Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 11 o n n e e r t op k Nieuw Sciieiaisciie Con ml gratis Geiltatwi ZinJaplilaj 31ste Jaargang. Zaterdag 7 November 1908. IS o, 9257 TWEEDE BLAD De Afrikaan. ra 101. p.wf, 0.45 p. Ml, f 1.35 Uil StatenGreineraal F EÜILL KTÖN~~ Uemengd Nieuws. [Wordt ventoltQ j ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, por maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2,per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- 3traat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders, Bureau: BOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend, ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voorherhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil- lr)ke overeenkomsten aangegaan. L Telefoonnummer 85, Postbüa no, S3, EERSTE KAMER. Zitting van Vrijdag 6 Nov. Aan de orde is het wetsontwerp betreffende voorschriften voor de toepassing der Algemeene Akte van Algeciras. Zonder debat ot stemmen aangenomen, evenals het wetsontwerp betreffende Wjjzigingvan art. 23 der Gemeente wet. Daarna komt in behandeling de Rivierenwet. De heer Michiels van Kessenich herinnert, dat in de Tweede Kamer aangedrongen Werd op verzachting der aantastingen van de vrij heden van de burgers, zooah die in het ontwerp voorkomen. Spr. heeft geen bezwaar tegen het stelsel van de wet, maar critiseert het politierech- teljjk gedeelte van bet ontwerp, voor zoover het betrekking heeft op Limburg. Het winterbed der Maas is privaat-eigendom. Het daarop gevestigde servituut zal door deze wet zeer verscherpt wor den. De redenaar hoopt, dat, als dit ontwerp wordt aangenomen, de groote macht aan de administratie tn deze toegekend, oordeelkundig en humaan zal Worden toegepast. Spr. behoudt zich zijn stem nog voor. De Minister van Waterstaat, m r. B e v e r s, verklaart in antwoord op een vraag van den heer Michiels van Kessenich, dat de Regeering gaarne alles zal doen, om de particuliere belangen zooveel mogelijk io overeenstemming te brengen met de Rijksbelangen. Het wetsontwerp wordt daarna z.h.st. aange nomen. De Voorzitter deelt nog mede, dat bij voornemens is, de Kamer weer tegen het eind dezer maand bijeen te roepen en dan aan de orde te stellen de Achterstandsontwerpen. Niets meer aan de orde zjjnde,- wordt de verga- dering gesloten. ij TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 6 Nov. Indische begrooting. De heer Van Kol, zjjn gi teren afgebroken rede voortzettende, critiseerde scherp het gisteren door den heer Lohman gehouden pleidooi voor een krachtig mil'tair optreden in A'jeh. Die woorden uit dien mond en uit naam van het Christendom hebben spr. pjjn gedaan. Hij hoopt echter dat de minister van Koloniën niet zal optreden als advo caat van kwade zaken en niet zal vergoelijken wat met te vergoelijken is, maar zal voortgaan zich een eerlijk, goed inensch te toonen, zooals hij zich steeds heeft doen kennen. Spreker verweet den beer Lohman vooral, dat deze, door thans de ge- Pleegde schanddaden te vergoedeljjken en de Waarheid te verbloemen in naam van het Christen dom, zich als 't ware medeplichtig maakt aan de gruwelen, waarvan hij vroeger hen, d'e tegen die gruwelen opkwamen, beticht heeft. De invoering van de belastingen ter Sumatra's Westkust besprekende, betoogde spreker, dat bij voorafgaand overleg met de bevolking, van deze alles gedaan zou zijn te krijgen geweest. Doch in Plaats daarvan heeft men aloude overeenkomsten Roman van W. S. MAUGHAM. 