Stads- en Gewestelijk Nieuws.
De heer Treub was vol hulde voor den minis
ter, maar had toch ettelijke bedenkingen.
Het debietrecht op tabak moest de heer De
Meester loslaten, terwijl hij, hetgeen hjj daardoor
miste kon halen uit een hoogere belasting der
effecten.
Tegen verhooging van den jeneveraccijns had
de heer Treub bezwaar. Het liefst zag hij die
geheel achterweg blijven, maar verminderd diende
ze in ieder geval te worden, en dat kon door wat
meer te kloppen uit de inkomsten-belasting,
waarbij hij een andere progressie verlangde, in
dier voege, dat de kleine inkomens minder, de
grootere zwaarder getroffen mochten worden.
Ongelukken.
Het 3e bataljon infanterie, uit Gouda, hield
gistermiddag gevechtsoefeningen buiten de stad.
Op den weg naar Rodegraven ondier de gemeente
Reouwijk, moesten ©enige militairen over de bree-
de en diepe vaarwetering worden gezet, waarbijl
drie hunner te water geraakten. Een van h m
wist zichzelf te helpen, doch de beide anderen
werden met groote moeite gered door den kor
poraal-tamboer de Vries. Eén der geredden was
reeds bewusteloos Op last van den bataljons
commandant, die dadelijk na het ongeval ter
plaatse was, werden de drenkelingen naar het
militair hospitaal te Gouda vervoerd. Het gaat
hun redelijk wel.
De Wethouderskeuze.
De »Oude", vermoedelijk nog onbekend met
den uitslag der nieuwe keuze, schreef nog een
stukje onder stadsnieuws, dat zoo weinig zegt,
dat wij wel onder dezelfde rubriek kunnen repli-
ceeren en geneigd zouden zjjn 't geheel onbeant
woord te laten, dachten wij niet, met 't oog op
haar slotwoord, aan het bekende se taire c'est
consent ir.
Na het zinsnedetje over hare keuze zonder
commantaar weergegeven te hebben zij heeft
daar dus niets op te zeggen komt zij tot het
de commun accord bij de verkiezing van den heer
Versteeg tot lid van het Statencollege en zegt het
volgende
Hierbij moeten wij toch onze verbazing er over
uitspreken, dat onze collega geen verschil ziet
tusscben het verkiezen de commun accord
en het candidaatstellen, het aanwijzen van
den candidaat de commun accord. Zonder een
commun accord zou immers een candidaat der
minderheid bij een zóó scherpe partjjgroepeering
nimmer mogeljjk zijn!
Erg naif vinden wjj vooral dit verweer. Begrijpt
de Oude niet, dat een verkiezing de commun ac
cord een candidaatstellen op dezelfde w(jze nood
zakelijk insluit; zonder het laatstgenoemde zou
immers bet eerstbedoelde niet mogelijk zijn
Over hetgeen w\j schreven over de winste die
der liberale partjj grootmoedig in den schoot zou
worden geworpen, zegt de Oude:
Het bljjkt, uit deze woorden helder als glas
dat de Nieuwe zich niet kan indenken in de
mogelijkheid, dat de minderheid er volstrekt
niet op belust is een wethouderszetel in te
nemen; dat zij alleen uit plichtbesef zich bereid
verklaarde het aanbod te aanvaarden.
Bij dit sglasheldere" betoogen, willen w(j alleen
de vraag stellen: Zou de Oude werkelijk denken
dat dit geval hier aanwezig is
En nu ten slotte het vermakelijk slot, dat ant-
toont, de Oude nog maar immer en altijd de kluts
kwijt is.
Wat ten slotte de kwestie van den driestar
betreft, moeten wij ook na de opmerking der
Nieuwe blijven volharden bij onze meening, dat
dit teeken steeds heeft gediend om een nadere
(geen aweidere" zooals de Nieuwe verkeerdelijk
citeert) aanwijzing omtrent den oorsprong aan
te geven, bijv. den politieken leider van het
blad.
Waar wij in een vorig nummer, zooals nu blijkt,
te recht de vrees uitspraken de Oude op dit punt
te kunnen overtuigen, zullen wij hier niet verder
op ingaan. Alleen zouden wij willen zeggen, dat
in deze polemiek vermoedelijk niet de politieke
leider der Schied. Ct. aan 't woord isanders zou
bij de volgende zinsnede, die al te zeer naar zelf
verheerlijking riekt, in de pen hebben gehouden.
