TWEEDE BLAD
van Zaterdag 17 October 1908.
üemeugd frumw».
Pandaankoop.
van de
Vergadering yan den Raad der gemeente
Schiedam op Vrijdag 16 Oct. 1008, des
middags ten 2 uur.
rfI; (Slot).
Adresbeschik king.
Adres van de vereeniging «Kunst aan het Volk"
alhier om een subsidie uit de gemeentekas van
1500. met prae advies van B. en W.
B. en W. stellen in hun prae-advies voor, hier
op afwijzend te beschikken
De heer Van der S c h a 1 k wil dit voorstel
hetzelfde lot laten deelen als de beide vorige voor
stellen.
De Voorzitter meent, dat dit voorstel tot
een andere categorie van zaken behoort dan de
beide vorige voorstellen.
De heer R i s betoogt, dat de Vereeniging zelf
'iever eene spoedige beslissing zal wenscben in de
kwestie of zjj subsidie zal krijgen ol niet.
De Voorzitter besluit dat er dus iets voor
en tegen het voorstel van aanhouding is.
De heer Wittkampf zal tegen aanhouding
stemmende beide voorafgaande vereenigingen
Waren gelijksoortige grootheden, deze niet.
Het uitstel-voorstelVan der Schalk wordt ver-
Worpen met 11—7 stemmen. Voor stemmen
«ie heeren Smit, Van der Schalk, Bender, Kranen,
He Groot, De Bruin en Koopmans.
De beer De Bruin heeft de uitdrukking op
gevangen, dat het beter was dit voorstel maar in
eens af te stemmen. Toch zou hjj dat onbillijk
schten. Het preadvies van B. en W. heeft hem
-reeds verwonderd, vooral waar zjj, sprekende van
«ie volksfeesten die de kermis moeten vervangen,
gewagen van de Oranje-Vereeniging, die toch bui
ten deze aanvrage staat. Spr. weet wei, dat in het
College veel sympathie bestaat voor de Oranje-
Vereeniging en dat de Voorzitter bij het laatste
Oranjefeest zelf reeds een subsidie voor het vol
gend jaar heeft toegezegd. Maar hjj begrjjpt toch
Qiet het verband dat er tusschen «Kunst aan het
Volk" en de Oranje-Vereeniging wordt gebracht.
Nagaande hoe indertjjd in de betrokken Raals-
sitting, na verwerping van het voorstel-Gouka,
bet voorstel-De Groot werd aangenomen, houdende
bereidverklaring vereenigingen te subsidieeren, die
zich veredeling der volksvermaken ten doel stel
en, betoogt spr., dat de Oranje-Vereeniging in geen
eokel opzicht aan dat doel beantwoordt, Kunst
aan het Volk" daarentegen opvoedend en verede-
Send werkt. Daarom verwonderd 't hem, dat men
altjjd tegen subsidie aan «Kunst aan het Volk"
stemt en waar hij meent, dat dit uit een onge
motiveerde antipathie voorkomt, zou hij gaarne
van de tegenstemmers goed bcgrjjpeljjk en zicht
baar de reden vernemen van hun stemmen tegen
eene vereeniging die getrouw hare taak vervult
en op wier neutraliteit niets valt at te dingen.
De Voorzitter zegt, zich eerst te moeten
yerdedigen tegen een persoonljjken aanval. Hij
«s niet zoo onvoorzichtig geweest te beschikken
over zaken, waarover alleen de Raad te beslissen
beeft. Verder verklaart hjj, dat hjj niets heeft
legen «Kunst aan het Volk", integendeel het
streven dier vereeniging weet te waardeeren. Maar
t gaat hier alleen om de toepassing van het in
dertjjd aangenomen voorstel-De Groot. Dat be-
beoogde vereenigingen te subsidieeren, die de
volksvermaken veredelen. Maar dat doet «Kunst
«jan het Volk" nietdaarvoor staat ze te hoog.
Daarentegen heeft de Oranje-Vereeniging meer
ten doel het volk te vermaken.