32) Toen sprak Alec beel langzaam Ik geef u mijn woord van eer, dat, wat er °ok gebeure en in welke omstandigheden ik mij °°k mocht geplaatst zien, geen woord er over Jfijjne lippen zal komen, waaruit Lucy zou kunnen afleiden dat ge niet in elk opzicht braaf, dapper en eervol zjjt geweest. Ik neem voor het geen ge nu zult doen al de verantwoordelijkheid °P mij. Daar ben ik u onnoemlijk dankbaar voor. Alec draaide zich om. Dit gesprek was voor hem erger geweest dan al de doodsgevaren van een verwoed gevecht. Zoo! riep hij, en zjjne stem klonk haast uchtig nu hebben wij verder niets meer te bespre- Ge moet binnen een half uur gereed zjjn om marsch te gaan. Hier is uw revolver. En een halven glimlach liet hij er op volgen ®rReet niet dat ge al één patroon hebt verschoten teek er dus een nieuwe in en pas op dat ge eter raakt, als ge weer schiet. Ja ja, daar zal ik op passen. Mcorge knikte en ging naar buiten. En Alec's en rechten met ruwe hand geschonden zonder de bevolking er in te kennen. Zooiets kan slechts strekken om den Islam, waartegen de rechterzijde zoo ijvert, aan te kweeken in plaats van uit te roeien. De heffing van rechten zelf achtte spreker on billijk en onrechtvaardig, gelijk hjj breedvoerig ontwikkelde, en de wijze van iuvoering wreed. Spreker betoogde, dat er naar gestreeld moet worden om inbreuk op familierechten en adat abso iuut buiten te sluiten en erkende inlandsche geeste lijken vrij te stellen van de belastingen. Voorts behoort de Regeering en proclamatie tot de bevolking te richten, waarin het baar duide- deljjk gemaakt wordt, dat de belastingheffing uit sluitend in haar voordeel en te haren bate ge schiedt. Hierna kwam spreker tot de eigenlijke be spreking van ons Atjeb-beleid, ons volgens spr. afkeurenswaardig beleid om door terrorisatie te komen tot pacificatie en zulks op kosten van den overwonnene. Ook spreker critiseerende de wijze, waarop generaal Van Daalen de woestijn is inge zonden de man, in wien Van Heutsz vroeger zulk een onbeperkt vertrouwen had. Spreker vroeg overlegging aan de Kamer van de missive van 28 December 1907, waarin gene raal Van Daalen zich verweert op de tegen hem ingebracht beschuldigingen. Ook spreker doet uitkomen dat er tallooze gru welen in Aijeh gepleegd zijn, die nooit het dag licht hebben gezien. Spreker beeft thans weer van eeu officier een ganschen bundel ontvangen, w;sarin de ergerlijkste gruwelen worden beschreven. Den naam van dien officier zal hij echter niet mededeelen, na de wijze waarop de Indische officier Van Oorschot, die verdacht wordt inlich tingen aan Wekker te hebben verschaft, behan deld wordt. Spreker kwam krachtig op tegen die inhumane nota van den legercommandant Rost van Tonningen, waarin bartelóoze stellingen verkon digd worden, onder andere dat in den strijd hu mane bedoelingen alleen mogen meespreken wan neer het doel van den oorlog het toelaat. Die nota behoort door de Regeering gebrandmerkt en gedesavoueerd te worden. Spreker ontkende, dat er rust op Atjeh ge bracht wordt. Er wordt slechts gemoord op groote schaal. Sedert het optreden van Van Heutsz zjjn 20.000 lijken gemaakt in naam der beschaving. En alles is het zuivere uitvloeisel van het stelsel Van Heutsz, dat generaal Van Daalen alleen te consequent doordreef, heigeen hem nu als slachtoffer deed vallen. Spreker onderwierp het omspringen met de in landsche hoofden aan critiek, die op de schande lijkste wjjze behandeld worden. In dit verband vroeg spreker o. a. een onderzoek naar de wjjze van aanwending van de wegeDgelden tijdens het optreden van Van Heutsz als gouverneur van At jeh. Er zouden met dat geld particuliere uitga ven voor de familie van Van Heutsz gedaan zjjn, welke