Statcn-Generaal. tweede kamer. Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Bainsly, Yorkshire! (Engeland), waarbij de familie j Chamberlain betrokken is. Twee menschen zijn daarbij aan stukken gereten. De stoffelijke schade is daarbij zeer aanzienlijk. Zitting van Donderdag i2 Dec. De behandeling van de Begrooting van Binnenlandsche Zaken wordt voortgezet. De minister verklaart, inzake bestriding der tuberculose, dat er, hoewel hij overtuigd is van bet onvoldoende van het ttot dusver gevolgde stelsel, op het oogenblik niets anders dan voortzetting van dat systeem, n.l. het subsideeren van parti culiere vereenigingen, kan geschieden. De heer Schaper stelt, ook namens den heer v. Kol, aan het eind zijner repliek een amen dement voor, strekkende de mogelijkheid te ope nen, dat ook gemeentebesturen Rijkssubsidie tot bestrijding der tuberculose kunnen bekomen. De heer B 1 o o k e r raadt aan voorloopig de zaak nog maar te laten zooals ze is, onder mede- deeiing, dat de bestaande particuliere vereenigin gen tot tuberculosebestrijding bezig zjjn zich op ie lossen in een groot centraal-comité, dat zoo poedig doenlijk na afloop van de Kamerzittingen zal bijeenkomen en met zal nalaten der Regeering van behoorlijk advies te dienen inzake afdoende bestrijding der tuberculose van Rijkswege. Dit centraal-comité is ook voornemens propagandisten aan te stellen. De heer L o h m a n bestrijdt het amendement- Schaper, dat een geheel nieuw stelsel brengt en dus een te verre strekking heeftterwijl ook de minister het bestrijdt als niet noodig, daar aan geen enkel gemeentebestuur, dat subsidie vraagt, zulks ooit geweigerd is. Na nog eenig debat trekt de heer Schaper het amendement in. De heer De Stuers bestrijdt het op deze begrooting uitgetrokken subsidie aan de Vereeni ging tot Bevordering van Bouwkunst te Amster dam voor prijsvragen voor ontwerpen van werk manswoningen, als geheel onnoodig. Als er in derdaad ontwerpen voor werkmanswoningen noo dig zijn, dan drage de Regeering die op bijv. aan de leeraren Hoogeschool. De heeren Schaper en Schokking raden den minister aan den post maar liever terug te nemen. De minister verdedigt den post, die slechts ten doel heeft om, waar naar de meening der Regeering een goed type voor arbeiderswoningen nog met bestaat, dit vraagstuk aan deskundigen te onderwerpen en voor dat goede doel een kleine Rijksbijdrage beschikbaar te stellen. Na nog eemg debat wordt deze subsidiepost verworpen met 38 tegen 32 stemmen. Bq de afdeeling krankzinnigenwezen komt in behandeling een door den heer Aalberse toe gelicht amendement van de commissie van rap porteurs, om den post voor aanstelling van een derden, tijdelijken, inwonenden geneesheer in het gesticht te Medemblik te schrappen. Na debat wordt het weder ingetrokken. De heeren Lohman, Troelstra en De Klerk dringen bij den minister aan op een wet telijke regeling ter voorziening in den toestand van het personeel bij de voormalige schutterijen. De minister deelt mede, dat hij na rijpe studie tot de conclusie is gekomen, dat als iets ten voordeele van deze menschen kan gedaan worden, zulks zal moeten komen uit de kassen der gemeenten, die steeds de schutterijen bekos tigd hebben; en dat zulks het beste te regelen is bij de Landweerwet. De minister, die toch in overleg moet treden met den minister van Oorlog omtrent een wijziging van de Landweerwet, zal trachten bjj die gelegenheid de zaak afdoende te regelen. Dit antwoord stelt den heer Troelstra bij wien de heeren Lohman en Eland zich later aansluiten zeer teleur. Hjj vreest, dat er van de zaak niets terecht zal komen, als ze wordt overgelaten aan de gemeenten. Ook de heer D r u c k e r betoogt, dat deze zaak bij afzonderlijke regeling dient ten einde ge bracht, los van wijziging of herziening der Land weerwet. De minister zal dit nog eens nader over wegen, maar kan geen toezegging in dien zin doen. De heer Schokki ng bestrijdt het aange vraagde subsidie ad f2500 aan het Nederlandsch Gymnastiekverbond, in de ee ste plaats omdat hjj is tegen uitbreiding van dergeljjken staatssteun, maar ook omdat deze Bond meermalen zelf uit voeringen geeft en in den regel op Zondag. Spre ker zou in geen geval