Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 30ste Jaargang. Woensdag 6 November 1907. No. 8953 Abonneert op ie Nne ScMeiaiciifi Courant met cratis Mostreeri ZoMaisMai prijs 10 c. p. weel, 0.45 p. mad, f Uó ji f Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Donker Par ij s. Staten-Generaal. Binnenland. ABONNEMENTSPRIJS; Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADYERTENTIëNj Van 16 regels 0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 89. DUITSCHLAND. De aanstaande van prins August Wilhelm heeft )r* het stadspaleis te Berlyn waterpokken gekregen De geneesheeren vreezen, dat de ziekte zich verder zou kunnen verspreiden. Onder deze omstandigheden heeft de Keizerin tot haar spyt er van af moeten zien om mede öaar Engeland te reizen. De Keizer zal de reis, overeenkomstig het program, volbrengen en in aansluiting daarmede °P raad van de geneesheeren ter genezing van de ®og steeds voortdurende catarrh, een paar weken incognito op het eiland Wight bleven. BELGIS, Een officieuse nota meldt, dat een aanval van jicht aan den hiel den Koning noodzaakt elke Week een geneeskundige instelling te Parjjs te bezoeken. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Keizer Frans Jozef heeft eergisteren voor 't eerst weder audiëntie verleend. Hij ontving mi nister-president Beck, die o. a. rapport uitbracht over de Tsjechische ministercrisis. ITALIS. Gister werd te Rome het proces tegen Nasi en Eombardo behandeld. Nasi wordt, zooals men weet, beschuldigd in zjjn vroegere functie van minister van Onderwijs en Posteryen belangrijke geldsom men te hebben verduisterd. Lombardo, die in de Vette jaren hem trouw ter zyde stond, heeft hem daarby een handje geholpen. Voor het gerecht verklaarde Nasi gister, dat alles wat beweerd wordt, laster is en noemde het geding tegen hem schandelyk. Hy zal aan tonen, dat de z.g. misdaden welke hem ten laste voorden gelegd, niet bestaan. De rechterlyke over beid, die dit geding in elkaar zette, heeft vele Van de- schijnbare feiten niet begrepen en niet laar verklaringen er voor gezocht. De rechters wer den onrechtvaardig zonder het te willen en de Ka mercommissie werd op een dwaalspoor geleid. De beschuldigde oefende kritiek op den arbeid der com missie van onderzoek uit de Kamer. Hjj zeide ver plicht te zijn geweest Italië te verlaten. Niettegen staande zyn smart heeft hy nooit zjjn verdediging gezocht in de beschuldiging van anderen. Hy zeide te hebben verklaard en nog te verklaren, dat er f?een misdaad aanwezig is. Dan behandelde Nasi in bijzonderheden de beschuldiging; hjj wees bovenal de verklaringen van zijn beschuldigers betreffende de enorme kosten her reizen naar Loste, terug. PERZIë. In de Perzische Nationale Vergadering (heeft he minister van buitenlandsche zaken, Moesjir- M-Moelk, een mededeeling gedaan betreffende de (Uit het Fransch.) 106) Met een langzamen, veerkrachtigen tred als jvas hij naar de zijde des kelders gegaan, terwijl 3lJ zooveel voorzorgen in acht nam om het ëcluid zijner passen te vcrdooven, dat hij geen mikelen keer de zeer gevoelige echo's van deze °mleraardsche ruimten opwekte. In den kelder aangekomen, bemerkte hij eerst diets. i .Marcel had de deur van Jhet gewelf achter Mch dicihtgetrokken. Maar wéldra viel zijn oog VP een vage lichtscihjijn, die uit de diepten van ruimte kwam. Dit hielp Ihem, de deur der voormalige groeve CR vinden. Toen hij deze bereikt Ihiad, vond hij haar op n kier staan, en ze met zachtheid openende, h hij in den korten eigenaardigen gang, die x eigenlijke gewelf voorafging. Doof het flik- hot€ncle ^er lantaarn geleid, bereikte hij midden van de onderaardsche ruimte. Weldra hoorde (hij het geluid van het hou- hii H 'de Puinhoopen uiteensloeg en bemerkte 4 de lantaren, neergezet op jhet uitstekend ge- Engelsch-Russische overeenkomst, regelende de wederzijdsche positie in Azië. Perzië heeft zoo blijkt uit Mocsjir-el-Moelks mededeeling over die overeenkomst een nota opgesteld en die doen toekomen aan de regee ringen van Groot-Brittannië en Rusland, terwijl ook afschrift van die nota was toegezonden aan de regeeringen van andere groote mogendheden. De nota der Perzische regeering bevat de volgende vier verklaringen.j 1. de Britsch-Russisdhe overeenkomst gaat al leen Engeland en Rusland aan; 2. Perzië behoudt zich zijn vrijheid van han delen voor; 3. Perzië zal de „open deur" handhaven; 4. Perzië vertrouwt dat het zijn buitenland sche leeningen zal kunnen afbetalen. