Staten-Generaal. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Binnenland. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 12 December. Marine. De commissie van rapporteurs stelt voor, vier artikelen te verminderen met samen f 12,734, ten einde de vraag omtrent de boekhouding op 's Ryks werven niet te beslissen bij de begrooting, en art. 94 te verminderen met f45,000, om geen gelden toe te staan voor de oprichting van een proefstation voor de verlichting, met werkplaats, te Scheveningen. De heeren Marchant, van Foreest en Thomson stellen voor, drie artikelen te verminderen met f67*.500, f224,000 en f100,200, ten einde aldus geen geiden toe te staan voor den bouw van het nieuwe pantserschip. Door den heer Jansen en 12 anderen is voor gesteld, het artikel «kosten van het korps mariniers" te verhoogen met f70,000, ten einde de verbetering in den toestand van officieren, onderofficieren en minderen niet te vertragen tot het voorstel tot reorganisatie van het korps wet zal zyn geworden. Het debat over de begrooting van Binnenlandsche Zaken, en wel over den post betreflende den bouw van een nieuw Rijkskrankzinnigengesticht, wordt voortgezet door den heer van Asch van W ij c k, die bestrijdt de opvatting van den heer de Stuers, dat de Staatscommissie van 1902 zich niet had te bemoeien met den bestaanden toestand te Medemblik, maar 't overigens met de bezwaren van den heer de Stuers tegen den post eens was. Hij wilde Medemblik bestemd doen blijven voor de krankzinnigen, die met den strafrechter in aanraking kwgmen. Ook de heer Tyderaan kan niet inzien waarom het gesticht te Medemblik, eertijds als modelgesticht gebouwd, nu plotseling ter zijde gezet moet worden. Hij raadt den minister aan, den post om te zetten in een memoriepost. De minister verdedigt uitvoerig den post. Wanneer een memorie post het karakter zal dragen dat de Kamer in principe beslissen wil tot hei bouwen van een nieuw gesticht en het aan- koopen van grond en met dien memorie post alléén wil uitspreken dat de bouwplannen aan het nader oordeel van de Kamer moeten worden onderworpen, zal de minister het denkbeeld kunnen overwegen maar hij wenscht de verantwoordelijkheid van uitstel niet te dragen. Intusschen zal hoogstwaar- schynlyk het aangevraagde crediet van één ton met ten volle behoeven te worden besteed. De minister zet breedvoerig uiteen, dat het niet mogelijk is, een expeditie tegen de overbe volking te vinden waardoor de nieuwe bouw achterwege zal kunnen blijven. In de particuliere gestichten toch zal evenmin plaats zyn en deze zuilen buitendien niet gesteld zijn op opname van de bevolking uit het Medembiiksche gesticht. Na replieken van de heeren de Stuers, de Ridder en van Asch van Wijck, stelt de heer T y d e m a n een amendement voor om den post te veranderen in een postkosten van voorbereiding van een voorstel omtrent de oprichting van een nieuw Rykskrankzinnigengestieht, f5000. De minister houdt vol, dat de toestand te Medemblik onhoudbaar is en dat het gesticht niet voor uitbreiding vatbaar is. Bij bestendiging van den besiaanden toestand zou er geen sprake zijn van verpleging der ongelukkige patiënten, doch slechts van opberging. Het gesticht te Medemblik zal hervormd worden tot een verplegingsgesticbt voor een beperkt aantal krankzinnigen. Namens de commissie van rapporteurs adviseert de heer Bloo ker tot aanneming van het amen dement. Het amendement wordt aangenomen met 52 teg n 26 stemmen. Bij den post subsidies tot bestrijding van mis bruik van sterke drank, bestrijden de heeren T a 1- ma en Ter Laan den maatstaf, die geldt by de verdeeling van gelden aan de verschillende vereenigingen. De heer Schokking bestrijdt de gestadige