Staten-Generaal. tweede kamer. Grondverkoop. voeren. Tot verderen afvoer van het water zijn onder in den cementen rand op afstanden van 50 cM. gaatjes gemaakt, zoodat het overtollige water op die wijze zijn weg vindt naar de toe zingen of naar de voetpaden, doch deze laatste zijn alle weer met omgekeerde houten goot jes (twee latten met een plankje er over) ge draineerd, waarover dan het grint komt. Uit de photographic blijkt, dat de planten uit stekend willen groeien en bloeien, ja, zelfs zijn er een paar vruchtboomen op, waarvan aan een boom meer dan 50 peren zitten. De rietmatten zijn aan de noordzijde geplaatst, om van dien schralen wind gevrijwaard te zijn, en waardoor een mooi luw hoekje om de vruchtboomen ont staat, terwijl een flink zomerhuisje den oosten wind keert. Alles groeit er welig, de rozen zijn zelfs zoo-, dat de meeste kronen der stamrozen met meer dan 20 knoppen prijken. jWil je wel syn, wil je rusten? Soekt het niet in vreemde kusten. Eygen huys en eygen dack, Dat is vrij een groot gemack. Deze spreuk, in een mooi lijstje gevat, leest men, als men boven gekomen, op het punt staat den tuin in te gaan. En dan komt men -- in 't hartje van Oud-Amsterdam, op het dak van een mooi koopmanshuis uit de 17de eeuw te midden van seringen, weigelia's, aucuba's, struik- en stamrozen, twee pereboomen, een ap pel, een perzik, W„ wingerd, fuchsia's, viooltjes, vergeet-mij-niet, wonderboom, agapanthus, enz. Afzonderlijk genoemd moet worden de wilde kas tanje, dien men op het middenperk ziet. Als knaap van zeven jaar heeft de eigenaar dien gezaaid en hem vervolgens overal meegenomen, waar hij zich metterwoon vestigde. Nu eens in een kuip gezet, dan weer in den tuin uitgepUnt, zal hij thans wel de verhevenste standplaats onder de Nederlandsche kastanjeboomen innemen Als men hier ziet wat gezelligheid, wal tuin genot men kan smaken, zelfs in 'thartje van een wereldstad, betreurt men hei, dat <er in dié richting niet nog oneindig veel meer gedaan wordt. Intusschen„Leeringen wekken, voorbeelden trek ken." Zitting van Vrijdag 7 Juni. Onderzoek naar het vaderschap. Aan de orde is de voortzetting van de behan deling van het wetsontwerp, betreffende het on derzoek naar het vaderschap, en wel van art. 334 b (omschrjjvend het aanhangig maken en behan delen van de alimentatie-vordering bij de arron- dissements-rechtbank). Tevens komen daarbij in bespreking acht daarop ingediende amende menten. De heer Van Bylandt verdedigt de amen dementen—Van Idsinga, vooral het amendement om de vordering te ontzeggen, wanneer de vroutv een erkend ontuchtig leven leidde. Dit is abso luut noodzakelijk, de amendementen gaan spr. nog niet ver genoeg. Hij zou den gehuwden man ge heel en al van elke actie willen uitsluiten en niet alleen, wanneer de vrouw wist, dat de man ge huwd was. De Minister van Justitie (de heer Van Raait e) ontraadt het amendementLim burg om de actie te doen instellen bij den kan tonrechter, geen van de motieven daarvoor ge noemd, komt hem klemmend voor. Bjj het arbeids contract bestond voldoende motief ervoor, maar hier niet. Een goede en volledige behandeling der zaak is beter gewaarborgd, wanneer zij plaats heeft bij de rechtbank. Ook de uitvoerbaarheid van het vonnis bjj voorbaat wordt door den mi nister bestreden, kostelooze procedure behoeft niet beslist te worden voorgeschreven, de rechter zal dat steeds kunnen toestaan. Toch vindt spr. dit geen motief om het amendement te ontraden, daarom beveelt hij het aan. De amendementen om de vordering na 5 jaar vervallen te verklaren, bestrjjdt hjj. Het overgroote deel der vorderingen zal worden ingesteld, kort na de geboorte van het kind. Maar wil men de zaak wel, dan moet men niet spreken van »vervalling" der vordering, maar van sverjaring", omdat