiten. En bedenk wat ik u gezegd heb van de twee soldaten... Desgas, breng mij mijn jas en laarzen. En terwijl hij zich van de soutane ontdeed en zich in zyn officieel cos- tuum stak, zeide hij Gij, Desgas, haalt onmiddellijk vati kapitein Jutley een dozijn andere manschappen en ge mar cheert er mee den weg van St-Martin op, waar ge den wagen en mij spoedig zult inhalen. Ver gis ik mij niet, dan zal het in de hut van valor Blanchard warm toegaan. Wij zullen daar de gan- sche bende vinden De Tournay, St Just en al de andere verraders en ge kunt er wel zeker van zijn dat zij hunne huid duur zullen verkoo- pen. Die royalisten weten goed met den degen om te gaan en die vervloekte Engelschman lijkt mij even sterk als slim. Maar toch, wij zijn min stens vyf tegen een. Ge volgt den wagen met uw dce brander aam zichzelf oyer, dan zullen on vermijdelijk na verloop van eenigten tijd de gaat je-a vers-toffen, wiant de heet© lucht die door -het kmpeglais trekt, zuigt veel stof aan. Het licht wordt dan minder, waarop men met prop jes- papier en stukjes lucifer de luchtgaten van, de schoorsteen eveneens verstopt, wat schijn baar iets helpit, ten sl-ofte laat men, dikwijls on moedig, een nieuiw" gloeikousje opzetten en wordt dan door den fitter den brander gereinigd. Zoo k-omt het .dat men in elke stad klachten hoort pver het licht, des winters doorgaans meer dan 's -zomers en ook omdat 's winters het gas meer tot naftaline-af'Z-ettiingen neigt dan in het war me jaargetijde. Het gevolg van al die klachten is geweest, dat men naar middelen gezocht heeft om het schoon maken der branders te ontgaan en dat. d© zoogenaamde reguleerbranders in den handel ge bracht zijn. Wanneer bij de-zen brander de gaat jes verstopt raken kan men door een stelschroefje de gaatjes wijder stellen en ontgaat zoo de moeite de branders schoon te houden. Deze re guleerbranders komen dan ook meer en meer in zwang. Zullen ld1© klachten over slecht licht op den duur minder worden of verdwijnen? Zeker niet, Want de meeste menschen wagen zich met aan ©en gloeiiichtbrander. Vroeger wanneer een vleer- mu-isbrander verstopt raakte, wist men zich te helpen, maar de tegenwoordige brander is etn meer ingewikkeld toestel en dan zijn ook de gloeikousjes veel te breekbaar. Het beste wa„ Van het glo-eilicht te- zeggen valt is dat het voor weineg geld een groot© hoeveelheid licht geeft. Het electrische licht stelt wel-is-waar alles in de schaduw wat eenvoudigheid van behande ling betreft, daar hierbij volstrekt geen onder houd is, maar de kosten zijn schrikbarend hoog. Men zie slechts in Rotterdam, waar de gas- klachten zoo hevig zijn, hoe weinig winkel-eta lages met het sierlijke electrische gloeilicht prij ken. Maar ook dit kan verkeeren; de uitvin der van het gasgloeilicht Auer von Welsbach iisi ten minst© -feeds sedert enkel© jaren werk zaam aan de vinding van ©en verbeterde- elec trische gloeilamp, ja is ongeveer vier jaren ge leden reeds! te voorschyn gekomen met een nieuwe electrische lamp, die echter in het ge heel geen succes heeft gehad. He-t ace-tyleen- licht komt niet meer ernstig in aanmerking na d© vel© ongelukken, die er mede hebben plaats, gevonden. Ten slotte blijft het petroleumlicht, wanneer de prijs van den petrodeum laag is, nog d© eenig© concurrent van het gasgloeilicht., Met ©en modernen en goed schoongemaakten brander verkrijgt men een zeer bevredigend licht, dat het voordeel heeft ook kl-eingedraa'id te kun nen worden; daarom ziet men, waar weinig licht nopddg is, nog steeds petroleum aanwenden. Het gebruik van groote lampen, zooals lam pes bel gas ©n dergelyke wordt echter reeds te duur tegenover het gloeikousje, dat een licht van on- mannen. De Engelschman is ons voor, maar heeft geen erg dat wy hem volgenHaha 1 raar zal hy opzien als het net hem toch nog over den kop gehaald wordtKies uw mannen goed, Des gas, en druk op hun hart den Engelschman levend in onze handen vallen moest, zoo mogelyk. Een kogel is te goed voor hem. Wy willen hem een anderen dans laten springen 1 zoo eindigde hy, met een grinniken, dat Marguerite, die het alles mee had moeten aanhooren, deed rillen van af grijzen. Maar vaster dan ooit stond haar besluit. Zy zag hen allen vertrekken. Zy hoorde Desgas bevelen geven aan zijne soldaten en vervolgens heengaan naar het fort, om nog eene versterking van twaalf man te halen. Vyf minuten later hoorde zy het paard en den wagen voor de deur komen en, nadat Chauvelin was ingestapt, stapvoets wegrollen over ien üobbeligen weg. Nu wa- iu de Grijze kat" alles stil. Brogard m zyn vrouw, bang voor Chauvelin, hadden geen ^eeken van leven gegeven. Zij acbiten 't veiligste ichterbaks te blijven. Marguerite wachtte een >ogenbiik, daalde toen zachtjes de ladder af, wik- unde zicu in uareu doimereii mantel en sloop de lerberg uit. De aucui was zwart geuoeg om hare loutere figuur onzichtbaar te doeu biy'ven, terwy'l zij zelf de Kar voor haar uit ia het gehoor hield. De kar bewoog zich slechts langzaam, want de veg steeg, en tiet oud boerenpaard was zoo Kort m adem, dat het teitens moest uitblazen. (Wewtt w«nwsf4 DOOR

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 1