Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 30ste Jaareanff. Vrijdag 21 Juni 1907. No. 8838. A h d n i e e f t dj ie feuilleton. Nieuwe Miedaiclie Courant |Et iratis Mustard Zoniaisblai prjjs 10 c. j. T6et, 0.45 j.Bi,fl.35j.3li. Ofücieele berichten. Kennisgeving. Aandoenlijk Buitenlandsch Nieuws. Donker Par ij s. Uit Frankrijk. De opstand in het Zuiden. ABONNEMENTSPRIJS! kost*'* blad versch'jnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en w v.°°r Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per a 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. straatMHwmenten worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTISN: Van 1 6 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer, hike regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil- ljjke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39, DRANKWET. °Penba^en' in8ey°'Se art' 12,1e lid der Drankwet, ter is inre, kennis, dat bjj hen een verzoek verlof 8ekomen van D* VISSER» om «lenden }0t t'en verkoop van alcoholhou- gebruji. ran'ti anderen dan sterken drank, voor Honnvt ter plaatse van verkoop in het pand ^ffstroat no. 162; is géspf" tWee weken, nadat deze bekendmaking Verlof 1 '4an. leder tegen het verleenen van het schrilteljjk bezwaren inbrengen. "i'dam, 21 Juni 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, - M. A. BRANTS. De Secretaris, V. SICKENGA. nJU Crt." lezen wij onder „Stads- 2 ?UWs volgende bericht, dat niet van een ore tendenz is vrij te pleiten: De hieer H. J. Versteeg zal binnen enkele agen cmze stad verlaten voor een zomer wei blijf en keert daarna hier niet weer terug. INu de heer Versteeg als lid der Provin ciale Staten niet is herkozen zijn de banden die hejn door zijn ambt aan Schiedam ver- bonden, verbroken, terwijl het feit dat een belangrijk deel der Nederiandsch Hervormden bi dezen strijd zijn samengegaan met de Katholieken en daardoor oorzaak zijn geweest van zijn niet-herkiezing, 'hem zoodanig heeft getroffen dat ook de meer intieme banden zijn verscheurd. De heer Versteeg ,door Schiedam niet in zijn ambtelijke werkkring, die hem lief was, gehandhaafd, zal nu in het ambteloos leven terug treden, doch vestigt zich daar waar deze onaangename ervaring hem niet voort durend wordt herinnerd. Schiedam verliest door het vertrek van ben heer Versteeg een man die gedurende vele jaren met groote liefde is werkzaam geweest in het waarachtig belang onzer ge beente. I t I iWij willen op de mededeelingen der „Schied. r vermoedelijk wel uit „de beste bron" gfrUt en voo,Tal °P de laatste alinea niets mgen, maar zouden 'toch wel het volgende Willen opmerken Het geval van den heer Versteeg leert alweer zeer een burgemeester, zelfs in zijn eigen ang, zich boven de partijen behoort te stel- heer Versteeg zou toch zeker nog niet 111 bet ambteloos leven terugtreden, als hij' zich boor zich vroeger bij: de Staten-verkiezing ^hdidaat te laten stellen, in den partijstrijd had gemengd. Was onze oud-burgemeester niet in 1901 lid der Prov. Staten geworden, dan zou hij in 1905 niet voor de verzoeking bezweken zijn, zich tot lid van Gedeputeerde Staten te laten benoemen en was hij vermoedelijk nog burgemeester van Schiedam. Ziet, bewogen redactie der „Schied. Crt.". zoo keuren wij 't niet alleen in een libe ralen burgemeester, maar in eiken stadsregent, die boven de partijen moet staan, beslist af, dat hij zich door een bepaalde partij voor Kamer, Staten of Gemeenteraad candidaat la,at stellen. Alleen als een burgemeester bij een overeen stemming der partijen als 't ware „de commun accord" bij enkele candidaatstelling zou kunnen gekozen worden, zouden wij 't goed kun nen vinden, dat hij zich in zijn eigen district voor een politiek lichaam candidaat liet stellen. Ten slotte nog een enkele vraag aan de