Staten-Generaal.
tweede kamer.
Grondverkoop.
voeren. Tot verderen afvoer van het water zijn
onder in den cementen rand op afstanden van
50 cM. gaatjes gemaakt, zoodat het overtollige
water op die wijze zijn weg vindt naar de toe
zingen of naar de voetpaden, doch deze laatste
zijn alle weer met omgekeerde houten goot
jes (twee latten met een plankje er over) ge
draineerd, waarover dan het grint komt.
Uit de photographic blijkt, dat de planten uit
stekend willen groeien en bloeien, ja, zelfs zijn
er een paar vruchtboomen op, waarvan aan een
boom meer dan 50 peren zitten. De rietmatten
zijn aan de noordzijde geplaatst, om van dien
schralen wind gevrijwaard te zijn, en waardoor
een mooi luw hoekje om de vruchtboomen ont
staat, terwijl een flink zomerhuisje den oosten
wind keert. Alles groeit er welig, de rozen zijn
zelfs zoo-, dat de meeste kronen der stamrozen
met meer dan 20 knoppen prijken.
jWil je wel syn, wil je rusten?
Soekt het niet in vreemde kusten.
Eygen huys en eygen dack,
Dat is vrij een groot gemack.
Deze spreuk, in een mooi lijstje gevat, leest
men, als men boven gekomen, op het punt staat
den tuin in te gaan. En dan komt men -- in
't hartje van Oud-Amsterdam, op het dak van
een mooi koopmanshuis uit de 17de eeuw
te midden van seringen, weigelia's, aucuba's,
struik- en stamrozen, twee pereboomen, een ap
pel, een perzik, W„ wingerd, fuchsia's, viooltjes,
vergeet-mij-niet, wonderboom, agapanthus, enz.
Afzonderlijk genoemd moet worden de wilde kas
tanje, dien men op het middenperk ziet. Als knaap
van zeven jaar heeft de eigenaar dien gezaaid
en hem vervolgens overal meegenomen, waar hij
zich metterwoon vestigde. Nu eens in een kuip
gezet, dan weer in den tuin uitgepUnt, zal hij
thans wel de verhevenste standplaats onder de
Nederlandsche kastanjeboomen innemen
Als men hier ziet wat gezelligheid, wal tuin
genot men kan smaken, zelfs in 'thartje van
een wereldstad, betreurt men hei, dat <er in dié
richting niet nog oneindig veel meer gedaan wordt.
Intusschen„Leeringen wekken, voorbeelden trek
ken."
Zitting van Vrijdag 7 Juni.
Onderzoek naar het vaderschap.
Aan de orde is de voortzetting van de behan
deling van het wetsontwerp, betreffende het on
derzoek naar het vaderschap, en wel van art. 334 b
(omschrjjvend het aanhangig maken en behan
delen van de alimentatie-vordering bij de arron-
dissements-rechtbank). Tevens komen daarbij in
bespreking acht daarop ingediende amende
menten.
De heer Van Bylandt verdedigt de amen
dementen—Van Idsinga, vooral het amendement
om de vordering te ontzeggen, wanneer de vroutv
een erkend ontuchtig leven leidde. Dit is abso
luut noodzakelijk, de amendementen gaan spr. nog
niet ver genoeg. Hij zou den gehuwden man ge
heel en al van elke actie willen uitsluiten en niet
alleen, wanneer de vrouw wist, dat de man ge
huwd was.
De Minister van Justitie (de heer
Van Raait e) ontraadt het amendementLim
burg om de actie te doen instellen bij den kan
tonrechter, geen van de motieven daarvoor ge
noemd, komt hem klemmend voor. Bjj het arbeids
contract bestond voldoende motief ervoor, maar
hier niet. Een goede en volledige behandeling der
zaak is beter gewaarborgd, wanneer zij plaats
heeft bij de rechtbank. Ook de uitvoerbaarheid
van het vonnis bjj voorbaat wordt door den mi
nister bestreden, kostelooze procedure behoeft
niet beslist te worden voorgeschreven, de rechter
zal dat steeds kunnen toestaan. Toch vindt spr.
dit geen motief om het amendement te ontraden,
daarom beveelt hij het aan. De amendementen
om de vordering na 5 jaar vervallen te verklaren,
bestrjjdt hjj. Het overgroote deel der vorderingen
zal worden ingesteld, kort na de geboorte van
het kind. Maar wil men de zaak wel, dan moet
men niet spreken van »vervalling" der vordering,
maar van sverjaring", omdat hierbij stuiting van
het vonnis mogeljjk is.