handelingen in een artikel in een der bladen met malversatiën gelijkgesteld werden. Spreker vroeg ook of het waar is, dat in 1903 de heer Snouck Hurgronje zijn taak als gouver nement»-commissaris heeft nedergelegd wegens verschil met Van Heutz over diens beleid en we gens de heer-zchende misstanden onder diens be heer. Spreker constateerde ten slotte, dat de At jeh oorlog boven onze macht gaat om het handje vol Atjehers den fieren nek te doen buigen. De rechterzijde, die in de laa'ste jaren de rechtvaar digheid van den oorlog verdedigd heeft, moge ons hier uit het moeras helpen. gezicht verloor terstond de uitdrukking van luch tigheid, die bet een oogenblik had. Hjj wist dat hjj daar iets had gedaan, wat hem voor altjjd van Lucy kon vervreemden. Zjjne liefde voor haar was nu voor bem het eenige nog op de wereld en hjj had het in de waagschaal gesteld voor dezen ellendigen knaap. lijj voorzag dat aan zjjne handelwijze alle moge- Ijjke uitleggingen en verdachtmakingen zouden kunnen worden vastgeknoopt, en dat hjj door zjjn eerewoord gebonden, nooit de waarheid aan het licht zou kunnen brengen. Maar zrifs indien George deze belofte van zwjjgen niet van hem bad gevergd, dan zou toch zjjn mond verzegeld zjjn geweest. Hjj had Lucy veel te lief, om haar deze bittere smart te kunnen aandoen. Wat er ook gebeurde, zjj moest in den waan blijven dat George een brave jongen was, en dat hjj gestor ven was hjj het vervullen van zjjnen plicht, Hjj kende haar goed genot g om te weten dat George's dood, hoe vreeseljjk baar die ook moest treffen, naar minder srr.aiteljjk zou zjjn, dan George's schande. Hjj wist hoe fel zij de smet op de eer van haar geslacht gevoeld had, boe die smet haar had aacgedaaD als eene persoonljjke verontreini ging. Hjj wist ook dat zjj al hare hoop op George gevestigd h id, harehoop op bet eerherstel der Allertons tegenover de wereld. En wat was er van geworden Haar broeder was gebleken een nietswaardige, een karakterlooze deugniet, te zijn, evenals haar vader. Hoe kon hjj haar dit zeggen Hoe haar De heer Bogaardt heet dezen minister gaarne achter de groene tafel welkom. Hjj verwjjt den heeren Van Kol en Thomson, dat zjj de antithese in de koloniale politiek hebben gebracht, en treedt vervolgens in een beschouwing van de tot dusver gevolgde financieele politiek. De financiën staan zeer gunstig, zooals hjj uitvoeig betoogt. Wat den socialen toestand betreft, merkt hjj op, dat de algemeene welvaart niet stjjgt. De oorzaak daarvan ligt bjj ons bestuurs-systeem zelf. Hij wil oprichting van gouvernements-suikerfa- brfeken naast de particuliere industrie en geeft in overweging inlandsche jongelieden van goeden aanleg in Nederland te doen opvoeden en onder wijzen. Hjj gaat de" inleggelden na op de ver schillende spaarbanken, ten einde aan de hand van die cijfers, te convtateeren, dat op Java de welvaart achteruitgaat. Voorts betoogt spr., dat door de uitbreiding van de Islam, de inlander hoe langer hoe meer wegzinkt ia een poel van onge rechtigheid. Uitvoerig worden de nadeelige ge volgen van die Islam-verbreiding door spr. ge schetst, vooral ook omdat de zinneljjke lusten van den mensch er door worden opgewekt. Spr. wil de bedevaarten naar Mekka verboden zien, en wjjst verder op samenzweringen onder de inlan ders. De geesteljjke beweging onder de Javanen is volgens bem niets anders dan stroovuur. Er zjjn zoo vaak bonden opgericht, de voorzitters ver rezen als paddestoelen uit den grond. (Daterend gelach). Spr. maakt verder de opmerking, dat men als gelovoig man in In die moeilijk een der sporten van de