Dagblad voor Schièdam Omstreken. 32ste Jaargang. Maandag 22 Februari 1909. No. 9344 Aloneert op is Max' schilderstuk. HieiTe ScMamscte Courant met üratis GelMwri ZuMlai prut 18 c. p. weet, 0.4ip. »nfl. fl.35p.3ri. Augustinus Joseplms Callier, FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSÏRAAT 50. PRIJS DER ADYERTENTIëN: Van 1—6 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke .regel daarboven 15 cent. r. L I Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voorherhaaldeljjk advertéeren worden uiterst bit- lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. door de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel BISSCHOP VAN HAARLEM, de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom Zaligheid in den Heer. Zoo aanstonds, B.G., aan het einde van dit sr hrijven, zult gij uit de afkondiging der vas- jndispensatiën vernemen, dat weer een aanzien lijke verzachting wordt verleend in de onthou- dingswxt. Bit geschiedt om te gemoet te komen Aan een reeds dikwijls herhaald verzoek, dat in o u s Bisdöni dezelfde dispensatiën zouden gel den die in de aangrenzende Bisdommen reeds vette nd werden; voor dit verzoek bestond inder daad grondige reden, immers langzamerhand wer den verhuizingen v,an het ééne Bisdom naar het an JtTr veelvuldiger en dan ontstond niet alleen bij minder ontwikkelden verwarring aangaande de onthcudingswet, dus aangaande ziware verplich tingen, maar ook bij allen, zelfs meer ontwik kelden, bezwaar om strengere verplichtingen te onderhouden, dan waaraan zij tot dusverre ge)woon Waren; grootere eenheid was derhalve gewenscht, «1 aracht die eenheid dan ook voor alle aan- gtemende Bisdommen ruimere dispensatiën mede. Inlusscben zijn wij niet zonder bezorgdheid, dat door al dergelijke verzachtingen de geest van versterving, die in onze dagen toch reeds niet al te levendig is, nog meer zal verzwak ken. en daarom hebben wij het noodig geoor deeld, u bij deze gelegenheid te spreken over de noodzakelijkheid der versterving. Wij zwijgen over de versterving als boete voor onze zonden; immers gij weet allen genoegzaam, hoe lanb niet altijd bij de vergeving onzer zon den, ook alle straffen, die wij voor onze, zonden verdiend hebben, door God worden kwijtgeschol den, en hoe dus hij, die deze straffen niet vrij willig op zich neemt door waardige vruchten van boetvaardigheid voor te brengen, de straf fende hand van God niet zal ontgaan, maar die 'botte ofwtel hier ofwel in het volgend leven en Aan naar het Woord des Heeren tot den laatst en penning toe zal moeten betalen. Wan neer Aan ook de versterving alleen als boete noodzakelijk was, dan zoude het nog wel wen- ScEcnjk en verstandig zijn, liever vrijwillig te belaltn aan den barmhartigen God, dan de boete te laten opeischen door den rechtvaardigen God, maar wij zouden geruster de keuze aan een ieder runnen overlaten, denkend aan de woor den van den ApostelSchade zal hij lijden, mair bij' zelf zal toch zalig worden. Doch zoo staat bet niet hiermede B. G.; ook buiten alle ver plichting tot boetvaardigheid is de versterving niet slechts wcascheljjk maar volstrekt noodza kelijk. Het is genoeg bekend, dat het godvruchtig le "wn met recht wordt genoemd een strijd, met recht wordt vergeleken bij den toestand waarin de Joden verkeerden bij hun terugkeer uit de ballingschap, toen zij om den tempel te kunnen herb uwen niet slechte godsdienstijver en bouw gereedschap noodig hadden voor dit heilige werk, maar tevens strijdvaardig en gewapend moesten zijn om zich te verdedigen tegen hunne vijanden, die hun heiligen arbeid trachtten te verhinderen. Welnu een godvruchtig leven, die geestelijke strijd vordert