De Nieuwe is er niet in geslaagd aan te toonen,
dat wij in eenig opzicht ongelijk hadden.
Het spijt ons voor haar.
En nu, Oude, vaarwel. Leef gelukkig in de
zoete voldoening, die de bevrediging uwer wenschen
u gisteren gebracht heeft
In onze Vroedschap.
Wegens de overgroote ruimte, die heden nog
het gewone Raadsverslag van ons vordert, zien
wij ons genoopt, de rubriek onder bovengenoem-
den titel tot morgen uit te stellen.
Afbraak van molens.
Door Burgemeester en Wethouders werd heden
ten Raadbuize in het openbaar aanbesteed het
afbreken van
a. het ondergedeelte van den molen nde Bata
vier" aan de Broersvest
b. het ondergedeelte van den molen »Eendragt"
aan de Broersvest
c. Vier woonhuisjes in een slop aan de Laan
nrs. 125—79n
d. den opstal op het terrein aan den Singel
Sectie I. Drs. 763 en 797.
Hiervoor waren de volgende inschrijvingsbil
jetten ingekomen: van de firma J. W. Tobie, te
Dordrecht., voor f60; Hijmans, te Rotterdam, voor
f115; C. J. Oosterwijk, Rotterdam, voor f200;
A. Kos Koolhaalder, Rotterdam, f230; J. A. van
Zeumeren, Rotterdam, f235; H. van Spronsen,
Schiedam, f275; J. H. W. Voogd, Schiedam, f 300.
De gunning werd nog aangehouden.
Giste r-m iddag sloeg een jongen
den 12 jarigen A. van Pelt, wonende Broersveld,
met een stok waaraan een spijker zat een gat in
een der wangen. Zijn baas lag er een pleister op.
H. v. d. W a 1, R o 11. d ij k 31/2, g 1 a s b 1 a-
zer bij J. C. v. Deventer, had toen hij een fles-
schentang aanvatte, het ongeluk zich daarmede
zijn rechterpols te branden.
UIT ROTTERDAM
Ten behoeve van het St. Antonius-
gesticht aan den Nieuwen Binnenweg gesticht
voor lijders aan chronische ziekten en ouden van
dagen, zijn van den heer J. Grewen, twee giften,
elk van f25.000.ingekomen, een bij de moeder
overste en een bij het bestuur. Deze gift van
f50.000.is bestemd om op het open terrein
aan den Nieuwen Binnenweg vóór het gesticht,
een tweeden vleugel bij te bouwen.
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Woensdag 17 Oct. 1906,
des namiddags 2 uur.
(Slot).
De heer De Groot stelt voor, in de tweede
alinea van oud art. 9 luidende: Bedraagt de
zuivere wjm-l meer dan de raming dan wordt
dat meerdere tof. de aangegeven grenswaarde
mede aan de gemeente uitgekeerd en door haar
eveneens onder de gewone ontvangsten opge
nomen, te veranderen grenswaarden in
maxima.
Dit wordt zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
Daarna stelt de heer De Groot nog wijzi
gingen voor in de derde alinea luidende aldus
Van hetgeen de zuivere winst meet mocht be
dragen dan de gestelde grenswaarden wordt 75 o/0
op eend buitengewone reseiwe-rekening geboekt,
8 o/o aan den Directeur uitgekeerd en 17 o/o
ten bate van het overig personeel op hij. veror
dening nader te bepalen wijze aangewend.
Behalve de verandering van het woord grens
waarden in maxima reeds in de vorige wijziging
begrepen, nog te schrappen het woord: eene.
De lieer Gouka verzet zich daartegen.
De heer Wittkampf vindt geen artikel
waarin van een buitengewone reserve sprake is.
De Voorzitter stelt in het licht, dat het
hier slechts redactieverbeteringen geldt.
De beer mr. Jansen kan wel met de rede
neering van den heer De Groot instemmen.
