Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Het Arbeidscontract.
30ste Jaargang.
Zaterdag 20 Juli 1907.
No. 8862.
EERSTE BLAD.
sTriröifw
Officieele berichten.
Bekendmaking.
Kennisgeving.
Afsluiting Nieuwe Haren.
gesloten.
Brandweer te Schiedam.
ABONNEMENTSPRIJS.]
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en by alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADYERTENTIëN;
Van 16 regels 0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil-
lyke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
Dit nummer bestaat uit twee bladen en een
**eillxistreerd Zondagsblad.
LANDWEER.
De Burgemeester van Schiedam,
Gezien het 3de lid van 10 der Landweer
instructie I;
Brengt ter kennis van een ieder, wien zulks
aangaat
*0- de dienstplichtigen bij de militie te land, die
in den loop van dit jaar een achtjarigen dienst
hebben volbracht, dat zijn in het algemeen
zy, die behooren tot de lichting van 1899,
zullen op 1 Augustus a.s. overgaan naar de
Landweer, met uitzondering echter van hen
die behooren tot een der bereden korpsen of
tot het Korps Torpedisten en die in het genot
zyn van ontheffing van den werkeljjken dienst
Jo. zjj, die overgaan naar de Landweer moeten
zich yóór 31 Augustus a.s. aanmelden ter
Secretarie dezer gemeente afdeeling Militie
enz., en daarbij inleveren hun zakboekje met
den daarin gehechten verlofpasde verlof
gangers evenwel, die buitenslands verblijf
houden, zullen huu zakboekje met den daarin
gehechten verlofpas bjj aangeteekenden brief
(met duidelijke vermelding van hun volledig
adres buiten het Rijk) hebben toe te zenden
aan den Burgemeester hunner laatste woon
plaats binnen het Rjjk
3o. zjj, die overgaan naar de Landweer, zjjn van
af 1 Augustus a.s. onderworpen aan alle voor
schriften voor de Landweer gegeven.
Vestigt met nadruk de aandacht op de navol
gende bepalingen der Landweerwet
Artikel 24.
De verlofganger van de Landweer meldt zich
binnen dertig dagen na den dag van zjjn over
gang naar de Landweer of na dien, waarop hem
de verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester
zijner woonplaats aan, ten einde deze den verlof
Pas> hem by de Landweer of laatstelyk by de
militie uitgereikt, voor gezien of opnieuw voor
gezien teekene.
De verlofganger van de Landweer, die buiten
het Rijk woont of verblijf houdt, of die zich bjj
zyn vertrek met verlof buiten het Rjjk begeeft,
han, ter vervulling van de verplichting in het
vorig lid omschreven, binnen den daarin vermel
den termijn zyn verlofpas bjj aangeteekenden brief
ter afteekening toezenden aan den Burgemeester
2i)ner laatste woonplaats binnen het Rjjk. De
Verlofpas wordt hem door dien Burgemeester bjj
aangeteekenden brief teruggezonden.
Artikel 25.
De verlofganger van de Landweer, die zich in
®ene andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan
kennis aan den Burgemeester zjjner woonplaats.
Linnen dertig dagen na den dag, waarop hjj
komt in de gemeente, waarin hjj zich vestigt,
meldt hjj zich aan bjj den Burgemeester dier ge
beente, teneinde deze zjjn verlofpas voor gezien
teekene.
Artikel 27.
De verlofganger van de Landweer mag zich
zonder toestemming van onzen Minister van Oor-
j°g niet langer dan gedurende een jaar buitens
land begeven.
.Aan den verlofganger van de Landweer, die
bet in verzuim is, wordt deze toestemming, wan
neer zjj gevraagd wordt en bljjkt noodig te zjjn
ter zake van uitoefening van of opleiding tot land
bouw, handel of njjverheid, in gewone tjjden niet
geweigerd.
.Bjj de toestemming kan de verlofganger worden
vrijgesteld van de verplichting tot deelneming aan
de uitoefeningen in artikel 11 vermeld, tot het
bjj wonen van het bjj artikel 29 voorgeschreven
°oderzoek en tot het komen in werkeljjken dienst
jn geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere bui
tengewone omstandigheden.
Aan de toestemming kunnen overigens zooda-
bge voorwaarden worden verbonden, als in het
belang van den dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 28.
2a verlofganger van de Landweer, die artikel
4, 25 of 27 niet naleeft, wordt in werkelijken
benst geroepen en daarin gedurende ten hoogste
®en maand gehouden. De duur van dezen dienst
ordt bepaald door onzen Minister van Oorlog,
ie tevens het korps van het leger aanwjjst waar-
U de werkeljjke dienst moet worden vervuld.
Schiedam, den 20sten Juli 1907.