uitbreiding van subsidies van drankbestrjjdende vereenigingen. De minister meent, dat de Kamer nog steeds op het standpunt staat dat zij directen steun aan aan de drankbestrijding wil verleenen. De heer Mees betoogt het nut van Staatstoe zicht op levensverzekering-maatschappijen, vooral teD aanzien der tarieven en reglementen. Spreker heeft vol vertrouwen in het verzekeringsbedrijf in ons land, maar voorkomen is beter dan genezen. Bij de afdeeling Nationale Militie en Schutterijen, verklaart de minister zich bereid, op een vraag van den heer Ter Laan, te bevorderen vermeer dering van het aantal plaatsen waar loting zal worden gehouden. Tevens werd voortgezet de beraadslaging over de conclusie van het verslag der commissie om trent de inlichtingen op het adres van A. de Heer c.s., allen olficier bij de dienstdoende schutterij te Amsterdam, houdende verzoek om vergoeding van inkomsten welke zg zullen derven door de ophef fing van schutterijen en 9 adressen van gelijke strekking De conclusie dier commissie strekt om den minister te verzoeken een wetsontwerp in te dienen, waarbij aan adressanten op billijkheids- gronden een vergoeding wordt gegeven. Tegelijk met dit onderwerp kwam in behande ling een amendement van de heeren de Klerk. Marchant, de Ridder, Duynstee en Eland, om op deze begrooting te brengen een memoriepost: toelagen aan bezoldigde ambtenaren der schutterij. De heer Thomson betoogt tegenover de meening van den rmmstei dat de schutterij ge- nieente instelling is dat uit de geschiedenis integendeel ten duidelijkste blykt dat zij Rijksin stelling is. Ook de heer Marchant verdedigt de conclusie der comnnssie, betoogende dat, indien er onzeker heid bestaat ten aanzien der vraag welk orgaan de vergoedingen moet toekennen, de Regeering verplicht is dat orgaan aan te wijzen. De minister blijft zjjn standpunt volhouden, dat de normale positie van de schutterij steeds geweest is om te dienen tot bewaren van de in wendige rust, en dat zij daartoe op grondgebied en ten behoeve van de gemeente werkzaam was. clusie aangenomen, dan komt er een wetsontwerp, waarbij die vraag ter sprake kome wie betalen moét. De heer van Idsinga vindt het niet noodig een rechtsgrond te zoeken. Het Rijk kan zichzelf verplichtingen opleggen uit redenen van louter billijkheid en dat geval doet zich hierbij voor. De heer Marchant vreest onzuiverheid van stemming, indien de commissie naast haar conclusie het amendement handhaaft en trekt derhalve het amendement in. De minister van Binnenlandsche Zaken acht de strekking der conclusie gewijzigd. Tegen een algemeenen, den gemeenten-dwingenden maatregel, is spr. niet gekant. De conclusie wordt z. h. st. aangenomen. Onderwijs. De heer L i e 11 i n c k ondersteunt het adres der gymnasium-leeraren om houders van een der beide diplomas (A of B) het verkrijgen van 't andere diploma door vrijstelling van de vakken, waarin reeds examen is afgelegd, te vergemak kelijken. De heer T a 1 m a bespreekt de in de wet op het H O. voorgeschreven vernieuwing der theologische faculteit en het ontnemen van den effectus civillis aan de universitaire examens. De minister van Binnenlandsche Zaken verklaart zich in principe bereid 's heeren Lieftinck's wensch in te willigen en heeft nog be zwaar zijn voornemens bekend te maken in-zake de H. O.