Dagblad voor Schiedam en Omstreken. A li o i ii e e r t D op ie Uwe Siielaisclie Coram prus 10 c. p. weet. 0.15 p. nlfl.35pJri. 31ste Jaargang. Zaterdag 5 December 111118. No. 9281. ÉÉRSTE BLAD! De Afrikaan. öfficieele berichten. Controle echtheid Schiedamscha Jenever en Schiedamsche moutwijn. Biiitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2,per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- Btraat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Bureau: BOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTISN: Van 1—6 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer, Elke regel daarboven 15 cent. l... L, L Driemaal plaatsen wordt ivoeemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil- 1 ijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 84) Dit munter bestaat uit twee bladen em een QeilUutreerd Zondagsblad. Burgemeester en Wethouders van Schiedam Gelet op art. 8 lett. a, der voorwaarden, rege lende de Contróle op de echtheid van Schiedam sche Jenever en Schiedamschen moutwijn Brengen ter openbare kennis, dat naar aanlei ding van een bjj hun College ingekomen verzoek van de N. V. Ned. Branderij, Gistlabriek en Dis tilleerderij, voorheen de firma's H. Jan«en Co., H. C. Jansen en Herman Jansen, te Schiedam, bij hun besluit van 26 November j.l., de uitoefening der Contróle voor het pand gelegen aan de Noord- vest noi 97/101, is opgehouden. Schiedam, 5 December 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. A. BRANTS. De Secretaris, V. S1CKENGA. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, zjjn voornemens op Donderdag 17 December a.s des middags ten 12 ure, ten Raadnuize in het openbaar aan te besteden Het maken van een hoofdgasgemaal voor de rioleering. Bestek en teekening zjjn a f 1.(franco per post fl.05) verkrijgbaar ter Gemeente-Secretarie. DE BALKAN. In de Italiaansche Kamer is de Balkankwestie in geheel haar omvang gister aan de orde ge weest. r f Tittoni, de minister van buitenlahdsche zaken, hield een lange, belangwekkende redevoering. Hij ontkende, dat Oostenrijk den afstand van Trente aan Italië zou hebben beloofd, als het lot de inlijving van Bosnië en Herzegowiha zou overgaan en evenzoo dat art. 8 van het verdrag nopens het Drievoudig Verbond aan Italië ver goedingen zou verzékeren voor het geval Oos tenrijk te zijnen gunste de"n status quo in het Oosten wijzigde. In de archieven van het dep, van huitenl. zaken is hierover ook niets te vinden, ze;de hij Tittoni verzekerde, dat de regeering steeds het bewijs gaf van de oprechtste genegenheid jegens de kleine Balkanstaten. Hij gaf uitdrukking aan zijn sympathie voor Servië en Montenegro. Wij helmen hen zeide Tittoni aangespoord zich niet lichtvaardig in een avontuur te storten, waar van zij alleen de gevolgen zouden hebben te dia gen. Overigens behooren Servië en Montenegro hun dwaling te erkenneh. Tittoni gaf den Balkanstaten, Turkije daarchder begrepen, den raad de broedermoordende worste lingen te staken en nu voort te werken aan den arbei'd der hervorming. Als zij dan in de toe»xmst een krachtige verdediging kunhe/i stel len tegenover eiken aahslag op hun onschend baarheid, dan zal het Oosten niet meer een voor durende bedreiging zijn voor den vrede in Euro pa. Onder de Balkanstaten vermeldde spr. ook Turkije, dat aan de wereld een bewonderenswaar dig voorbeeld heeft gegeven: een ingrijpende om wenteling werd daar op vreedzame wijze vol bracht. I Voortgaande verklaarde Tittoni dat uit een in ternationaal oogpunt de inlijving vah Bo&nië klaar blijkelijk niet kan worden beschouwd als eeh kwestie, die alleen Turkije raakt. Een wettige oplossing met toestemming van alle belangheb benden de voorkeur gevende, heeft de éénzijdige oplossing van Oostenrijk een moeielijk'en en oh- zekoren toestand geschapen, die zijn nawerking op den binnenlandschen toestand der andere sta ten deed gevoelen en eii listig© verwarring bracht in onzen politieken kring. Tittoni