De heer G o u k a meent, dat het doel van het
Voorstel-De Groot tweeledig was veredeling der
Volksvermaken en veredelend en opvoedend op het
v°lk te werken. Het laatste vooral doet «Kunst
het Volk", dat echter op den langen duur
bnancieel niet zoo zal kunnen doorgaan. Daaren-
jegen doet de Oranje-Vereeniging aan het een of
«et ander niets; haar invloed is dezelfde als van
een kermis; zjj geeft vermakelijkheden van zeer
'aag allooi, terwijl «Kunst aan het Volk" het
v°lk tracht op te voeden. Daarom heeft hem het
Pfae-advies van B. en W. zoo verwonderd. On
danks zjjne verontwaardiging heeft spr. zich kalm
'Jbgelaten, maar hjj hoopt, dat de Raad niet met
dat prae advies zal meegaan, te meer waar van
de zjjde van b. en W. zelf hulde werd gebracht
®an «Kunst aan het Volk".
De Voorzitter meent, dat men de stem
ming indertjjd gehouden, niet begrjjpt. Hierbjj
ftonden twee richtingen vooropbezorging van
hooger genot en bezorging van betere vreugde.
Het hooger genot beoogt «Kunst aan het volk" en
Voorz. waardeert haar en iedere vereeniging die
ijv. poogt bet volk de diepte der muziek te doen be-
grjjp
en en brengt hulde aan baar, die tracht het
y®tk op te voeden, maar daar gaat "t hier niet om.
Hier dient men te letten op hetgeen de geest van
bet voorstelDe Groot was en dat bedoelde aan
bet volk betere vreugde te brengen. Dat doel nu
sHeeft alleen de Oranje-Vereeniging na, wat niet
^itsluit, dat men ook het streven van «Kunst aan
et volk" weet te waardeeren.
De heer Gouka hoorde gaarne de verklaring
v?n den Voorzitter, hoewel ze slechts van plato-
oische liefde voor «Kunst aan het volk" getuigt.
A()ch had hjj een ander advies verwacht: waarom
?Qk niet, waar toch het voorstelDe Groot bljjk-
aar tweeledig was, op het eerste gedeelte, be-
°rging van hooger genot, gelet, en alleen aan
shbsidieering van het tweede gedeelte, betere
«reugde, gedacht. Hjj ziet hier slechts opposition
y^and, mème en bepaalden onwil, wanneer men
meegaat met het prae-advies.
De Voorzitter meent er vooral den nadruk
P te moeten leggen, dat het voorstel De Groot
edoelde subsidieering van vereenigingen, die zich
jee*e«teling van de volksvermaken ten doel stel-
Den heer De Groot spjjt 't, dat hjj den Voor-
itter in een gedeelte van zjjn béroog niet kan
V*allen. Hjj had met zjjn voorstel ook vereeni-
elDgen als «Kunst aan hét Volkop 't oog. Maar
fs 't moeiljjk uitsluitend die vereeniging te
sidieeren. Zelfs met 't oog op den ongunsti-
j* n öoancieelen toestand zou hjj zjjn voor een
rn t 6 subsidie aan alle vereenigingen om niet
'loi /*ee.raaten te meten. Alle of geen van allen
■- bjj willen subsidieeren. Dat «Kunst aan bet
Volk" zoo niet zou kunnen doorgaat-, meent hjj te
kunnen tegenspreken. Zelfs zonder subsidie kon
hare laatste jaarrekening zonder tekort slui
ten.
De heer Wittkampf zegt, dat hjj indertjjd
voor subsidie aan de Oranje-Vereeniging stemde,
omdat die het meest alle kringen der burgerjj
omvat, maar waar agn de Oranje-Vereeniging
subsidie geweigerd wordt, meent hjj die zeker
aan verdere vereenigingen niet te moeten geven.
De heer De Bruin is met het eerste ant
woord van den voorzitter zeer tevreden. Het be
richt omtrent de toezegging van den voorzitter
van subsidie voor de Oranje-Verpeoiging in het
volgend jaar, had hjj uit de persmaar ook de
persmannen vergissen zich wel eens. Wat de
betere vreugde betreft door de Oranje-Vereeniging
te brengen. Daaromtrent zou hjj 't best getuigen
op grond van een inzender in de »N. S. Ct.", maar
hjj zal daar niet verder op ingaan. Het argu
ment van den heer De Groot, alle of geene, acht
bjj niet juist. «Kunst aan 't Volk" omvat alle
lagen en gezindten der bevolkingmaar zjj zou
een deel van haar leden moeten buiten sluiten als
zjj niet in staat gesteld werd twee avonden te geven,
om alle te voldoendank haren grooten bloei be
hoeft zjj steun.
