Staten-Generaal. Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. In onze Vroedschap. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag '17 April. De heer Lobman betoogde dat voor het pro test van minister De Meester op gisteren geen reden bestond. De van rechts geraadpleegde per sonen hebben juist niet willen veronderstellen, dat de betrekkelijke zinsnede van het schrijven van 16 Maart een inconstitutioneele daad van bet demissionair Kabinet deed vermoeden anders hadden zy dadelijk de bestuurstaak op zich geno men. Spreker verheugde zich, dat uit 's Ministers verklaring gebleken is, dat er een vergissing in het spel was. Ter aanvulling deelde spreker nog mede, dat een der van rechts geraadpleegde per sonen er voor was, dat de Rechterzijde de bestuurstaak op zich zou nemen. Minister De Meester ging vervolgens nog eens de motieven na voor het niet-aanvaarden door de Rechterzijde van de Kabinetsformatie. Daarbij haalde hij verschillende passages aan uit een schrijven van den heer Schimmelpenninck, o.a. hierop neerkomende, dat een ministerie van Rechts wellicht in de Kamer geen meerderheid zou vindendat een Cabinet d'affaires stremming in het totstandkomen zou brengen van belangrijke wetsontwerpendat de Kamerontbinding evenmin aanbevelenswaardig was zoowel door de stemming als door de politieke verwarring, welke er van te duchten was. De heer Schimmelpenninck zag in de ontbinding dus niet zulk een lot in de loterij voorts verdedigde de minister de ontslagaanvrage door het Kabinet. Het votum der Eerste Kamer raakte wel degelijk het beleid der "Regeering want het beginsel van het blyvend gedeelte- vraagstuk raakte het Regeeringsprogram en dit beginsel is in de Eerste Kamer bestreden. Nu wordt wel in het rapport van den beer Schim melpenninck opgemerkt, dat de Eerste Kamer wel met den Minister van Oorlog was meegegaan, indien hy den maatregel had uitgesteld. Maar hiervan bleek niets uit het voorloopig verslag. Uit beginsel was men tegen 's ministers maatregel. Trouwens minister Staal kon en mocht niet in uitstel bewilligen, want dan was hy in strijd gekomen met de overeenkomst, door hem met de Tweede Kamer aangegaan. Na het votum van de Eerste Kamer kon het Kabinet niet anders dan ontslag aanvragen. Hoofdzaak voor den minister was: le dat het votum van de meerder heid der Eerste Kamer gericht was tegen een beginsel van het regeeringsprogram en 2e, dat de Rechterzijde tot tweemaal toe geweigerd heeft, de regeenngstaak over te nemen en dus niet heeft willen aanvaarden het logisch gevolg van haar daad. De minister herinnerde aan de woorden van den heer Heemskerk in 1886 by crisis dat degene die de wond toebrengt, ook de genezing moet aanbrengen. De heer Van Karnebeek oordeelde, dat de regeering ten onrechte een technische kwestie heeft opgeblazen tot een Kabinetskwestie't heeft er den schijn van, dat men de zuiver technische kwestie der inkrimping van het blijvend gedeel.e wil gebruiken als een hefboom om de thans be staande politieke verhoudingen te verbreken. Der gelijke tactiek leidt tot ontwrichting van al wat buiten de politiek behoort te staan. Wanneer minister Van Rappard de politiek buiten zijn maatregelen houdt, zal hjj op sprekers steun kun nen rekenen. De heer Heemskerk prijst het Kabinet, omdat het is teruggekeerd en omdat spreker daarin ziet een terugkomst op een fout, door het Kabinet begaan, toen het zjjn collectief ontslag aanbood. Dit is de reden, waarom spreker bet terugkeeren van het Kabinet prjjst. De critiek op de Kabinetsformatie bljjft ten volle gehand haafd. Voor