deelde vervolgens mede, dat Italië- met de onmiddellijk daarbij belanghebbende mogend heden, overleg heeft gepleegd om een snelle vol tooiing van den spoorweg van den Donau Daar de Adriatische Zee te verzekeren. De onderhan delingen worden zeer krachtig voortgezet; wij beijveren ons een overeenstemming tot stand te brengen tusschen Bulgarije en Turkije aan ^den andcien kant. Wij wenschen Turkije met de meeste achting te behandelen en hechten groot gewicht aan ci ze betrekkingen met dit land. De tusschen Turkije en Italië gevestigde betrekkingen dragen den stempel van wederzijdsche sympathie. Het zelfde geldt voor Tripoli, waar het ongerecht vaardigde wantrouwen van het oude Turksche stelsel ten aanzien van Italië geheel verdwe- her. is. f Vervolgens sprekend over mogelijke vergoedin gen voor de inlijving, deelde de minister mede, dal afgescheiden van 'de bezetting vah Bosnië, twee artikelen van het verdrag van Berlijn, 25 en 29, beschouwd moeten worden als inbreuk te maken op de belangen van Italië. Als die zijn ingetrokken of gewijzigd, dan zouden wij kuhnen zegsen, dat wij op een zoo goed mogelijke wijze in de verdediging van onze belangen hebben voorzien. Buiten het verdrag van Berlijn zijh de belangen van Italië, Macedonië, en Albanië gewaarborgd door het Drievoudig Verbond. De minister wees voorts op den samenhang tusschen de buitenlandsche politiek en de mili taire uitgaven. Hij verklaarde, dat er geen twij fel aan is of men moet in de oorlogstoerustingen voorzien. De minister, die zonder hoogst ern stige redenen, zijn land in een niet noodzakelijken oorlog leidde, zou de misdaad begaan van ver raad jegens het vaderland en onteering der menschheid. Van de bank der regeering moeten er woorden klinken, die zonder op te houden vaderlandlievend te zijn, geruststellend en vreed zaam werken. De minister eindigde met den Roman van W. S. MAUGHAM. 51) Vergeef het mq, Alec. Zjj hield zijne hand in de hare, en zjj sprak snel. gjj weet niet hoe vreeseljjk het is. Ik sta zoo jjseljjk al leen. Iedereen is zoo bitter tegen u, en geen sterveling heeft een goed woord voor u. Het is alles zoo vreemd en zoo onverklaarbaar. Het ljjkt wel dat ik de eenige persoon ben, die niet over tuigd is dat ge den dood van den armen George op uw geweten hebt. O, wat moeten de menscben mjj onverschillig en harteloos vinden Doet het er <6el toe, wat de menschen den ken zeide hq ernstig. Neen, neen. Ik schaam mij zoo over mqzelf. Ik tracht de gedachten uit mjjn hoofd te zetten en ik kan niet. Ik kan eenvoudig niet. Ik heb er tegen gevochten. Ik heb geweigerd in woorden wisseling te treden over de mogelijkheid zelfs, tdat er iets waars zou zjjn in die afschuwe lijke betichtingen. Ik heb met Dick Lomas willen spreken wetende dat bij uw vriend is maar ik durfde niet. Het leek mjj een verraad aan u, en ik wilde niemand laten merken wat er in mq omging De eerste brief in die krant was niet zoo erg maar de tweede o, het heeft zoo'n vreeselijken schijn van waarheid Alec keek haar aan. Dit was de eerste maal, dat bij van een tweede schrqven had ge hoord. Gedurende de ontzettende spanning van die dagen aan de kolenmijn had hq geen tjjd ge had om aan iets anders dan het reddingswerk te denken. Maar hij antwoordde niets. Een Lucy sprak weer Ik heb het gelezen en herlezen en ik kan het niet begrijpen. Wanneer Bobbie zegt dat het afdoende is, dan zeg ik hem dat het niets beteekent. Maar... o, begrijpt ge niet wat ik bedoel? De onzekerheid is mq zoo ondra gelijk Zjj bleef plotseling steken, en nu keek zq hem aan. Er was iets jammerlijk smeekends in hare oogen. In het eerste oogenblik voelde ik mij zoo vol komen zeker van u. En nu niet meer? vroeg hij kalm. Zq sloeg hare oogen neer, en eea snik benam haar den adem. Ik vertrouw u nog even veel als ooit zeide zij. Ik weet het is onmogelijk, dat ge zoo iets schandelijks zoudt hebben gedaan. Maar daar staat het zwart op wit en ge hebt nog geen woord er tegen ingebracht. Ik