De heer Koopmans merkt op, dat de finan-
cieele toestand der vereeniging alleen ddarom zoo
rooskleurig is, omdat zij, meer kunnende en wil
lende doen, meende toch niet verder te moeten
springen dan haar pols lang is.
De heer G o s 1 i n g a zegt, daar waar gevraagd
is, duideljjk uiteen te zetten, welke bezwaren er
tegen «Kunst aan het Volk" bestaan, hjj
daaraan wil voldoen. De bezwaren zjjn: de too-
neelvoorstellingen, gewoonlijk op Zondag, terwjjl
een gedeelte der burgerjj dat gedeelte dat met
Zondagsrust ook Zondagheiliging wil, tegen alle
tooneelvoorstellingen, onder welken vorm ook, is, en
meent het geld van alle burgers daarvoor niet
mag besteed worden, ook al was de gemeentekas
zeer ruim voorzien. Dat de Vereeniging bederf
werend werkt, kan zjjn, maar alle waarborg ont
breekt, dat dit op den duur zoo zal zjjnde voor
zitter der vereeniging is een sociaal democraat en
de sociaal-democraten hebben geen vasten norm van
zedelijkheid. Spr. houdt dit ondanks onderbre
king volmevr. Roland Holst zei toch, dat deugd
en ondeugd stuivertje wisselen. Dus zal hjj
zich op verschillende gronden bjj het voorstel van
B. en W. neerleggen.
De heer De Bruin meent de uitdrukking
omtrent de sociaal-democraten te moeten wraken
de bjjval dien de vorige spreker daarbjj van mr.
Jansen ondervond, moest hem doen nadenkenken.
Hjj mocht niet zeggen wjj, anti revolutionairen,
zjjn tegen tooneelvoorstellingen, want Exc. Heems
kerk is een bekend tooneelliefhebber. Dat de
Voorzitter van «Kunst aan het volk" sociaal-demo-
csaat is, beteekent niets want de meerderheid van
het bestuur bestaat in hoofdzaak uit middenstanders.
De Voorzitter moet bezwaar maken tegen
de wjjte wrnrop de heer De Bruin de leden onder
ling tegen elkaar tracht op te zetten als hjj dat
een volgenden keer weer doet, zal hij hem het
woord moeten ontnemen. Niet voor de tribune,
maar voor de leden van den Raad behoort hjj te
spreken.
De heer G o s 1 i n g a merkt op, dat men ge
vraagd heeft de bezwaren tegen «Kunst aan het
Volk" uiteen te zetten en nu hjj 't deed, is 't
nog niet goed.
De heer De Bruin acht 't heel goed.
De heer Van der Schalk motiveert zjjn
stem voor het voorstel van B. en W., omdat
«Kunst aan het Volk" geen vermakelijkheden
geeft, die, zooals de kermisvermakelijkheden voor
het geheele volk zjjn.
De Voorzitter stelt nog eens in het licht,
dat hier niet de mate van waardeering van «Kunst
aan het Volk" of de «Oranje-Vereeniging" in het
spel is.
De heer Ris meent, dat de aangevoerde argu
menten eerder voor subsidie aan «Kunst aan het
Volk" pleiten en motiveert zjjn stem tegen het
afwijzend preadvies.
De heer Van der Schalk is tegen het sub
sidie, niet tegen de vereenigingintegendeel
hjj apprecieert wat zjj doet; maar haar genot
bereikt niet alle, ook de laagste klassen, wjjl 't
altjjd nog eenig geld kost.
De heer Gouka vraagt of, als het preadvies
wordt verworpen, de subsidie is aangenomen.
De Voorzitter ontkent datdan kan men
een voorstel tot subsidie doennu geldt alleen
het afwjjzend pre-advies.
