Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Jhr. Mr. D. J. de GEER.
30ste Jaargang
Woensdag 23 October 1907.
No. 8942.
Officieele berichten.
Afsluiting Dwarsstraat.
Kennisgeving.
Stads-Ziekenhuis.
GEKOZEN:
Ten strijde tegen den woeker!
ABONNIMKNTSPBIJS:!
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en by alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRUB DER ADÏERTENTIêNj
Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden raededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil
ly ke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 89.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
brengen ter openbare kennis, dat tot nadere aan
kondiging de Dwarsstraat voor het verkeer met
rÜ- en voertuigen zal zjjn gesloten.
Schiedam, 23 October 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AI. A. BRANTS.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien art. 98 der Kieswet,
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het
Proces-verbaal, bedoeld bjj' art. 93 dier wet, van
de op den 22sten October jl. plaats gehad heb
bende herstemming voor de verkiezing van een
Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
io het Kiesdistrict Schiedam, op de secretarie
dezer gemeente ter inzage is nedergelegd, en dat
afschrift daarvan aan het raadhuis is aangeplakt.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 23sten October 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Aanbesteding.
De Commissie van administratie voor het Stads-
Ziekenhuis te Schiedam, zal op Vrjjdag, 25 Octo
ber 1907, aanbesteden de levering van
30 hectoliters aardappelen, ten dienste van
dat gesticht.
De monsters moeten op den dag der aanbeste
ding voor s'morgens 9 uren aan het Ziekenhuis
bezorgd zjjn.
De voorwaarden van aanbesteding liggen in
middels aldaar ter lezing op iederen werkdag des
morgens van 9 tot 12 uren.
De Commissie voornoemd,
M. A. BRANTS, Voorzitter,
W. A. v. DOLDER Dz., Secr. Pennm.
Officieele Uitslag der Herstemming voor een lid der Tweede Kamer
in het Kiesdistrict Schiedam.
SCHIEDAM:
Aantal kiezers
Ingeleverde stembiljetten
Van onwaarde
Uitgebracht op de heeren
T)E GEER
VERSTEEG
OVERSCHIE
Aantal kiezers
Ingeleverde stembiljetten
Van onwaarde
Uitgebracht op de heeren:
DE GEER
VERSTEEG.
KETHEL:
Aantal kiezers
Ingeleverde stembiljetten
Van onwaarde
Uitgebracht op de heeren
DE GEER
VERSTEEG
VLAARDINGEN:
Aantal kiezers
Ingeleverde stembiljetten
Van onwaarde
Uitgebracht op de heeren
DE GEER
VERSTEEG
VL AARDINGER-AMBACHT
Aantal kiezers
Ingeleverde stembiljetten
Van onwaarde
Uitgebracht op de heeren
DE GEER
VERSTEEG
SCHIEBROEK
Aantal kiezers
Ingeleverde stembiljetten
Van onwaarde
Uitgebracht op de heeren
DE GEER
VERSTEEG
Totaal aantal kiezers8083
uitgebrachte stemmen6916
van onwaarde38
uitgebrachte geldige stemmen6878
Uitgebracht werden op de heeren
Jhr. Mr. D. J. DE GEER (Chr.-Hist.)3667 stemmen.
H. J. VERSTEEG (Liber.)3211
Ie
DISTRICT.
lie
DISTRICT.
Ille
DISTRICT.