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 5 Nov. De Voorzitter deelde mede, voornemens te zijn nog deze week te doen afhandelen het ont werp betreffende de opsporing van delfstoffen. Over de Indische Begrooting is het algemeen debat geopend door den heer Brummelkamp, die in het belang van den economischen toestand van den inlander nogmaals betoogde, dat de opium- invoer en het gebruik dienen verboden te worden. De regie brengt geen verlossing maar veeleer bestendiging van liet kwaad. Over de door de Regeering genomen maatregelen is spreker dank baar, maar niet voldaanwant beperking is geen uitroeiing. Spreker gaf verschillende maatregelen in overweging om het kwaad uit te roeien. De heer Van K o J, nagaande ministers drie jarig beleid, oordeelde dat tegenover iets goeds veel staat dat bestrijding verdient. Te veel wordt door hem aan den kapstok gehangen. In verband hiermede wees spreker o.a. op zaken als onteigening van particuliere landerijen, mis bruiken by het voorschotstelsel voor suikerfabrie ken, doorvoering der wyziging van artikel 75 van het Regeeringsreglement. Ook is in de laatste jaren niets gedaan voor de ontwikkeling van het zelfbestuur. Integendeel, hoewel gevaarlijk voor een kleine mogendheid als wij zijn, is er een streven naar uitbreiding van het direct gezag te constateeren. Zoodoende maken wij van de inland- sche vorsten niet onze vrienden maar onze werk lieden. By een aanval van een buitenlandschen vyand zullen wy niet kunnen rekenen op den steun en de medewerking van den inlander. Spre ker critiseerde 't voorts, dat niets gedaan is voor ontwikkeling der buitenbezittingen. Weinig is ook met een ethische politiek in overeenstemming dat de wrevel en wrok in Atjeh worden aangewakkerd door belastingheffing; dat millioenen voor de expeditiën worden uitgegeven en niets wordt gedaan voor bevordering van den landbouw, de veiligheid, geneeskundige hulp, industrie enz. onder de inlanders. Ook dient té worden gebroken met de dwaze centralisatie, die nog te Buitenzorg heerscht. Tusschen Java en de Buitenbezittingen dienen de geldmiddelen te wor den geplitst en de Minister dient een budget over te leggen voor de Buitenbezittingen. Spreker hand haafde zyn klachten over de kolonie-mishande lingen. doelte van een pilaar, en eindelijk ook Marcel, met hart en ziel bezig aan zijne akelige taak. Bene uitdrukking van haat en triomfantelijke blijdschap was op zijn gelaat te lezen. En, terwijl hij de doorgangen, tussc|hen de puinen aangebracht, volgde en zicjhj achter de pilaren verschuilde om zijn weg te beveiligen, kwam hij tot aan den voet van den pilaar, die de lantaarn droeg. Hij behoefde nauwelijks zijn aanwezigheid te verbergen. Het, geluid van zijn passen ging op in de plotseling heitfiaalde doffe schokken, die het hou weel, door tegen de steenen te stooten, ver wekte; van den anderen kant hief Marcel, ge heel en al door zijnen arbeid in beslag geno men, de oogen niet op. Raulhac bleef eenige oogenblikken achter zijn pilaar staan. Hij ging Marcel's arbeid na en wachtte op den uitslag zijner pogingen. Toen hij weldra den schedel en de beenderen op den grond naast de puinhoopen, verspreid zag liggen, deed hij eene" beweging als om zich1 op Marcel te werpen, en zijn gezicht nam eene afschuwelijke uitdrukking van doodelijken .llraat en voldane wraakzucht aan. Toch overmeesterde h'ij zichzelve en stelde er zich mede tevreden, uit een zijner zakken een revolver te trekken. Eenige minuten verliepen. Marcel was weer opgestaan, om zich ih-et zweet van het voor hoofd te wissqhen. Raulhac kon zich niet meer inhouden. Spreker laakte 't dat de