versterving, alleen de verstorven mensch heeft de daartoe noodige kracht. Om deze waarheid aan te «dringen wijst de Apostel op het voorbeeld van de worstelaars zelfs :n het kampspel„alwie in het, strijdperk worstelt ont houdt zich van alles en" zoo gaat hij voort - „dit doen zij om eene vergankelijke kroon te verwerven" -zouden wij dit dan niet doen voor de onvergankelijke kroon der Zaligheid Hij geeft dan ook pan de Christenen, die h,j vermaant, zelf het voorbeeld: ,,lk kastijd mijn „lichaam en breng het .in dienstbaarheid, opdat ,,ik niet na anderen gepredikt te hebben, zelf verloren ga". En die versterving geeft ,niet alleen de noodige kracht, zij is ook evenzeer noodzakelijk als oefe ning, zoodat dan ook de oude vaders en op hun voorbeeld nog heden de schrijvers van het feestelijk leven - de versterving noemen met een woord, dat oefening beteekent. Im mers, wie in het oogenblik der bekoring op zijne verkeerde neigingen do overwinning wil be- haler., moet zich reeds vooraf geoefend hebben in liet bestrijden ..van zijne z e 1 f s g e o o r 1 o o f- d e lusten, gelijk de soldaat reeds io vredestijd zich oefenen moet in de vermoeienissen, die hem in den oorlog te wachten staan; daarom verm, ant dan ook de Wijze van het Oude Ver bond wanneer gij aan upve ziel hare begeer den toegeeft, dan zal u dat maken tot een „vreugde voor uwe vijanden" (Eccli XVIII, 31) die u als zwakken en ongeoefenden gemakke lijk ia oen strijd overwinnen zullen' En hier B. G is tegelijk de reden aangegeven, waarom het noodig is reeds van jongs af de versterving te beoefenen, .opdat namelijk het kind, als het jongeling wordt, reeds gewoon zij niet toe te geven aan al wat zijn hart mocht begeeren. De begeerten immers die daar ontstaan, zijn, gij1 weet hetzelf, maar al te dikwijls kwade begeerten, waaraan men niet kan toegeven, zonder schade te lijden aan zijine ziel. Wie zijn kinderen wil zien opgroeien tot ware Christenen, sterk en geoefend in de deugd, mag hen niet week op voeden in het vrije genot van alles, wat zijp ook zonder zonde, mochten begeeren; die al te groo-te toegevendheid der ouders, welke hoe langer zoo meer viijheid laten aan hunne kinderen, draagt w a Kei ijk de schuld, dat ons hedendaagsch ge slacht niet alleen lichamelijk maar ook en vooral geestelijk zooveel zwakker is dan onze krachtige en ernstige voorvaderen waren, en als wij niet spcodg van dien verkeerden weg terugkeeren, staat het te vreezen dat de zoogenaamde eeuw van het kind geen mannen maar slechts kin deren zal voortbrengen; intusschen die terug keer -op den goeden weg der opvoeding is niet niogelrk, als wij niet eerst zelf terugkeeren van onze zucht naar genot, van ons gebrek aan versterving. Het is waar, dat voor een deugdzaam leven allereerst en voornaemlijk gevorderd wordt de innerlijke versterving, welke bestaat in het be strijden van onze verkeerde hartstochten, en dat anders onze uiterlijke verstervingen hare voor naamste waarde en alle verdiensten zouden mis sen; het is waai*, wat de H. Hieronymus zegt: „wat baat het, zijn lichaam te versterven door „onthouding, wanneer de ziel opgeblazen is van ..hoovaardij Welken lof verdient het te vasten, „als ons gelaat bleek wordt van nijd En welke „kracht winnen jwij door de matigheid, als wij „droruen zijn van toorn en haat?Maar ook is het waar, dat de uiterlijke versterving een der werkzaamste middelen is ,om die injwendige versterving te verkrijgen en te beoefenen. Zoo leert ons de Apostel Paulus, wanneer hij spreekt van zijn honger en idorst en veel vasten en koude en naaktheid en in het algemeen van zijn zorg om in zijn v 1 e e s c h aan te vullen hetgeen aan bet lijden van Christus