van de samenstelling en indeeling der schutterij van Schiedam. Onze brandweer. Met 1 Januari treedt voorloopig bij brand de le brigade op, om met de waterleiding en de stoomspuit te werken. De heer Chr. Krijger is tot waarnemend com mandant van die brigade benoemd. De leden dier brigade zijn voorzien van een geslagen penning, waarop aan eene zijde staat „brandweer Schiedam". De brigade-commandant is telefonisch verbon den. Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het Commissariaat van politie Eenige huissleutels, moersleutel, paar garen band schoenen, lederen kinderschoen, twee messen in scheeden, portemonnaie met eenig geld, lorgnet in étui, portemonnaie met ruim f 11, knop van een parapluie. Te bevragen aan de volgende adressen zwarte trekhond bij Voigt, Gasstraat 9zilveren heeren horloge met ketting bij v. d. Stoek, Ged. Broers- vest 218; zilveren rozenkrans in étui bij Winkel man, lichterschip Pieter alhiermanspet, bij Vos, Heerenpad 6; rozenkrans bij v. Buitenen, Grof- baan 2515z'lveren broche bij den stationschef H. IJ. S. M.wollen kinderdas bij Rosman, Oostsin- gel 67. Eerste Reclame Hotel-Combinatie. Werd in den zomer een contract afgesloten met Kurhaus, Palace-Hotel, Garni, Rauch, Bible-Hotel te Amsterdam, du Commerce te Leiden, enz. enz. waarbij de gasten tegen Spoor-en Tramongelukken verzekerd waren, thans is door de Hollandsche Algemeene Verzekerings-bank gevormd de «Eerste Reclame Hotel-Combinatie". Deze combinatie heeft ten doel de bezoekers van de bij die combinatie aangesloten Hotels te verzekeren tegen ongevallen. Telkens wanneer een reiziger in een der Hotels logeert ontvangt hjj een coupon, die op een daar voor bestemd couponblad geplakt wordt. Zoodra het blad vol is, wordt het bij de Bank ingeleverd en ontvangt de inzender gratis een Hotel-polis waarbij hy verzekerd is voor 3000.bij over lijden ingeval van Spoor- of Tratnongeluk en ƒ1000.— ingeval van een ander ongeluk. Heeft de reiziger een zeker aantal polissen in zyn bezit zoo worden die bij inzending ingewisseld tegen een Hotel-Spaarpolis, die in ieder geval een uitkeering verzekert van ƒ100.na twaalf jaar. Deze polis kan afgekocht worden voor 40. contant. Een reiziger, die geregeld gebruik maakt van de aangesloten Hotels is niet alleen verzekerd tegen ongelukken, doch krygt op den duur een aardig spaarduitje. Daar verzekeren tegenwoordig aan de orde van den dag is zal deze combinatie dan ook wel in den geest van het reizend publiek vallen. Gelegenheid tot toetreding is nog voorloopig opengesteld bij de Hollandsche Algemeene Ver zekeringsbank te Schiedam. „Vriendenkring.0' Zondag-avond geeft de Tooneelvereeniging «Vriendenkring" in de tooneelzaal van het Bonds- gebouw haar tweeden Feestavond. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan mocht genoemde ver- eeniging met haar laatst gehouden Voordrachten - Concours een groot succes behalen. Thans zal zij trachten met eigen krachten hare leden en zij, die zich van een entree-kaart hebben voorzien, dezen avond aangenaam bezig te houden. Het pro gramma, bestaande uit een drama, in drie bedrij ven, gevolgd door een blijspel, zal nog worden aangevuld met een comiscbe voordracht door den heer J. M. Voorhuijzen, waarmede hij in den wed strijd, die in Oosterhout wordt gehouden, zal mede dingen in de Eerste Afdeeling, een zeer fraaie banier, vervaardigd door Mej. Westhuis alhier, zal tevens Zondag avond worden onthuld. Gisteravond half a c h t g e r a a k t e n de beide conducteurs van de electrische tram J. de Bruin en C. van de Nadort, aan den Rotter- damschen dijk beklemd tusschen den motor en den bijwagen, waardoor de eerste zich zoodanig bezeerde, dat hij zich naar Rotterdam begaf, waar hy zich onder geneeskundige behandeling zou stellen. DIT ROTTERDAM. Da vroeselijke brand te Rotterdam. In den gemeenteraad