Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
29ste Jaargang.
Vrijdag 19 October 1906.
No. 8637.
feuilleton.
Officieele Berichten.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Kentering.
Het geheim van den dokter.
Buitenlandsch Nieuws.
Verspreide berichten.
8 ia leu- ti euer aal.
Li I
J. H. VAN WESTENDORP.
ABONNEMENTSPRIJS;
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1 6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer,
hike regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren "worden uiterst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
r> Belet op art. 10, punt 4 van het Koninklijk
®lUlt van 4 Mei 1896 Staatsblad no. 76)
Doen te weten, dat de verkiezing voor vier leden
an de Kamer van koophandel en fabrieken aldaar,
aft ^rvulling der vacaturen wegens periodieke
Af !ng °P den ^s'en Januari a. s. van de heeren
en"' d 11Jansen< D- F- W. Prins, F. J. Smit
u, JJ- A- J- Wittkampf, zal plaats hebben op
°ensdag, den 21sten November aanstaande ten
aadhuize aldaar, en
dat de inlevering der stembiijetten zal aanvangen
tof ®am'ddags ten half twee ure en voortduren
laai namiddags ten half vier ure, na welk
atstgemeld tjjdstip onmiddellijk tot de opening
r biljetten zal worden overgegaan.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
enoort, den 19den October 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
De Secretaris
V. SICKENGA.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
Voobrr-g-ter kennis van de ingezetenen, dat tot
rzitter der Commissie voor de Gemeentewerken
aangewezen de Wethouder de heer
Schiedam, den 19den October 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
iM. A. BRANTS.
u- De Secretaris,
V. SICKENGA.
Be levensdagen van het kabinet—De Meester
lnJUen geleld.
birV'1C' reeds veBcden jaar de positie van het
^'Biiret in hooge mate wankelbaar ge-
g,s*er 'n de Kamer gebeurde zal er
aa.61 Wel t0e biJdragen de geringe stabiliteit nog
^merkelijk meer te doen verminderen.
jes U het Kamerverslag blijkt, dat de eigen vriend-
<leu minister van Koloniën in den steek hebben
^'tn^ om BeJ wetsontwerp tot terugbrenging
bez. PWttruliere landerijen op Java onder Staats
ka* "en om de regeering een crediet te verleen en,
-*de hiermede een begin te maken door den
°P van het landgoed Nanggoeng1. r
yj. e bezwaren tegen de bestaande toestanden
(]0 particulieren landerijen op Java werden
minister van Koloniën in zijn „Memorie
lo toelichting" als volgt ontvouwd:
ïecht door straJbepalingen gesanctioneerd
v<hs if-'111 licn 'a"d*Vlüer om van zijne opgezetenen
rich|' en<3e betastingen te heffen en het ve--
Co.xjterL Van beerendiensten te vorderen, waarop
- r«et wel mogelijk is, leidt in vele gevallen
Uit het Engelsch.)
22)
>"l)a+S U Wenscbte zich van haar te ontdoen?"
hf;|L is het rechte woord niet. Ik was ver-
ar aan een rijken Engelschman te
uithuwen."
1Üdftö°£!der te bedenken wat die echtgenoot zou
verontwaardigd, maar Ceneri lette daar
I)
Ve bomt, dat ik den toestand van Pau-
'Strekt niet hopeloos acht. Al is haar
J^zig f "et ware tot op zekere hoogte af-
riigkftp gt3lo°t dat deze langzamerhand tot
Wol.Seln l? brenSen is- Misschien keert hij wel
Bij d lg toruS""
„Is *6.. v'oorden klopte mij het hart.
8^eesi Jn on8elukkig© vrouw dan niet altijd
»Nee 200 als nu?"
rij een f>ks'rekt met. Voor menige jaren heeft
elirig v j- schok doorstaanEen plot-
beroofde haar van haar herin-
ber^jj ermT°gcn. Na ©enige weken van ziekte,
maar. het geheugen was geheel
- Waar vrienden, waren vreemden voor
tot afpersing en andere misbruiken, terwijl in
het algemeen de tegenstrijdigheid tusschen het
belang van den landheer belastingheffer
en dat van dc cpgezetenen op den economischen
toestand dezer laatsten van zeer nadeeligen in
vloed is; 2o de omstandigheid, dat de landheer
de iulandsche hoofden beneden den rang var
districtshoofd benoemt en bezoldigt, vervreemdt
de overheidspersonen, die het dichtst hij den klei
nen man slaan, van hunne natuurlijke roeping
om de belangen van de opgezetenen te bescher
men en te verdedigen; 3o. de veiligheid van
persoor. en goed laat veel te wenschen over;
4o. de op particuliere landerijen menigmaal voor
komende overdracht van de rechten der inlandsche
cpgezetenen aan niet-inlanders strijdig met
een gewichtig beginsel der agrarische wetgeving
in de Gouvernementslanden brengt de inland
sche opgezetenen in hoogst ongunstige economi
sche vsrhoixlingen.