In het amendementVan Veen zou de verweer
der een zeer gemakkelijk middel hebben om aan
de actie te ontkomen. Hij zou eenmaal uitkeeren,
dan vijf jaar wachten en het vonnis zou zjjn ver
jaard. Daarom kan spr. het amendement niet
aanbevelen. De woonplaats van het kind acht spr.
de aangewezen plaats om het proces te voeren,
daar toch heeft zich de geheele zaak afgespeeld.
De minister ziet dus geen reden daarvan af te
wijken. Ook het amendement om de vordering te
ontzeggen, indien de moeder voor de bevalling een
erkend ontuchtig leven leidde is overbodig. Daarin
is reeds voorzien door de bepaling, dat de vorde
ring wordt ontzegd, wanneer zij met meer dan
een gemeenschap had.
Het amendement om de vordering te ontzeggen,
als de moeder wist, dat de man gehuwd was, kan
evenmin spr.'s instemming vinden. De wet be
schermt het wettige gezin reeds voldoende, ook
het belang van het kind is zonder het amende
ment beter gebaat. Wil men werkeljjk het huwe
lijk hooghouden, dan moet men het den getrouw
den man niet gemakkelijk maken, overspel te
plegen, dat doet het amendement.
De heer Limburg, uitvoerig repliceereud,
verdedigt nader zijn amendementen, en weerspreekt
dat die zouden willen invoeren een geheel nieuw
stelsel, tegenover het wetsontwerp.
De heer Van Wijnbergen wijst op moei
lijkheden, die zich in de practjjk zullen voordoen,
wanneer het amendement Limburg wordt aan
genomen.
Regeling der werkzaamheden.
De voorzitter zegt, dat alsnog de openbare be
handeling aan de orde moeten worden gesteld,
het ontwerp betreffende de Koninklijke stallen, de
drankwetwijziging, enz.
De heer Heemskerk wil de drankwet-wjjri-
ging van de agenda schrappen.
De heer Bos wijst op het belang van de motie,
in zake aansluiting bij de Berner conventieom
trent de drankwetwijziging wordt nog niets beslist;
overigens wordt het voorstel van den voorzitter
üangenomen.
Onderzoek vaderschap.
Verschillende sprekers repliceeren en verdedigen
nader hun amendementen.
Incident.
De heer V a n-I d s i n g a is langdurig aan het
woord en meent, dat hij den voorzitter een be
weging van afkeuring ziet makeD. Op heftigen
toon roept hij uit: Wenscht u, dat ik van bet
woord afzie?"
De Voorzitter: Neen.
Ue heer Van Idsinga: Dan verzoek ik u
geen afkeurende bewegingen te maken. U haalt
de schouders op tegen den heer Van Karnebeek.
(Beweging).
De Voorzitter: Ik verzoek
De heer Van Idsinga (zeer heftig) Ik zie
van het woord af. (Algemeene beweging).
De heer van Idsinga loopt zeer opgewonden de
Kamer door.
De heer Lohman verdedigt nader de amen
dementen, vooral dat om de vordering te ont
zeggen, ingeval de vrouw wist dat de man gehuwd
was.
De heer Hugenholtz blijft dit amendement
bestrijden, en meent, dat de rechterzijde allerlei
pogingen doet om het weinige, dat dit wetsontwerp
biedt, nog te beknibbelen.
De heer Heemskerk komt daar tegen op
en verdedigt eenige amendementen. Met kracht
waarschuwt hij tegen het voorstel-Limburg
Verschillende andere sprekers repliceeren nog.
De heer R e g o u t is het met den heer Van
Wjjnbergen eens, in het oorspronkelijk ontwerp
was de exeptio plurius middel van niet-
ontvankelijk-verklaring. Was deze dus bewezen,
dan kwam men aan het bewijs van gemeenschap
niet eens toe, doch in het ontwerp zooals het
luidt, isdeexceptio plurium tegenbewijs,
nadat reeds voorloopig de gemeenschap is bewezen
en vastgesteld bij interlocutoir vonnis van den
rechter. Wel degelijk blijft dus het stigma van het
vermoedelijk vaderschap nu op den man druk
ken.
De heer Van Veen trekt zijn amendement
(vervallenverklaring der vordering na 5 jaren) in
De heer Van Styrum handhaaft zijn amen
dement. De verdere beraadslrgingen over dit ont
werp wordt verdaagd tot vermoedelijk Woensdag
19 Juni, des voormiddags 11 uur.
De openbare vergadering wordt verdaagd tot
Dinsdag 18 Juni, 's voormiddags 11 uur.