van Rotterdam bracht gister, Vrijdag-middag, de heer De Klerk, her innerende aan den noodlottigen brand, hulde aan de moedige redders uit de burgerij. Voorts wees hij er op, dat de oorzaak weer moest gezocht in het voorhanden zijn van klein vuurwerk. De vergunning daartoe wordt wel by de wet geregeld, dus zal het niet gemakke lijk zijn dat tegen te gaan, maar toch noodigde hij B. en W. uit, aan de commissie voor de strafverordeningen te verzoeken, na te gaan, of geen strenger bepalingen te maken zijn. De voorzitter wees er op, dat volgens a rt. 69 van het Kon. besluit van 15 Oct. 1885, ver gund wordt, het in voorraad hebben van bus kruit tot een gewicht van 3 K.G. en van klein vuurwerk tot een gewicht van 5 K.G. aan ont plofbare stoffen. Het is dus moeilijk bij veror dening andere bepalingen te maken. Intusschen is der commissie voor de strafverordeningen reeds verzocht, na te gaan, of Strengere maatregelen kunnen genomen worden. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Vrydag 28 Dec. 1906, des namiddags 2 uur. (Slot). De Kermis. Alsnu is aan de orde Voorstel van den heer De Groot, gedaan in de vergadering van 30 October j 1. betreffende de kermis met praeadvies van B. en W. Geedgekeurd' De heer G o u k a wil niet in herhaling treden van het intersant debat, eenige jaren geleden hier gevoerd, trpr. is van meening, dat het gemakke lijker is af te breken dan op te bouwen. In de plaats van de kermis moet iets anders komen en daarom stelt spr. een amendement voor, strek kende om B. en W. een crediet van f2000 te verleenen tot het brengen van goede kunst onder het volk. Het amendement wordt voldoende ondersteund. De heer G o u k a verdedigt zijn amendement, betoogend, dat de kermis niet meer van dezen tijd is en de moraliteit der kermis door hem al lerminst in bescherming z 1 worden genomen. Voor afschaffing der tennis het motief aan te voe ren, dat in een nabijgelegen groote stad het' geheele jaar door genoegens kunnen worden genoten, acht spr. uiterst zwak. Het gehalte dezer publieke vermakelijkheden is met erg hoog. Ook het veranderen der kermis in een oran jefeest vindt bij spr. geen bijval. Spr. wil een poging doen om het volk op te voeden door klas sieken kunst, in den vorm van concerten enz. on der de minderen te brengen, en het steunen van tentoonstellingen als van Floralia. In dit verband wijst hij op de noodzakelijkheid van het hebben eener ijsbaan in onze stad. De heer Smit komt er tegen op, dat de heer Gouka zijdelings de oranjefeesten heeft aangevallen Spr. verklaart, dat 't volstrekt niet in de bedoe ling van de oranje-vereenigmg heeft gelegen om een oranjefeest te organiseeren in plaats van de kermis. De heer Gouka verklaart uitdrukkelijk, dat hij de Schiedamsche oranjevereenigmg niet bedoeld heeft. Met haar streven gaat spr. geheel mee. De heer De Groot verklaart niet met het denkbeeld van den heer Gouka in te stemmen. Hy acht het verleenen van de bedoelde subsidie niet zoo dringend noodzakelijk. De burgerij zal zelf wel voor een aequivalent van de kermis zor gen. Wil men echter de richting inslaan door den heer Gouka aangewezen, dan geeft hy in bedenking het bedrag van f 2500 op redelijke wijze te verminderen. Hy voor zich ziet niet in, dat de'overheid de taak zou hebben voor feestviering te zorgen en dat eene vereeniging als de pas opgerichte Oranje-vereeniging niet tot veredeling der volksvermaken zou kunnen werkzaam zjjn. Daarom geeft hij den heer Gouka in overweging de som te matigen of genoegen te nemen met de algemeene verklaring dat de Raad bereid is, sub sidie te verleenen aan vereenigingen, die zich veredeling der volksvermaking ten doel stellen. De Voorzitter vraagt of de heer Gouka het laatstbedoelde als amendement kan overnemen De heer Gouka verklaart, dat hy het hier bedoelde amendement niet kan overnemen, hoé- zeer