hierbij stuiting van het vonnis mogeljjk is. In het amendementVan Veen zou de verweer der een zeer gemakkelijk middel hebben om aan de actie te ontkomen. Hij zou eenmaal uitkeeren, dan vijf jaar wachten en het vonnis zou zjjn ver jaard. Daarom kan spr. het amendement niet aanbevelen. De woonplaats van het kind acht spr. de aangewezen plaats om het proces te voeren, daar toch heeft zich de geheele zaak afgespeeld. De minister ziet dus geen reden daarvan af te wijken. Ook het amendement om de vordering te ontzeggen, indien de moeder voor de bevalling een erkend ontuchtig leven leidde is overbodig. Daarin is reeds voorzien door de bepaling, dat de vorde ring wordt ontzegd, wanneer zij met meer dan een gemeenschap had. Het amendement om de vordering te ontzeggen, als de moeder wist, dat de man gehuwd was, kan evenmin spr.'s instemming vinden. De wet be schermt het wettige gezin reeds voldoende, ook het belang van het kind is zonder het amende ment beter gebaat. Wil men werkeljjk het huwe lijk hooghouden, dan moet men het den getrouw den man niet gemakkelijk maken, overspel te plegen, dat doet het amendement. De heer Limburg, uitvoerig repliceereud, verdedigt nader zijn amendementen, en weerspreekt dat die zouden willen invoeren een geheel nieuw stelsel, tegenover het wetsontwerp. De heer Van Wijnbergen wijst op moei lijkheden, die zich in de practjjk zullen voordoen, wanneer het amendement Limburg wordt aan genomen. Regeling der werkzaamheden. De voorzitter zegt, dat alsnog de openbare be handeling aan de orde moeten worden gesteld, het ontwerp betreffende de Koninklijke stallen, de drankwetwijziging, enz. De heer Heemskerk wil de drankwet-wjjri- ging van de agenda schrappen. De heer Bos wijst op het belang van de motie, in zake aansluiting bij de Berner conventieom trent de drankwetwijziging wordt nog niets beslist; overigens wordt het voorstel van den voorzitter üangenomen. Onderzoek vaderschap. Verschillende sprekers repliceeren en verdedigen nader hun amendementen. Incident. De heer V a n-I d s i n g a is langdurig aan het woord en meent, dat hij den voorzitter een be weging van afkeuring ziet makeD. Op heftigen toon roept hij uit: Wenscht u, dat ik van bet woord afzie?" De Voorzitter: Neen. Ue heer Van Idsinga: Dan verzoek ik u geen afkeurende bewegingen te maken. U haalt de schouders op tegen den heer Van Karnebeek. (Beweging). De Voorzitter: Ik verzoek De heer Van Idsinga (zeer heftig) Ik zie van het woord af. (Algemeene beweging). De heer van Idsinga loopt zeer opgewonden de Kamer door. De heer Lohman verdedigt nader de amen dementen, vooral dat om de vordering te ont zeggen, ingeval de vrouw wist dat de man gehuwd was. De heer Hugenholtz blijft dit amendement bestrijden, en meent, dat de rechterzijde allerlei pogingen doet om het weinige, dat dit wetsontwerp biedt, nog te beknibbelen. De heer Heemskerk komt daar tegen op en verdedigt eenige amendementen. Met kracht waarschuwt hij tegen het voorstel-Limburg Verschillende andere sprekers repliceeren nog. De heer R e g o u t is het met den heer Van Wjjnbergen eens, in het oorspronkelijk ontwerp was de exeptio plurius middel van niet- ontvankelijk-verklaring. Was deze dus bewezen, dan kwam men aan het bewijs van gemeenschap niet eens toe, doch in het ontwerp zooals het luidt, isdeexceptio plurium tegenbewijs, nadat reeds voorloopig de gemeenschap is bewezen en vastgesteld bij interlocutoir vonnis van den rechter. Wel degelijk blijft dus het stigma van het vermoedelijk vaderschap nu op den man druk ken. De heer Van Veen trekt zijn amendement (vervallenverklaring der vordering na 5 jaren) in De heer Van Styrum handhaaft zijn amen dement. De verdere beraadslrgingen over dit ont werp wordt verdaagd tot vermoedelijk Woensdag 19 Juni, des voormiddags 11 uur. De openbare vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag 18 Juni, 's voormiddags 11 uur. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Vrijdag 7 Juni 1907, des namiddags 2 uur. {Slot). Havengeld. Voorstel van B. en W. tot wjjziging van de verordening op het Havengeld. De heer Cool zegt, dat de samenstelling van dit voorstel hem wel wat onstemd heeft. Hij grondt die onstemming op het feit dat niets vernomen is op het verzoek van het filiaal van den steen kolen handel alhier. Wanr toch wel bij de Kamer van Koophandel, den havenmeester enz. advies zal zjjn ingewonnen, zou bedoeld filiaal ermede ge diend zijn als* de antwoorden van bedoelde corpo- ratiën waren medegedeeld. Ondanks de weinig belangstellende houding van B. en W. heeft spr. zich toch naar Rotterdam begeven en daar de bezwaren aan belanghebbenden medegedeeld. Na dat hij daar met den betrokken directeur gespro- gen had, schenen de bezwaten lichter dan zij zich aanvankelijk voordeden: men was bereid over ver schillende zaken heen te stappen, wanneer die te Schiedam bezwaar opleverden. Waar dus de kans bestond tot overeenstemmidg te komen, betreurt spr. te meer, dat daartoe geen gelegenheid gege ven isgaarne zou hij zien dat aan de wenschen van het filiaal voldaan werd. De beer W i 11 k a m t zegt, om overwegende redenen tegen te moeten stemmen. Hij ziet geen nut in de voorgestelde tariefwijzigingde schepen, die met bet lage tarief hier niet aanlegden, zullen ook met het hooge tarief niet komen. Het min der goede gevolg zal alleen zijn, dat zjj die in het lage tarief een middel van recla me vonden, dit nu niet meer zulllen kunnen gebruiken. Ook spr. zou gaarne zien, dat aan den steenkolen handel bier eenige faciliteiten werden verleend, maar hij zou daarvoor ook eenige garantie willen heb ben. Daarom zou zij zoo gaarne zien dat B. en W. een practische staatkunde volgden, af en toe eens van hun bureau gingen en de zaken prac- tisch afdeden, door eens met de betrokkenen te gaan praten. De Voorzitter, overigens de beantwoording aan den wethouder van Financiën overlatend, meent den vorigen spreker ter zake van zijne laatste uitdrukking te moeten opmerken, dat hjj betwijfelt of dit rechtens kon gezegd worden. Waar 't B. en W. bleek, dat door particuliere bespre king de zaker vlugger afgedaan werden, zjjn zjj daarin niet te kort geschoten. De wethouder van Financiën, de heer Lager- w e y verdedigt in het algemeen de voorgestelde wjjzigiDg en de bevoegdheid daarbij gegeven om in buitengewone gevallen van het bestaande tarief af te wijken. In dergelijke gevallen kan door toepassing van art. 4 worden voorzien. Overigens acht hij de beoogde wijziging van het havengeld door de herhaalde bespreking genoeg bekend om er nog een langdurige bespreking aan te wijden. De heer Wittkampf verzekert, dat hij vol strekt niet bedoeld heeft, de gemeente-belangen niet voldoende behartigd worden, maar hjj wilde alleen zijn verlangen te kennen geven, die nog beter behartigd te zien. De Voorzitter neemt onder dank nota van deze rectificatie. De heer De Groot heeft in dit voorstel geen enkele strekking kunnen vindennoch bjj het College, noch bij den Raad is eenige warmte voor deze wjjziging, zoodat hij zich afvraagt of 't niet beter was deze zaak niet overhoop te halen. Een belasting-verandering, vooral die van het haven geld, waarmede zoo gesold is, moet slechts om dringend noodzakelijke reden ter hand worden genomen. Waar deze kleine wijzigingen zoo weinig beteekenen en de gewenschte bevoegdheid door art. 4 kan verkregen worden, zou hij willen voorstellen, deze zaak niet te behandelen en het College beleefd te verzoeken het voorstel terug te nemen. De heer Lagerwey antwoordt den heer De Groot, dat wjj genoodzaakt waren, deze