Na korte gedachtenwisseling tusscben de hee-
ren Pi is, Wittkampf en De Groot, stelt
de Voorzitter, instemmend met de opmer
king van den heer De Groot, aan de orde
de beslissing over het volgende: Van hetgeen
de zuivere winst meer mocht bedragen dan
do gestelde maxima wordt 75 o/o op buitenge
wone reserve geboekt.
Do heer mr. Jansen brengt de beslissing
over dit deel der betrokken alinea in direct ver
band met hetgeen er verder volgt: „8 o/o aan
den Directeur uitgekeerd en 17 o/0 aan het ove
rige personeel op bij, verordening nader te be
palen wijze aangewend". Blijkt toch dat de meer
derheid niet tot de tantièmes aan Directeur en
personeel besluit dan zouden de volle 100 o/o
op reserve kunnen geboekt worden. De beslis
sing over do tantièmes wenscht spr. nog ui.
te stellen en inmiddels over de volle reserve
te beschikken.
De heer Gouka erkent met mr. Jansen dat
hot moeilijk is hier eene beslissing te nemen
zonder de zaak der tantièmes in debat te bren
gen. Hij zou daarom de zaken in omgekeerde
volgorde willen behandelen en eerst eene nrin-
cipieole beslissing over de tantièmes willen uit
lokken.
De heer R i s kan niet inzien, waarom eene
beslissing over de tantièmes moet verschoven
worden.
De heer De Groot wil dan ook d© beslissing
over do tantièmes in verband brengen met de
beschikking over de overwinst.
De wethouder, voorzitter der Gascommissie,
de heer Honnerlage Grete zegt, dat de
xwestie der tantièmes in de Raadszitting van
7 April 1903 behandeld is. Aanvankelijk wilde
men die verbinden aan de hoeveelheid gemaakt
gas, maar op voorstel van den heer Van der
Scbaik besloot men de tantièmes voor den Direc
teur te baseeren op de exploitatierekening. Toen
werd door den heer De Groot de tantièmes
voor de werklieden ter sprake gebracht en werd
op voorstel van den heer Ris besloten de Gas
commissie uit te noodigen ook voor het personeel
der gasfabriek de zaak der tantièmes te over
wegen. De zaak is dus goed voorbereid en spr.
gevoelt dan ook niets voor het uitstel door
mr. Jansen bedoeld, dat later moeilijkheden zou
opleveren.
De wethouder, de heer Lagerweij, kan niet
toegeven, dat. de zaak zoo principieel beslist
is als de heer Honnerlage Grete dat voorstelde.
Eene principieel© beslissing in zake do tantiè
mes is nog niet genomen.
De hoer Gouka acht het gewenscht eerst
het laatste gedeelte van het amendement m
zake de tantièmes te behandelen.
De Voorzitter acht het beter eerst het
eerste deed van het amendement af te handelen
en meent dat het voorstel—mr. Jansen dan de
verste strekking heeft wijl het uitstel der be
slissing over de tantièmes beoogt. Ook na de
nadere opmerkingen van den heer Gouka blijft
hij van meening dat eerst moet uitgemaakt wor
den of de zaak der tantièmes zaJ behandeld dan
wel uitgesteld worden.
De heer De Groot meent, dat eerst moet
in stemming gebracht worden „8 o/0 aan den
Directeur uitgekeerd," wie daar voor is stemt
voor dadelijke behandeling, do tegenstemmers
zijn voor uitstel.
De Voorzitter meent ook, dat de Raads
leden aldus gelegenheid hebben hun gevoelen
uit te spreken.
De heer Mr. Jansen zegt, dat eerst een
pnecipieele beslissing over de tantièmes moet
genomen worden.
De heer Ris acht het evenzeer noodig voor
de Raad over den Directeur beslist, uit te ma
ken of tantièmes in het algemeen al dan niet
zullen gegeven, worden.
De Voorzitter acht dit bij deze wijze van
stemmen te bereiken.
De beer L a g e r w o ij zegt, dat hij in de be
doelde zitting van 1903 zijn stem heeft uitge
bracht vooropzettend dat de kwestie niet prin
cipieel beslist werd.
Het. voorstel tot dadelijke behandeling der tan
tièmes, in stemming gebracht, wordt aangeno
men met 11 tegen 7 stemmen.
Tegen stemmen de heeren mr. voin Rriel Sas
se, Beukers, Van der Velden, Lagerweij', Van
der Poel, Van der Drift en mr. Jansen.