ontslagaanvrage was geen reden. De zaak waarom 't toch ging was teruggebracht tot een zuiver technische kwestie. Dit is voldoende bjj de Kamerdebatten gebleken. Spreker ontkende tegenover den minister formeel, dat het votum der Eerste Kamer gericht was tegen het beginsel van inperking van het blijvend gedeelte. Spreker critiseerde de houding van hei Kabinethet onoor deelkundig opblazen van een technische kwestie tot een Kabinetskwestie is niet in het belang van het land, want daardoor wordt het militaire vraag stuk op den voorgrond geschoven en gemaakt tot een strijdpunt tusschen politieke partijen. Ook is het verkeerd, deze geschiedenis te maken tot een tweemaandeljjksche staking in de wetgeving. Spr. beschuldigde het Kabinet voorts van een on rechtmatig optreden tegen de Rechterzijde, liet Kabinet werd daarin gesteund door een gedeelte van de liberale pers. Onrechtmatig was het, om het te doen voorkomen, alsof de Rechterzijde de van links gebrachte legerhervorming wilde tegen houden. Onrechtmatig was de voorstelling, dat 't de rechterzijde te doen was om aan het bewind te komenonrechtmatig is de beschuldiging, dat de rechterzijde door het niet aanvaarden van den bestuurstaak niet wil aanvaarden het logische gevolg van haar daad. De bestrijders van Staals maatregel hebben toch uitdrukkelijk doen uitko men, dat zij het Kabinet niet wilden doen vallen. Op een hersenschim is collectief ontslagaanvrage gebouwd. Spreker verdedigde voorts de houding der Rech terzijde in den ioop der crisis en vroeg aannemende dat de zinsnede in het schrijven van 16 Maart op een vergissing berustte, welke beteekenis dan eigenligk aan bedoelde uitlating moet worden ge geven. Wat de houding van het Kabinet in 't algemeen betreft, oordeelde spr. dat de Regeering door de crisisgebeurtenissen haar prestige niet heeft verhoogd. Ten slotte verklaarde de heer Heemskerk, dat de verhouding der Rechter zijde tegenover het Kabinet niet veranderd iszij blijft welwillend, maar als oppositie en zonder politiek vertrouwen. De heer Goeman Borgesius roept bet teruggekeerde Ministerie eveneens welkom toe, maar op een geheel anderen toon dan de Heems kerk, en ze: daarna uiteen de noodzakelijkheid voor 't Kabinet om ontslag te vragen, waar het getroffen werd door een votum, rakende een der beginselen van bet Regeeringsprogram, het blijvend gedeelte. En dat dit militaire vraagstuk deel uit maakte van 's Kabinet's program is zelfs in etn driestar in de sStandaard" erkend, waarin geschre ven werd dat het Kabinet in zijn program een plaats voor inkrimpb g van het bijjvend gedeelte heeft ingeruimd. Spreker constateert verder o.m., dat niet alleen de rechterzijde geweigerd heeft, het bewind over te ntmer, maar al het mogelijke gedaan heeft, gedurende den geheelen loop der crisis, om te voorkomen dat het land beroofd zou worden van het demissionnaire Kabinet. Onder voortdurende interrupties kritiseert spr. de houding van de rechterzijde, die, zich in de crisis in een impasse bevindende, alles deed en thans nog doet om haar houding goed te praten. Men zei dat de Eerste Kamer met haar votum niet het gansche Kabinet wilde treffen, doch slechts één ministermaar men wist de politieke gevolgen. De R.egeering is door het gebeurde, wel verre van verzwakt, versterkt te voorschijn getre den dat zou niet het geval geweest zijn, indien 't haar politiek in zake het vblyvend gedeelte" had prijsgegeven. Spr. is overtuigd, dat de naam van generaal Staal, de man van de daad, steeds met eere genoemd zal blijven, en hoopt dat zijn opvolger de taak, door hem thans op de schouders genomen, niet te zwaar zal vinden. De heer van Nispen ontkent, dat het blijvend gedeelte-vraagstuk behoorde tot het Regeerinspro- gram. 