Dat pre-advies wordt aangenomen met 14 4
stemmen. Tegen stemmen de heeren Koopmans,
De Bruin, Ris en Gouka.
Voorstel van B. en W. tot aankoop voor
f160.--, van een pandje van A. Bjjloo, staande
buiten de rooiljjn van de Kreupelstraat
Hiertoe wordt zonder hoofdeljjke stemming
besloten.
Den Voorzitter spjjt 't dat de wethouder
van gemeentewerken, de heer Van Westendorp,
verhinderd is deze vergadering bjj te wonen. Spr.
hoopt, dat zijne ongesteldheid niet lang moge zjjn,
hoewel ze wel lang kan duren. Hjj vraagt of er bjj
de leden bezwaar bestaat, de bespreking dezer zaak
aan te houden, totdat de heer Van Westendorp
aanwezig zal zjjn.
Den heer mr. Jansen doet deze mededeeling
van den Voorzitter genoegen 't lijkt hier wel een
eenvoudig zaakje, maar spr. is toch voor uitstel
tot de volgende vergadering of tot dat de heer
Van Westendorp aanwezig zal zjjn, bang als hjj
is hier een precedent te stellen.
De Voorzitter vraagt of de leden hunne
bezwaren zouden kunnen mededeelen dan kan men
die in het college bezien.
De heer mr. Jansen wjjst op de geringe
waarde van het houten pandje, staande op een
hoekje grond van het voormali, e grachtje waar
niet meer mag gebouwd worden. Alleen de grond
heeft hier waarde; maar dan acht hjj f20 per M2
een exorbitante prjjs. Wat zal men ons later
voor een noodig strookje aan de Hoogstraat vragen,
als we daar dien prjjs gaan betalen
De heer Wittkampf leidt uit het gespro
kene af, dat de eigendom van het pandje niet
vaststaat en wil daarom te meer met de beslis
sing wachten.
De Voorzitter acht ook beter aanhouding
tot de volgende vergaderingdan is de heer Van
Westendorp aanwezig of hebhei wjj althans nader
advies.
De heer Van der Velden merkt op, dat
waar de heer Bjjlo vroeg het houten loodsje door
een steenen pandje te vervangen, de grondeigen
dom wel moet vaststaan.
De heer Van der Schalk merkt op, dat
volgens de vastgestelde rooiljjn daar niet mag
gebouwd worden.
De heer De Bruin meent, dat wjj bjj uitstel
gevaar loopen, dat Bjjloo, die nog altijd bjj de
zaak schade ljjdt, zich weer terugtrekt.
De heer De Groot acht het beter niet uit te
stellen en deze gelegenheid tot verbetering voorbjj
te laten gaan.
De Voorzitter meent, het uit te geven
bedrag tot verbetering van den onoogljjken toe
stand niet te veel is.
Den heer Kranen, verwondert deze discussie
hjj meent, wjj met beide handen de gelegenheid
moeten aangrjjpen dien sta-in den-weg op te
ruimen.
De heer Van der Schalk is er tegen, om
geen precedent te stellen de eigenaar vroeg slechts
om in steen te bouwen, om aan de gemeente te
kunnen verkoopen.
De heer Van der Velden merkt daar tegen
op, dat hjj niet mag bouwen, maar wel her
stellen.
De heer Wittkampf is voor opruiming van
den sta-in-den weg.
Het voorstel wordt aangenomen met 144
stemmen. 1Tegen stemmen de heeren Jansen,
Gouka, Goslinga en Van der Schalk.
Rijksgemeenteleening.
Voorstel van de heeren Bender, De Groot en
Van der Schalk, omtrent het ter leen verstrekken
door het Rjjk van benoodigdigde kapitalen aan de
gemeente, met prae-advies van B. en W.
De heer B e n d e r releveert, dat in het pre
advies van B. en W. wordt betwjjfeld of 't op
den weg van het rijk ligt aan de gemeente geld
ter leen te verstrekken en of het rjjk goedkooper
dan de gemeente zal kunnen leenen. Spr. meent
dat vooral met eene verwijzing naar de laatste 3%
rijksbeleening van 25 millioen, die nagenoeg vijf
maal werd volteekend, in het licht te moeten
stellen en merkt verder op, dat de schuldbrieven
van kleine gemeenten op de Beurs bjjna onverhan
delbaar zjjn, terwjjl de schuldbrieven van het rjjk
steeds courante waarde hebben.