den post goedkeuren, indien de minister niet de voorwaarde stelde, dat uit voeringen niet op Zondag mogen plaats hebben. De heer Eland verdedigt het subsidie als hoogst noodig. Overigens geschieden ten platten- lande des Zondags ergerlijker dingen dan gym- nastiekuitvoeringen. De heer Lohman sluit zich met nadruk bij den heer Schokking aan. Men moet concientie- bezwaren eerbiedigen. Na langdurig debat wordt met 56 tegen 25 stemmen de subsidiepost van f2500 voor het Nederl. Gymnastiekverbond goedgekeurd. De heer De Visser bespreekt eenige Hoo- ger Onderwijszaken. Spr. vraagt, hoe het thans staat met de zg. hervorming van de teologische faculteit, waaromtrent 15 Juni 1908 volgens de wet voorziening moet worden getroffen. Verder bestrijdt spr. de alleen aan de openbare gymnasia verplichte toelatingsexamens voor de eerste klasse van het gymnasium, uit paedagogisch oogpunt, zoowel als ter wille eener vrije mededinging van de openbare met de bijzondere gymnasie, die ten deze geheel vrij bleven. Spr. wil, zonder partij te kiezen, die vryheid ook aan de openbare gymnasia zien gela- en. Dan wijst spr. op de hooge kosten van ons booster onderwijs. De heer De Savornin Lohman meent, oat ons hooger onderwijs nog ai te zeer is inge richt op het verkrijgen van de bekwaamheid voor betrekkingen, in tegenstelling met het buitenland, waar net nooger onderwqs dan ook inderdaad vrjj kan zqn. in de klacht over^onderlingen wedijver is wel iets juist, maar zij is toch overdreven. Bjj de Groningsche Universiteit waarvan spr. curator is blijkt van dien natver te minste niets, is fnèh juist op zuinigheid uit. Beter zou wellicht zijn, de universiteiten te maken tot stichtingen met eigen beheer van Staatsgeld. In elk geval dient het tegenwoordige stelsel te worden verla ten, om terug te keeren tot de opvating, die spr. deelt met groote mannen als Thorbecke, Opzoo- mer, Vissering, Bosscha en meerderen. De heer B1 o o k e r meent, dat sommige vak ken bv. de psychiatrie - van zóó groot gewicht zijn, dat een volledig onderwijs aan geen enkele uni versiteit mag ontbreken, andere vakken echter als bv. aardrijkskunde, aesthetieken kunstgeschie denis die thans aan meerdere universiteiten gedoceerd worden, hebben aan één universiteit voldoende. Aan een goede uitrusting van de noo- digste hooger onderwjjsvakken hapert nog zeer veel. In het stelsel van den heer Lohman uni versiteit geen vakopleiding zal dan toch in elk geval gelegenheid tot opleiding voor d Staats examens moeten zijn, zullen er naast de faculteit toch vakscholen moeten zjjn, waarbij spr. dan bjjzonder aan de exacte wetenschappen denkt. Dat de losmaking van den effectus civilis nog niet steeds tot het gewenschte doel zal leiden, bewijst het bestaande Staatsexamen voor de medische faculteiten. Terrugkeer tot het testimonium college gezuiverd van de jnisbrpiken zou spr. boven bet Staatsexamen verkiezen. Verder bepleit spr. een aantal verbeteringen op hooger onderwijsgebied. De heer Ter Laan bestrijdt den eisch van «zeer begaafd zijn" voor de toelating tot de uni versiteit van jongelieden uit niet gegoede klasse, terwijl men aan di overigen die eischen niet stelt, terwjjl zjj jaarljjkseh den Staat toch zeer veel kosten, want spr. ziet niet in waarom men spe ciaal bij het H, O. dien maatstaf geheel moet loslaten. Spr. vraagt niet kostelooze toelating van alle onbemiddelden, maar wèl gelijke toelatings voorwaarden voor alle jongelieden. De heer Bos ondersteunt den wensch van dr. De Visser, naar afschaffing van de verplichte, uiteraard weinig zeggende, toelatingsexamens op openbare gymnasia en is het ook eens met diens betoog omtrent de kosten yap ons hooger onder wijs. Met den heer Ter Laan pleit spr. yocjr rui mere toelating van niet-gegoeden tot ons hooger onderwijs. Het denkbeeld De Visser van een alge meen advies-college, is sympathiek, nog sympa thieker zou spr. zijn de aanstelling yan een leidend onder wjjs-ambtenaar, zooals wij voorden landbouw een directeur-generaal hebben. Ten slotte verdedigt spr. het scheppen van een buitengewoon ffoog- leeraarschap in paedagogiek en methodiek, De heer Brum meikamp is het wat betreft de afzondering van den effectus civilis eens met den heer