De oorzitter wil nu in rondvraag bren
gen de ©eiste zinsnede: „van hetgeen de zuivere
winst meer bedraagt enz.
De heer De Groot vreest, dat, we dan een
onzuivere stemming zullen krijgen -en wil eerst
beslist, hebben over de 8 o/0 van den Directeur.
De heer Ris zegt, dat hij stemmende voor
de 8 O/o van den Directeur en niet de 17 o/0
der werklieden aangenomen ziende, later spijt
zou hebben.
De heer De Groot meent, dat de beste weg
is, eerst te stemmen over de 8 <y0 van den
Directeur, dan over de 17 <y0 der werklieden
en daarna over het geheel.
De heer m r. Jansen wil zijn stem moti-
veeren. In hetgeen de heer Honnerlage Grete
uit het Raadsverslag van 1903 mededeelde wa
ren wel de woorden juist, maar de beteekenis
der woorden was niet juist weergegeven. Be
spreken en afgestemd werd om uit de productie
de tantièmes te verieenen, er is feitelijk gezegd:
op de basis der productie in geen geval, op
andere wijze, dat zullen wij beoordeelen; er
dus niets goprejudieieerd, de beginselkwestie is
niet uitgemaakt. In deze vergadering zal dus
eerst een beslissing over het al of niet toeken
nen van tantièmes worden genomen. Betoogen 1
dat het hier geen gewone fabriek maar een
gemeentelijk monopoli© is en de Directeur uit
plichtsgevoel zijn ambt zoo goed mogelijk moet
uitoefenen, zegt spr. dat hij den Directeur niet in
verzoeking wil brengen en hem door de verlok
king van hoogere winst tusscben beurs en ge
weten plaatsen. Is zijn salaris niet in even
redigheid tot de diensten die hij presteert dan
moet het verhoogd worden, maar tot het geven
van tantièmes kan spr. niet meewerken.
De heer De Groot zegt, dat het geval van
tusscben beurs en geweten te worden geplaatst
in het algemeen geldt voor de ambtenaren in
de gemeente-bedrijven, in tal van gevallen bijv,
bij; sleenkclenaankoop wordt hij voor dat dilem
ma gesteld, maar wij moeten daaromtrent op
het plichtsgevoel der ambtenaren vertrouwen
en zou dat vertrouwen misplaatst zijn dan waakt
toch nog de Gascommissie en B. en W. Maar
spr. vindt daarin nog geen aanleiding af te
wijken van het rechtsvaardigheidsbeginsel cn
het groot sociaal belang dat in samenwerking
gelegen is. Naar samenwerking tusschen werk
gever en werknemer tusschen kapitaal en arbeid
moet gestieefd worden, de strijd moet in samen
werking voor de gemeenschappelijke belangen
verkeeren, als de gemeente daarin voortgaat
zal dat voorbeeld zeker toejuiching en navolging
vinden.
De lieer Van der Drift zegt, dat hij niet
kan beoordeelen of in 1903 het beginsel is uit
gemaakt, daar hij toen nog geen deel van den
Raad uitmaakte Maar hij meent, dat de Raad
met het geven van tantièmes den verkeerden
weg opgaat; de zuivere winst die met de gas
fabriek gemaakt wordt, behoort geheel ten goede
te komen aan het algemeen belang en niet
gedeeltelijk voor een zeker getal personen be
stemd te worden.
De heer Honnerlage Grete meent, dat
wel. degelijk in zake de tantièmes eene prin
cipiee-le beslissing is genomen en dat ook de
zaak geen nieuwigheid is te noemen. Te Apel
doorn, Gouda, Hariingen, Winschoten, Zaandam
en Alkmaar worden tantièmes gegeven hij som
migen uit de exploitatie-rekening hij andere uit
ue productie-hoeveelheid, in het geven van tan
tiêmes z-et hij slechts een verhooging van loon.
De Gascommissie door voor te stellen tantièmes
toe ie kennen bundelt zeker in den geest van
den Raad, die ze uit de exploitatie-rekening
wensente bestreden te hebben en in 't bijzomd-u*
den Directeur als een voortreffelijk ambtenaar
geprezen heeft.