De Burgemeester voornoemd,
M. A. BRANTS.
over Wegen, Voetpaden en Kunstwerken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Voldoende aan het bepaalde bjj art. 7 van het
reglement op de wegen en voetpaden in deze
Provincie
Brengen het volgende proces-verbaal door aan
plakking ter kennis van belanghebbenden
Op heden den 29sten Juni 1907 is door den
ondergeteekende, GERARD GERLAGH, directeur
van Gemeentewerken van Schiedam, als daartoe
gemachtigd door Heeren Burgemeester en Wet
houders van Schiedam bjj hun besluit van den
vierden April daaraan voorafgaande, ter voldoening
aan het voorschrift vervat in art. 7 van het Regle
ment op de wegen en voetpaden in de Provincie
Zuid-Holland en overeenkomstig de publicatie van
27 April 1907, den schouw gedreven over deniet
onder beheer van eenig Polder- of Waterschaps
bestuur staande wegeD, voetpaden en kunstwerken,
gelegen binnen het grondgebied van de Gemeente
Schiedam en dienende tot hoofdverbinding tus-
schen de verschillende bebouwde Gemeentekom
men.
Daarbjj is gebleken, dat aan de na te melden
wegen en werken de aangegeven verbeteringen
behooren te worden aangebracht, om te voldoen
aan de bjj art. 5 van gezegd Reglement gegeven
voorschriften.
De Hooge Schielandsche Zeedjjk, volgnummer 5
van den legger, onderhoudsplichtigede aannemer
der bestrating.
Herstellingen van den straatweg worden ver-
eischt op de navolgende plaatsen
Van het tolhek aan de Rotterdamsche poort tot
aan den afrit naar den Singelvan de telefoon
balen 65 tot 6464 tot 61nabij 65 en 52van
48 tot 4738 tot 37 en nabjj mjjlpaal 26.
De Delflandsche Maasdjjk, volgnummer 15 van
den legger, anderhoudsplichtigede Gemeente
Vlaardingen.
Herstellingen van den straatweg worden ver-
eischt tusschen de volgende djjkpalen487 en
488 495 en 497502 en 503506 en 507 508
en 509; 511 en 512 en 519 en 520.
Wordende tevens bepaald, dat de naschouw
bedoeld in art. 8 van meervermeld Reglement zal
worden gehouden op den 28sten Augustus a. s.
Aldus opgemaakt ten jare en dage voornoemd.
De Directeur van Gemeentewerken,
G. GERLAGH.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 20sten Juli 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
De Secretaris,
V. SICKENGA
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
brengen ter openbare kennis, dat van Maandag
22 Juli a.s. tot nadere aankondiging de Nieuwe
Haven vanaf de Hoofdstraat tot de Ilagastraat
voor het verkeer met rjj- en voertuigen zal
zjjn
Schiedam, 20 Juli 1907.
Ter vervulling van 2 vacatures van brandwacht
by de Brandweer dezer gemeente kunnen manne
lijke personen van 18-35 jaar, wonende in kring I,
begrensd door de Schie, de Lange Haven, het
Broersveld,de Gedempte Broersvest en deBoterstraat,
en aan de Noordvest en de Raam. Zich vóór den
27sten Juli schriftelijk aanmelden bjj den Heer
CHR. KRIJGER, Lange Haven '126.
Dat er, voor zoover er onder het kabinetDe
Meester nog iets aan sociale wetgeving gedaan
wordt, eigenljjk niets wordt gedaan dan hetgeen
door het ministerieKuyper is voorbereid en voor
gesteld, is zeker wel een der meest schitteiende
glorieën van het vorige christelijke kabinet, welks
levensdraad zoo ruw en onbesuisd vooral ook door
de «kleurlooze middenstof" werd afgesneden.
Zoo is ook de wet op het Arbeidscontract, die
dezer dagen door de Eerste Kamer werd aange
nomen, goeddeels de vrucht van den heilzamen
socialen arbeid van het ministerie der christelijk
sociale actie. Want wel-is-waar mag het chris
telijk ministerie zich niet uitsluitend het vader
schap toekennen van deze uitnemend sociale wet,
die aan het initiatief van prof. Drucker het aanzjjn
dankt en ook aan het beleid van mr. Cort van
der Linden, minister van justitie, dank heeft te
wjjtenmaar toch de jjverige studie van den vo-
rigen justitie minister, mr. Loeff, heeft haar zóo
aangevuld en verbeterd, dat de tegenwoordige
minister van justitie, mr. vau Raalte, eigenlijk
slechts een pasklaar, welvoorbereid ontwerp bjj
de Tweede Kamer had in te dienen.
Nadat de eerzame voiksherauten het wetsont
werp de linie hadden doen passeeren, hebben onze
achtbare senatoren 't eindelijk, niet zonder horten
en stooten de veilige haven binnengeloodst. Na de
bekrachtiging door H. M. de Koningin wacht de
uitvoering nu nog op de enkele aanvullingen en
kleine wjjzigingen, die de Minister heeft toegezegd.