hy ook de bedoeling apprecieert. Wat het bedrag betreft, moet hy opmerken, dat de bedoelde f2500 niet moeten worden uitgegeven. Maar wanneer men wil hebben wat hij zich voorstelt te krijgen, zal men er niet te veel aan hebben. Hij stelt zich voor muziek te geven, die het volk uit zich zelf ordelijk en vredelievend zal doen zijn, zeer goede muziek, die het volk klassiek genot zal bezorgen en dan ook zóo zou gewaardeerd worden, dat elk politietoezicht daarby onnoodig zal zjjn. Daartoe zal men eerste krachten behoe ven en zich niet met dilettantenwerk kunnen tevreden stellen. Wat bijv. nu in de Plantage gegeven wordt, leidt niet tot orde en rustig genot, maar dat is ook geen muziek, die aan hooge eischen voldoet. In dezen gedachtengang kan hij niet aan krui denierspolitiek doen, maar wenscht hij de zaak flink aan te pakken en aan B. en W. een opdracht te geven, die tot het doel zal leiden en het berei ken daarvan niet van eenig geldelijk bedrag zal doen afhangen. Den heer Wittkampf doet 't genoegen dat de kermiskwestie nu eens eindelijk tot een eind zal komen. Alle jaren nemen meerdere leden het zelfde standpunt in; dat men niet tout court, zon der er iets voor in de plaats te geven, de kermis wil afschaffen, vindt hij zeer begrijpelijk. Nu er een vereeniging geconstitueerd is, die zich voor stelt volksfeesten uit te schrijven, is ook zijn be zwaar tegen de af-chaffiing der kermis zonder meer ondervangen en zal hij stemmen voor de afschalfing. Maar nu reeds f2500 subsidie te geven voor het in het leven roepen van ander volksgenot acht hij voorbarig, waar wij nog niet weten welke loop deze zaak zal nemen. Hij wenscht zich dus te bepalen tot de verklaring dat de Raad bereid zal zijn subsidie te verleenen als deze of gene vereeniging die later zal vragen. De heer Gouka zegt, dat het verleenen van subsidie niet direct door hem bedoeld wordthy wenscht aanvankelijk een post aan te wijzen, waaruit vereenigingen, die zich veredeling der volksvermaken ten doel stellen, kunnen gesub sidieerd worden. De heer Wittkampf wenscht eerst af te wachten wat de vereenigingen zullen doen, dan komt later de vraag wat de gemeente in dezen te doen heeft. De heer Smit roeent ook dat de weg door den heer Gouka aangewezen niet moet worden inge slagen. De menscli heeft een zekere behoefte aan feestvieren. Het volk dat die behoefte gevoelt, wordt niet tevreden gesteld door een heel mooi stil concert in de Plantage, maar wil iets anders dat meer luidruchtig vermaak geeft. Nu er een vereeniging is, die in den zin van het volk vere deling der vermaken nastreeft, meent hij, dat men moet afwachten wat die vereeniging zal doen en niet op bovenbedoeld voorstel moet ingaan. De heer Gouka antwoordt dat hy niet het werk der bedoelde vereeniging heeft afgekeurd, maar integendeel gaarne zal medewerken om der Oranjevereeniging steun te verleenen. Maar wat hij wü en de Oranjeverepniging beoogt, zijn twee zaken, die geheel van elkaar verschillen. Zij wil volksfeesten inrichten. Hy is daar niet tegen, maar wil er iets anders naast stellen, dat maer opvoe dend en veredelend op het volk werkt. De heer Van Westendorp heeft niet zijn stem gegeven aan het prae advies van B. en W. en wil dit motiveeren. Hij kan zich niet voorstel len, dat Schiedam zoo immoreel is, zoover geko men is, dat de kermis-afschaffiug nu een öringeude noodzakelijkheid is geworden. De buitensporig heden die men der kermis verwijt, zijn eigen aan schier iedere feestviering in Nederland. Hij wijst er op dat de voorstanders der afschaffing hun roee- ning hier niet verdedigen en op het geldelijk nadeel dat de gemeente zal lijdenwel zegt men dat dit bloedgeld is, 'twelk de gemeente niet ont vangen moet, maar hij neemt dat zoo erg niet op. Wat beoogen de voorstanders met de afschaffing Denkt men daarmede de onzedelijkheid te