De wethouder van Financiën, de beer Lager-
w e y, wil den heer Bender op enkele punten van
zjjn betoog antwoorden. Dat het twijfelachtig is of
het rjjk 't op zjjn weg zal achten te liggen
kapitalen aan de gemeente leenen, bewjjst reeds
de manier waarop men deze zaak wil behandelen
eene petitie aan H M. de Koningin te zenden en
instemming der gemeenten te verzoeken hierdoor
wordt reeds bewezen dat het denkbeeld nieuw is.
Ook of de Staat goedkooper dan de gemeente
zal kunnen leenen, valt te betwjjfelen. Weth.
meent integendeel dat ten kapitaalkrachtige
gemeente als Den Haag goedkooper dan het rjjk
zal kutnen leenen. Spr. wjjst er op, dat ook het
Staatscrediet onder de bekende omstandigheden
verminderd is, dat niet alleen Nederlandsche
Werk. Schuld maar ook Engelsche consols merk
baar achteruit gingen en zeifs de 2J leen. Amst.
85 stond, terwjjl Ned. Werk. Schuld op 75' 4
bleef. Over het algemeen staan de obligatiën van
groote gemeenten hooger dan die van kleine
steden.
Dat het rjjk feiteljjk nu reeds leeningen aan de
gemeenten verstrekt, is a leen in zoover waar, dat
het rjjk geld geeft voor bouwplannen in verband
met de Woningwet. De moeilijkheden die de
gemeente met hare leeningen ondervindt, ervaart
even goed de Staat- Meer dan van' een enkele
schriftelijke behandeling, die tot negatief resultaat
zal leiden, verwacht weth. van een algemeen
petitionnement, dat de levensvatbaarheid van het
denkbeeld zal doen bljjken.
Overigens geeft de wjjze waarop Schiedam zjjne
leeningen in den laatsten tjjd geplaatst zag. alle
reden tot tevredenheid. Er is dus geen directe
aanleiding tot een petionnement, maar veeleer
weegt het belang onze vrjjheid te behouden, de
antonomie der gemeente te handhaven. Niet dan
in het uiterste geval moeten we er in toestemmen
onze zelfstandigheid te verliezen. Daarom juicht
weth. het praeadvies toa en hoopt hjj, de Raad
niet op het bewuste denkbeeld zal ingaan.
De heer Ben der meent, dat de wethouder
zeer ougeljjksooriige grootheden heeft vergeleken,
bjj de bespreking van de koersverschillen van de
leeningen van het rjjk en verschillende goote
gemeenten. Dat de leeningen des rijks minder
hoog stonden, ligt niet aan het verminderd cre-
diet, maar aan den stand van den algemeenen
rentevoet.
De heer Wittkampf verklaart zich tegen
eene verdere rijksinmenging in gemeentezaken
hjj wil niet een nog dieper ingaan van de voogdjj
van het rjjk over de gemeenten. Maar buitendien,
acht hjj dat leenen door den Staat onwenscheljjk,
omdat wanneer bet rjjk aan de gemeente eene
leening weigerde, haar crediet daardoor zeker niet
verhoogd zou worden.
De heer R i s is niet zoo bang voor het verlies
der gemeentelijke antonomie. Op financieel ge
bied hebben we toch geen autonomie. Of het rjjk
of Ged. Staten over de gemeente voogdjj spelen,
maakt niet in. Hier geldt alleen de vraag of het
wenscheljjk is, deze stap te doen Spr. ziet ge n
enkele reden om dit frissche idee te entameeren
en hoopt, dat men daaraan vast zal houden en 't
verder uitwerken.