Minister volslagen tegenspreekt de communis opinio, dat de toestand in Atjeh aischuwelyker is dan ooit te voren en de pacificatie in verder verschiet ligt dan ooit geval was. Spreker critiseerde de martelingen en barbaarschheden, waaraan de Atjehers van onze zyde worden onderworpen. Overbekend zyn de feiten. Er moet een eind aan komen. Schuld ont kennen staat gelyk met de waarheid in 't gezicht slaan. Spreker vroeg wat de minister tegen de schuldigen denkt te doen. De heer De Stuers betoogde ook, dat wy in Atjeh van pacificatie verder af zyn dan ooit. Wreedheid en ruwheid by ons optreden heeft wrok gezaaid en het verzet doen toenemen. Wy voeren geen geregelden oorlog, maar maken jacht op menschen en zyn bezig het volk uit te moorden. De heer Boogaardt acht den financieelen toestand van Oost-Indië vrywel ongewijzigd en bespreekt de inrichting der begrooting, welke hy anders wenscht. Na de financieele kwestie komt spreker tot het binnenlandsch bestuur, waarby den gouverneur- generaal veel lof wordt gebracht en de houding van het leger verdedigd, wat een interruptie van den heer Van Kol uitlokt. Daarna volgt een woord van verzet tegen de vele pornografie, welke in Indië wordt gesleten en tegen het concubinaat, dat ontaard is in een handel in vrouwen, waarby de ambtenaren de leelyke rol spelen. Ten slotte spreekt de heer Bogaardt zyn twij'el uit omtrent de juistheid van de bevolkingsstatistieken, en dus ook van de gevolgtrekkingen, welke men daaruit trekt. De gegevens worden thans uitvoerig nage gaan, vooral de zaak der emigratie. De heer Van Deventer bespreekt de toe lating van vreemde oosterlingen, hetgeen hy toe juicht, mits men verder ga en de passen voor Java uitzondering doe blijven. Minder ingenomen is hy met het wykstelsel, dat persoonlijke voor rechten schept. Zonder herhaling van hetgeen hier heden reeds gesproken is, moet men toch aandringen op be ëindiging der treurige toestanden, daar er een andere geest moet uitgaan van het bestuur. Kracht zonder hardheid en bovenal rechtvaardigheid. Niet alleen militaire, maar ook civiele bestuurders moeten daar zyn. Niet afwijken wil spr. van onze Atjeh-politiek, van het stelsel-Van Heutsz, maar dat stelsel is thans in gansch verkeerde toepassing gekomen. De samenwerking indertijd van den A'jeh-gouverneur Van Heutz met den civielen ambtenaar Snouck- Hurgronje was uitstekend, en dat overleg tusschen militair en civiel gezag moest ook thans op Atjeh bestaan. De sociëteit en de renbaan op Kota Radja zouden betaald zijn uit de boetekas. De heer Van Kol: Uit de weezenkas. De heer Van Deventer vervolgt met een betoog tegen de heerendiensten, die afgeschaft moeten worden, minstens beperkt, omdat ze altyd misbruiken meebrengen. De heer Van Bylandt dankt den minister voor zyne toezeggingen betreffende de beteuge ling van het opiummisbruik. Dan komt spr. tot de ontginning van de mynen, waarby hy gewaagde van de plannen van explo ratie door mr. Abendanon. De staat moet niet exploiteeren, maar wel deelen in de winst. Wat nu de Atjehpolitiek betreft, we zijn daar nu eenmaal en kunnen er niet meer uit. Dat kost een massa geld, maar met suikerbeonen kan men niet vechten en als de vrouwen en kinderen voor H'j ging plotseling uit den schaduw van zyn pilaar en, zich voor Marcel oprichtend als eene wrekende verschijning, zeide hij tot hem op eenen toon, vol onheilspellende ironie Wat voor een ruw werk doe je daar, anne vriend! Als ik je eens hielp? Wat denk je ervan Marcel was, toen hij Rauljhac voor zich zag staan, en zijne stem hoorde, bleek geworden als een lyk. j Zijne trékken waren ontsteld, en hij had een. oogenblik gewankeld, als verloor hij het be wustzijn. Maar het dreigende gevaar, de toorn, en tot zekere hoogte de schaamte over deze onwil lekeurige zwakheid, alles had zich vereenigd om zijne wilskracht weer op te wekken, die een oogenblik verlamd scheen. Hij had een kreet van woede geuit, die veel geleek op het gebrul van een wild dier. Hij had een revolver genomen, verborgen in een zijner zakken, en had zich niet het wapen