Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 3öste Jaargang Zaterdag 12 Januari 1907. No. b706. TWEEDE BLAD. Gemengd Nieuws. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauB0TER8TRAAT 50 PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herh aaldel ij k adverteeren worden uiterst lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. bil. Moordaanslag. Men meldt uit UtrechtGis ternacht heeft zich alhier een tragisch tooneel afgespeeld, tusschen twee van elkaar gescheiden levende echtgenooten, de 23-jarige D. W., gewe zen Oost-Indisch militair en wonende in de Lijri- padsteeg, en de 25-jarige C. de J., thans verblijf houdende bij een familie in de Van der Tak- straat. i Het 25-jarige vrouwtje had niet veel plezier van haar huwelijk gehad. Eiken dag kteeg zij bijna een pak slaag en het ergste was, dat alle geld in drank werd omgezet en het hongerspook grijnzend voor de deur stond. In arren moede had zij ten slotte haar biezen .gepakt en elders een goed heenkomen gezocht. Haar man was hierover echter in 't geheel niet gesticht en bleef haar voortdurend lastig vallen. Wat hij echter ook zeide, of deed, de vrouw bleef standvastig en wenschte niet meer in de echtelijke woning terug te keeren. In den nacht van gister kwam de ontknoo- Plng- Op de Mariaplaats wachtte W. zijn weerbar stige vrouw, die een geheelonthoudersbijeenkomst had bijgewoond, in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, op, en drong opnieuw aan, zich met hem te verzoenen. Ook nu bleef zij echter hardnekkig weigeren en in dolle woede haalde hierop de ander een revolver uit zijn binnenzak te voorschijn en loste 5 schoten op haar. Drie hiervan troffen doel aan rug en hoofd. De politie was onmiddellijk aanwezig en maakte zich zonder moeite van den pleger van deze gemeene daad meester. Hij be vond t zich aan het hoofdbureau en zou waarschijnlijk nog gisteren voor den rechter van instructie gebracht worden Gelukkig is de toestand van het slachtoffer niet levensgevaarlijk. Na verbonden te zijn, is zij huiswaarts gebracht om verder verpleegd te worden. ti een der kogels is in haar lichaam blijven zitten. j Troost voor Grootho ofdigen. Een troost voor menschen met een groot hoofd voert dr. A. J. C. Snijders in de »Natuur" aan. Een groot bootd is hier een populaire omschrij ving voor wat de schrijver noemt «een hoofd met een groot horizontalen omtrek". In een voordracht, door Buschau uit Berlijn op Ge alg. vergadering der Vereeniaing van Duusche anthropologen te Greifswald gehouden, zette deze Uiteen, dat dit een teeken is van hoogere verstan- Gelijke begaafdheid, zooals ook Galton en Venn Goor hun onderzoekingen hebben bewezen. Deze geleerden verrichtten nl. schedelmeiingen tj 2134 studenten van de universiteit te Cam bridge en vergeleken de gevonden afmetingen met de cijfers, welke bij de examens behaald werden. Zij vonden daarbij het interes-ante feit, dat de 487 studenten, die bjj het eindexamen den eersten graad behaalden, een grooteren schedelomtrek hadden dan de 913 stud nten, die den tweeden graad verkregen en dat de 734 niet-geslaagden de kleinste hoofden hadden, hoewel er ten opzichte van de gemiddelde lichaamsafmetingen en den leeftijd tusschen de drie groepen geen merkbaar verschil bestond, integendeel de studenten van Ge laatstgenoemde groep waren in het algemeen Physiek nog het meest ontwikkeld. Vachide en Pelletiér verrichtten dergelijke onder zoekingen in Frankrijk bij leerlingen voor de lagere scholen in het departement der Seine. Zij vonden insgelijks duidelijke verschillen tusschen de sche- Gelafmetingen van intelligente en niet-intelligente kinderen. Het halve product van de drie hoofd afmetingen van het hoofd, dus de vermoedelijke inhoud van den schedel, bedroeg bijintelligente 8 jarige jongens 1607 7, niel-intelligente 8 j. jon gens 1527.8, intelligente 9 j jongens 1635.5, niet- intelligente 9j. jongens 1603.2, intelligente 11-j. Jongens 