verorde ning te herzien op aanschrjjving der regeering, die verzocht daarin uitdrukkelijk op te nemen, dat hospitaalschepen en andere vaartuigen daar mede gelijk gesteld, zooals ook reddingsschepen enz. vrijgesteld zouden zjjn van havengeld te be talen. Nu de verordening toch op dit punt her zien moest worden, zjjn er eenige kleine wijzigingen bijgekomen, die mede in orde konden worden ge bracht. De heer De Groot komt alleen op tegen het woord genoodzaakt; de regeering kon ons hierin gelukkig niet noodzaken, maar hjj geeft toe, dat haar verzoek aanleiding was de herzie ning ter hand te nemen, zoodat hij op zijn denk beeld van intrekking van het voorstel terugkomt. Na goedkeuring van art. 1 komt nu art. 2 in behandeling. De heer Cool wil de zaak houden, zooals zij is. De Voorzitter zal het artikel in stemming brengen wie voor den ouden toestand is, stemt dan tegen. De heer Van der Schalk vraagt of niemand de verdediging van de voorgestelde wjjziging op zich neemt. De heer Lagerwey wil ze gaarne verdedigen. De ervaring heeft geleerd, dat het lagere tarief voor ertsbooten tot resultaat heeft gehad, er geen enkele meer om gekomen is. Waar nu een tarief van 1 cent per ton voor ertsbooten niet sequivaleert met de kosten van onderhoud der haven met al wat er annex is, zag men geen reden meer het uitzonderingstarief te handhaven. De heer Van Westendorp verklaart tegen te zullen stemmen, omdat is eenmaal het haven geld verhoogd en blijkt de noodzakelijkheid van wjjziging, men moeiljjk weer zal kunnen verlagen. Artikel 2 wordt aangenomen met 12—7 stem men Tegen stemmen de heeren Wittkampf, Ris, Van Westendorp, Cool, Kranen, De Groot en Dirkzwager. Nadat de artt. 3—6 bij acclamatie zijn aange nomen, komt art. 7 in behandeling. De Voorzitter verklaart, dat in dit artikel de termjjn van 20 dagen tot 17 wordt terugge bracht. De heer De Groot is er tegen; hjj ziet niet in, dat 't noodig is, die kleine faciliteit te verleenen. De heer Lagerwey zegt, dat de verandering is aangebracht in overeenstemming met Rotterdam, waar ook de termjjn op 17 dagen is bepaald. Het artikel wordt aangenomen met 14 5 stem men Tegen stemmen heeren Cool, Kranen, De Groot, Dirkzwager en Wittkampf. Nadat de artt. 811 bij acclamatie zijn aan genomen, wenscht de heer Van der Schalk terug te komen op art. 10. Hij vraagt of Rotter dam ook vrjjstelling voor Schiedam verleent en wel daarom, omdat er van Rotterdam nogal sche pen hier komen. De heer Lagerwey zegt, dat schepen in dienst van andere gemeenten hier vrjjgesteld zjjn van havengeld. De heer Van der Schal k vind dit rooyaal, maar zou daartegenover dezelde royaliteit wenschen. De heer Cool zegt, dat in Rotterdam oorlogs schepen zoowel Nederlandsche als vreemde vrjj gesteld zjjn van havengeld. Na korte verdere discussie stelt de heer Witt kampf voor, waar onze dienstschepen niet vrij zjjn in andere gemeenten, het woord gemeente te schrappen rjjk en provincie zjjn vldoende. De heer Lagerwey pleit voor het behoud van de voorgedragen reaactie. DeVoorzitte r constateert, dat de heerW i 11- kampf hieromtrent dezelfde gedachte heeft als de heer Van der Schalk. De heer De Groot meent, men liever het artikel moest verwerpen, dan komt van zelf de oude redactie. De heer Van der Scha lk zou 't daarmede eens zjjn, als hjj niet vreesde, aldus het geheele artikel zou worden verworpen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. de voor gestelde wjjziging terug nemen, zoodat de heer Van der Schalk mee zal kunnen gaan met het denkbeeld hier het oude artikel te laten gelden. Het oude artikel wordt bjj acclamatie aange nomen mr. Jansen a'leen verklaart er zich tegen. De heer Cool vraagt of B. en W. voornemens zijn, eenige faciliteiten aan den steenkolenhandel te verleenen. De Voorzittter