in dé vuist op Raulhac gestort. Maar alvorens hij hem kon bereiken, had Raulhac zich plotseling van de lantaarn mees ter gemaakthij ihad deze onder zyne klee deren verborgen en was onzichtbaar in de dikke duisternis, die er weer in het gewelf heerschte. f I VIII. Qooj de plotselinge v^dwijyn£ van D|>- den vyand gaan staan, dan kan men mei helpen, dat ze geraakt worden. De heer Van Kol: Dat komt niet voor I Maar als er schandalen gebeuren, als die geme moreerd zyn, dan moet er een nader onderzoek geschieden. De heer T h o m s o n ^analyseert de situatie als volgtal kent hy by voorbaat 's ministers ont- kentenis in Atjeh, is het van onmacht tot wreed heid gekomen. Als men het systeem van marte ling doordenkt, dan kookt men van verontwaar- Higing. Spreker heeft zelf ,in Atjeh vreeselyke dingen gezien, zonder te gruwen. De oorlog maakt de menschen zoo. Spreker vertoont een foto, waar op soldaten staan afgebeeld, den voet op kinder lijkjes; maar die wreedheid maakt de bevolking steeds erger; als men de kaart van Aijen voor zich neemt, ziet men pas over welke uitgestrekt heden een paar mannetjes moeten patrouilleeren. Nu beroept zich de minister op de reserve maar men moest eens weten, wat daar in komt. Uok dit eischt dringend herziening. Ook de heerendiensten bespreekt de heer Thomson en hy doet uit voorbeelden uitko men, hoe men zich gratis werkkrachten weet te verschaffen door zoogenaamd loon uit te keeren en het te compenseeren met boete. Spreker noudt vol, dat zoolang er geen middelen noodig zyn voor de pacificatie er een toestand zal biyven op Aijeh, welke voor ons land een schande is. Daartegen moet een algemeene 'opinie, Kumeu. zóó sterk, dat ze ook in Kota radja doo.unugi. Heden voorzetting. II. M. de Koningin. H. M. de Koningin bracht gisterennamiddag omstreeks 4 uur met klein gevolg een bezoek aan de inrichting Boeatan van de vereemgiug Oust en West in de Heulstraat. H. M., die te voet gekomen was, werd rondge leid door de directrice, mej. Loeber, en bezichtigde met groote belangstelling de uitgestalde voor- voorwerpen, waaruit H. M. enkele aankoopen deed. Tydens het hooge bezoek had zicu in ue Heui- straat een groote menigte verzameld. Nederland oh België. Reuter seint uit Brussel Het Journal de Bruxelles" meldt als onjuist het bericht van de Brusselsche Matin", dat de Duitsche gezant alhier eenige stappen zou hebben gedaan bij de Belgische regeering, dat in geen opzicht officieel steun zou worden verleend aan de Hollandsch-Belgische commissie nu te Brussel vergaderd. Bezoldiging Departementscommiezen en Hoofdcommiezen Weldra is tegemoet te zien een nieuwe rege ling der bezoldiging van de commiezen en hoofd commiezen by de Departementen van Algemeen Bestuur. Automobiel verkeer. De beweging op touw, gezet door dr. C. P. C. Bosch en die ten doel heeft de veiligheid wat be- faam verrast, bleef Marcel Percieux gedurende eenige oogenblikken onbeweeglijk, als verstomd op dezelfde plaats staan. Raulhac had van dit oogenblik van aarzelen' en nalatigheid kunnen gebruik maken, om hem de kogels van zijne revolver in 't Jiif te ia- gen. jr p j j Hij had, reeds toen (hij hem, achter den i- laar verborgen, bespiedde, het leven Kunnen ontnemen en geen haan zou er naar gekraaid hebben. i Maar het scheen hem tegen de borst te stui ten, hem bij verrassing te treffen. Misschien wilde hij hem ook levend meene men, om hem aan zijne wensclhen te onder werpen. Toen zijne eerste verrassing over was was Marcel met een wanhopigen spron" over den grafheuvel gesprongen, juist door hém ge opend. f i 6 Hij was ter linkerzyde gesprongen, achter den dichtsbystaanden pilaar. Daar Ihield hij zich stom en onbewegelijk, de revolver in de vuist eene gunstige gelegenheid afwachtend, om zich van zijn wapen te bedienen. j Raulhac Ihad met oplettendheid naar het ge ïnd zyner stappen geluisterd. Hij had er nauw- rpflg van bepaald. 1 oen hij zag, dat zij ophielden schreeuwde hij Marcel! J Een schot was (het antwoord. -li i. QSmü wmlsii

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 1