Lobman. De Staat zal een volledig uit gerust hooger onderwjjs niet kunnen bekostigen. Verder behandelt spr. eenige speciale punten. De heer Nolens betwijfelt of ons hooger onderwjjs zoozeer ten achter zou staan bij het buitenland. Het moge zijn, wat leermiddelen en professorental betreft, niet echter ten aanzien van de deugdelijkheid. Ons hooger onderwijs kost veel, maar dat is bjj goede besteding geen bezwaar. Als men onderscheiden wil tusschen wetenschap pelijk en opleidend karakter, dan kiest spr. het laatste en het hieraan gegeven geld is niet weg gegooid. Op dit oogenblik rest ons slechts in afwachting van een breede reorganisatie, bv. door een Staatscommissie ons H. O. onder den be- staanden toestand zoo goed en zoo zuinig mogelijk te verzorgen. Heden is de minister aan het woord. Timor. Blijkens een bij het Ministerie van Koloniën uit Nederlandsch-Indië ontvangen telegram zijn aan de colonne tot tuchtiging van Kolbano in het land schap Amanoebang op Timor, ingeleverd 12 kara bijnen, die geroofd werden bjj de overvalling der patrouille, waarover handelt het bericht in de Nederlandsche Staatscourant van 12 November 1907. Een hoofdaanleger van die overvalling en twee daaraan schuldige hoofden werden gevangen genomen. Chineezen in Ned. Indië. De correspondent van de »N. R. Crt" te Bata via seint, dat de Chineesche kruisers »Hai Tsji" en »Hai Joeng" gister ter reede van Tandjong Priok zijn aangekomen. Aan boord bevond zich Jang-sji-tsji, regeeringscommissaris voor den handel- De komst dezer schepen werd door de Chinee zen met geestdrift begroet. Allerwegen wapper den vlaggen en klonken er saluutschoten. In de haven had er een officieele ontvangst plaats. Jang-sji-tsji, bovengenoemd, is de onder-voor zitter van het Chineesche departement van Handel en Nijverheid. Hjj maakt met eene commisie eene studiereis. Voor zijn bezoek aan Indië, bezocht hij Siam, waar hem een schitterende ontvangst was bereid. De Chineezen zijn in den laatsten tjjd op han delsgebied in onze Oost zeer actief. In de maand October stichtten zij te Soerabaja een handels- vereeniging- en een afdeeling dier vereeniging te Batavia. Het schijnt zeker te zijn, dat de genoem de handelsvereeniging een min of meer half ambtelijk Chineesch tintje vertoont. Die komst van .Tan-sji tsji is een gevolg van het streven der Chineesche regeering om het Chineesche kapitaal, dat zich buitenslands bevindt, in nauwer contract te brengen met den Chineeschen handel. Flores. Uit Batavia werd gister geseind, dat kapitein Christoffel, die een tocht naar de Noordkust van Flores had ondernomen, te Endeh is teruggekeerd. Vermoedelijk is kapitein Christoffel wegens ongesteldheid te Endeh moeten terugkeeren, maar de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat bjj, na den tocht naar Flore's Noordkust te hebben volbracht, daar is aangekomen. Nadere berichten dienen te worden afgewacht. Het standbeeld voor den Stadhouder Willem III. Nadat een paar jaren niets meer over het op te richten standbeeld, voor den Stadhouder-Koning, Willem III was vernomen, ontving de provinciale commissie voor Zuid-Holland in Juli 1907 een schrijven van liet hoofdcomité, waarin werd mede gedeeld dat het „uitvoerend comité", in de ver gadering van 5 November 1905 benoemd en aldaar met volmacht bekleed om over de plaats van oprichting van het standbeeld te beslissen, defi nitief zijn keuze gevestigd had op Breda. Bedeelde vergadering was, door verhinderingen van persoonlijken aard, niet bijgewoond door den voorzitter (mr. Patijn), secretaris-penningmeester (kolonel F. de Bas) of andere leden van de Zuidhollandsche commissie, en dientengevolge was aldaar niet krachtig bepleit wat in een schrijven dier commissie van 31 Mei 1904 aan het hoofd comité uitvoerig was uiteengezet, nl. dat de plaats waar het standbeeld voor den fatadhonder-Koning zou verrjjzen, geen andere kan en mag zijn dan den Haag. f j De Zuidhollandsche commissie heeft daarop, na het advies der besturen van alle plaatselijke com.ité's in deze provincie te hebben ingewon nen on met verschillende van deze op 20 Novem ber te hebben vergaderd, bij schrijven van 5 December ter kennis van het hoofdcomité gebracht, dat naar