ontbreekt. Zoo leert ons het voorbeeld der eerst® Christenen, die wel it-ine.lijk volkomen verstorven moesten zijn om straks in den grootten strijd, die hen misschien wachtte, in de marteling tot, den dood, niet te bezwijken, maar die dan ook door de strengste vasten zich die sterkte zochten te verwerven. Als overblijfsel van die strenge vasten vond de H. Augustinus nog hang na de vervolgingen in Rome de gewoonte, waaraan allen zich onderwierpen, om op vastendagen niets te gebruiken vóór den avond, ja zelfs de gewoonte, onderhouden door velen t vrouwen zoowel als mannen, om drie dagen achtereen en soms langer zich van alle spijs en drank te onthouden. Van ouds en nog heden ten dage leert ons de II. Kerk in de praefatie onder den vastentijd, dat door de licha- meLjkc vasten de ondeugden worden onderdrukt, de ziel hooger wordt opgevoerd en kracht wordt gegeven om het loon der deugd te verkrijgen; en de 11. Joës Chrys. vergelijkt het goed gevoede lielif am bij zwaar gel «aden schepen, die in den stroom gemakkelijk zinken, terwijl de vasten onze ziel lichter maakt, zoodat wij gemakkelijker en veiliger de zee van dit leven oversteken. Dat zelfde voorbeeld hebben ons dan ook alle hei ligen gtgeven; onthouding, vasten, ja zelfs lijfs- kastjjding hebben zij aangewend om hunne ver keerde zielsneigingen te overwinnen; ja datzelfde voorbeeld gaf ons. Christus zelf, Die het natuurljjk niet voor zich zeiven noodig had, maar het voor ons noodig oordeelde door zijn voorbeeld on3 te loeren, dat een langdurige en strenge vasten een niet hoog genoeg te schatten voorbereiding voor dc- bekoring is. (Naar het Duitsch.) 33) »Gjj zult alles vernemen, en ik hoop het ëëne vertrouwen met het andere beloond te zien," viel Hartong hem in de rede. sLuister En hjj begon te verhalen; hjj sprak van zich zelven, van zijn genegenheid voor de dochter van Winkeimann, van Thomas Heuvelings onverwacht bezoek, dat eigenlijk hem zelven moest gelden, dat den huiseigenaar als heler van gestolen goed ont maskerde en den ouden koopman aangaande zjjn zoon de oogen opende. Hij verhaalde, dat Reinhard nog denzelfden dag Hamburg verlaten en zich naar Amerika had ingescheept, om de nasporingen der politie te ontgaan, die bevel had ontvangen hem over de tusschen hem en Winkeimann bestaande betrekking in verhoor te nemen. »Drie dagen na dat voorval in het huis van VVinkelmann zocht ik uw oom op; dezen stap hield ik voor mijn plicht, daar de heer Heuveling, naar men na ij meedeelde, naar mjj gevraagd bad. Sedert lang had ik niets van u, tcjjn jonge vriend, vernomenik hoopte bjj deze gelegenheid u te zien of van u te hooren. Toen ik het huis binnen trad, vernam ik de tiding, dat gjj sinds geruimen tjjd er uit verwijderd waart, en dat de chef der firma, door een beroerte getroffen, voor alle bezoek ontoegankelijk was, en zich onder doktersbanden bevond." sArme oomriep Max deelnemendnwat kon Walter bewegen mij dit' te verzwijgen Hjj zal mij daarvan verklaring geven." »Een half jaar bijna ging aldus voorbij" ver" volgde Hartung, »ik was met mijn Augusta in den echt verbonden en leidde een stil, bescheiden leven. Vóór het rechtsgeding tegen haar vader beslist was,wilde de dochter HamKurg niet verlaten hjj mocht haar kinderlijke deelneming niet ont beren, totdat de poorten van het tuchthuis en dit lot was onvermijdelijk zieh achter hem gesloten hadden. Zjj zou deze schande niet behoe ven te beleven. In de eenzaamheid der gevangenis en onder den indruk der opofferende liefde van z\jn kind was Winkelmanns ziel verteederd gewor den hjj kreeg berouw en bekeerde zich, en op ze keren morgen vond men hem dood. Een beroerte had hem van den smaad van het