1721.5, niet-intelligente 11-j. jongens 1693.0. De uitkomsten bij de meisjes kwamen daarmede ib hoofdzaak overeen. De metingen van schedels van schoolkinderen door Matiegka te Praag gaven een dergelijk resul taat. Bjj deze shoofden-kwestie" leggen natuurlijk ook de ervaringen der hoedenmakers gewicht in de schaal. Het volgende aardige tabelletje werd, als volg reeks van den verkoop van hoeden, door den eigenaar eener hoedenlabriek in Duitscbland aan den anthropoloog Ammod medegedeeld bij hoeden tot den prijs van Mark 3 6 7 12 24 was het meest vertegen woordigd No. 56 57 59 60 61 was het gemiddelde nummer54 55 56 57 58 Er moeten dus toch wel zekere betrekkingen bestaan tusschen den omvang van het hoofdi dus de capaciteit van den schedel, en de intellec- tueele ontwikkeling, concludeert de scbrjjver. Uit de schedelmetingen moge dit inderdaad volgen, het schijnt om, dat de ervaringen der hoedenmakers tot een ander resultaat leiden hoe duurder hoed, hoe meer verstand. hoornen van alle overwegen worden een uur voor 't passeeren van den trein gesloten. En geen publiek wordt toegelaten tot, de stations, waar de trein om de een of andere reden mocht stop pen. Zoo wordt er over de veiligheid van koning Edward gewaakt, wanneer hij hier op reis gaat. Dezelfde voorzorgsmaatregelen werden genomen, toen hij deze week met de koningin naar het winterverblijf van den hertog van Devonshire te Chatsworth, in Derbyshire, vertrok alwaar een groote partij van voorname gasten het nieuwe jaar vroolijk inzet met de jachtsport. De veiligheid der vorsten. De vorste lijke personen van Engeland hebben hier bij hun reizen en trekken veel minder dan vreemde mo narchen in hun land, van waanzinnige aanslagen op hun leven te vreezen, zoo schrijft onze Lon- densche correspondent. Sedert lö Juni 1840, toen een „brainless potboy" twee schoten zonder suc ces loste op koningin Victoria, terwijl zij met £n prins-gemaal van het Buckingham-paleis naar Hydeparkcorner reed, is hier geen aanslag op een lid der koninklijke familie voorgekomen. Men zou daaruit allicht afleiden, dat uit hoofde dier afwezigheid van gevaar geen strenge en uitge breide voorzorgsmaatregelen worden genomen, wanneer koning Edward het land doorspoort. Doch dan vergist men zich. Keizer Wilhelm kan op reis in Duitschland nauwelijks meer worden be schermd, dan zijn. oom hier te lande. Wanneer koning Edward reist naar het zomerkasteel van Ballater, bij Balmoral, in de Schotsche hooglanden, spoort hij steeds des nachts. De salon- en slaapwagen zijn elk door een electrischen draad verbonden met den con ducteurswagen en de locomotief. In den achter sten wagen van den trein bevindt zich steeds een der hoofdambtenaren van de spoorweg maatschappij met den hoofdopzichter van de lijn. Zij hebben een heele uitrusting van hulpmid delen voor ongelukken bij zich. Een andere beambte staat op den tender aan houdend op den uitkijk, met het gelaat naar het achterste deel van den trein gekeerd, om van daar een eventueele waarschuwing te vernemen. De bescherming vóór den trein wordt op andere wijze bezorgd .i Een afzonderlijke locomotief rijdt een Kwartier den koninklijken trein vooruit. En tot overmaat van voorzorg staan langs heel den langen weg vertrouwde wegwerkers op een af stand van hoogstens een vierde van een mijl met handsignalen en knalmiddelen de baan te bewaken. Elk hunner heeft in last de lijn vóór het arriveeren van den koninklijken trein behoor lijk te onderzoeken. Zij moeten tot tien minuten na het passeeren van den trein op hun post blijven en elkander links en rechts in het oog houden. Een moedwillig derailleeren van den trein wordt daardoor voorkomen. Voor andere ongevallen worden eveneens de uitgebreidste voorzorgsmaatregelen genomen. Ge durende een half uur voordat de koninklijke trein een gegeven punt zal passeeren, mag geen goe derentrein, locomotief of ander rijtuig langs de tweede lijn rijden. En het rangeeren wordt