Teneinde in het een en ander verbetering te
brengen, wcnschte de minister terugkoop van par
ticuliere landerijen en allereerst de landerijen be
westen de Tjimanoek, thans eigendom der Wees
kamer te Batavia.
Verschillende leden hadden ernstig bezwaar te
gen den aankoop van het landgoed Nanggoeng,
dat den prijs, dien de regeering geven wil, niet
waard is.
Dc heer van Deventer had een motie voorge
steld, waarin hij vroeg e e n vast plan met
de landerijen op Java te volgen. Werd de motie
aangenomen, dan moest de minister zijin ontwerp
intrekken erf zoo spoedig mogelijk met een ander
komen.
De motie werd, nadat hij! ernstig door den
minister was ontraden, verworpen met 6424
stemmen. I
Met vertrouwen op een gunstigen uitslag, zet A
de minister zich vervolgens aan de bestrijding
van vier amendementen. De minister had geluk,
"want ze werden alle verworpen.
Nu kwam echter de belangrijkste stemming en
wel over Je wet zelf. Minister Fock ging blij
moedig de stemmen opteekenen, en moest als
resultaat noteeren, dat zijn wet, die hij met zoo
veel vuur verdedigde, met 51 tegen 34 stemmen
was verworpen. - j
De minister droop stilletjes af en hoewel er
nog een paai' koloniale onderwerpen gister te
behandelen waren, heeft men den minister na
de Pauze niet meer terug gezien. 1
Aan Dc Tijd wordt in verband hiermede ge
seind, dat de minister ier sterk over denkt zijn
ontslag te nemen.
Verwonderen zal het dan ook Wel niemand als
vandaag of morgen de tijding komt dat minis
ter Fock zijn portefeuille ter beschikking heeft
gesteld. i
Met onze andere ministers dreigt het al even
slecht te gaan. Minister Staal krijgt over zijn
beleid zóóveel harde opmerkingen te hooren, dat
hij aldus werd dezer dagen in politieke krin
gen vei te] d bijna zeker bij de behandeling der
oorlogsb'egrooting échec zal lijden. Ook al om
dat deze minister geen vast plan aangeeft, vol
gens hetwelk hij in den vervolge denkt te werken I
En thans komt zoo waarlijk het bericht,
dat de ia de jongste Troonrede aangekondigde
wetsontwerpen tot verlaging van den accijns op
de suiker en verhooging van dien op het gedistil
leerd, die bij den Raad van State aanhangig waren
gemaast, eene minder gunstige ontvangst geno
ten, zóó zelfs, dat de Raad van State den minister
Van Financier ernstig moet hebben ontraden deze
Wetsontwerpen, althans in dien vorm, bij' de Sta-
ten-Generaal in te dienen.
Voegt men hier nog bij, dat onder de vrienden
\au het kabinet de financieele wetten over het
algemeen vrij ongunstig zijn ontvangen, hetgeen
o.a. valt af te lijden uit het door prof. Treub te
Dordrecht gesprokene, dan ziet het er voor het
kabiiK tDe Meester al zeer ongunstig uit.
Wanneer bovendien de Kamerverkiezing te Lei-
den in net voordeel van rechts mocht uitvallen,
hetgeen wanneer van rechts alle zeilen worden
bjjlgezet, niet onmogelijk is, dan kan men met vrij
groote zekerheid reeds nu zeggen: Het kabinet-
De Meester heeft zijn langsten tijd geleefd.
FRANKRIJK.
Volgens de Figaro heeft Sarrien besloten om
nu af te treden, omdat hij dan geen onontwar-
baren politicken toestand achterlaat en zijn af-
uédèii geen uigeheele ministerieêlè crisis mee
behoeft te brengen.