De opschorting is uitdrukkeljjk in de wet vast
gesteld en daarop dient dus te worden gewacht.
In afwachting dat het veelomvattend Arbeids
contract zich binnen betrekkeljjk korten tjjd in
de praktjjk des leven zal doen kennen, willen wij
dit wetsontwerp, waarmede zoo wat drie kwart
onzer bevolking zal te rekenen hebben, eens wat
meer van nabjj bezien. Waar hier de Stof zoo
overvloedig is, de rechten en plichten zoovelen,
zjjn, kan dit in ons bestek slechts een vluchtige
beschouwing der voornaamte bepalingen zjjn,
waarmede zoowel werkgever als werknemer 't meest
zal te rekenen hebben.
Een der voornaamste bepalingen dezer wet is,
dat de werkgevers voor hun ondergeschikten zullen
te zorgen hebben niet alleen in hunne gezonde
dagen, maar ook in tjjd van ziekte of ongeval.
Allereerst moet «voor een betrekkeljjk korten
tjjd" het loon uitgekeerd worden, als de arbeider
wegens ziekte of ongeval verhinderd is geweest
te werken. Plaatselijke omstandigheden, de billijk
heid, bjj bljjvend verschil zelfs de kantonrechter,
bepalen dien tjjd. Alleen als de ziekte of bet
ongeval is veroorzaakt door opzet, slecht leven
van den arbeider of door een gebrek dat hij op-
zeteljjk stil hield, is geen loonuitkeering verschul
digd. Geniet de betrokkene uit ongevallenwet,
ziekteverzekeringswet of ziekentonds-uitkeering, dan
wordt het loon met die uitkeeringssom verminderd.
De wet legt ook op den patroon, tenzjj suit
anderen hoofde" daarin wordt voorzien, de ver
plichting van verpleging en geneeskundige behan
deling van den inwonenden arbeider of arbeidster
zes weken lang. Na dien tjjd behoeft hjj er niet
meer voor te zorgen, en daarenboven na vier we
ken kan hjj ook de kosten van de verpleging enz.
op den arbeider verhalen; voor dien tjjd niet, en
elk beding in het coütract van den arbeid, dat
van een dezer regelen mocht afwjjken, is al bjj
voorbaat nietig, zoodat de werkgever, ook niet bjj
onderlinge overeenkomst, er aan ontkomen kan.
Verder regelt deze wet het gebruik van het
staangeld, dat in sommige arbeidskringen is
ingevoerd of staat ingevoerd te worden als waar
borg tegen contractbreuk. Het als staangeld in
te houden bedrag moet door den wetgever ten
name van den arbeider worden belegd bjj de
Rijkspostspaarbank binnen drie dagen na de uit
betaling van het loon. Dit staangeld bljjft het eigen
dom van den arbeider; de werkgever mag er
slechts aan raken, als een rechterljjk vonnis hem
er toe machtigt. Bjj eiken inleg van staangeld
mag ook niet meer dan x/io van het betaalbare
loon worden afgenomen.
In de wet is ook duideljjk omschreven wat in
het dageljjksch leven «kostgeld" wordt genoemd.
Dat kostgeld ter vergoeding van hetgeen de
inwonenden anders in het huis hunner meesters
genieten, moet gegeven worden als de werkge
ver of patrones op reis gaat en de inwonende
dienstboden een poosje naar hunne familie gaan.
Alleen wanneer de arbeider verlof heeft gevraagd
en verkregen, is geen kostgeld verschuldigd.
Door deze wet wordt de Zondagsarbeid
tegengewerkt. De werkgever is verplicht zonder
eenige loonkorting den arbeiders gelegenheid te
geven op de daarvoor in aanmerking komende
dagen hun godsdienstplichten te ver
vullen. Hjj moet ook den arbeid zóo regelen, dat
minderjarige arbeiders in de gelegenheid zyn
de lessen te volgen voor godsdiens tonder-
w ij s en evenzeer die voor voortgezet herhalings-
of vakonderwijs.
Ook de afgifte van getuigschriften
wordt door deze wet geregeld. Kon totnogtoe
de werkgever als een blanco getuigschrift geven,
nu gaat dit niet meer. De wet verordent, dat als
de arbeider 't verlangt, de patroon een getuig
schrift moet geven, bevattende een juiste opgaaf
omtrent den aard van den verrichten arbeid en den
duur der dienstbetrekking. Op verzoek van den
betrokkene moet tevens in het getuigschrift wor
den vermeld een juiste opgave van de wijze waar
op de arbeider aan zjjn verplichtingen heeft
voldaan en omtrent de manier waarop de dienst
betrekking is geëindigd.