Totaal
1073
1389
1405
3867
1013
1310
1298
3621
4
3
4
11
547
617
582
1746
462
690
712
1864
589
545
2
-
364
179
278
270
172
98
995
1303
746
3044
760
965
501
2226
5
9
9
23
415
509
293
1217
340
447
199
986
226
196
2
131
63
79
58
37
21
IV. (Slot.)
In Duitschland waren de zoogenaamde „Pfand-
leihanstalten" vrijwel overeenkomende met onze
„lombards", die aldaar tijdens de zeventiende en
achttiende eeuw ontstonden, oorspronkelijk on
dernemingen, slechts uitgaande van en gedreven
door den Staat of door een gemeente. Daarnaast
ontwikkelde zich eerst in de laatst verloopen eeuw
ook het particulier bedrijf van paniïhuishouderij,
echter vooreerst nog vrijwel overeenkomende met
de openbare banken van leening. De oude Duit-
sehe wetgeving liet het bedrijf echter slechts toe
na verkregen vergunning van de overheid en
onderwierp het aan een zeer strenge controle;
zoo vooral de Pruisische Gewerbe Ordnung
van 17 Januari 1845. Het ontwerp eener derge
lijke G. O. voor den N. Duitschen Bond wilde de
wettelijke verplichting van Staatsvergunning 'hand
haven, wat echter geen genade vond bij den
Rijksdag. j i' f f j
Integendeel werden in de G. O. geen andere
beperkende bepalingen ten slotte opgenomen dan
het redht dat de Staat aan zich behield, toegestane
vergunning wegens overtreding van politiebepa-
lingen, diefstal, ongeoorloofd hooge woekervvin
sten enz. weder in te trekken. Bovendien waren'
de plaatselijke besturen gehouden, voorschriften]
te geven omtrent het toezicht der politie op en
de boekhouding van de houders der banken van
leening. j L I i'
Deze geringe beperking bleek al spoedig totaal
onvoldoende tegen het toenemen van woeker en
andere kwade praktijken. De vrijheid tot de uit
oefening van het zeer voordeelige bedrijf leidde
tot een steeds toenemende uitbreiding er van.
Het. werd in den regel gedreven door personen
van het meest verdadht allooi, wier geslepenheid
hen ecjhfer buiten de handen der politie wist
te houden. Klachten in menigte bereikten de over
heid, die langen tijd besluiteloos scheen in het
nemen van afdoende maatregelen. Eindeljjk, bij
de wet van 3Q Juni 1900, werd de verplichting
tot vergunning van regeeringswege weder inge
steld, en het toezidhf op de banken van leening
zeer verscherpt. De zoogenaamde „huizen van
•verkoop met recht van wederinkoop", „Rück-
kaufsgeschafte" werden aan dezelfde bepalingen,
boekhouding, controle, renteberekening etc. be
treffende, als die der openbare banken van lee
ning onderworpen. De prijis, die als inkoop door
den „koopman" betaald wordt, geldt voor den
verkooper nis tijdelijke afstand van het be
leende, het verschil tusschen de verkoop- en de'
latere terugkoopsom als bedongen vergoeding voor,
het geleende bedrag en de overgaaf van het be-;
leende voorwerp is slechts het pand voor die
geleende som. En zoo blijft de verkooper eigenaar.;
De koopman kan het pand niet verkoopen buitenjl
den wettigen eigenaar om, en de eerst© heeft!!
zich te houden aan de beschreven afspraak
nopens den termijn van terugname.
Op de basis dezer staatsrechtelijke voorschriften
en tot aanvulling er van is een gansche rij van
staatsrechtelijke bepalingen, deels vanwege den
wetgever, deels als plaatselijke voorschriften, in
het leven geroepen, die de groote belangstelling
der overheid in deze zeer gewichtige materie be
wijzen. Wij citeeren als zoodanig o.a, de Pruisi
sche wet van Maart 1881, de Saksische van
April 1882, de Beiersche van Augustus 1879, do
Wurtembergsche van Maart 1882, de Badensche
van Juni 1881. Al deze reglementeeren een ma
ximum van renteberekening, de boekhouding, den
duur der termijnen, het politietoezicht en de pu
blieke verkooping van vervallen, niet terugge
kochte panden. 1
In Oostenrijk mochten, ingevolge het decreet
van 22 Aug. 1845, in geen geval particuliere
personen tot het houden van pandhuizen en ban
ken van leening toegelaten worden; het oprichten
van zulke ondernemingen werd alleen vergund
aan vereenigingen en gemeentebesturen, doch al-
leer. wanneer de behoefte daaraan kon worden
bewezen. Deze ondernemingen stonden, zoo al
niet onder de onmiddellijke leiding, dan toch on
der de hoede en Sbiet toezicht der Staatsregeering.
Deze bepaling bleef van kracht tot Dec. 1859,
toen de wet de uitoefening, vag jjgt bedrijf go)t
aan particulieren toeliet, doch slechts na wettig
verkregen vergunning, Bij besluit van 15 Maart
1883 werd de uitoefening van het bedrijf meer
der vrijheid gegeven, daar de bestaande inrich
tingen niet aan de toenemende behoefte volde
den, maar steeds bleef de eisch eener wettelijke
concessie gehandhaafd. In geen geval mocht ieder,
die er lust toe gevoelde, een bank van leening
stichten of een pandjesjbuis houden, onder wel
ken vorm ook. Bekend goed zedelijk gedrag bleef
conditio sine qua non, politietoezicht en nauw
keurig gecontroleerde boekhouding steeds ver
plichtend.