zegt, dat B en W. daarop ten bekwame tjjde zullen antwoorden zjj zullen zooveel mogeljjk faciliteiten verleenen. De heer Wittkampf meent mede deze zaak B. en W. ter aandachtige overweging te moeten aanbevelen. Straatpolitie. Voorstel van de commissie belast met het ont werpen der strafverordeningen tot wjjziging van. de verordening op de straatpolitie Eerst was nu aan de orde de stemming over het amendementJansen over het schrappen der woor den »tenzjj met vergunning van den Burgemeester" waarover in de vorige vergadering de stemmen staakten. De Voorzitter doet den Secretaris voorlezen het adres dat van de Kath. Soc. Actie te dezer zake is ingekomen, besluitend dat alleen algeheel verbod van luidruchtig colporteeren doel kan treffen. De heer Van der Drift wenscht zijn stem over het amendementJansen te motiveeren. De Voor zitter kan dit niet toestaan, tenzjj de Raad in heropening der discussie toestemt. De heer mr. von Briel Sasse meent, dat stem-motiveering geen discussie-heropening is. De Voorzitter weerspreekt dit. De heer R i s meent, dat het ingekomen adres aanleiding geeft het geheele onderwerp weer te bespreken. De Voorzitter zegt, dat het gebraik is bjj nieuwe stemming over een voorstel waarbjj de stemming staakten, de discussie niet te heropenen. De heer Van der Drift trekt zijn vraag in. Het amendementJansen wordt aangenomen met 127 stemmen. Tegen stemmen de heeren Cool, Kranen, De Groot, Dirkzwager, Van Wes tendorp, Van der Schalk en Ris. De heer Ris vraagt of 't nu werkeljjk de bedoe ling is, bjj eventueel roepen proces-verbaal op te maken. De Voorzitter meent wel te verstaan of dit zijn bedoeling is als hoofd der politie. De heer R i s vraagt nader of bjjv. de uitroep »Rotterdamsch -Nieuwsblad 1" een strafbare daad zal zjjn. Hij wenscht dat aan de verordening streng de hand zal worden gehouden; dan zal al heel gauw blijken, 't niet doenljjk is. De Voorzitter zegt, 't volkomen zoo is't is verboden op de openbare straat te roepen of te schreeuwen. Art. 1 wordt aangenomen met 12 7 stemmen- Tegen stemmen de heeren Van Westendorp; Cool, Kranen, De Groot, Dirkzwager, Van der Schalk en Rb. De geheele verordening wordt daarna opnieuw vastgesteld. De heer Van der Drift vraagt nu zjjn stem te mogen motiveeren. De Voorzitter zegt, hij dit kan doen, maar ziet het nut ervan niet in. De heer R i s acht 't daarentegen heel wensche- ljjk, laat de heer Van den Drift duideljjk aantoo- nen, 't hem heilige ernst was. De heer Van der Drift verklaart nu waar om hjj van stemmingswjjze veranderde de erken ning van ieders vrijheid deed hem in de vorige vergadering stemmen, zooals hjj gestemd heeft, maar waar hjj bemerkt de vrjjheid tot losbandig heid leidt, meent hjj, hieraan paal en perk ge steld moet worden en stemt hjj nu in anderen zin. H u i s r u i 1 i n g. Voorstel van R. en W. tot ruiling van een huis der gemeente staande aan de Laan, kadaster Sectie B no. 690 met dat van A. Vredebregt, kad. Sectie B no. 685. Besloten werd deze panden te ruilen tegen toebetaling door de gemeente van f50waardoor het huis van Vredebregt dat nevens de vroeger door de gemeente gekochte en afgebroken huisjes ligt, aan de gemeente komt en mede zal worden afgebroken, waardoor de in die gang staande hui zen weer lucht en licht zullen krjjgen. Huisslooping. Voorstel van B. en W. tot slooping van een huis der gemeente staande aan den Singel; Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten, terwjjl de open ruimte daardoor te ontstaan voorloopig kan worden gebruikt als speelplaats voor de jeugd. De heer mr. Jansen vindt 't verkeerd, aan dit voorstel een ander voorstel te verbinden bjj acht die samenkoppeling in 't algemeen niet wen- scheljjk. De heer Van Westendorp zegt dat laatst bedoeld voorstel gedaan is