-wet. Hierna wordt de vergadering geschorst tot heden-avond. Kamer voor het district Oostburg, is Dinsdag plotseling zeer ernstig ongesteld geworden. De onderzeesche torpedoboot. Naar de N. Ct. verneemt, zal de luitenant ter zee 2e kl. jhr. G. L. Schorer, worden aangewezen als opvolger van den luitenant ter zee le kl. P. Koster als commmanaant van de onderzeeboot Luctor et Emergo. Heden zal de boot door de commissie van ovei- neming namens de regeering worden aanvaard. Het Rijk heelt dus geen enkele verplichting, en de minister kan de conclusie der commissie niet aanvaarden. De heer Troels tra constateert, dat indertijd een streep gehaald is door de Schutterij wet, maar dat men niet heeft gezorgd voor de nu broode looze beambten der schuttery. Onderscheiden ge meenten hebben deze niet verzorgd. De c mmissie spreekt slechts uit: de Staat mar zich op d-ze waoiej niet van de zaak afmaken. Wordt de coa- Zitting van Woensdag 12 December. des avonds 8 uur. Bij de behandeling van Hoofdstuk VII A. (Natio nale Schuld) zette de minister van Financiën uit een, waarom in 1905 niets wegens rente van vlot tende schuld aan het moederland door Indië is gerestitueerd. Nadat Indië 40 millioen had geno ten, bleek het nog noodig 10 mill oen te creëeren aan vlottende schuld in schatkistpromessen. De Kamer zal daarover van den minister van Kolo niën nog een nota van wijziging ontvangen. Het hoofdstuk werd goedgekeurd. Bij de behandeling van de behandeling van de begrooting voor Financiën betoogde de heer Pier- son de wenschelijkheid om de geheele procedure bij de kinderwetten vrij van zegel te doen zijn en de noodzakelijkheid van een dringende herzie ning der comptabiliteitswet, en in verband hier mede van een beter stelsel van controle over de staatsuitgaven. Een wettelijke regeling op dit punt achtte spr. dringend noodig. Het preventieve stelsel moet ver laten en door een repressief stelsel vervangen worden. Zonder dat is geen afdoende verbetering aan te brengen. In de ingediende ontwerpen in 1000 heeft de minister een basis om deze moei lijke materie te regelen. De heer Troelstra besprak de Drielsche visch- kwestie en de daarover gevoerde procedures om te concludeeren, dat de staat onbillyk en onrecht vaardig was geweest, jegens de inwoners van Driel, die daarover verbitterd zijn. Nadat de heer Dolk had gewezen op het ont breken van periodieke verhoogingen in de nieuwe traktementsregeling voor de ambtenaren van de departementen van algemeen bestuur, verdedigde de heer T r e u b het denkbeeld om de verschul digde directe belastingen te doen ophalen, zoo ook om gelegenheid te geven tot betaling door middel van postwissels en kas aan wij zingen, en voorts bepleitte hy de urgentie van een herziening van de regeling van het Grootboek, wyzende op de rechtsonzekerheid die bestaat omtrent de beteekenis van een inschrijving op het Grootboek en het verband op zoodanige inschry ving. De heeren Lucasse en Ter Laan be spraken de wenschelykheid eener regeling van den inkoop voor pensioen van in zoogenaamden tyde- lyken staatsdienst bewezen diensten. De heer Schaper critiseerde de misstanden bij 't Kroondomein, drong aan op het in het leven roepen van een beteren toestand. De menschen op het Kroondomein hebben aanspraak, dat hun «recht" wordt aangedaan. Vervolgens besprak de heer Smeenge een voorbeeld aanhalende hem zelf overkomen het misbruik, dat sommige collecteurs van de staats loterij, onder voorgeven geen loten meer te bezit ten, geen loten verkoopen vóór den afloop der 4de klasse. Hij drong op een onderzoek aan. Nadat de heer Ruys de Beerenbrouck de toestanden in het rentambt Hulst van het Kroondomein als vrij gunstig had geschetst, doch nog op wegneming van enkele misstanden had gewezen beantwoordde de Minister van Fi nanciën de verschillende sprekers, die mede deelde. dat aanvankelijk met gunstig resultaat een proef is genomen met voorwaardelijke benadering van vee. Vrijstelling van regel voor corporatiëo bij de kinderwetten betrokken, zal de minister overwegen met den minister van Justitie. Veel andere wetgevende