maatschappelijke ladder kan be klimmen. De heer Van K o 1Van Heutsz is ook geloovig. (Rumoer). De heer Bogaardt: Van Heutz is Katholiek gedoopt, maar op het oogenblik net zoo aebovig als u, meneer Van Kol, Spr. den toestand in Atjeh be-prekend, zegt, dat men nu Van Heut-z zoo fel aanvalt, terwijl bjj zjjn benoeming iedereen juichte. De ^Avondpost" kwam met een fraai en enthusiast artikel en later nam datzelfde blad de artikelen van Wekker op, dat was een groote tegenstrijdig heid. De henr Thomson: Dat was vrijzinnig. De heer Bogaardt Die vrijzinnigheid schenk ik u. Het feit, dat twee ministers Van Heutsz met hun verantwoordelijkheid dekten, be wij-1, dat bjj de rechte man op de rechte plaats is. Nu praai men van wreedheden en gruwelen, maar men ver geet, dat iedere oorlog wreed i<=, vooral onze mo derne oorlog; men kan geen adresjes plakken rp de kogels, in iederen ooriog worden weerloozen en onschuldigeri getroffen, bovendien kent het tn- diiche volk geen oorlogsrecht. Wekker heeft zeer sterk overdreven, hjj wierp een blaam op ons leger. De heer De Stuers is sinds het vorig j lar vooruit gegaan. Hij heeft nu gezegd, dat zjjn verwjjten niet slaan op het leger in het algemeen. De heer Van Kol: Dat heeft hjj altjjd gezegd. De heer Bogaardt: Gelooft dat niet. Hg' geeft toe, dat er in het Indisch leger slechte ele menten zjjn, maar die zelfs zouden niet schieten op vrouwen en kinderen. Spr. is door het rapport van den legercommandant ook niet geheel bevre digd, maar hij waarschuwt bgen overdrijving. De beer Bogaardt zjjn rede vervolgende, be handelt nog uitvoerig het civiele rapport. Zjjn con clusie is dat 't stelsel Van Heutsz Het eenige is, dat ook in de toekomst zal voldoen. Spr. heeft alleen voor zich persoonljjk gesproken. De heer Marchant: Ja, maar het duurt zoo lang. (Daverend gelach.) De heer Bogaardt: Waar de heer Van Kol zeggen dat George, haar oogappel, haar trots en hare hoop, een drinker, een leugenaar, een g"not- zieke egoist, esn plichtvergeten lafaard was Neen liever zou hjj elk offer brengen, dan haar ooit dit te weten te laten komen. Maar aan den anderen kant, indien zjj ooit vernam dat hjj George op een verloren post in den dood gezonden bad, dan zou zij hem ter verantwoording roepen en indien hjj dan zwjjgen moest, zich niet rechtvaardigen kon door het spreken van de waarheid, dan zou zij hem haten, hem verfoeien zou zjj, als een moordenaar. En als hjj hare liefde verloor, dan verioor bjj het éénige wat hem aan het leven deed hechten. Dit alles overdacht hjj, wetende dat Lucy beter zonder liefde kon leven, dan zonder zelf- achting. Eéne hoop bleet hem nog over. Hg had het zelf gezegd: indien George zich werkelijk dapoer hield, dan kon hij zich nog er doorheen slaan. Zou de knaap de laatste deugd aan den dag leggen van des schavuit's dapperheid XI. Eerst zes maanden later ontving de buitenwe reld bericht van Alec Mackenzie's expeditie, en tegelijkertijd kreeg Lucy een brief, waarin hij den dood mededeelde van haren broeder. Die storm achtige nacht was noodlottig geweest voor den luchthartigen Walker en voor George Allerton. Maar het succes had Alec stouten slag beloond en zich niet beeft bekort, behoeft ik bet ook niet te doen. Spreker gelooft, dat Van Heutsz ondanks zjjn fouten nog altjjd de rechte man op de rechte plaats is. Hjj prjjst den gouverneur-generaal, die de grondlegger is van onze politiek in de buitenbezit tingen. Spr. hoopt, dat Van Heutsz nog lang zal bljjven arbeiden voor moederland en koloniën. Hjj behandelt ten slotte de belastinginvoering op Suma tra's Westkust. De heer Verhey