De heer De Groot meent, dat de vraag of het
rjjk goedkooper leent dan de gemeente door di
vaststaande cijfers 33/to°/0 en 4% reeds swea
wordt beantwoord. Of het crediet van den Staat
er onder zal ljjden,gaat ons niet aan; dut zal e
de wet gevende macht wel uitmaken. Voir zoo
veel spr. geheugt, is er in het bedoelde geval ec
van stjjging dan daling sprake. Te zwaar tillend
is de opmerking omtrent de antonomie ter ge
meente ze wordt niet meer beperkt dan ze reeds
besperkt is. Ook acht hjj 't dwaas, S aat en ge
meente als vjjandig tegenover elkaar te plaatsen,
waar zjj toch beiden hetzelfde bestreven. Veeleer
acht hjj 't een voordeel de heer Wittkarrpf
zal dat als koopman beseffen dat men bjj twee
personen in plaats van bjj een terecht kanniet
alleen bjj de bankiers, maar ook bij den Saat;
daarbjj wjj moeten niet, maar kunnen bij den
Staat leenen als we daar voordeel in zien. Blijkt
dat voordeel niet, dan doen we 't niet.Spr., meenend
hier mede de voornaamste bezwaren behandeld te
hebben, hoopt, dat men dit denkbeeld met h el
nuchteren koopmanszin zal overwegen.
De heer Wittkampf meent, dat wanneer
de Staat aan de gemeente eeD leening weigeri,
ze ook bjj de bankiers baar crediet zal verspelen en
haar dus allen steun zal ontvallen.
De heer De Groot repliceert, waar de ban
kiers die aan een gemeente als Schiedam gafci
leenen niet zoo talrjjk zjjn, 't een voordeel is te
achten dat wjj èn bjj den Staat èn bjj de bankiers
terecht zouden kunnen komen.
De wethouder, de heer Lagerwey, betoogt,
dat het crediet van Schiedam vrjj hoog staatbjj
de recente laatste leening was de koers zoo hoog,
dat ze voor een kleine gemeente als deze te hoog
werd geacht.
De heer De Groot betwjjtelt of de bankier»
uit loutere liefde voor Schiedam aan deze gemeente
geld zouden leenen. Als was de leening vrjj gun
stig, 't was toch een 4% leening tot den koers
van 98%, terwjjl het rjjk a 33 10% geld leent.
De heer Goslinga heeft zeer belangstellend
de sehrifteljjke behandeling en ook de mondelinge
discussie dezer zaak gevolgd. Hjj is 't ten deze
eens met den heer Ris en hoopt evenzeer, dat dit
frissche idee niet in den doofpot zal gaan, maar
verder zal besproken worden, opdat er aldus meer
licht zal ontstaan. Gaarne zal bij dus zjjne stem
aan dit voorstel geven om verdere bespreking uit
te lokken, zjjne vrjjheid bjj de eindstemming voor
behoudend.
De heer B e n d e r verklaart, dat hetgeen hjj
nog had willen zeggen, reeds voldoende door den
heer De Groot is weergegeven.
De heer mr. Jansen meent er eenige waar
borg moet zjjn. De Staat heeft niet den minsten
waarborg dat de gemeente hare verplichting zal
nakomen. Wederzjjds raakt de gemeente haar auto
nomie kwijt en wordt haar een brevet van onbe
kwaamheid door den Staat uitgereikt Spr. geeft er
de voorkeur aan, dat de gemeente geheel zelf
standig in hare behoefte aan geldmiddelen voor
ziet.
De heer Ris meent, dat't er van afhaiigt onder
welke voorwaarden het rijk aan de gemeente leent.
Wat de waarborg betreft, dat moet de Staat uit
maken daar hebben wjj niets mee te maken.
De heer De Groot meent, dat de Staat ia
het kopgeld een voldoenden waarborg voor rente
en aflossiDg vindt. Hjj ziet hier wel degeljjk voor
deel voor de gemeente. Niet een betrekkelijk klein
bedrag van 14500 maakt het verschil tusschen
den koers en den rentestandaard van rjjk en ge
meente uit, maar een som van f 21000 over het
totaal der leeningen, zjjnde bjjna het benrag van
onze laatste nieuwe belasting, waarvoor het in de
plaats zou kunnen treden.
De heer mr. Jansen bestrjjdt dat voordeel.