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Vrijdag 7 Juni 1907,
des namiddags 2 uur.
{Slot).
Havengeld.
Voorstel van B. en W. tot wjjziging van de
verordening op het Havengeld.
De heer Cool zegt, dat de samenstelling van
dit voorstel hem wel wat onstemd heeft. Hij grondt
die onstemming op het feit dat niets vernomen
is op het verzoek van het filiaal van den steen
kolen handel alhier. Wanr toch wel bij de Kamer
van Koophandel, den havenmeester enz. advies zal
zjjn ingewonnen, zou bedoeld filiaal ermede ge
diend zijn als* de antwoorden van bedoelde corpo-
ratiën waren medegedeeld. Ondanks de weinig
belangstellende houding van B. en W. heeft spr.
zich toch naar Rotterdam begeven en daar de
bezwaren aan belanghebbenden medegedeeld. Na
dat hij daar met den betrokken directeur gespro-
gen had, schenen de bezwaten lichter dan zij zich
aanvankelijk voordeden: men was bereid over ver
schillende zaken heen te stappen, wanneer die te
Schiedam bezwaar opleverden. Waar dus de kans
bestond tot overeenstemmidg te komen, betreurt
spr. te meer, dat daartoe geen gelegenheid gege
ven isgaarne zou hij zien dat aan de wenschen
van het filiaal voldaan werd.
De beer W i 11 k a m t zegt, om overwegende
redenen tegen te moeten stemmen. Hij ziet geen
nut in de voorgestelde tariefwijzigingde schepen,
die met bet lage tarief hier niet aanlegden, zullen
ook met het hooge tarief niet komen. Het min
der goede gevolg zal alleen zijn, dat zjj die
in het lage tarief een middel van recla
me vonden, dit nu niet meer zulllen kunnen
gebruiken.
Ook spr. zou gaarne zien, dat aan den steenkolen
handel bier eenige faciliteiten werden verleend, maar
hij zou daarvoor ook eenige garantie willen heb
ben. Daarom zou zij zoo gaarne zien dat B. en
W. een practische staatkunde volgden, af en toe
eens van hun bureau gingen en de zaken prac-
tisch afdeden, door eens met de betrokkenen te
gaan praten.
De Voorzitter, overigens de beantwoording
aan den wethouder van Financiën overlatend,
meent den vorigen spreker ter zake van zijne
laatste uitdrukking te moeten opmerken, dat hjj
betwijfelt of dit rechtens kon gezegd worden. Waar
't B. en W. bleek, dat door particuliere bespre
king de zaker vlugger afgedaan werden, zjjn zjj daarin
niet te kort geschoten.
De wethouder van Financiën, de heer Lager-
w e y verdedigt in het algemeen de voorgestelde
wjjzigiDg en de bevoegdheid daarbij gegeven om
in buitengewone gevallen van het bestaande tarief
af te wijken. In dergelijke gevallen kan door
toepassing van art. 4 worden voorzien. Overigens
acht hij de beoogde wijziging van het havengeld
door de herhaalde bespreking genoeg bekend om
er nog een langdurige bespreking aan te
wijden.
De heer Wittkampf verzekert, dat hij vol
strekt niet bedoeld heeft, de gemeente-belangen
niet voldoende behartigd worden, maar hjj
wilde alleen zijn verlangen te kennen geven, die
nog beter behartigd te zien.
De Voorzitter neemt onder dank nota van
deze rectificatie.
De heer De Groot heeft in dit voorstel geen
enkele strekking kunnen vindennoch bjj het
College, noch bij den Raad is eenige warmte voor
deze wjjziging, zoodat hij zich afvraagt of 't niet
beter was deze zaak niet overhoop te halen. Een
belasting-verandering, vooral die van het haven
geld, waarmede zoo gesold is, moet slechts om
dringend noodzakelijke reden ter hand worden
genomen. Waar deze kleine wijzigingen zoo
weinig beteekenen en de gewenschte bevoegdheid
door art. 4 kan verkregen worden, zou hij willen
voorstellen, deze zaak niet te behandelen en het
College beleefd te verzoeken het voorstel terug
te nemen.