arbeid op 's ministers program moet aan een herziening der comptabiliteitswet voorafgaan. Omtrent de Drielsche vischkwestie wacht de regeering op een rechtelijke uitspraak in hoogste instantie. De kwestie der periodieke ver hoogingen voor departementale ambtenaren zal de minister nog eens in den ministerraad ter sprake brengen. In zake de pensioenen zal de minister spoedig een regeling indienen, ter wegneming van de groote hardheid, gelegen in de artikelen 24 en 25 der pensioenwet. De wyze van o p h a l i n g der be lastingen zal te overwegen zijn bij herziening der wet van 1845. De minister zal overwegen de feitelijke periodische kwestie van het grootboek aan een bekwaam jurist op te dragen. Het resul taat van die overweging zal wel gunstig zijn. De minister ontkende tegenover den heer Scha per, dat de pachters en arbeiders in het rent ambt Hulst als slaven worden behandeld. Wy- ziging van de bepalingen op dat stuk jacht is bij den administrateur van het Kroondomein in over weging. Een aangevangen onderzoek naar misbrui ken bij de Staatsloterij wordt voortgezet. Na re- en dupliek werden de algemeene beschou wingen gesloten en by de vierde afdeeling, munt wezen, werd de behandeling verdaagd. Heden voortzetting van de begrooting van Bin nenlandsche Zaken. Stilten-Verkiezing. Door de verbonden christelijke partijen in het kiesdistrict Gorinchem, zal by de a.s. verkiezing van een lid der Prov. Staten (vac.-mr. L. van Andel) een candidatuur worden aangeboden aan den heer G. de Vor Hzn. (chr.-hist.), te Vianec* Kiesrecht. Onder dit opschrift schrijft de Stichtsche Courant De heer Oosterbaan te Doesburg betoogde in een ingezonden stuk in de Standaarddat, om positie te nemen inzake kiesrecht, het rapport eigenlijk niet noodig was, daar het standpunt dat onze party inzake kiesrecht inneemt, reeds lang bekend is. Tot op zekere hoogte is dit juist. Maar als het niet noodig was om het beginsel meer uit te werken, waarom werd dan in 1901 de bekende kiesrecht-commissie benoemd Toch zeker niet voor de aardigheid Als vaststaande mag aangenomen worden le. dat onze party niet bevreesd is voor een groot aantal kiezers 2e. dat wij zjjn tegen het beginsel van algemeen stemrecht, dat op de volkssouvereiniteit berust 3e. dat wy wiilen een organisch kiesrecht, dat gewoonlijk als huismanskiesrecht wordt aangeduid en 4e.|dat wij zijn tegen een blanco-artikel, waar door de zaak van het kiesrecht in de Grondwet geheel ongeregeld zou blyven. Dit te weten nu is voldoende wanneer de zaak van het kiesrecht niet aan de orde is. Wordt ze echter door de komende voorstellen tot Grond wetsherziening aan de orde gesteld, dan kunnen we bij deze vier punten niet blijven staan. Wanneer we het blanco-artikel afwijzen, dan behooren we althans in hoofdtrekken te kunnen aangeven, hoe wy ons de werking van het «orga nisch kiesrecht" denken. Want dat hoofden van huisgezinnen het kiesrecht ontvangen, is slechts een onderdeel van wat den naam van organisch kiesrecht verdient. Ware er anders niets van te zeggen, dan zou in de praktijk tusschen «algemeen" en «organisch" kiesrecht bitter weinig verschil bestaan, althans zoolang het algemeen stemrecht tot algemeen mannenstemrecht beperkt bleef. Mocht nu het Centraal Comité bet tactischer oordeelen om met de publicatie van het rapport nog wat te wachten, dan erkennen we, dat daar wat voor te zeggen valt. Maar men moet niet beweren, dat het rapport overbodig is omdat ons standpunt inzake kiesrecht reeds voldoende be kend is. Uit Zeist. In de gister gehouden vergadering van den gemeenteraad te Zeist, werd mededeeling gedaan van een schryven van den burgemeester, waarin deze ter kennis van den raad brengt, dat het van