begrjjp dat het moeiljjk voor u is. Maar daarom juist vroeg ik u, in mij te ge- looven. wuisch uit te spreken, dat het parlementaire debat vruchtdragend en onderrichtend moge zijn en iedereen vereenige in het torsen van den veriieven last door den algemeenen plicht ©n het aigemeene belang van bet vaderland opgelegd (levendige toejuichingen van de rechterzijde, het centrum, de linkerzijde; beweging bij de uiterste linkerzijde). De Kamer nam ten slotte de motie, door Fu- sinato voorgesteld, waarbij instemming wordt be tuigd met de buitenlandsche politiek der regeering, met 297 tegen 140 stemmen aan. i Twee Oostenrijksche transportschepen met troepen aan boord zijn gister van Fiume ver trokken. Nog twee schepen zullen heden ver trekken. Men zegt dat alle voor Cattaro bestemd zqn,. l Volgens de jongste berichten uit Boedapest gaan er vandaar onophoudelijk treinen met troe pen naar Bosnië. Met de troepen, die reeds in Bosnië zijn en de 30,000 man die daarheen op weg zijn, zal het totaal-cijfer der troepen in Bos nië meer dan 100,000 man bedragen. De Oosten- rijksch-Hongaarsche regeering blijft ontkennen, dat er gemobiliseerd wordt; ze zegt dat de troepen- verzendingen uitsluitend dienen ter versterking van de Bosnische grensgarnizoeneh. ENGELAND.- In het Lagerhuis heeft minister Asquith gister medegedeeld, dat de regeering de onderswjjs- w e t, die zq den 7den November indiende, zal intrekken. De regeering heeft dus niet aan de verlangens van de Katholieken, Anglikanen en jNonconfor- misten'willen tegemoet komen. Wat de eischen der Katholieken betreft, meldt de «Catholic Times", dat zij tweeërlei waren. De Katholieken wilden in staat worden gesteld huDne scholen steeds te voorzien van leerkrachten, die niet slechts in naam. doch ook metterdaad katho liek zijn, terwijl zq over de noodige fmancieele hulp moeten kunnen beschikken om hun school gebouwen te onderhouden, aan de kinderen goed onderwqs en aan de onderwijzers een behoorlijke bezoldiging te geven. Van deze beide voorwaarden wilden de Katholieken geen tittel of jota prijs geven- Zij evenals de groote massa der Angli kanen verlangden een geljjke subsidie als de openbare scholen. Zij weigerden hun kinderen uit te leveren aan onderwijzers van welke andere be lijdenis ook of van geen enkele belijdenis I en konden met het zoogenaamd Bjjbelsch onderwqs, hetwelk goed heet te zjjn vpor iedereen, geen ge noegen nemen. FRANKRIJK. PAR1JSCHE KRONIEK. (Van onzen Parijschen correspondent.) Parijs, 21 Nov.4 Dec. 1908. De zaak—Steinheil. De dubbele moord in den nacht van 30 op 31 Dat doe ik ook, Alec, riep zjj heftig. Met beel mqne ziel. Maar heb medelijden met mq. Ik ben niet zoo sterk als ik dacht. Voor u is het gemakkelijk, op eigen voeten te staan. Gjj zijt van jjzer en staal. Gjj zijt als een berg van graniet. Maar ik ben een zwrkke, een jammerlijke zwakke vrouw. Hij schudde zjjn hoofd. Het viel mq gemakkelijk, sterk te zjjn toen het mijn vader betrof, of George, maar nu is het iets anders. De liefde heeft mjj veranderd, verweekeljjkt. Ik heb den moed niet om tegen de meening van al mijne medemenschen in te gaan. Alec stond op en liep een paar malen door de kamer heen. Hq scheen in diepe gedachten. Lucy verbeeldde zich dat zjj het kloppen van zjjn hart hooren kon. Straks bleef hq vóór haar staan. Haar hart kromp ineen bij het zien van de groote smart, die uit zjjne stem haar tegenklonk. -- Herinnert ge u niet, zeide hij, hoe ik nog pas eenige dagen geleden tegen u gezegd heb, dat ik niets heb gedaan wat ik niet onder dezelfde omstandigheden nogmaals zou doen Ik gaf u mjjn woord van eer, dat ik mijzelf niets te ver wijten heb. O, dat weet ikriep zij. Ik schaam mjj zoo onuitsprekelijk over mqzelf. Maar ik kad den twij fel niet verdragen. Twijfel Nu hebt ge eindelijk het woord gezegd. Ik houd mqzelf voor, dat ik geen lettergreep Mei op den kunstschilder Steinheil en mevrouw Japy, in zjjn villa van het slop Ronsin, quartier de