oudere zuster: Zoudt u werkelijk denken, dat de heer Versteeg hier nog lang zou gewoond hebben, als hem óp 65-jarigen leeftijd weer voor zes jaar zijn plaats in het Staten-col lege gewaarborgd was Uit het Fransch 4) Het is al genoeg, dat gij zulk een niet te verantwoorden daad bedreven hebt. Gij hebt, twee dagen geleden, bij de heeren d'Orvilliers Ribière, mijne bankiers, een wissel van ob.OOO francs aangeboden, die mijn ontvangst bewijs droegen, waarvan de handteekening zoo Keed nagebootst was, dat ze geen oogenblik ?ver hare echtheid getwijfeld hebben. Dat heb Je gedaan Marcel. r Ik i riep Marcel uit, terwijl hij zich op richtte. i i Gij., antwoordde Lucien koel; zonder zich Je laten afschrikken door het dreigende uiter- Jljk van zijn neef. Ik heb de wissel in bezit. Heb jij hem! riep Marcel, verbleekende Lucien lachte ironisch. Dat verwondert je en stoort je in je plan- en. Je hoopte op den dag, dat mij, de wissel overhandigd zou worden, den Athlantischen Oce- an tusschen ons geplaatst te hebben en je <s?u, terwijl ik je tevergeefs in de Vereenigde staten zocht, die som God weet hoe in verloren beek va» Zunl-Amerika zijn gaan Zooals we wel vermoeden, hield de regeering berichten over den opstand in de wjjnbouwdis- tricten achter. De afgevaardigden konden omtrent den juisten toestand bijna geen inlichtingen krijgen, terwjjl bovendien de Parjjsche bladen gebeel verschillende berichten uit het zuiden publiceerden. Men heeft toen eenvoudig besloten de regeering onmiddellijk na opening der Kamerzittin g van gister te interpelleeren. Leroy-Beaulieu vroeg te midden van groot rumoer aan Clemenceau de Kamer uitvoerig te willen inlichten. Clemenceau deelde toen mede, dat hijzelf met moeite inlichtingen heeft kunnen bekomen, daar er telegraaf- en telefoonlijnen vernield zjjn. De onderprefect van Narbonne heeft hem getelefoneerd dat er aan de zjjde der opstandelingen een doode is en verscheidene gewondenaan de zjjde der troepen zjjn er veel gewonden, waaronder een doodeljjk. »Gjj houdt berichten achter en houdt censuur over alle niet ambtelijke telegrammen", roept een stem. »Neen", zeide Clemenceau, shetgeen ik gezegd heb, is het eenige wat ik op het oogenblik weet. Andere berichten zjjn onjuist, daar er geen moge- ljjkheid is op het oogenblik andere berichten te hebben. De onderprefect, evenals de prefect en de kolonel van de gendarmerie hebben mjj per telefoon gezegd, dat het hun onmogeljjk was de stad in te gaan". verloeren. Zooals je ziet, ik ben wel op de hoogte van uwe plannen, voegde hij er bij, toen hij een© uitdrukking van verwondering op het gelaat van Marcel waarnam. Maar ik was gelukkig ongeveer achttien maanden geleden met de heeren d'Orvil liers en Ribière overeengekomen, jou onder geen enkel voorwendsel geld ter hand te stel len. Marcel onderbrak hem. Ziedaar het eenige van al wat je daar even gezegd hebt, antwoordde hij op drogen en verachtenden toon. Hij had den tijd gehad weer plaats te nemen, en scheen besloten te zijn het onweer het hoofd te bieden. f Je hebt het meer dan eens beproefd, toen jij je in de hachelijke noodzakelijkheid bevond, van op je vragen weigeringen te krijgen, die gij hun op eene zeer aanneembare wijze uitgelegd mul, waarom ik plotseling van oordeel veran derd was en ofschoon de uitleggingen volmaakt overeenstemden met een brief welken ik liun op uw aansporen geschreven had, om hun in lichtingen te vragen aangaande; een zekere spe culatie, die, naar je voorstelde, ik moest on dernemen in Amerika.... Ik heb niets gezegd, wat onjuist was: de onderneming is ernstig. Het was zonder twijfel uw vriend Rauhac, die jo dat voorstelde? vroeg Lucien spottend Ja, hij was dat werkelijk. Dan is het niet meer mogelijk eraan te twijfelen, antwoordde Lucien op denzelfden sar- Deze mededeeling die den