De heer Van der Drift verzekert, dat het
geven van tantièmes met zijn beginsel in strijd
)s. Mocht het noodig zijn, den Directeur of de
werklieden verhooging van salaris te geven, da r
kun rnen al lijd op zijn steun rekenen.
De heer mr. Von Briel Sasse zegt, lat
ook Lij niét kan medegaan met dezen vorm
van sala risverhoogingverdient de Directeur eene
hoogere belooning dan wacht hij een voorstri
tot saJaris-verhooging.
De heer m r. J ansen verklaart, dat ook
hij hem het rechtvaardigheidsbeginsel voorgaat,
de arbeider zijn loon waard is. Verdient buiten
gewone inspanning meer belooning dan wil hij
die geven, maar niet op deze wijze. Hij acht
die ongepast <yi acht het ook onrechtvaardig
door een verlaging van don gasprijs de nadee-
lige gevolgen van de tantièmes-toekenning te
koeren.
Du heer Gouka zegt, dat weer dezelfde ar
gumenten tegen de tantièmes-toekenning worden
aangevoerd die drie jaren geleden te berde zijn
gebracht. Bij meent dat men in deze kwestie
een zuiver standpunt moet innemen en de zaken
met moet verwarren.
De heer ro r. Jansen meent, dat men moet
komen tot de technische kwestie nl. of 25 o/o
van het reserve-bedrag zullen afgezonderd wor
den dan wel 100 o/o zal gereserveerd worden
De heer Van der Poel wil medewerken
tot oplossing van de sociale kwestie door Direc
teur i3in werklieden een gedeelte van de winst toe
te kennen, wijl de tijd niet ver meer verwijderd
is, dat die samenwerking tusschen patroon en
werkman meer algemeen zal worden.
De heer I.agerweij merkt in zake de ver
heuging van het salaris van den Directeur od,
dat hem het salaris van f3500 't welk hij nu
geniet niet aanvankelijk toegekend is, maar zijn
salaris wel degelijk verhoogd is en hem boven
dien f 400 voor vrije woning is toegekend-n
nu vindt hij het wel gevoeglijk tantièmes toe
te kennen op een aanvang-salaris, maar niet
als het salaris al reeds verhoogd is en het
maximum heeft bereikt.
De heer Gouka moet er tegen opkomen*
aat het salaris van den Directeur herhaaldel-jk
is verhoogd; de Directeur is benoemd op een
salaris van f3000 a f3500 en heeft nu het
maximum verkregen; de vergoeding voor
ninghuur die hij geniet, is niet als salaris-ver-
liueging te beschouwen.
De heer Honnerlage Grete acht dit zeef
juist gezien; toen drie jaar geleden de tantièmes
zijn afgestemd, is er gezegd, geef hem dan ten
minste dat waarop hij recht heeft.
De heer Lagerweij wenscht niet achter
te staan in appreciatie van de verdiensten van
den Directeur, maar men kan niet ontkennen,
dat zijn salaris van f3000 tot f3500 is verhoogd
en het maximum bereikt heeft.
De Voorzitter acht nu de zaak voldoende
toegelicht en brengt de vraag der tantièmes
van den Directeur in stemming.
Het voorstel wordt aangenomen met 13 tegen
6 stemmen Tegen stemmen de heeren Lager
weij. V an der Drift, mr. Jansen, mr. von Br.cl
Sasse, Beukers en Van der Velden.
De beslissing over de 17 o/0 ten bate van het
overige personeel op hij verordening nader b-
hepaJen wijze aangewend, is nu aan de orde.
De heer De Groot zegt dat de Fin. Comm.
zich vereenigd heeft met de wijziging van B. en
W., omdat ook zij misbruiken vreest als dadelijk
rechtstreeks een vrij groot bedrag in handen
der werklieden gesteld wordt, maar hij hoopt
dat zij opgevoed zullen worden tot die verant
woordelijkheid, dat zij genoeg zelfkennis en
zelineLeersching zuilen toonen om die voor
waarden te kunnen wijzigen.
De heer Van der Drift is er niet teg-m
den werklieden evenals den Directeur eenige
verhooging toe te kennen, mits dit niet geschiede
op eene wijze die strijdt tegen zijne over
tuiging.