De wet van 23 Maart 1885 regelde de zaken
nog nader en nauwkeuriger. Zij bepaalt de voor
waarden waaronder de vergunning alleen kan ge
geven worden, verbiedt het uitoefenen van ©enig
ander bedrijf naast dat van houder eener bank
van leening, legt den lombandhouder de verplich
ting van borgtocht op, bepaalt dat de verkoop
van vervallen pandgoederen overeenkomstig het
bepaalde bij artt. 310 en 311 yan het Wetboek
van Koophandel moet geschieden, verbiedt het
weder beleenen van verpande voorwerpen en van
beleenbriefjes en houdt voorschriften in omtrent
de renteberekening..
Een ministerieel besluit van 24 April 1885
regelt de wijize van het voeren der administratie
en boekhouding van den lombardhouder nogmaals
nader. j
In Frankrijk bestonden onder het oude régime
talrijke publieke banken van leening; inrichtingen
van particulieren werden niet geduld en beston
den slechts clandestien. Deze openbare instel
lingen werden tijdens de revolutie afgeschaft en
een volledige vrijheid op dit gebied toegestaan,
die weldra de treurigste gevolgen had. tr ver
hieven zich luide klachten omtrent woeker en
afpersing onder de lagere volkklasse, en alge
meen werd de wensch naar terugkeer tot de
vroegere toestanden uitgesproken in tal van
courantenartikelen en brochures. Een wet van
den 16 Pluviose, Jaar 12, bepaalde, dat banken
van leening voortaan slechts met toestemming
der regeering mochten opgeridht worden. Art. 41i
van de Code pénal bedreigde, wie in dezen de
wet ontduikte, met zware straffen, alsmede wie
bij verkregen vergunning de politie-voorschriften
niet nauwkeurig nakwam. De voorschriften wer
den bovendien gedurig verscherpt, den pandhuis-
houders werd ;het eenvoudig volgens een bepaald
systeem lastig gemaakt, en het einde was, dat
het beleeningsJjedrjjf in Frankrijk uitsluitend door
publieke inrichtingen wordt gedreven, volgens wet
telijke bepalingen bij de wet van 1851.
Belangrijk o. a. hierbij is, dat in het geheele
Rijk in alle banken van leening voor de verschil
lende voorschotten, onverschillig op welk pand,
één rentevoet wordt toegepast, wat in Duitscbiand
niet het geyal is. j
In Nederland hcerscjbt te dezen opzichte, gelijk
als met alles wat tot deze kwestie in betrekking
staat, de grootste wanorde en totale beginsel
loosheid. f l
In tegenstelling met Frankrijk bestaan in Enge
land in het geheel geen publieke banken van
leening; daar heeft men enkel particuliere pand
huishouders, maaralweder onder staatscon
trole en niet zonder wettelijke vergunning. Het
bedrijf is reeds sedert langen tijd bij afzonderlek©
wet geregeld. Thans gelden de verordeningen lei
„pawnbrokers''-act van 1872. Volgens deze heelt
de bankhouder een vergunningsbewijs (excise-li
cense) noodig, dat jaarlijks opnieuw moet worden
aangevraagd en slechts onder overlegging van een
politieverklaring, dat de aanvrager gedurende het
afgeloopen jaar zich. aan geenerlei overtreding
in zake zijn bedrijf, en de daarop betrekking
hebbende bepalingen, heeft schuldig gemaakt. Eén
enkele gestrafte overtreding belet de hernieuwing
der vergunning; deze overtredingen gelden vooral:
opzettelijk bedrog in de taxatie der beleende goe
deren tegenover minderjarigen, het helen van ge
stolen goed, oneerlijke renteberekeningen, ver-
valsching van boeken en beleeningsbriefjes en.
verzet tegen de uitoefening der wettige controle.
De renteberekening is naar vaste tarieven bepaald
en de pandbriefjes zjjn van regeeringswege vast
gestelde modellen, welker invulling telkens door
de politie moet worden gecontroleerd. Ook be
vat de pawnbrokers-act nadere eg duidelijke vota-