ernst van den toestand helder in het licht stelt, verwekte groote opschud ding. De Kamer werd onbeschrijfelijk rumoerig. Na schorsing der zitting kwam de afgevaar digde Aldy aan het woord. Hij sprak over de onwettige toepassing der wetten in het zuiden en zeide, dat Clemenceau gebruik heeft gemaakt van de volmacht, die de afgevaardigden hem hadden verleendwat wjj voorzien hebben, is geschiedEr heeft bloed gevloeid in het Zuiden, er z\jn lijken. Aldy eindigde met te zeggen, dat Clemenceau aan de Kamer moet zeggen wat daarginds gebeurd is. Clemencea u werd nu wat spraak zamer. Hij herinnerde in zijn antwoord op deze inter pellatie aan de kwestie betreffende de bevélen tot inhechtenisneming, waarvoor hij de Kamer een uitstel van 3 dagen vroeg; zij: werden ten uitvoer gelegd behalve een. Alles was kalm af- geloopen toen benden de prefectuur te Narbonne en het paleis van justitie te Montpellier aanvielen. Ik beschouw het als mijn plicht, zeide Clemen ceau, om de openbare gehouwen te verdedigen als zij aangevallen .wordenik zal ze verdedigen tot. men mij van mijn post wegjaagt. Verder deed de spreker aan de Kamer mede deeling van de gegeven bevelen; de soldaten, met revolverschoten ontvangen, beantwoordden dit niet, maar toen het schieten aanhield, ge beurde er wat moest gebeuren. Er was een doode, de heer Ramon; zijn dochter werd aan de rib ben gewond, ook een 15 tal betoogers beliepen kwetsuren. Aan de zijde der troepen waren een groot aantal gewonden. Te Montpellier waren er onder de gevangen genomen personen 7 die reeds vroeger met de justitie in aanraking zijn geweest. De bevelen tot inhechtenisneming werden uit gevoerd zonder rustverstoringen. Aldy vroeg onmiddellijk beraadslaging over zijn interpellatie hetgeen de regeering goedkèur-1 de. De Kamer besliste echter bij handopsteking' dat lieden de interpellatie verder zal behandeldj; worden. r Om 4 uur 15 min. werd de bijeenkomst ge schorst. f r Marcelin Albert. Aangaande de verblijfplaats van den hoofdleider der oproerige beweging, Marcelin Albert, zijn geenerlei berichten. Volgens geruchten zou hij, toen men hem in Argeliers wilde arresteeren, gevlucht zijn. Ken speciale correspondent van de »Temps" vertelt het volgende »Het sloeg middernacht, op den toren van Arge liers, toen een automobiel arriveerde, en aankon digde, dat het 73e regiment jagers te paard Be- ziers verlaten had en den weg naar Argeliers had ingeslagen. Dadelijk werd de alarmklok geluid, de trom roffelde, trompetten schalden, en de gan- sche bevolking ontwaakte. Ik opende het venster castischen toon. Desniettegenstaande vonden het de heeren d'Orvillters en Ribière wel wat ver wonderlijk dat ik hen niet gewaarschuwd had over de verandering, die er in mijine bedoelin gen gekomen was. Daar ik mij niet te Parijs be vond, zonden zij mij een telegram. Ik antwoord de, dat men je terstond de som moet overhandigen, er bijvoegende, dat ik hen bij mijn terugkeer zou komen bezoeken. Ik zal morgen naar hem toegaan. Ben je ernog nietheengegaan Neen ik wilde eerst met u een onderhoud hebben. En je hebt, zoo beweer je, dien bewusten wissel in handen? Je had, Lucien, daar je, naar het schijnt, ruzie met me wilt zoeken, ten minste niet met je zelf in tegenspraak moeten komen. Ik heb van morgen den wissel laten halen door mijn zaakwaarnemer, die, precies op tijd, het geld voor de betaling der ioonen gehaald had. I Je hebt voor alles een antwoord gereed, zeide hij. f Marcel meesmuilde. Lucien richtte op hem een kouden verach tenden blik. Ik kan u het bewij's voorleggen, antwoordde hij. En met eene kalme beweging, haalde hij zijne portefeuille te voorschijn, nam er een pa pier uit en toonde het uit de verte aan Marcel. Herken je den wissel zeide hij. Het is ongetwijfeld onuoodig hem u voor pogen te leg- van mijn