's Minister's conclusie, dat het verzet bijna uitsluitend het beginsel gold, is ten eenen- male onjuist, en de collectieve ontslagname was z. i. ongemotiveerd. De heer Troelstra zegt, dat het Kabinet volkomen gelijk had met zijn ontslag-aanvrage na het votum der Eerste Kamer. Spr. begrijpt, dat de rechterzijde pogingen doet om de verwerping zoo klein mogelijk te maken. De rechterzijde weet ook wel, dat onder het volk de militaire kwestie steeds meer de aandacht gaat trekken en zjj is bang om bjj de Staten-verkiezing te staan onder het licht der verworpen begrooting. Want het ging wel degelijk tegen de legerrichting van minister Staal, dat heeft b. v. ook »De Tijd" erkend. Het is geen kwestie van technischen aard. Bjj zulk een kwestie zal de meerderheid van een parlement zich nooit tegen een minister keeren. Uitvoerig zet spreker uiteen, dat naar zijn meening de politiek op de militaire kwestiën van grooten invloed is, Hjj had gaarne gezien dat over was ge gaan tot Kamerontbinding, om zoo het volk uitspraak te laten doen. De overgroote meerderheid zou zich hebben geschaard achter minister Staal. Maar de liberalen durfden ook geen Kamerontbinding aan, want bjj de stembus staan die heeren ook niet zuiver, dat hebben ze met de legerwetten van 1901 bewezen 1 En de rechterzijde steunde dit ministerie, toen geld werd gevraagd voor het militairisme. De heer Heemkerk: Hebt gij de regeering nooit gesteund De heer Troelstra: Wjj raden iedere re geering aan zich niet afhankelijk te stellen van de sociaal-democraten (Luid gelach). Volgens spreker zou het best zjjn geweest een zaken-Kabinet der tegenstanders, want ook van links is er bestrijding geweest van minister Staal. Maar de sStandaard" ried al direct op de meest bekrompen wijze de rechterzijde aan, niet in zulk een Kabinet plaats te nemen. De heer Kolkman: Maar wat hebben de vertegenwoordigers van de rechterzijde zelf gezegd De heer Troelstra: Waar zjjn die verte genwoordigers (Luide instemming links). Er zjjn leiders gehoord, maar die spreken, zonder de parijj te hooren. Is dat nu uw eenheid (Instemming). Spreker heeft gehoord dat de rechterzijde voor de rechten der Kroon heeft gewaakt. Als hjj zoo iets hoort, gelooft hjj nooit aan den ernst ervan na het ministerie-Kuyper. De rechterzijde heeft meer dan eens de Koningin gebruikt als ledepop. Haar gebruikt voor politiek spel. En wat nu zoo gewraakt wordt als te zjjn aan de Koningin ge schreven, beschouwt spreker als zuiver constituti oneel. De rechterzijde wil een relletje hebben om de aandacht van de zaak af te leiden. Zjj heeft het publiek gemaakt, niet ten bate van de Konin gin, maar ten bate van zichzelf. (Stemmen het wordt Juni). En heeft ze daarom de Koningin een dienst gedaan De rechterzijde heeft nu twjjfel gewekt aan de gevoelens der Koningin. Zjj heeft voedsel gegeven aan het gerucht, dat al jaren loopt nameljjk uat, wanneer een minister flinke demo cratische legerhervorming wil, hjj aan het hof geen steun vindt. (Instemming, beweging). Spreker wenscht een uitdrukkelijke verklaring, waarom generaal Staal niet is aangebleven. Mili taire ministers verdwjjnen spoedig en soms op vreemde wijze van het tooneel. Waarom moest Staal vallen Heeft men onder handeld met de Staten van Noord-Holland (Luid Gelach). Spreker vraagt generaal Van Rappard excuus, dat hjj hem geen welkomsgroet kan toeroepen. (Gelach. De minister buigt vriendelijk). Spreker