alle zijden door verschillende vereenigingen, en niet het minst de stem van de bevolking, om zjjn betrekking van burgemeester dezer gemeente te blijven vervullen, hem heeft doen besluiten, aan dezen zoo onomwonden uitgesproken wensch te voldoen en aan H. M. de Koningin het eerbiedig verzoek te richten, zjjn aanvrage om eervol ontslag te mogen intrekken. Mr. Hennequin. Mr. P. C. J. Hennequin, lid van de Tweede Ambachtsschool voor Schiedam en Omstreken. De openbare vergadering uitgeschreven door de commissie tot oprichting van een ambachtsschool voor Schiedam en Omstreken, gevormd uit de Kamers van Arbeid voor de Voedings- en Genot middelen en voor de Bouwbedrijven, gister-avond in de groote zaal van „Musis Sacrum" gehouden, was druk bezocht door een publiek van eiken rang en stand, waaronder de wethouders der ge meente, de gemeente-secretaris eenige autoritei ten ook enkele katholieke geestelijken bijzon der werden opgemerkt. De voorzitter, de heer J. H. Scheuerman, de vergadering openend, heette hen allen welkom, in het bijzonder ook de wethouders der gemeente, 't betreurend dat de Burgemeester niet kon te genwoordig zijn, en nam met genoegen kennis van dit blijk van sympathie. Herinnerend aan de circulaire die algemeen verspreid was in ver band met het initiatief door de commissie uit de beide Kamers genomen, deelde hij mede, dat het bestuur niet beter wist te doen dan den heer De («root, inspecteur van het ambachtsonderwijs, belast met het toezicht op de ambachtsscholen in Nederland, uit te noodigen hier het betrokken vraagstuk te bespreken. Daarna zou er gelegen heid tot debat worden gegeven. Rede. De heer De Groot, daarna den katheder be stijgend, zeide dat toen hij voor eenigen tijd werd uitgenoodigd hier dit vraagstuk te komen bespre ken, er zich eenig bezwaar opdeed met betrek king tot zijn ambt; daarom wilde hij voorop stellen, dat niet de inspecteur van het ambachts onderwijs hier zou optreden, maar alleen de heer De Groot, hier ipan tel woord zou zijn. Met voor liefde had hij overigens de bedoelde taak op zich genomen begrijpend dat hier voldoende sympathie voor de vakopleiding zou zijn. Waar hij toch hier op dezelfde plaats voor eenige jaren de reorga nisatie van de Burger Avondschool bepleit had, mocht hij toch getuigen, dat die reorganisatie rijke vruchten had gedragen. De algemeene be langstelling in het betrokken vraagstuk bleek trou wens reeds uit de belangrijke opkomst te dezer vergadering nadat de commissie uit de Arbeids kamers deze zaak ter harte en het initiatief had genomen. De belangstelling in de vakopleiding, die na de afschaffing der gelden zoo laag mogelijk ge daald was, is in de laatstverloopen jaren weer belangrijk ontwaakt. Burger avondscholen, am- bachts- en teekenscholen zijn alom zelfs ten plat- telande onder de sympathie en medewerking der bevolking opgericht. Zij waren noodig geworden, nu men het vele goede, dat de gilden ons boden, moesten missen. Niet bepaald wilde spr. zeggen, dat hij het tijdperk der gilden geheel als het model voor dezen tijd beschouwde, want de maatschap pelijke verhoudingen zijn thans geheel anders en onze tijd van stoom en electriciteit stelt andere eischen dan de tijd der gilden pleegt te stellen, maar toch in den tijd der gilden, toen de patroon werkelijk voorman in de werkplaats was, werd beter voor de vakopleiding gezorgd, dan in de tegenwoordige werkplaatsen, waar van de eigen lijke vakopleiding in volstrekten zin geen spoor is te ontdekken, nu toch veelal de belangen van patroon en werkman lijnrecht tegenover elkander staan. Dat met de afschaffing der gilden ook de zaak der vakopleiding ernstig geleden had, werd spoe dig ingezien. Dat begreep ook minister