Bovenbedoelde bepalingen omtrent het getuig
schrift, dat bjj bet einde der dienstbetrekking
wordt uitgereikt, brengen ons als van zelf tot de
bespreking van de wijze waarop het Arbeidscon
tract of liever de dienstbetrekking volgens dit con
tract eindigt van rechtswege, wanneer de
tijd is verstreken, welke daarvoor bjj overeenkomst
of reglement bjj wet of verordening, of bjj gebreke
daarvan, door het gebruik is bepaald. Voorafgaan
de opzegging is dan alleen noodig: lo. indien
daaromtrent bjj schrifteljjk bediDg of bjj reglement
is overeengekomen 2o, indien volgens wet, veror
dening of gebruik ook bij vooraf bepaalden tjjd
opzegging behoort plaats te hebben en partjjen
daarvan niet, waar zulks geoorloofd is, bjj schrif
teljjk beding of reglement zjjn afgeweken.
De dienstbetrekkingen, waarvan de duur nóch
bjj overeenkomst of reglement nóch bjj wet of
verordening, nóch ook door het gebruik is aange
geven, worden geacht voor onbepaalden tyd
te zjjn aangegaan en daarvoor gelden te regelen
welke ook toepasselijk zjjn voor dienstbetrekkingen
aangegaan tot wederopzegging.
Zoowel werkgever als arbeider heelt in die
gevallen het recht de betrekking te doen eindigen
door opzegging, welke echter alleen mag geschie
den tegen den dag, bjj overeenkomst of reglement,
bepaald, of, bij gebreke daarvan, tegen den dag door
het gebruik daarvoor aangewezen. Bestaat geen
dergeljjke aanwijzing, dan mag de opzegging tegen
eiken dag geschieden.
In het Arbeidscontract is ook bepaald, dat de
steeds in acht te nemen opzeggingstermijn gelyR
is aan den tijd, die gewoonlijk verloopt tusschen
twee opeenvolgende uitbetalingen van het m
geld vastgesteld loon, doch niet langer dan zes
weken.
Bij schrifteljjk aangegane overeenkomst of bjj
reglement mag wel een andere opzeggingstermijn
worden vastgesteld, maar die mag niet langer zjjn
dan zes maanden en voor den werkgever niet
korter worden gesteld, dan voor den arbeider.
Voor arbeiders, wier in geld vastgesteld
loon f4.— per dag of minder bedraagt, mag
echter de opzeggingstermijn niet langer zjjn dan
hoogstens zes weken, tenzjj het gebruik een lan-
geren termjjn aanwijst.
Deze wet bepaalt ook dat de dienstbetrekking
niet eindigt door den dood van den werkgever,
tenzij uit de overeenkomst het tegendeel voort
vloeit.
Gedurende den proeftjjd die soms wordt bedon
gen, zal ieder der partjjen steeds bevoegd zjjn de
betrekking door opzegging onmiddeiljjk te doen
eindigen. Langer dan twee maanden mag echter
nooit een proeftjjd duren, en geen twee proeftijden
tusschen dezelfde personen zullen mogen worden
bedongen.
De dienstbetrekking zonder opzegging of in
achtneming van deze bepalingen verbreken, is een
onrechtmatige daad, die gevolgen medesleept zoo
wel voor den arbeider als den werkgever, wanneer
deze zich er aan schuldig maakt. De verbrekende
partij is schadeloosstelling verschuldigd alleen bjj
dringende redenen, door den kantonrecnter te
beoordeelen, komt hjj er zonder scnadelo»»>stel
ling af.
Over het geval van w e r k s t a k i n g en u i t-
sluiting heeft dit wetsontwerp heel wat woor
den doen wisselen.
Bjj de beraadslagingen in de Kamer is er op
gewezen, dat werkstaking met inachtneming van
den opzeggingstermijn zeer wel mogeljjk is en in
zoodanig geval de arbeider voor schadeloosstelling
zal gevrjjwaard zjjn.
Van schadeloosstelling of vergoeding zal alleen
sprake kunnen zyn, indien de werkgever teng-
volge van de dringende redenen (werkstaking)
werkelijk de betrekking heeft doen eindige'
Werkstaking op zich zelf toch wordt meestal als
schorsing van den arbeid aangemerkt.
Ten aanzien van uitsluiting voor den arbei
der een dringende reden werd nog opgemerkt,
dat alsdan de patroon den arbeider, die wel wil
werken, geen arbeid doet verrichten, zoodat het
loon doorbetaald moet worden. Natuurljjk zal
de werkgever, met inachtneming van den opzeg
gingstermjjn, de betrekking kunnen doen ein
digen.
Als wjj aan de mededeeling van de voornaam^
bepalingen dezer diep ingrjjpende wet nog iets
willen toevoegen, dan uiten wjj ten slotte den
wensch, dat deze nieuwe sociale wet moge beent-