meent, dat er in Icdië veel en goed werk wordt gedaan. De financieele toe stand is gunstig. Aan groote volksbelangen wordt met ernst en toewjjding gearbeid. Veel moet ook worden gedaan aan de vorming van personeele krachten. Wjj zjjn in den laatsten tjjd ontzagljjk vooruitgegaan. De lezing van de stukken betref fende de Atjeh zaak heeft op spreker den indruk gemaakt, dat er fouten zjjn gemaakt, dat ook de gouverneur-generaal niet vrjj uitgaat, en dat ver andering in het politiek en civiel beieid noodzake lijk was, hetzij met of zonder verwisseling van per- souen. Nu moeten we slechts uitkomsten atwachlen. De vergadering wordt verdaagd tot Maandag IJ uur. Dinsdag avondzitting, tenzjj dien dag 's middags het algemeen debat eindigt. De boring naar steenkolen te Kessel, uitgevoerd door den ltijksopsporingsdienst, heeft nog boven de diepte van 800 M. een zeer rjjfc gedeelte der steenkoolformatie aangetroffen. Reeds zijn niet minder dan 7 steenkoollagen doorboord, afgezien van de niet ontginbare dunnere lagen. De horing te Baarlo is daarentegen begonnen met een gedeelte der koolformatie dat betrekkelijk arm aan kool bleek, doch men verwacht ook hier weldra in de daaronder volgende rijkere zones te komen, 1 i lOSVs jaar oud. Te Haarlem is mevrouw de weduwe Vermaasser 102i/2 jaar oud gewor den. Zij geniet nog een uitstekende gezondheid. S ir. a k e 1 ij k eten! Het paard der firma V. te Amersfoort was aan een beroerte gestorven en werd door den veearts voor consumptie afge keurd en begraven. Eenige paardenslagers heb ber, het cadaver opgegraven en, naar een politie onderzoek bewees, het vleesch den paardenbief- gragen Amersfoorters voorgezet. De politie ont dekte dat dergelijke gevallen daar meer voorko men. H ongaarsche schurken. De Duitsche consul-generaal te Boedapest deelt mede, dat in den jongsten tijd reizende burgers van 't Duit sche Rijk en wel in, de eerste plaats officieren in verschillende badplaatsen door reizende val- sche spelers, meestal Hongaren,, eenvoudig uit geplunderd worden,. Een le luitenant verloor op die manier een, kleine f 10,000 en maakte zich van kanf. De schurken zjjn zeer moeiljjk te pak ken te krijgen en voeren prachtige namen als naren Pcngrasz, Lakatos enz. aan de slavenjagers was eene nederlaag toege- bracht, die verpletterend bleek te zjjn geweeri. Alec's brief was ernstig en teeder. Hn wist welk eeu bitter leed hij Lucy er mee aandeed en hij wist ook dat geen woorden dit leed konden verzachten. De eenige troost, die hjj haar geven kon, moest liggen in de voorstelling, dat Geoige zjjn voor haar zoo kosteljjk leven, geofferd had voor eene goede en edele zaak. Nu de jongen zelf voor zijne misdadige dwaasheid met zgn leven bad geboet, was Ak-e bedo-en over al het voorafge gane de spons te ba'en. Hjj wilde dat alles ver geten en zich niets meer bennneren dan de inne mende eigenschappen tan den knaap en diens ge hechtheid aan zgee zuster. De eene maand volgde op de andere het drooge jaargetjjde maakte plaats voor 't natte. Alec verkreeg eindeljjk de verzekeriug dat het doel waar naar hjj gestreefd had, was bereikt. De slavendrijvers waren verdreven uit een grondge bied ter groote van het vereenigd koninkrijk, trac- taten waren geteekend met opperhoofden, die daarmee de suzereiniteit aanvaardden van Groot- Brittanië, en het Gouvernement had verder niets te doen, dan door de bemiddeling van de nieuw opgerichte Oost-Afrikaanscbe Compagnie de veroverde landen te annexeeren. Met de daartoe uoodige stappen bad Alec zich, nu ,nog bezig te houden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 5