verbe teren Is het geen iederen Zaterdag en Zondag en bijna iedere week en iederen avond gebeurt, niet minstens even erg Deed men niet heel wat beter dat uit den weg te ruimen dan de kermis af te schaffen Wat de morale kant van het vraagstuk betreft, staat, by dan ook aan de zijde van den heer Gouka. Wil men de kermis afschaffen, dan moet er eerst iets degelijks voor in de plaats gesteld worden, voordat dit, hoe moeilijk ook, is bereikt, acht bij- 't niet den tijd tot de afschaffing der kermis over te gaan. Den heer Van der Drift spijt het, dat hij tegen het amendement-Gouka moet zijn. Hij wil ook eerst bet particulier initiatief laten werken en geen subsidie verleenen voor wij weten, wat hij aan de bedoelde vereenigingen zullen hebben, wien hij volstrekt geen steun wil onthouden. Hij meent, dat een lid van den Raad er voor moet zijn, paal en perk te stellen aan de goddeloosheid op den publieken weg en de moraliteit te ver- hoogen. De heer W i 11 k a m p acht ook de richting door den heer Gouka bedoeld, niet de juiste en meent, dat wij hïer den zekeren weg moeten uitgaan. De Voorzitter wil ook iets naders zeggen over het amendement-Gouka. Hij twijfelt of dat amendement wel veel vertrouwen uiidrukt inden ernst van hen, die volksopvoeding en veredeling bedoelen. In de adressen die tegen de afschaffing der kermis zijn ingediend, is een sociale gedachte neergelegd, een sneeuwbal die steeds rolt: «niet dat wij de kermis willen verdedigen." Die sociale gedachte heeft post gevat. En wanneer nu de heer Gouka op die gedachte doorgaand, zijn amende ment wil intrekken of afwijzigen in den vorm, zooals door den heer De Groot is aangegeven, wanneer er van weerszijden eenige toenadering komt, dan meent hij oat er dingen kunnen gebeu ren, waarop Schiedam trots zal zijn. Waar de zaak ernstig wordt opgevat en bij ernstig meeningver- schil over de richting toch de meening heerscht dat kan in den tegenwoordige tijd niet meer, maar wij willen toch op gepaste wyze feest vieren, daar kan het de moeite loonen een weinig tot elkaar te komen en waar men een beter volksfeest wil, waarbij het volk zich meer bewust is, meer zich zelf respecteert, te trachten dit doel gemeen schappelijk te bereiken. De heer R i s stelt zich hierna de vraag hoe de toenadering moet geschieden. Of de heer De Groot tot den heer Gouka of de heer Gouka tot den heer De Groot moet gaan. Hij meent dan in eerstbe- doelden zin te moeten besluiten. Waar men er toch op uit is het mort el peil te verhoogen, moet men met negatief maar positief ingrijpen, wil men het beoogde doel beter bereiken. Wat de adressen der onderwijzers betreft, moet hij opmerken, dat die heeren jaar in jaar uit, telkens als hier het kermisvraagstuk aan de orde was, nooit hun mond hebben opengedaan, nu adresseeren mèt de onderwijzers de leeraren der H. B. S. maar de leeraren van het H. O. doen niet mede. Spr. meent dan ook dat hier pressie uitgeoefend is, al weet hij ook niet van welken kant die kwam. Den Voorzitter verheugt het, dat nu ook de adressen der onderwijzers eens ter sprake wor den gebracht. Hem was toch ook ter oore geko men, dat in zake de onderwijzers van zekeren kant pressie was uitgeoefend. Hij acht daarentegen de daad der onderwijzers een zeer loffelijke daad en kan niet aannemen, dat zjj ter wille van wien ook zouden gehandeld hebben. De daad der onderwijzers is alleen het gevolg van de sociale evolutie die steeds verder doorwerkt. Nu zijn er maar weinigen die de kermis verde digen, maar er waren jaren dat iedereen haar verdedigde en men 't iets vreemds vond als iemand kwaad van haar sprak in eerstbedoelde richting zal men steeds verder voortgaan. Veel te lang hebben de onderwijzers met hun adressen gewacht. Dat nu openbare en bijzondere onderwijzers in de adres-beweging samengaan, vindt spr. iets heerlijks. De