Vaugirard, gepleegd, was al bjjna weer verge ten, toen hq, nu ruim een maand geleden, weder eensklaps in de dagbladen besproken werd. De vermoorde schilder en zjjn schoonmoeder, zoo meldden den 31sten Mei al de dagbladen, waren 's morgens gewurgd gevonden, terwjjl mevrouw Steinheil met handen en beenen gebonden, be- zwjjmd, doch nog levend, in haar bed lag. De huisknecht, Remy Couillard, die niets gehoord had, ontdekte haar het eerst, riep om hulp en maakte de gebonden handen en beenen los. Bij gekomen, verhaalde zjj, dat drie in 't zwart vermomde mannen met baarden, vergezeld van eene roodharige vrouw, haar hadden vastgebonden en dat men haar niet evenals haar man en moe der gedood had, alleen omdat men haar voor baar dochter, die juist niet thuis was, gehouden had. Door de inbrekers gevraagd waar de juweelen en kostbaarheden te vinden waren, had zjj, dood van angst, de kamer, waar haar moeder sliep, aange wezen. Daar de familie Steinheil, vooral mevrouw, nogal bekend was, werd haar salon door vele kunste naars, letterkundigen, juristen en staatslieden bezocht, en maakte deze zonderlinge dramati sche zaak veel opschudding. Zjj was gedurende eenige weken het onderwerp van lange kranten artikelen en van alle gesprekken. De politie deed, zooals tenminste werd voorge geven, alle mogelijke nasporingen, doch vond geen enkele der misdadigers wat, met de weinige aan wijzingen, welke men gegeven had, zeer moeiljjk was. Het scheen dan ook alsof de nasporingen zoo goed als opgegeven waren, toen de dagbladea, nu ruim een maand geleden, berichtten, dat de wedu we Steinheil ongeduldig geworden en de moorde naars van haar man en moeder absoluut willende vinden, de zaak zelf in handen genomen had, den chef der Politie, den heer Haward, beschuldigend hij er zich niet genoeg meer mede bezig hield. Voor hetgeen volgen gaat was het noodig, het bovenstaande, hoewel reeds bekend, even te her halen. Mevrouw Steinheil was dus met vollen jjver aan 't onderzoeken gegaan en had dagelijks intervieus met de reporters van de »Matin", »1' Echo de Paris" enz., enz., die de onmogelijkste en dwaaste verbalen aan hunnen op zulken kost verlekkerde lezers, opdischten en waarin de tegen strijdigheden soms zóó in 't oogsprongen dat,men niet kon nalaten te bemerken, daar iets niet meer goed in orde was en zich af vroeg wat of wis deze zoo rusteloos geworden vrouw tot dit meer dan verdacht optreden had aangezet. In de gesprekken met de journalisten kwam mevr. Steinheil van de eene bekentenis tot de andere en men begon spoedig uit hetgeen die reporters te lezen gaven, de gepleegden moorden van een geheel andere kant te bezien en het werd een ieder duidelijk dat de politie en de rechter van instructie in deze zaak, met een bjjna ongelooflijke halsstar righeid voortdurend het valsche spoor waren bljj- van die afschuwelijke betichting geloof. Ik herbaal voortdurend tegen mqzelf: Ik ben zeker, ik ben volkomen zeker, dat hq onschuldig is! Zij putte kracht uit de wanhoop harer liefde, en nu op het kritieke oogenblik, bad zjj al den moed dien zjj behoefde. En toch in den grond van mijn hart is de twijfel en ik kan hem niet uitrukken. Zjj wachtte op zqn antwoord: maar hq sprak niet. Ik heb dat martelend gevoel van verdenking willen doodmaken* Ik dacht, als ik opstond en uitriep dat mijn vertrouwen in u zóó groot was, dat ik ondanks alles uwe vrouw wilde worden ik dacht dat ik dan vrede zou hebben in mjjn hart. Alec ging naar bet venster en keek naar bui-en. De dalende zon wierp sphqnen stralen over de straat. Rqtuigen wachtten voor den drur van 't huis aan den overkanv en een groep lakeien stond op de stoep. Daar werd een parijj gegeven, en door de opene venster kon Alec het gedwarrel der gasten zien. Hij wendde zich weer tot Lucy. Wilt ge mij dien tweeden brief eens laten zien," waarvan ge spraakt. Hebt ge hem dan niet gelezen vroeg zjj verbaasd. (Wordt vervolgd.) I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 1