Thorbecke, toen hij bij de wet van 1863 die het onderwijs op de Hoogere Burgerscholen regelde ook gelegen heid gaf aan dat onderwijs ambachts- en land bouwonderwijs te verbinden. Toonden de burger dagscholen geen levensvatbaarheid te hebben, de burger-avondscholen hadden iets beter resultaat, maar leidden toch niet geheel tot het beoogde succes. Waar dit veelal aan leeraren der H. B. S. was opgedragen, mocht men van die leeraren niet verwachten, dat zij zich het onderwijs voor 's avonds zoo zouden indenken als dit door hen aan hun dagleerlingen werd gegeven. Toch gaf de cursus aan de B. A. S. in de 6 a 7 wintermaanden gegeven, voor de theore tische vakopleiding voldoende resultaten. Als ge volg daarvan rezen dan ook de burgeravond- en teekenscholen als paddestoelen uit den grond, maar niet altijd is hunne inrichting even prac- tisch. Nog niet lang geleden was het teekenen alleen op de timmerlieden berekend, terwijl sme den, meubelmakers enz. allen dezelfde voorwer pen te teekenen kregen; eene reorganisatie bleek dan ook noodig en werd door verschillende ge meenten ter hand genomen. Tot die vooruitstre vende gemeenten behoort ook Schiedam, waar spr. 8 jaren geleden een reorganisatie der B. A. S. bepleitte, die met goed succes tot stand kwam. Met subsidie van rijk, provincie en gemeente, werden alom bedoelde scholen niet alleen in de steden maar ook op het platteland opgericht, zoodat er nu reeds 160 a 180 teekenscholen in den lande bestaan. In ons land zijn echter slechts twee inrich tingen, die een degelijke vakopleiding in de werk plaats-zelve geven dat is de inrichting van den heer Stork te Hengelo en die van de Koninklijke Maatschappij van Spoor- en andere werken te Amsterdam. Daar worden de jeugdige werklieden in eene bepaalde ruimte van de werkplaats afge zonderd en hunne opleiding met de geldelijke middelen die aan bedoelde inrichtingen ten dienste staan, ter hand genomenmaar in bijna alle andere werkplaatsen is de jeugdige werkman slechts krullejongen, die als de ouderen op kar wei gaan, achterblijft, hoogstens hen iets mag aanbrengen. Slechts een enkele vlugge jongen kan door afzien of door een enkel woord van een grijzen medewerkman iets leeren; maar de massa mist de degelijke opleiding die ze behoeft. In verschillende landen heeft men het nadeel Ilat de afschaffing der gilden voor de vakoplei ding opleverde door wettelijke maatregelen trach ten te verbeteren; maar de eisch van vakop leiding is niet gesteld. Slechts is de patroon ge houden zijn jeugdige ondergeschikten tot zedelykheid te vermanen en zijn zy den patroon eerbied en gehoorzaamheid verschul digd. De jonge werkman is in Duitschland ge houden tot een afleggen van een proefstuk dat hem tot het noodzakelijk gezel zijn verheft. Maar verschillende werklieden hier te lande, die in Duitschland hebben gewerkt, getuigen, dat de daar bestaande regeling niet de volle vakopleiding geeft; alleen biedt zij het voordeel dat de patroon ge houden is zijn jeugdige werklieden vrijheid te geven de theoretische opleiding te volgen. Waar dit een groot voordeel is te ach tem hlijft de vraag in hoever 't wenschelijk is die regeling ook in ons land in te voeren. Zeker is 't, dat onder de bekende omstandigheden en toestanden van eigenlijke vakopleiding in de werkplaats geen sprake is; alleen in het groothertogdom Baden bestaat een regeling, die bij krachtig initiatief meer tot de verplichte volledige vakopleiding leidt. Voor ons land is dat initiatief niets nieuws. In Drente zijn door het krachtig initiatief van tor. Smeenge ambachtsscholen weldra reeds in drie plaatsen opgericht en wordt van particuliere zijd§

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 2