leeraren van het M. O. hebben wel zooveel respect voor hun collega's van het L. O. d it waar zij klaagden, dat de orde en de tucht op de school schade leden, dat de opvoeding die het kind on willens buiten de school kreeg, in tegenspraak was met hetgeen in de school beoogd werd, zjj met de adres beweging zijn medegegaan. Voorz. brengt hulde aan de onderwijzers voor hetgeen zij hebben durven doen. Waar men nog meende, dat de tijd voor de oplossing van het kermisvraag stuk niet rijp was, heeft hun adres den doorslag gegeven. Voor de uiting van hen die de toekomst van bet kind in handen hebben, heeft voorz. resp. en hij meent dat men hun wenk moet eerbiedigen en hun denkbeeld steunen. De heer Gouka houdt een nieuw pleidooi voor zijn denkbeeld en voor hetgeen hij niet anders kan noemen dan het brengen van de kunst onder het volk. De heer Smit meent, dat de beide voorstellen, die van de heeren De Groot en Gouka, berusten op hetzelfde beginsel; het is slechts een kwestie van iets meer of minder en nu vraagt hij of het beginsel aan eenige guldens hangt. De heer De Groot zegt, dat zijn voorstel niet op financieele overwegingen berust, maar hy kan niet inzien dat het voorstel—Gouka op den goeden en practischen weg leidt. Het volk wil naast kunst ook wat vreugde, genotde plaatsvervangster van de kermis moet dan ook iets zijn van frissche vreugde, want niet alles wat de kermis oplevert, is slecht; men wil gezonde vreugde zonder de uitspattingen van de kermis, maar dan moet men ook iets geven dat de kermis aequivaleert. Spr., mede hulde brengend aan het adres der onder wijzers, waarschuwt tegen verkeerde opvatting en het inslaan van de verkeerde richting en verklaart zich op practische overwegingen tegen het amen dement Gouka, aanbevelend zich alleen tot het verleenen van subsidie bereid te verklaren. De heer Gouka zegt dat zijn voorstel niet aan eenige guldens hangt, maar kan niet meegaan met het denkbeeld van den heer De Groot, den sub- sidiepost op f 1009 te bepalen voor hetgeen hij bedoelt, is een bedrag van voorloopig f2000 min stens noodig. Mislukt de proef, dan is het absoluut niet noodig dit bedrag uit te geven, maar van het verleenen van dit crediet, maakt hij zijn stem voor de afschaffing der kermis afhankelijk. De heer Van Westendorp had gedacht iets meer licht in deze vaak besproken zaak ont stoken te zullen zien. Hij wil niets afdoen aan de hulde aan het streven der onderwijzers reeds ge bracht. maar moet toch opmerken, dat de tooneelen waarop zij doelen, plaats hebben als het kind reeds lang ter ruste is gegaan. Waar hij met den heer De Groot iets gevoelt voor de verheffing van het zedelijk peiljdes volks, betwijfelt hij of het vraagstuk reeds rijp is ter beslissing. Wij moeten eerst de vereenigingen die volksveredeling beoogen, la:en werken, de ergernissen die bijna ieoeren dag en ieder uur voorkomen trachten uit den weg te rui men, voor wij tot de afschaffing overgaan. De Voorzitter tracht zyn standpunt met een voorbeeld duidelijk te maken als een genees heer kanker ontdekt, begint hij niet met den pa tiënt naar het zuiden te zenden, maar snijdt eerst den kanker uit, wat niet belet, de patiënt daarna toch tot verder herstel naar het zuiden vertrekt. De heer Loopuyt is door de aangevoerde ar gumenten niet overtuigd. Hij kan zich niet voor stellen dat alles zoo erg is. Hij heeft aan het kantongerecht geïnformeerd en daar niet van den kantonrechter, maar van den ambtenaar van het openbaar ministerie vernomen, dat er kort na de kermis niet meer varoordeelingen plaats hebben dan in andere tijden van het jaar het geval is. De Voorzitter wijst op het politierapport, dat zect, de adat der kermis medebrengt dat er dingen kunnen en moeten gebeuren, die op andere tijdstippen zoo niet gebeuren zouden. De heer Loopuyt zegt, dat dit voor het ge heele jaar door