Verschillende andere ochtendbladen houden ech
ter vol dat het besluit van Sarrien een gevolg
is van een dringenden raad van de dokters. Hij
heeft al geruimen tijd aan darmontsteking ge
leden.
De ministerraad zal zich heden bezig houden
mot do viaag, of het kabinet den terugkeer van
de kamers op 25 dezer zal afwachten dan wel
reeds voor dien tijd in overleg met den President
een opvolger van Sarrien zal kiezen. In de eerste
plaats wordt Clemenceau als zijn opvolger ge
noemd.
Volgens de Petit Parisien, is de Bejersche
kapitein Krempp die, zichzelf voor een officier
van den Franschen staf uitgevende, een aantal
Fransche vestingen heeft bezocht om daar te
spioneeren, te Rijssel gevat. j
te Seneca bij den rassenstrijd die daar kortge
leden gewoed heeft.
Mond- en klauwzeer. Te Berlijn is ia
het centrale slachthuis onder de varkens van een
veehandelaar mond- en klauwzeer uitgeoroken.
Ook naar andere plaatsen schijnt deze gevreesde
ziekte te zjjn overgebracht, in het bizonder naar
Leipzig en Halle.
Volgens het tot dusverre gehouden onderzoek is
het, behalve de mogelijkheid, dat die ziekte uit
Rusland of Oostenrijk ingevoerd is, zeer waar
schijnlijk, dat de besmetting uit het wetenschap
pelijke laboratorium van den bekenden professor
Lölfler in Greif'swald voorkomt, Lölfler neemt met
rijkssubsidie in zyn inrichting sedert jaren proeven
om dieren onvatbaar te maken voor mond- en
klauwzeer enz. Ondanks de grootste vuorzicnug-
heid zijn de bijzonder gemakkelija over te uiengen
smetstoiï'en door het verkeer van het personeei
uit zijn inrichting, in een hueve uig Uieilswaiu
gekomen. Vandaar werd de ziekte vei der vei
spreid en men vreest voor het ontstaan van meer
dere nog onbekende besmettuigsnaarden.
De Russische regeering heeft bevolen om alle
dieren, die zich in de inrichting van Lölfler be
vinden, af te maken, alsmede om verdere proeven
tot onvatbaarmaking te staken. De uitvoer van
het Berljjnsche slacnthuis is verboiiei
CUBA.
Te New York is bericht ontvangen dat boven
Havana oen geweldige wervelstorm heeft gewoed.
Alle gemeenschap is verstoord.
haar /<e worden, haar geest was als die van
een kind. De geest van eeji kind is echter voor
ontwikkeling vatbaar, de hare dus ook."
„Wat was Je oorzaak van die ziekte? Wat
was die schok?"
„Dat is een vraag, die ik niet beantwoorden
kan."
„Deeï mij ten minste iets van haar familie
van haar ouders mede."
„Ik ben de eenige bloedverwant, die haar
overblijft."
Ik hield bij hem aan, maar zonder afdoend
antwoord te krijgen. Ik kon dus even wijs naar
Engeland torugkeeren. Een punt echter wa;s er
waaromtrent ik opheldering verlangde.
„Wat heeft uw vriend, die Italiaan, die zoo
goed Engelsch spreekt, met Pauline uit te staan
vraagde ik.
Ceneri haalde glimlachend de schouders op.
„Macari Het doet mij genoegen, mijnheer
vaughan, u ten minste op een vraag zonder
voorbehoud te kunnen antwoorden. Een jaar
of twee voordat Pauline ziek werd, verbeeldde
Macan zich, dat hij verliefd op haar was. Thans
neemt hij1 het mij kwalijk, dat ik in een huwelijk-
van haar met een ander bewilligd heb. Hij be
weert, 'dat hij slechts de genezing van Paulin
afwachtte om te beproeven haar hand te krip
gen. j
„Was hij dan niet even goed als ik voor uw
dw3l? 1 I i I i I -I
Ceneri mijt lang en aandachtig juin
AMERIKA.
De Daily Telegraph verneemt uit New York
dat negers de stad Seneca in Zuid-Caroiina, die
ongeveer 1500 inwoners telt, in de asch gelegd
hebben. Het is vermoedelijk een wraakoefening
geweest voor de verwoesting van de negerschool
„Heeft u werkelijk spijt, mijnheer Vaughan
van uw stap?"