De heer Lagerwey antwoordt den heer De
Groot, dat wjj genoodzaakt waren, deze verorde
ning te herzien op aanschrjjving der regeering,
die verzocht daarin uitdrukkelijk op te nemen,
dat hospitaalschepen en andere vaartuigen daar
mede gelijk gesteld, zooals ook reddingsschepen
enz. vrijgesteld zouden zjjn van havengeld te be
talen. Nu de verordening toch op dit punt her
zien moest worden, zjjn er eenige kleine wijzigingen
bijgekomen, die mede in orde konden worden ge
bracht.
De heer De Groot komt alleen op tegen het
woord genoodzaakt; de regeering kon ons
hierin gelukkig niet noodzaken, maar hjj geeft
toe, dat haar verzoek aanleiding was de herzie
ning ter hand te nemen, zoodat hij op zijn denk
beeld van intrekking van het voorstel terugkomt.
Na goedkeuring van art. 1 komt nu art. 2 in
behandeling.
De heer Cool wil de zaak houden, zooals zij is.
De Voorzitter zal het artikel in stemming
brengen wie voor den ouden toestand is, stemt
dan tegen.
De heer Van der Schalk vraagt of niemand
de verdediging van de voorgestelde wjjziging op
zich neemt.
De heer Lagerwey wil ze gaarne verdedigen.
De ervaring heeft geleerd, dat het lagere tarief
voor ertsbooten tot resultaat heeft gehad, er geen
enkele meer om gekomen is. Waar nu een tarief
van 1 cent per ton voor ertsbooten niet sequivaleert
met de kosten van onderhoud der haven met al
wat er annex is, zag men geen reden meer het
uitzonderingstarief te handhaven.
De heer Van Westendorp verklaart tegen
te zullen stemmen, omdat is eenmaal het haven
geld verhoogd en blijkt de noodzakelijkheid van
wjjziging, men moeiljjk weer zal kunnen verlagen.
Artikel 2 wordt aangenomen met 12—7 stem
men Tegen stemmen de heeren Wittkampf,
Ris, Van Westendorp, Cool, Kranen, De Groot en
Dirkzwager.
Nadat de artt. 3—6 bij acclamatie zijn aange
nomen, komt art. 7 in behandeling.
De Voorzitter verklaart, dat in dit artikel
de termjjn van 20 dagen tot 17 wordt terugge
bracht.
De heer De Groot is er tegen; hjj ziet niet
in, dat 't noodig is, die kleine faciliteit te verleenen.
De heer Lagerwey zegt, dat de verandering
is aangebracht in overeenstemming met Rotterdam,
waar ook de termjjn op 17 dagen is bepaald.
Het artikel wordt aangenomen met 14 5 stem
men Tegen stemmen heeren Cool, Kranen,
De Groot, Dirkzwager en Wittkampf.
Nadat de artt. 811 bij acclamatie zijn aan
genomen, wenscht de heer Van der Schalk
terug te komen op art. 10. Hij vraagt of Rotter
dam ook vrjjstelling voor Schiedam verleent en
wel daarom, omdat er van Rotterdam nogal sche
pen hier komen.
De heer Lagerwey zegt, dat schepen in
dienst van andere gemeenten hier vrjjgesteld zjjn
van havengeld.
De heer Van der Schal k vind dit rooyaal,
maar zou daartegenover dezelde royaliteit wenschen.
De heer Cool zegt, dat in Rotterdam oorlogs
schepen zoowel Nederlandsche als vreemde vrjj
gesteld zjjn van havengeld.
Na korte verdere discussie stelt de heer Witt
kampf voor, waar onze dienstschepen niet vrij
zjjn in andere gemeenten, het woord gemeente
te schrappen rjjk en provincie zjjn vldoende.
De heer Lagerwey pleit voor het behoud
van de voorgedragen reaactie.
DeVoorzitte r constateert, dat de heerW i 11-
kampf hieromtrent dezelfde gedachte heeft als de
heer Van der Schalk.
De heer De Groot meent, men liever het
artikel moest verwerpen, dan komt van zelf de
oude redactie.
De heer Van der Scha lk zou 't daarmede
eens zjjn, als hjj niet vreesde, aldus het
geheele artikel zou worden verworpen.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. de voor
gestelde wjjziging terug nemen, zoodat de heer
Van der Schalk mee zal kunnen gaan met het
denkbeeld hier het oude artikel te laten gelden.
Het oude artikel wordt bjj acclamatie aange
nomen mr. Jansen a'leen verklaart er zich tegen.
De heer Cool vraagt of B. en W. voornemens
zijn, eenige faciliteiten aan den steenkolenhandel
te verleenen.