hotel, en zie, verscheiden lantaarns op het plein en op het dak van een naburig huis den omtrek van een man. Op dat oogenblik vraagt een stem zacht en dringend wilt gij een ladder Van het dak wordt geantwoordja, zet de lad der tegen den muur. Thans herkende ik de stem. De man was niemand anders dan Marcelin Albert, die door de alarmklok gewekt, dacht dat de gendarmes al voor zjjn deur stonden en toen door een dakvenster ontsnapte en zoo de ruimte zocht." Te Narbonne heerscht de grootste wanorde. Er wordt in de straten zwaar gevochten en de verschrikkelijkste gebeurtenissen volgen elkander elk uur van den dag op. Gistermiddag hebben honderden betoogers op het plein van het gemeentehuis Guillaume, een agent van den veiligheidsdienst, met een groot aantal kogels doorboord, en hem daarna te water gegooid. Een agent bracht hem met moeite op het droge en ver voerde hem naar den politiepost. De soldaten waren inmiddels .uitgerukt om de aanvallers te verjagen; dezen schoten met revolvers, hetgeen de troep beantwoordde. Er zijn een groot aan tal gekwetsten, en naar men zegt, ook dooden gevallen. Het is niet hekend of de agent van den veiligheidsdienst dood is of nog leeft. I 'Een later telegram meldt, dat er nog meer agenten van den veiligheidsdienst ernstig zijn mis handeld. Zij wisten te ontsnappen door de wijk te nemen in de onderprefectuur. Er wordt gemeld, dat er bij de botsing van gisternamiddag 4 dooden en 11 gewonden geval len zijn, waaronder een meisje van 20 jaar. Verscheidene Parjjsche bladen hebben gister extra nummers uitgegeven, die berichten uit Narbonne bevatten. Volgens deze berichten zou den drie agenten van den veiligheidsdienst ge vlucht zjjn en twee landbouwers zjjn gedood bjj een nieuw gebruik maken van de vuurwapens. Er moeten een zestal slachtoffers zjjn. De berichten van de slntransigeant" stellen den toestand als zeer critiek voor. Clemenceau, gister-avond deswege ondervraagd, heeft medegedeeld, dat hjj door een kort telegram van het Credit Lyonnais bevestiging van de ge beurtenissen te NarbonDe kreeg. Daardoor wordt verklaard hoe het komt dat de prefect en de onderprefect hem geen inlichtingen hebben kun nen verstrekken. Hjj heeft tevergeets getracht te telefoneeren. De Petit Journal" heeft een bericht over een familie van 4 personen, die te Norbonne voor een restaurant hadden plaats genomen en bjj een bot sing tusschen de ruiterjj en de menigte gedood werden. Te Montpellier. Het afgetreden gemeentebestuur deed aan dé gen? f r j i Marcel moest hem erkend hebben, want een' bloedsaandrang verfde zijn gelaat rood Terzelfdertijd lichte een straal van woede en haat uit zijne oogen, en hij maakte eene bewe ging om zich op zijn neef te werpen en hem liet papier uit de handen te rukken. Maar Lucien was op zijn' hoede. Hij nam uit zijn vestzakje een zakrevolver en lichtte het op Marcel. Beproefd niet geweld te gebruiken, zeidé hij vast, gij zoudt aan het kortste eind trekken. Je maak me niet bang, dat weet je wel. Boven dien, ik ken je, en ik heb mijne voorzorgsmaat regelen genomen. Bij de eerste béweging van uw kant, die mij verdacht voorkomt, verbrijzel ik je een lichaamsdeel en roep je vrouw. Marcel had zich plotseling bedaard. Hijl glim lachte gedwongen. Je miskent mijne bedoelingen, Lucien, zeide hij. Ik heb, toen je mij de som wilde verschaffen, die mij noodzakelijk was om weer fortuin te maken, mijn toevlucht genomen tot middelen die ik niet wil verontschuldigen, maar die dé uitslag gerechtvaardigd zou hebben, want m korten tijd zou ik u alles hebben teruggegeven zoowel deze som als de andere. Maar tot het re bruiken van geweld, waarvan gij mii verdenkt ben ik met in staat denkt, (ïfocdf vermigdjt j^UlOEMEESTER EN WETHOUDERS VAN SCHIEDAM

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 1