De Voorzitter meent, dat men niet ver-
dors tollen mag, dat de werklieden hun
plichtsbetrachting van deze kwestie zullen laten
afhangen en dus wanneer zij niet mededeelen
in de winst minder zullen prestoeren.
Het voorstel omtrent de 17 <y0 voor de werk
lieden daarna in stemming gebracht, wordt aan
genomen met 13 tegen stemmen.
Tegen stemmen de heeren Van der Drift, mr.
Jansen, mr. von Briel Sasse, Beukers, Van der
Velden én Lagerweij.
De Voorzitter brengt daarna in behan
deling de geheele alinea „van hetgeen de zuivere
winst meer mocht bedragen dan de gesteld0
maxima f 35000 voor de Gasfabriek en f 20000
voor de waterleiding wordt 75 o/o op buiten
gewone reserve geboekt. 8 o/o aan den Directeur
uitgekeerd en 17 <y0 ten bate van het overige
personeel op bij de verordening nader te be
palen wijze aangewend.
De heer De Groot zegt, dat hij zich tegen
het denkbeeld der buitengewone reserve moet
verklaren.
De heer Gouka motiveert zijn stem voor
die reserve.
De heer Wittkampf meent, dat die reserve
voor buitengewone gevallen bestemd moet blij
ven.
De heer De Groot acht het vormen van
buitengewone reserve onnoodig; hij meent, da:
niet een deel van de winst moet achtergehouden
worden
Na verdere discussie tusschen de heeren
W111kamp f en De Groot zegt de heer 11 ls,
dat ook lnj meent de reserve voor buitengewone
gevallen moet worden bestemd.
De heer De Groot herhaalt, dat de Fin.
Comm. de buitengewone reserve niet noodig
aciithet saldo der rekening is het stootkussen
bij groote onregelmatigheden.
De heer Van der Schalk meent, dat zij
dienst kan doen om de winst te verbeteren,
wijzend op de groote schommelingen die z.-b
zulten voordoen als de winst der gasfabriek
tegenvalt.
De heer Wittkampf brengt naar aanleiding
van deze opmerking weer het fixum in her
innering.
De hoer mr. Jansen zou de buitengewone
reserve willen dienstbaar maken tot aanvulling
van het afschrijvingsfonds.
De heer D o Groot wil het afschrijving^'
fonds van de reserve gescheiden houden en
het eerste alleen helpen door grootere afschrij
vingen.
De heer mr. Jansen volhardt bij zijn denk
beeld uit het reserve bedrag goed te maken
wat aan het afschrijvingsfonds ontbreekt.
De heer Wittkampf bespreekt nader het
denkbeeld van bijpassen uit de buitengewone
reserve.
Het betrokken voorstel, in stemming gebracht,
wordt aangenomen met 12 tegen 2 stemmen.
Tegen stemmen de heeren mr. Jansen en Dn
Groot.
Het laatste gedeelte van het amendement der
Gascommissie, maxima van f35000 en f20000
komt in behandeling.
Do beer De Groot verklaart zich tegen het
denkbeeld kapitaal voor het nageslacht te vor
men ten nadeele van de levende generatie; elk
guslar,ht drage zijn eigen lasten.
De heer Van der Schalk meent, dat wel
degelijk net tegenwoordige geslacht daarmede
gebaat zal zijn, wijzende op straten en bruggen
waarvoor wij anders zouden moeten leenen.
De heer De Groot zegt dat dergelijke werken
uit de gewone inkomsten moeten bestreden woe
den
De heer Van der Schalk verklaart dat hÜ
nieuwe straten en bruggen bedoelt.
De heer Mr. Jansen bepleit nog steeds eon
aanvulling van het afschrijvingsfonds.
De heer Gouka gaat daar niet met med0-
De Voorzitter meent, dat een amendement
hier de bedoeling moet verklaren.
Be heer Mr. .lansen wil het afschrijving!*'
fonds aanvullen tot het de behoorlijke hoogte
heeft bereikt en daarna het bedrag bestemmen
voor de gewone uitgaven. Hij belichaamt zijn
denkbeeld in een amendement dat geen onder
steuning vindt.
Met voorstel der Gascommissie wordt daarna
aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. Tegen
stemmen de heeren De Groot, Van Westendorp
en Gouka.
In behandeling komt nu.