De Voorzittter zegt, dat B en W. daarop
ten bekwame tjjde zullen antwoorden zjj zullen
zooveel mogeljjk faciliteiten verleenen.
De heer Wittkampf meent mede deze zaak
B. en W. ter aandachtige overweging te moeten
aanbevelen.
Straatpolitie.
Voorstel van de commissie belast met het ont
werpen der strafverordeningen tot wjjziging van.
de verordening op de straatpolitie
Eerst was nu aan de orde de stemming over het
amendementJansen over het schrappen der woor
den »tenzjj met vergunning van den Burgemeester"
waarover in de vorige vergadering de stemmen
staakten.
De Voorzitter doet den Secretaris voorlezen
het adres dat van de Kath. Soc. Actie te dezer zake is
ingekomen, besluitend dat alleen algeheel verbod
van luidruchtig colporteeren doel kan treffen.
De heer Van der Drift wenscht zijn stem
over het amendementJansen te motiveeren.
De Voor zitter kan dit niet toestaan, tenzjj de
Raad in heropening der discussie toestemt.
De heer mr. von Briel Sasse meent, dat
stem-motiveering geen discussie-heropening is.
De Voorzitter weerspreekt dit.
De heer R i s meent, dat het ingekomen adres
aanleiding geeft het geheele onderwerp weer te
bespreken.
De Voorzitter zegt, dat het gebraik is bjj
nieuwe stemming over een voorstel waarbjj de
stemming staakten, de discussie niet te heropenen.
De heer Van der Drift trekt zijn vraag in.
Het amendementJansen wordt aangenomen
met 127 stemmen. Tegen stemmen de heeren
Cool, Kranen, De Groot, Dirkzwager, Van Wes
tendorp, Van der Schalk en Ris.
De heer Ris vraagt of 't nu werkeljjk de bedoe
ling is, bjj eventueel roepen proces-verbaal op te
maken.
De Voorzitter meent wel te verstaan of
dit zijn bedoeling is als hoofd der politie.
De heer R i s vraagt nader of bjjv. de uitroep
»Rotterdamsch -Nieuwsblad 1" een strafbare daad
zal zjjn. Hij wenscht dat aan de verordening
streng de hand zal worden gehouden; dan zal al
heel gauw blijken, 't niet doenljjk is.
De Voorzitter zegt, 't volkomen zoo is't is
verboden op de openbare straat te roepen of te
schreeuwen.
Art. 1 wordt aangenomen met 12 7 stemmen-
Tegen stemmen de heeren Van Westendorp;
Cool, Kranen, De Groot, Dirkzwager, Van der
Schalk en Rb.
De geheele verordening wordt daarna opnieuw
vastgesteld.
De heer Van der Drift vraagt nu zjjn stem
te mogen motiveeren.
De Voorzitter zegt, hij dit kan doen, maar
ziet het nut ervan niet in.
De heer R i s acht 't daarentegen heel wensche-
ljjk, laat de heer Van den Drift duideljjk aantoo-
nen, 't hem heilige ernst was.
De heer Van der Drift verklaart nu waar
om hjj van stemmingswjjze veranderde de erken
ning van ieders vrijheid deed hem in de vorige
vergadering stemmen, zooals hjj gestemd heeft,
maar waar hjj bemerkt de vrjjheid tot losbandig
heid leidt, meent hjj, hieraan paal en perk ge
steld moet worden en stemt hjj nu in anderen zin.
H u i s r u i 1 i n g.
Voorstel van R. en W. tot ruiling van een huis
der gemeente staande aan de Laan, kadaster
Sectie B no. 690 met dat van A. Vredebregt, kad.
Sectie B no. 685.
Besloten werd deze panden te ruilen tegen
toebetaling door de gemeente van f50waardoor
het huis van Vredebregt dat nevens de vroeger
door de gemeente gekochte en afgebroken huisjes
ligt, aan de gemeente komt en mede zal worden
afgebroken, waardoor de in die gang staande hui
zen weer lucht en licht zullen krjjgen.
Huisslooping.
Voorstel van B. en W. tot slooping van een
huis der gemeente staande aan den Singel;
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten, terwjjl
de open ruimte daardoor te ontstaan voorloopig
kan worden gebruikt als speelplaats voor de jeugd.
De heer mr. Jansen vindt 't verkeerd, aan
dit voorstel een ander voorstel te verbinden bjj
acht die samenkoppeling in 't algemeen niet wen-
scheljjk.