Hjj acht de leening van 3 millioen veel voordeeliger
gesloten toen, dan dat het rjjk dat thans zou kun
nen doen. Bjj minder voordeel zou dus de op
merking omtrent het cjjfer dier belasting met op
gaan.
Lie heer De Groot meent dat door inkooping
van 3% schuldbrieven van den Staat a 75% wel
degeljjk eventueel een belangrjjk bedrag zou be
spaard worden.
Het voorstelBender, De Groot, Van der Schalk,
in stemming gebracht, wordt aangenomen met
10 6 stemmen.
Tegen stemmen de heeren mr. Janven, Van der
Velden, Honnerlage Grete, Lagerwey, Beuker» ea
Wittkampf. De heeren mr. *on Briei öasue en
Smit hadden de vergadering reeds verlaten.
De Voorzitter sluit, mets meer aau de orde zjjnde,
de openbare vergadering.
De schat der Int a's. Leo Eugeiscb*
maatschappij is met moderne middelen gaan zoe
ken naar den schat der In «a's. Sedert de eerste
Spaansche veroveraars onder Pizarro den ouden
Atapualita, den laatsten grooten hoofdman van
Peru, het geheim trachtten te ontfutselen, waar
de sprookjesachtige schat der Inka's, die meer dan
een milliard gulden waard zou zjjo, verborgen was,
zijn er telkens opnieuw pogingen gedaan om dezen
schat op te sporen. De sage zegt, dat de laatste
fnka den schat in het bergmeer van Gaatabiat
geworpen heeft, en een Engelsche maatscnappjj wil
nu dit meer droog leggen om dan verder in den
sljjkerigen ondergrond naar den schat te zoeken.
Niettegenstaande de groote moeilijkheden, is het
al gelukt, het niveau van het meer te verlagen
van 14 tot 2^ meter, en er zjjn ook werkeljjk al
eenige gouden voorwerpen gevonden, die vooraj
artistieke waarde hebben, 't Zjjn kroneD, platen(
die gediend moeten hebben ter bescherming van
bovenarm en beenen, kelken met tnenscheljjke ge
zichten er op, en andere voorwerpen uit een vroege
periode van beschaving. De maatschappij heeft uit
den verkoop van deze belangwekkende vondst al
ruim f 406,000 gemaakt.
Waarschuwing tegen antimoonhou-
cl e n d email. De bereiding van het witte email
uit tinoxyde is betrekkelijk duur en men probeert
Je thai ve sinds lang, stoffen te vinden, die bet
tinoxyde kunnen vervangen. Na vele min of meer
mislukte pogingen (bv. met het tetaniumoxyde),
komt men echter steeds weer terug op het oude
middel n.I. het antimoonoxyde. Dit antimoonoxyde
r.u is, technisch, zoo goed als niet vrij te krij
gen van twee schadelijke bijmengels, n.I. het lood
en hot arsenicum, zoodat de bruikbaarheid van
d:t surrogaat nog al iets te wenschen overlaat.
Nu is in den laatsten itijd weer een ailer-
n-euwste methode ontdekt om het antimoonoxyde
zu,verder te krijgen, maar de resultaten, hier
mede verkregen, zjjn ook nu weer zeer deibleus
bevonden en zeker niet te vertrouwen, daar reeds
gebleken is, dat ook dit praeparaat niet geheel
zuiver is van lood en arsenik, maar bovendien,
dot reeds, nadat het volgens het nieuwe pro
cédé bereide vaatwerk gedurende twaalf uren met
bron- of regenwater is in aanraking geiweest,
er in dit water belangrijke hoeveelheden antii
moon zijn overgegaan. Bjj koken of bjj1 sta3*
met zeer verdunde zuren, stegen deze hoeveel
heid. bovendien niet onbelangrijk. En daar nu
het gebruik van antimoonverbindingen o.a. aan-
leiding geeft tot braken, ja zelfs meermalen tot
noodlottige verschijnselen, zoo ligt het voor do
hand, dat het gebruik van dergel jjk vaatwerk in
uc huishouding lang niet zonder gevaren, ja zelfs
beslist te ontraden js, j (Moleeehott)