moet eerst eens zien, wat de minister wil. Hjj zegt ten slotte dat de komende verkiezingen de Eerste Kamer moeten omzetten, wil men voor de tweede maal succes hebben. De heer Eland zet, naar aanleiding van een opmerking van den heer Troelstra, uiteen, dat er voor zjjn aftreden indertjjd wel degeljjk goede aanleiding was. De vergadering wordt verdaagd tot heden. Offlcieele berichten. Bij Kon. besluit is aan den heer A. Spottorno, vice-consul der Nederlanden te Cartagena, den per soonlijken titel van consul verleend. Bij Kon. besluit is toegekend: de ceiemedaiile van de orde van Oranje-Nassau, in zilver, aan den eervol ontslagen wapencon troleur L. Brossois do oeiemedaiile van de orde van Oranje-Nas- sou, in zilver, aan den adjudant-onderofficier schrijver A. Mqermans, van het le. reg. vesting- art. Djambi. Blijkens een uit Nederlandsch-Indië ontvangen telegram is het invloedrijke Djambische bende- hoofd Pangeran Anom met al zijne familiele den in onderwerping gekomen. 'Vermoedelijk houdt dit gewichtig feit voor den politieken toestand in Djambi verband met het sneuvelen der Pangerans Hadji Oemar en Se- rnan, waarvan onlangs een regeeringstelegram me- dedeeling deed. Da groote schoonmaak, gehou den omstreeks einde 1905 en in de eerste maan den van. 1906 in de onderaideeling Boyea-Ba- tang Hari deed de vijandiggezinde Djambische grooten een schuilplaats zoeken in het uitgestrek te boschi,.Trein grenzende aan de onderafdeeling Tebo. Onder deze behoorden beide broeders hiervo- ren genoemd. Pangeran Anom bevond zich reeds in die streek w;er bevolking onvoldoende me dewerkte om te beletten dat de voortvluchtige groo ten zich daar nestelden. Wel verbeterde gelei delijk die toestand door het opleggen van boe ten, doch de gezochte hoofden bleven zoek. Thans echter zijn drie der voornaamsten bin nen korten tijd onschadelijk gemaakt, zoodat, wordt het krachtig optreden van den laatsten tijd voigchoud.n, mag worden verwacht dat het georganiseerd verzet in het Djambische spoedig tot het verleden behooren zal. Onderzoek ramp s.s. „Berlin". Uit Lon-iei: wordt gemeld: In het onderzoek naar de ramp van de „Berlin" verklaarde Dale, de kapitein van de „Clacton", dat hij niet geloofde, dat het gieten van olie op de golven op den morgen van de schipbreuk gehaat zou hebben. Getuige voegde er aan toe, dat. het wrak van de „Berlin" de „Clacton" be lette binnen te loopen, anders zou hij birmen- gestoomd zijn. Naar de meening van getuige was het binnen loopen van de „Berlin" evengoed mo gelijk geweest, als het schip maar niet door een tweeden' golfslag getroffen was. lElias, een lid der firma Hudig en Pieter3 te Rotterdam, agenten van de Great Eastern Spoor wegmaatschappij, verklaarde, da,t hij; geloofde, dat de kapitein va,n de „Berlin" terecht getracht had binnen te loopen Hamilton legde aan het Hof van enquête de volgende vragen voor, nl. le. Was de „Berlin" op 21 Februari zeewaardig en waren aan boord de voorgeschreven reddingbooten en reddingtoe stellen? 2o. Welke was de oorzaak van de rarrip, en werd de tucht na de stranding aan boord van de „Berlin gehandhaafd? Kapitein Chiiver, die de „Amsterdam", een der booten van de Great Eastern, naar den Hoek over bracht, verklaarde, dat de kans op stortzeen in den omtrek van den Hoek niet groot is onder gewone weersomstandigheden tusschen den gas boei en het Nooiderhoofd. Deze getuige gelóóf de niet dal het den 21sten Februari zoodanig stormde, dat het binnenloopen gevaarlijk was; hij ging zonder ongeval 17 jaar geleden met een stoomschip kleiner dan de „Berlin" binnen. 