„Neen.Indien er maar één kans overblijft,
al die nog zoo gering, op genezing. Maar dit
neemt niet weg, dat u mij bedrogen heeft op
onwaardige wijze."
Ik stond op om heen te gaan. Toen zeide
Ceneri, meer bewogen dan dat hij tot nu toe
had laten blijken:
„Oordeel niet te streng. Ik heb u leed be
rokkend, maar er zijn dingen die u niet weet.
Het verlangen, Pauline in een goede maatschap
pelijke positie te zien, dreef mij met onweer
staanbare kracht. Ik ben haar schuldenaar voor
een zeer groot bedrag. Zij bezat eertijds een
veimogen van ongeveer vijftig duizend pond
sterling. Dit geheele vermogen heb ik opge
maakt."- j
„En u durft dit te bekennen?" 1 i
Hij maakte een veelzeggend gebaar. i
„Ja, zeide hij met zekere waardigheid. „Ik
heb dit vermogen verkwist voor de zaak van
1 talie s vrijheid. Ik was met het beheer belast.
Ik zou mijn eigen vader bestolen hebben, mijn
eigen zoon; waarom zou ik geaarzeld hebben j
over uit geld te beschikken voor zulk een doel?
Elke penning is voor die nobele zaak uitge-
geven en met vrucht aangewend. Ik heb mijn
land het offer gebracht van mijn eer, zooals
ik „et mijn leven zou geofferd hebben."
„Het baat niet over gedane zaken te twisten,
TWEEDE kamer.
Zitting van Donderdag 18 Oct.
Aan de orde is de voortzetting van de beraad
slaging over het wetsontwerp tot
Terugkoop van particuliere
landerjjen op Java
en in verband daarmede ingediende' motie van
den heer van Deventer, luidende
»De Kamer, van oordeel, dat het wenscheink is
een begin te maken met de terugbrenging van de
particuliere landerjjeu op Java in handen van hen
Staat en daarbij een vast plan te volgen, gaat
over tot de orde van den dag."
De minister verklaarde zich met de motie
niet te kunnen vereenigen. Niet door een motie,
maar door een daad (een wetsontwerp) moet de
Kamer zich uitspreken.
De heer IJ z e r m a n is ook tegen de motie,
en verzoekt den heer van Deventer deze terug te
trekken.
De heer van Deventer wijst er op, dat de
minister slechts een formeele bedenking heeft ge-
opperd, geen bezwaren tegen het üeginsel der
moue. Welnu, als de minister een uitspraak van
beide Kamers wenscht, laat hy dan dat ueguisei
in de wet neerleggen.
Intusschen is hjj bereid zjjn motie in dien zin
te wjjzigen, dat daarin niet meer wordt gesproken
van een vast plan, maar van een »steiseimange
terugbrenging der landerijen in handen van den
btaat
De motie bedoelt slechts den minister een ze
delijken steun te geven.
De heer i roeistra voelt nu niet veel meer
voor de motie.
De minister zou het beste aoen de zaak »Nacg-
zeido ik droog.
t
„Dat is zoo, maar ik doe u die bekentenis om
u te doen begrijpen, hoezeer ik verlangde Pau
line goed bezorgd te zien. En bovendien ik
wi de zekerheid hebben, dat zij het goed zou
hebben, hierbij dempte hij zijn stem, alsof
hij iets geheimzinnigs mededeelde, „voordat
ik binnenkort een lange reis ga ondernemen
een reis, waarvan ik bet einde niet kan voor-
zten, en waarvan ik niet weet of ik terugkeereu
zal. Zonder die omstandigheid zou ik niet be
sloten hebben u te ontvangen. Naar alle waar-
schijnlijAheia zuden wij eilander nooit weder
zien."
„U wilt zeker te kennen geven, dat u in een
of andere samenzwering gewikkeld is
„Ik wil niets meer zeggen, dan ik gezegd,
heb, en 'niets minder. En nu vaarwel."
In weerwil van mijn verbittering tegen hem
kon ik de hand niet weigeren, die hij mij toa>
reikte.
„Vaarwei," herhaalde hij, „misschien dat ik
u binnen een paar jaar scnrxjf, om u te vraten
of mijn inzichten omtrent de genezing van bau
line juist gebleken zijn; maar doe geen moede
naar mij te ïnfo.imeeren, indien ik bet stilzwijgen
bewaar." Va
[Wordt vervolgd).