De heer Van Westendorp zegt dat laatst
bedoeld voorstel gedaan is tengevolge van eene
bespreking in de commissie van gemeente-werken
bljjkt net gebruik als speelplaats niet doelmatig,
dan kan men het terrein sluiten.
Het voorstel wordt zonder hoofdeljjke stemming
aangenomen.
Zangwedstrjjd.
Voorstel van B. en W. tot het beschikbaar
stellen van 4 zilveren medailles voor de te houden
zangwedstrjjd door de mannenzangvereeniging
»St. Cecilia"
Besloten werd voor dezen wedstrijd 4 zilveren
medailles beschikbaar te stellen.
Subsidiè-verleening.
Adres van het bestuur der Departementale
en het besluur van het Christ, onderwjjs om
subsidie over het jaar 1907 met prae-advies van
B. en W.
overeenkomstig dit advies wordt voorgesteld aan
het bestuur der Dep. Bewaarscholen, behalve de
subsidie van f 700, voor den cursus voor bewaar-
schoolhouderessen een subsidie te verleenen van
f250, en aan het bestuur der Christ, bewaar
school ook f 250.
De heer D e G r o o t maakt eenige opmerkingen
omtrent de begrooting der Christelijke bewaarschool,
die te dezer zake is overgelegd en uit den wensch,
dat begrooting en rekening meer volgens de regelen
der kunst zullen worden samengesteld.
De heer Van der Poel verklaart zich in het
algemeen tegen bewaarscholen.
Het voorstel tot subsidie-verleening wordt daarna
zonder hootdeljjke stemming aangenomen.
Vergunningsrecht.
Adressen van de commanditaire vennootschap
van Vonderen Co. en P. J. Romein, waarin zij
bezwaren inbrengen tegen den aanslag in het
vergunningsrecht voor hun localiteiten, waarvoor
vergunning voor den verkoop van sterken drank
in het klein is verleend
Overeenkomstig de herschatting werd het bedrag
voor van Vonderen Co. bepaald of f 140, en
voor P. J. Romein op f 110, huurwaarde en het
vergunningsrecht voor ieder op f37.50
De heer m r. Jansen verklaart niet te weten,
hoe hier de aanslag washjj wenscht, dat de be
trokken stukken met meer zorg worden samenge
steld, ook in andere gevallen met een teekening of
kaartje kunnen de leden bjjv. zaken van grondver-
koop of erfpacht gemakkelijk nagaan.
De Voorzitter zegt, dat als men zelf in een
zaak goed thuis is, 't moeiljjk is af te dalen tot
hen die daarin niet thuis zjjn maar zal met de
opmerking rekening houden.
Volkshuisvesting.
De balans-, winst- en verliesrekening voor 1906
door de Vereeniging Volkshuisvesting" ter goed
keuring ingezonden, werd met gunstig advies van
B. en W. goedgekeurd.
Adres van A. Timmermans tot verkoop van
grond van de Nassaustraat, hoek Prins Frederikstraat
Zuid-Oostzjjde met prae-advies van B. en W
De Voorzitter wjjst op het bjjgaand kaartje.
De wethouder van gemeentewerken, 'de heer
van Westendorp zegt, dat 't is het stuk
grond achter de branderjj van de firma Wittkampf
(Westerkade) tot aan de Prins Hendriksstraat.
Hoewel 't hier geldt een voortel van B. en W.,
zou spr. 't toch bejammeren, als 't aangenomen
werd. Waar 't nu hier niet een der vroeger be-
besproken kleine stukjes geldt, zou spr. aan het
denkbeeld van erfpacht willen vasthouden.
De heer De Groot sluit zich daarbjj aan,
maar vraagt voor het geval van verkoop, waar
wjj vroeger den prjjs op f 8 hebben bepaald,
waarom die nu op f7 moet worden gesteld.
De heer Van Westendorp zegt, dat f8
bedongen was voor den grond op den hoek van
de Nassaustraat en da Mauritsstraatvoor dit
stuk grond is f7 voldoende.
De heer Van der Schalk meent ook, dat
deze grond achter branderjjen niet meer waarde
heeft.
De heer mr. Jansen wil eerst de vraag ver
koop of erfpacht uitgemaakt zien.
De heer De Groot meent, dat die vraag
door voor of tegenstemmen kan worden uitge
maakt.
Het voorstel, dien grond te verkoopen a f7 per
M2 wordt aangenomen met 12 tegen 7 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Van der Poel, Cool,
Kranen, De Groot, Van der Schalk, Ris en Vaa
Westendorp.