'Een der aanwezige advocaten, die een ver wante va.n een der met de „Berlin" omgekn I menen vertegenwoordigde, voegde kapitein Chili ver toe, dat 't natuurlijk was, dat hij zoo ooi I deelde, dazr hij een gezagvoerder van een dei booten van de Great Eastern is. Chiiver ant woordde hierop waardig, dat hij alleen volgens do waarheid getuigenis afgelegd had. Stcele, marine-inspecteur, verklaarde, dat hij het wrak der „Berlin" bezocht en bevonden had, dat de sUmrbüoidstoommachine op „volle kracht vooruil" stond, zooals de kapitein gelast had, de bakboordmachine wees noch vooruit, noch ach- teruit aan, ofschoon de kapitein de order had gegeven, dat de bakboordmachine hard achter uit meest slaan. I De Lcndenscbe deskundige Gordon verklaarde, dat het gieten van olie op de golven een grool verlies aan menschenlevens zou hebben kunnen voorkomen; honderd gallons olie zóuden daar voor voldoende geweest zijn en hadden best door de reddingboot uitgeworpen kunnen worden. Baden Powel, een rechtsgeleerde, die sprak voor de nabestaanden van den verdronken Davidsons, hield vervolgens een toespraak tot het Hof van enquête en betoogde, dat een voorzichtige scheeps kapitein niet getracht zou hebben binnen te loo pen tijdens zulk een stormweer als er op den 21en Februari Imerschte. j Het Hof van enquête heeft de zitting tot Maan dag verdaagd. Ziekteverzekering. Binnen enkele dagen verschijnt het rapport, door een commissie uit de Federatie der vijf Diocesane Werkliedenorganisaties uitgebracht in zake het wetsontwerp-Ziekteverzekering. Ramp met de «Berlin". Naar wij vernemen, zal de interpellatie in zake de ramp met de „Berlin" spoedig in de Tweede Kamer aan dc orde worden gesteld. De heer De Klerk, die dezer dagen een aantal vragen, die hij bij die interpellatie wenscht te stellen, aan Mi nister Veegens heeft toegezonden, moet voorne mens zijn krachtig er op aan te dringen, dat de Staat zelf het reddingwezen aan den Hoek van Holland ter hand neme en reorganiseere. L f („Tel.") Tramwegpersoneel. De staatscommissie van Enquete omtrent het tramwegpersoneel, zal na 1 Juli voor het hooren van getuigen en deskundigen zitting houden in verschillende deelen van het land en verzoekt een ieder, die in het belang van dit onderzoek, door de commissie wenscht te worden gehoord, zich daartoe bij het bureau der commissie, aan de Zeestraat no 88 te 's-Gravenhage schriftelijk aan te melden i Uit Leiden. Men meldt uil Leiden Vrijdag 19 April, op Prinsendag, zal in de bui- tersocieteit «Amicitia" een tentoonstelling en wed strijd van fotografieën worden gehouden verdeeld in verschillende rubrieken als gezichten van de stad Leiden en omgeving, stads- en landgezichten Haart uiten en fotografieën in het algemeen. De tentoonstelling is georganiseerd door de Vereeniging ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer. R. K. Schippers. Zondag vergaderde te Utrecht de commissie tot oprichting eener Ned. Org. van R. K. Schippers. Behandeld werden de ontwerp-statuten. welke na enkele wijzigingen werden goedgekeurd. Vele adhaesiebetuigingen uit alle deelen des lands waren ingekomen, hetgeen zeker een bewijs is hoezeer door de belanghebbenden de noodzakelijkheid eener organisatie wordt gevoeld. Zij, die inlichtingen verlangen of zich wenschen aan te sluiten, kunnen zich nog vervoegen by den voorzitter, den heer J. Reevers, le Atjehstraat 50 II Amsterdam. Een mooi legaat. Door den heer P. Loomans te Maastricht is aan die stad een legaat van f2000 besproken tot onder houd van het gedenkteeken van Minckelers. Onderwijs. In de 10e algemeene vergadering van den II- K. Onderwijzersbond in het bisdom Roermond werd de volgende conclusie gesteld door pater van Kesteren: i li. Be R.