op die punten voor een gelijken tijd gestaakt. Een uitzondering wordt alleen gemaakt voor passa- gieis en vischtreinen. Doch deze mogen bij het naderen van den koninklijken trein niet sneller dan dertig mijlen in 't uur rijden. En het is den machinisten, op poene van dadelijk ontslag, ver boden, bij die nadering de stoomfluit te gebruiken of stoom te laten afblazen. Geen enkel geluid mag langs den weg worden gemaakt, waardoor des konings nachtrust zou kunnen worden ver stoord. Vervolgens wordt het gewone treinenverkeer tijdelijk gestremd door vernageling van alle wis sels en, afsluiting van alle kruispunten. De sluit- Influenza. Er heerscht een ware influenza- epidemie in Italië. Giolitti en Tittoni zijn er alle bei kwaad aan toe; graaf Nigra blijft hetzelfde. Er zijn verscheiden kardinalen bedlegerig, o. a. de kardinalen Martinelli en Mathieu, Tot de slachtoffers behoort ook Eleonora Duse, die men voorzichtig per auto uit Genua, waar het ruw en guur weer is, naar Nervi heeft ge bracht. San Remo was te ver. M i 11 i o e n e n-s t u d i n. Andrew Carnegie is vrijgevig met zijn millioenen; hij is het niet min der metgoeden raad. Van zijn hand zijn boeken en brochures verschenen, waarin hij zijn medcmenschen gelukkig maakt met allerlei min of meer belangrijke lessen en raadgevingen. Zelfs is deze rijkaard de uitdenker van een nieuwe ethische wet, welke, kort geformuleerd, aldus luidt: „Wie rijk sterft sterft onteerd." Aan die oneer te ontsnappen, nu het nog tijd ié, lijkt dan ook wel het voornaamste levensdoel van den grooten ijzer- en staal-industrieel. Van de snelle en vorstelijke wijze, waarop deze Schot sche Amerikaan de millioenen omzet in stich tingen van algemeen nut, wordt de wereld vrij nauwkeurig op de hoogte gehouden door de pers. Maar met nog grooter belangstelling zal zeker door honderdduizenden worden kennis genomen van een authentieke verklaring aangaande de ma nier waarop Carnegie de millioenenbijeen kreeg. Zeker, de stichter van de Carnegie Works heeft reeds vroeger in een dik boek (dat ook in het Hollandsch vertaald is) aan de wereld doen weten, volgens welke hoofdbeginselen daarbij door hem was te werk gegaan. Maar in onzen tijd van koortsachtige bedrijvigheid blijven dikke boeken ongelezen. Gelukkig heeft Carnegie zelf nu, in meer beknopten vorm, de oplossing van het (moderne) levensraadsel gegeven. Hij schreef voor de „North American Review" van 7 De cember een artikel over „Het evangelie van den rijkdom", waarin hij het goed recht betoogt van het heffen eener hooge successiebelasting van openvallende millioenair-nalatenschappen. In dit artikel beschrijft hij o. m. hoe som mige der reusachtige Amerikaansche fortuinen van tegenwoordig zijn ontstaan. Het geleidelijk zich vormen van den Pittsburg-staalmillioenair is al dus in zijn werk gegaan. Wij schrijven deze auto biografische aanteekening hier in haar geheel af: is zoo fortuinlijk zich te vestigen in Pittsburg, op een oogenblik dat juist is geble ken, hoe sommige kolenlagen van het bekken, waarvan het 't middelpunt vormt, een product leveren, dat uitstekend geschikt is voor het uit smelten van ijzer. Een andere laag, welke ook gemakkelijk kan worden ontgonnen, levert uit nemende machine-kool. Spoedig ontstonden kleine ijzersmelterijen. Alles wees er op, da.t men hier nu inderdaad de ijzerstad van de toekomst vóór zich hadde stad, waar staal' goedkooper kon worden voortgebracht dan in welke andere plaats ook ter wereld. Natuurlijk werd daardoor zijn (lees: Carnegie's) belangstelling getrokken. Dat was niet iets buitengewoons knaps: het zat in de lucht. Hem komt de verdienste toe, een vast en blijvend vertrouwen te hebben gehad in de toekomst van zijn land en de toekomst van het staal. Ook was het zijn verdienste, met zijn jeugdige makkers, niet alleen alles te wagen wat hij had (hetgeen weinig of niets was) maar ook alles wat zij van tijd tot tijd wisten los te krijgen bij