geldt. De heeren Honnerlage Grete motiveert zijn stem tegen de dadelijke afschaffinghij meent de zaak niet zoo urgent is. Evenals de heer Van Westendorp is hij huiverig de kermis af te schaf fen, voor wij er iets goeds, iets beters voor in de plaats hebben. Immers de kermis zelf is niet im moreel, alleen het misbruik dat er van gemaakt wordt, maar dan vraagt spr. of wij ter wille van het misbruik het gebruik moeten verbieden. Voor wy er iets beters voor in de plaats hebben, stemt hij niet voor de afschalfing der kermis; noch voor het voorstel De Groot noch voorhetamendement Gouka. De heer Gouka stelt nu bepaald als amende ment voor, B. en W. een crediet van f2500.te verleenen, om een proef te nemen, de kunst onder het volk te brengen. Dit amendement, in stemming gebracht, wordt verworpen met 103 stemmen. Voor stemmen de heeren Gouka, Ris en Van Westendorp. De Voorzitter wil nu in stemming brengen het voorstelDe Groot en vraagt hoe dit te doen, zooals eerst ingediend of met het tweede deel aangevuld. Na inlichting van den heer De Groot stelt de Voorzitter aan de orde de stemming over het volgende voorstel «De Raad gaat over tot afschaffing der kermis en verklaart zich bereid subsidie te verleenen aan vereenigingen tot veredeling van het volksvermaak." De heeren Wittkampf en Bender ondersteunen dit tweeledig voorstel. De heer Gouka ziet hier een moeilijke beslis sing; in blanco crediet te verleenen aan vereeni gingen die nog niet bestaan, acht hy een te hard loopen. De heer De Groot zegt, dat de heer Gouka en hij in beginsel van hetzelfde gevoelen zijn. waar ook hij subsidie wil verleenen aan vereenigingen tot veredeling van volksvermaken, zou hy niet willen subsidieeren iedere vereeniging die zich daartoe aanmeldt. De heer Loopuyt acht 't niet noodzakelijk dat de Raad nu in deze eene beslissing neemt. De Voorzitter zegt, dat hij dan in dat geval zyn stem daar tegen moet uitbrengen. De heer W i 11 k a m p wil over het heele voor stel stemmen, daar de beide deelen met elkaar verband houden. De Voorzitter meent dat door het tweede gedeelte het eerste niet wordt geprejudicieerd, maar gevoelt ook wel iets voor het belang eener zuivere stemming. De heer Wittkampf vraagt hoe de heer De Groot zelf over de stemming in zake zijn voorstel denkt. De heer De Groot verklaart zich in het belang eener zuivere stemming voor splitsing. De heer Van der Drift hecht minder waarde aan het amendement dan aan het uitspre ken van het beginsel. Het tweede deel van het voorstel De Groot de Raad is bereid subsidie te verleenen enz., wordt aangenomen met 10 tegen 6 stemmen. Tegen stemmen de heeren Van der Schalk, Loopuyt, Ris, Honnerlage Grete, Lagerwey en Van Westendorp. Het eerste deel van het voorstel De Raad gaat over tot afschaf fing der kermis, wordt aangenomen met 11 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Lagerwey, Van der Velden, Van der Poel. Van der Drift, De Groot, Beukers, Smit, Nolet, Wittkampf, Bender en Ris. Tegen stemmen de heeren Van der Schalk, Loopuyt, Gouka, Honnerlage Grete en Van Wes tendorp. Belastingzaken. Aan de orde is Bezwaarschriften tegen de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1905/6. Overeenkomstig het advies der Commissie van Onderzoek der bezwaarschriften wordt aan 43 reclamanten ontheffing verleend, terwyl een 15 tal verzoeken wordt afgewezen. Comptabiliteit. In behandeling komt: Ontwerp-besluit (model B) tot af en overschrij ving op de begrooting van uitgaven, dienst 1906, van een bedrag van f350. Goedgekeurd Nieuwe straat. Aan de orde komt Voorstel van B en W. tot het geven van een naam aan de nieuwe straat, uitkomende aan het Wilhelminaplein en deze te noemen Willemstraat. In antwoord aan den heer Smit zegt de Voorzitter, dat hier bedoeld wordt Willem L

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 2