-K. O. B. gaat uit van het beginsel, dat zooveel mogelijk alle kinderen godsdienstig en kuinolicke kinderen katholiek onderwijs be hooren te ontvangen. 31. Daaiom bevordert hij, ook in de openbare school, het godsdienstig, en indien mogelijk, hot katholiek onderwijs. III. Hij erkent, dat op de bijzondere katholieke schcol van bijkomstige omstandigheden afge zien de godsdienstige en katholieke geest van het onderwijs beter gewaarborgd is, en acht diens volgens in het belang der opvoeding in beginsel de bijzondere katholieke school boven de open bare te verkiezen. IV Hij streeft naar alzijdige verbetering van het onderwijs en naar bevordering van de per soonlijke belangen zijner leden, zoowel aan do bijzondere als aan de openbare school. V. D de bevordering van hot godsdienstig onderwijs aan de openbare school wordt feitelijk do uitbreiding van het bijzonder katholiek onder wijs zijdelings tegengehouden. Die uitbreiding rechtstreeks en stelselmatig tegen te werken, zou echter met de katholieke beginselen van den bond in strijd zrjm. VI. Stelselmatige medewerking integendeel wordt door die beginselen niet uitgesloten, maar is bij de tegenwoordige samenstelling van den bond er. de thans nog bij het bijzondere onderwijs bestaande toestanden om practische redens niet verkieselijk, In bijzondere gevallen moet naar om standigheden gehandeld, met inachtneming èn van de belangen der jeugd, èn van die der bondsleden, in zoover zij door oprichting van een bijzon dere school kunnen gebaat of geschaad worden. Gister had L. Hagestein, wonende Fabriekstraat 4, sjouwer by de firma Smulders, toen hy in de gietery gietwerk uit den grond haalde, het ongeluk den wijsvinger van zyn linker hand te klemmen. Hy moest zyn werk neerleg gen en zich onder geneeskundige behandeling stel len. Rioolkwestie. Straatnamen. Gemeentewerken Inkomstenbelas ting Grondverkoop. Er komt wat meer schot in het administratief beheer der gemeente. De vergaderingen van onzen gemeenteraad volgen elkaar wat geregelder op. Nu, nadat een kleine drie weken verloopen waren sinds de vorige raadsvergadering, vergaderde onze vroedschap weer ter afdoening van eene agenda, die bij menig nummer stof tot overvloedige dis cussie gaf en onze vroeden dus geruimen tyd bijeenhield. Gelukkig was er ditmaal geen comité vooraf, zoodat wy direct met de deur in het huis konden vallen. By de doorworsteling van de lange reeks van ingekomen stukken gaf allereerst tot uitvoe rige discussie blijkbaar overvloedige stof de mis sive ten geleide van een schrjjven van de Com missie voor de Gemeentewerken in zake het riool aan de Noordvest. Er zyn by de discusie over deze rioolkwestie, die reeds vroeger in onzen Raad behandeld werd, eigenaardige dingen gezegd, die wel verdienen eens nader bekeken te worden. Typisch heeft vooral de heer Wittkampf gezegd, dat er met de gemeente slecht kersen is te eten. 't Bleek ook weer in deze kwestie. Terwyl toch nu eerst officieel werd vastgesteld, dat de gemeente geen onderhoudsplicht had ten opzichte van dat riool, dat toch ook gedeeltelyk over haar terrein loopt, liet zy 't twee a drie jaar onverzorgd liggen. Was hier niet de loyale weg geweest, zoolaDg het onderzoek duurde, voort te gaan met het werk dat door het veeljarig gebruik althans tot gemeente taak geëikt was Met instemming hoorden w(j dan ook genoemd Raadslid getuigen, hoe be-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 2