voorzichtige bankiers. Hij en zijn maats bouw den fabrieken en hoogovens, en op den duur werden zij eigenaars van uitgebreide zaken, die jaarlijks millioenen opleverden. Maar zijn maats en hij dachten aan de toe komst; zij bezochten andere landen en bestu deerden daar de toestanden. Ten slotte kwamen zij tot de conclusie, dat de waarborg voor blij vende welvaart gelegen is in het steeds ter be schikking hebben van groote voorraden grond stoffen. En dus kochten en pachtten zij tal van ijzerertsmijnen, duizenden acres aan steenkolen velden en kalkterreinen, en ook het ^gebied, waar natuurgas wordt gewonnen. En zoo hadden zij ten laatste voor vele jaren vooruit volop voor raden van alle delfstoffen, noodig voor de be reiding van ijzer en staal. Dat was een verstan dige politiek; maar genie was daarvoor niet noo dig geweest: niets dan verstandige studie en een goed oordeel. Zij brachten de delfstoffen niet voort; maar zij zagen die om zich heen te koop tegen prijzen, welke op het oogenblik voor laag gelden. Heel veel van den voorspoed in de zaken was te danken aan die delfstoffen, welke een maal het eigendom waren geweest van de gemeen schap, doch welke door hem en zijn maats in bezit waren verkregen voor spotprijzen. Hun onderneming werd winstgevend gemaakt door de vraag, welke naar hun producten ijzer en staal ontstond onder de toenemende bevolking, die zich in het nieuwe werelddeel kwam vestigen. Zonder nieuwe, talrijke bevolkingsgroe pen, verre en dichtbij, zouden zij hun millioenen niet hebben kunnen verwerven. De toeneming van de bevolking was dan ook steeds een belangrijke factor in hun welslagen. Amerikanen, die er na een léven van ar beid en gelukkige speculaties in geslaagd zijn, een reuzenfortuin bijeen te krijgen, stellen er meestal een eer in, een aanzienlijk deel van dat fortuin te bestemmen voor wat men hier te lande „een goed doel" zou noemen. In het afgeloopen jaar kwam deze Amerikaansche karaktertrek weer zeer duidelijk aan het licht. In de buitenlandsche bladen vinden wij het volgende lijstje van groote schenkingen en erflatingen in de Vereenigde Sta ten, alle gedaan in het jaar 1906 C. T. Yerkes liet f21,600,000 na voor de stich ting van een Yerkes-ziekenhuis dezelfde liet f 12,000,000 na voor de stichting van een Yerkes-museum Marshall Field liet f 16,800,000 na aan het Field- museum P. A. B. Widener gaf f 19,200,000 voor de stich ting van een tehuis voor gebrekkige kinderen; David Rankin schonk f4,800,000 aan de school voor nijverheid te St. Louis; Mevr. Marianne Brimmer schonk f3,250,000 aan het museum voor schoone kunsten te Boston W. V. Lawrence schonk f3,000,000 voor lief dadige doeleinden Charles Fergus schonk f2,400,000 voor liefda dige doeleinden. Albert Wilcox vermaakte f 2,400,000 aan de Auduban Society; C. E. Schoelkopf liet f2,400,000 na voor lief dadige doeleinden. Maar aan het hoofd van de lijst had Carnegie moeten staan. Deze toch kwam uit den hoek met f26,577,600, bestemd voor bibliotheken, on derwijs en kerkorgels. Rockefeller gaf f 17,004,000. Het dient echter vermeld, dat den eersten dag van het nieuwe jaar nog f 7,500,000 door den petroleummagnaat werden gegeven aan het pensioenfonds voor do centen aan de universiteit te Chicago. De automobiel-industrie in Amerika heeft een enorme vlucht genomen in de laatste zes jaar. Tegen drieduizend vijfhonderd in 1900 zijn in het afgeloopen jaar acht-en-dertig duizend auto's van verschillend genre in Amerika ver vaardigd. Inl903 werden in Amerika honderd vier en-dertig menschen door automobielen gedood, tegen 3969 dooden en 12.512 gewonden door trein ongelukken. Vreeselijke brand. Volgens berichten aan de kranten te Straatsburg (Elzas), zijn in het dorp Geispalsheim bij een brand in een fabriek 20 werklieden omgekomen. Omtrent den brand te Geispolsheim melden de bladen uitvoerig: 's Morgens om zes uur brandde de kachelfa-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 5