eenstemmig© meening der aanwezigen geen gndere plagts dan den Haag voor de oprich ting van bet standbeeld in aanmerking kan komen. Bij haar schrijven is gevoegd een nota van den Leidschen boagleeraar in de geschiedenis prof. P. J. Blok, waarin wordt betoogd, dat noch Ami sterdam, nocli Breda de rechte plaats is, maar dat gelijk in Engeland te Dublin en fe Topbey de herinnering aan zijn grootsche werkzaamheid door standheelden wordt levendig gehouden, zoo hier te lande 's-Gravenhage de plaats (moet) zijn voor het standbeeld van den grooten Oranje vorst." i Be gewestelijke commissie voor Zuid-Holland voegt eraan toe, dat zij door de beslissing voor Breda zeer is teleurgesteld, en het haar plicht acht 'zich jegen deze keuze te verzetten met al den ernst, welken de oprichting van een reeds te lang uitgesteld gedenkteeken van zoo buiten gewone 'beteekenis eischt. Zij verzoekt het hoofd- comité aan de nationale commissie te willen in overweging geven om op de keuze van Breda terug te komen en alsnog die van 's-Gravenhage te bevorderen, terwijl zij verklaart dat het van de beslissing op haar verzoek zal afhangen of de in Zuid-Holland ingezamelde gelden al dan niet ter beschikking van het uitvoerend comité zullen worden gesteld, i j (N. Ct.) De Kon. Nederl. Posterijen in dienst van j J Duitsche loterijen. .'a*3 De Nederlandsche Posterijen gaan voort hand en spandienst te verrichten voor de Duitsche collecteurs van hier te lande verboden loterijen. Weder werden ingezetenen door middel van de post uitgénoodigd tot deelneming aan dergelijke loterijen, 't Is alsof art. 2, 2c van de Loterijwet 1905 niet bestaat. Ligt hét nu niet op den weg der Justitie, vraagt de „N. A. Ct.", een vervolging in te stellen tegen den directeur-generaal der posterijen, op wiens last de deelneming in zoo danige verboden loterijen openlijk wordt bevor derd, op grond Van art. 6? Drankwetswijziging. Door den heer D. Kooiman, secretaris der ge meente Maarssen is aan hét bestuur der Neder landsche Vereeniging voor Gemeentebelangen in gezonden een proeve van Drankwetswijziging in het belang van vereenvoudiging der gemeente administratie. i De heer Kooiman heeft genteend zich daarbjj te moeten plaatsen op het standpunt, dat thans alleen ontheffing wordt verzocht van geheel over bodig te achten werkzaamheden en dus buiten beschouwing gelaten o.m. de vraag of wellicht ook de Drankwet voor de gemeente-administratie werkzaamheden meebrengt, die ten onrechte onder de administratie zijn gerangschikt. Het bestuur der Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen benoemde eene commissie tot onderzoek van de door den heer Kooiman ge dane voorstellen. Deze commissie bestaat uit de heeren mr. L. Lietaart Peerbolte, referendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zaken te 's Gravenhage, voorzitter, mr. H Blaupot ten Cate, directeur van het bureau voor Staats- en admi- nistratief-reehteljjke adviezen te 's Gravenhage, C. W. A. M. Groskamp, burgemeester en secretaris der gemeente Sloten (N.H.), D. Kooiman, secre taris der gemeente Maarssen en Maarssenveen en F. Rot van Lelijveld, hoofdinspecteur van po litie, belast met het toezicht op de naleving der Drankwet, te 's Gravenhage, leden, terwijl als se cretaris der commissie is aangewezen de heer W. J. van der Meer te 's Gravenhage. De commissie heeft zich op het standpunt ge steld de Drankwet niet alleen uit een oogpunt van gemeente-administratie te bezien, maar ook te overwegen, welke andere wijzigingen nog zou den zijn aan te brengen. De Nederlandsch-Belgische commissie. Dr. Nolens, lid van bovengenoemde commissie, in de „Venlooschë Courant" o. m. het volgende: De Commissie heeft ten doel de bestudeering van economische vraagstukken rakende de be langen van beide landen, en wel zonder zich te mengen in de binnen- of buitenlandsche po litiek van een dier landen. 1 De behandeling van (haar) reglement op 4 Nov. 1.1. te Brussel, in het Palais de la Nation, heefl op de beperkte beteekenis van dat doel nog den nadruk gelegd. Daar werd toch door een Belgisch lid voor gesteld, om bij de economische belangen ook de sociale te voegen, en door een ander lid onr „economisch" weg te laten en dus het doel uit te strekken over alle belangen. Nederlandsche leden, o.a. ondergeteekende, heb ben zich daartegen met kiem verzet, zoodat deze artikelen dan ook onveranderd zijn gebleven. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de ge heel© onderneming van particulieren uitgaaf en illeen bestudeering ten doel heeft, dan zal zelf de meest voorzichtige gerust kunnen zijn. Nu kan de Commissie het niet helpen, dat haar bescheiden bestaan aanleiding geeft tot droo- men, en hardop droomen, over entente, conventie, alliantie, tolverbond, militair verbond en wat al niet meer. j Alleen zaj ze ©r voor moeten waken, dat ze zich niet van het door haar zelf afgebakend ier-. rein der werkelijkheid op dat der phantasie laat biengen. i 1 i Er is echter goeii grond om te vreezen, dat de behoedzaamheid, waarmee ze bij de oprich ting te werk ging, in liet vervolg riiet zal worden in acht genomen. En ook dit staat wel vaat, dat, als de Com missie op hef pad van avonturen zou gedre ven worden, of als er ook maar ernstig ge vaar zou ontstaan, dat ze in plaats van nut tig, nadeelig zou kunnen werken, ze in korter dan geen tijd tot het verleden zou behooren, bij gebrek, althans van Nederlandsche leden. Niet naar Canada. De minister van Buitenl. Zaken ontraadt hun, die daartoe het voornemen mochten hebben, om thans naar Canada te emigreeren, daar er, blij kens bericht van den consul-generaal te Toronto, op hét oogenblik in genoemd land een buitenge woon groot aantal personen zonder werk is. Ten gevolge van de gedrukte geldelijke toestanden heb ben vele fabrieken en andere ondernemingen hun personeel verminderd, hetgeen in groote mate tot het ontstaan der tegenwoordige ongunstige om standigheden heeft bijgedragen. 1 j Herhalingsoefeningen. Men meldt san de »N. Ct." Het plan bestaat voor de herhalingsoefeningen in 1908 bij de infanterie onder de wapenen te roepen de lichting 1901 voor 21 en 13, 1903 voor 28 en 20, 1905 voor 35 en 20 dagen. De korte periodes betreffen hen, die vroeger tot het zooge naamde blyvend gedeelte hebben behoord. Misbruik van reclame. Door de K. v. K. en F. te Leeuwarden is beslo ten te ondersteunen het door de Kamer te Arnhem aan den minister van Justitie gedaan verzoek om maatregelen te nemen tegen het misbruik van reclame bij het verkoopen vam waren iu flessc hen en kruiken. Een rechtsgeleerde Zeeofficier. Aan de Amsterdamsche universiteit is tot doctor in rechtswetenschap op «Stellingen" bevordert de luit. ter zee 2e klasse I. C. Jager. Hjj is de eerste rechtsgeleerde zeeofficier. Prof. van Hamel releveerde dit eigenaardig feit aan het slot der promotie, en sprak de hoop uit, dat deze combinatie zoowel leger en vloot als den gepromoveerde zelf ten goede zou komen. Giste r-m iddag is hier door de Rotterdamsche politie aangebracht de 16-jarige H. H. G. S„ bankwerker, woaende te Rotterdam, verdacht het rjjwiel van den heer Cannegieter, dat deze een oogenblik onbeheerd in de Oranje straat had laten staan, te hebben gestolen. De veldwachter Tempelaars had hem te Kethel aangehouden, toen hjj het rjjwiel aan een smid aldaar trachtte te verkoopen. In den afgeloopen nacht werd de politie door een bestuurder van de electrische tram gewaarschuwd, dat hjj, bjj het passeeren van de ljjn, nabjj de Hooge Baomen een man had zien liggen. De politie, die daar heen heen ging, vond een man in kenneljjken staat van dronkenschap met een ernstig bloeidende wond aan het hoofd. Naar het politiebureau gebracht, werd de man daar door een inmiddels gekomen geneesheer verbonden, waarna bij naar zjjne woning in het Nieuwsticht werd gebracht. Hoe en waar en wanneer hjj verwond werd, kon de man niet zeggen. Heden-morgen ongeveer 7 uur is de 17-jarige distillateursknecht II. A. Kuil, wonende Broersveld, op den eersten zolder der distilleerderij van de firma H. Jansen Co. aan de Lange Haven gestruikeld en door het geopend zolderluik op de straat gevallen. De ontboden geneesheer dr. Janssen constateerde» dat de linkerarm gebroken was. De gevallene werd door medeknechts naar zjjne woning gebracht. Van morgen is bjj de politie alhier aangebracht een minderjarige jongen, alhier wp- V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 2