tengevolge van eene bespreking in de commissie van gemeente-werken bljjkt net gebruik als speelplaats niet doelmatig, dan kan men het terrein sluiten. Het voorstel wordt zonder hoofdeljjke stemming aangenomen. Zangwedstrjjd. Voorstel van B. en W. tot het beschikbaar stellen van 4 zilveren medailles voor de te houden zangwedstrjjd door de mannenzangvereeniging »St. Cecilia" Besloten werd voor dezen wedstrijd 4 zilveren medailles beschikbaar te stellen. Subsidiè-verleening. Adres van het bestuur der Departementale en het besluur van het Christ, onderwjjs om subsidie over het jaar 1907 met prae-advies van B. en W. overeenkomstig dit advies wordt voorgesteld aan het bestuur der Dep. Bewaarscholen, behalve de subsidie van f 700, voor den cursus voor bewaar- schoolhouderessen een subsidie te verleenen van f250, en aan het bestuur der Christ, bewaar school ook f 250. De heer D e G r o o t maakt eenige opmerkingen omtrent de begrooting der Christelijke bewaarschool, die te dezer zake is overgelegd en uit den wensch, dat begrooting en rekening meer volgens de regelen der kunst zullen worden samengesteld. De heer Van der Poel verklaart zich in het algemeen tegen bewaarscholen. Het voorstel tot subsidie-verleening wordt daarna zonder hootdeljjke stemming aangenomen. Vergunningsrecht. Adressen van de commanditaire vennootschap van Vonderen Co. en P. J. Romein, waarin zij bezwaren inbrengen tegen den aanslag in het vergunningsrecht voor hun localiteiten, waarvoor vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein is verleend Overeenkomstig de herschatting werd het bedrag voor van Vonderen Co. bepaald of f 140, en voor P. J. Romein op f 110, huurwaarde en het vergunningsrecht voor ieder op f37.50 De heer m r. Jansen verklaart niet te weten, hoe hier de aanslag washjj wenscht, dat de be trokken stukken met meer zorg worden samenge steld, ook in andere gevallen met een teekening of kaartje kunnen de leden bjjv. zaken van grondver- koop of erfpacht gemakkelijk nagaan. De Voorzitter zegt, dat als men zelf in een zaak goed thuis is, 't moeiljjk is af te dalen tot hen die daarin niet thuis zjjn maar zal met de opmerking rekening houden. Volkshuisvesting. De balans-, winst- en verliesrekening voor 1906 door de Vereeniging Volkshuisvesting" ter goed keuring ingezonden, werd met gunstig advies van B. en W. goedgekeurd. Adres van A. Timmermans tot verkoop van grond van de Nassaustraat, hoek Prins Frederikstraat Zuid-Oostzjjde met prae-advies van B. en W De Voorzitter wjjst op het bjjgaand kaartje. De wethouder van gemeentewerken, 'de heer van Westendorp zegt, dat 't is het stuk grond achter de branderjj van de firma Wittkampf (Westerkade) tot aan de Prins Hendriksstraat. Hoewel 't hier geldt een voortel van B. en W., zou spr. 't toch bejammeren, als 't aangenomen werd. Waar 't nu hier niet een der vroeger be- besproken kleine stukjes geldt, zou spr. aan het denkbeeld van erfpacht willen vasthouden. De heer De Groot sluit zich daarbjj aan, maar vraagt voor het geval van verkoop, waar wjj vroeger den prjjs op f 8 hebben bepaald, waarom die nu op f7 moet worden gesteld. De heer Van Westendorp zegt, dat f8 bedongen was voor den grond op den hoek van de Nassaustraat en da Mauritsstraatvoor dit stuk grond is f7 voldoende. De heer Van der Schalk meent ook, dat deze grond achter branderjjen niet meer waarde heeft. De heer mr. Jansen wil eerst de vraag ver koop of erfpacht uitgemaakt zien. De heer De Groot meent, dat die vraag door voor of tegenstemmen kan worden uitge maakt. Het voorstel, dien grond te verkoopen a f7 per M2 wordt aangenomen met 12 tegen 7 stemmen. Tegen stemmen de heeren Van der Poel, Cool, Kranen, De Groot, Van der Schalk, Ris en Vaa Westendorp.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 6