tuchthuis bevrjjd. sik besloot nu, met mjjn gade de stad te ver laten, die zooveel smartelijke herinneringen bij haar moest opwekken; ik had aanzoek gedaan om een overeenkomstig mjjn bekwaamheden passende betrekking in een fabriek te Bohemen en de uit- noodiging ontvangen, persoonlijk over te komen, ten einde de zaak verder te bespreken, toen op zekeren morgen de hooge, ernstige gestalte van I van een bejaard man mijn kamer binnen trad het was Thomas Heuveling, uw oom, geheel her- steld. Max, uw oom, die zieh van een groot onrecht tegenover u bewust was, hield u voor dood, de Attalante, het schip, dat u volgens zjjn meening naar uw plaats van bestemming aan gene zijde van den oceaan brengen zou, is verongelukt. Vaar tuig en passagiers gingen reddeloos ten gronde »De ongelukkige man, wat hjj geleden hebben zei Max deelnemend; nmaar de heer Von Walter liet hem toch niet in twijfel »De heer Von Walter en uw oom gingen niet meer met elkander omde beide heeren hadden kort na uw vertrek een vrij heftige scène met elkaar, en als met opzet scheen de consul zich van den man, die döor het ongeluk bezocht werd terug te trekken. Mjj echter, misschien omdat ik met hem over u praten kon, mjj kreeg de oude heer lief. Hjj bood mjj aan, een betrekking in zjjn zaak aan te nemen en ze eenmaal voort te zetten natuurljjk was de toekomst van mjj en mijn vrouw daardoor op schitterende wjjze verzekerd. Hjj zelf wilde zjjn vermogen aan goede werken en aan liefdadige stichtingen wjjden. Max, uw oom, kwam mjj in dien tjjd voor ais een man, die een zware, onuitsprekelijke schuld op zich geladen heeft en wien elke boete te gering is. In de een zaamheid van een klein landhuis, ver buiten de poorten van Hamburg, in een stille streek, trok hjj zich terug, alle bezoeken afwjjzend slechts voor zjjn verdriet levend, dat door geen liefden, t- toespraak verzacht kon worden. »Op zekeren dag en op een onverwacht oogen blik trad Thomas Heuveling het kantoor der firma Na, dit alles is het wel duidelijk B. G. daf de ïl. Kerk met hare vastendispensatiën de be doeling niet kan hebben ons te ontslaan van dié lichamelijke versterving, die wij zoozeer behoeven, om Je innerlijke verstorvenheid te verkrijgen en te bewaren, en dat wij du.s uit eigen belang ge houden zjjm, de door haar verleende verzachtin gen op andere wijze aan, te vullen door ons zelven vrijwillig ander genot te ontzeggen, wat wij zónder gevaar voor onze gezondheid of onzen arbeid kunnen missen; en het is wel te betreu ren, da; bij zoovelen juist het tegendeel plaats heeft Wanneer wjj eens nagaan, hoeveel de li. Kerk in de laatste dertig, veertig jaren voor ome streken de vasten- en onthoudings wetten heeft verzacht, en daar tegenoverstellen, Hoe zeer in dienzelfden tijd onder ons'J genotzucht en wtreldschgezindheid zijn ontstaan en aange groeid, dan worden Wij gedwongen do gevolg- trekl ing te maken van den oenen kant, dat wij ,eh cn het bewijs levéren van de hierboven be wezen waarheid: hoe nd. de uitwendige ver stervingen niet hoog genoeg te schatten hulp- nkldelen zijn, om die ernstige levensbeschouwing cn levenswijze te bewaren, welke passen aan leerlingen van den Gekruisten Christus; en van don anderen kant, dat Wij alle reden hadden om nij deze nieuwe verzachting u met don meea ten ernst de vermaning voor te houden van Ja H Schrift dat „de wjjsheid" d.i. de deugd cn de heiligheid, „niet woont in het land derjeaen, „die lusug leven." Rot is natuurlijk Onze bedoeling niet, dat gjj u alle genoegen ontzeggen moet, evenmin als Jit iedoeld werd door den Apostel Paulus, toen hij aar. de christenen van zijn tijd voortdurend Christus en Dien gekruist predikte, en te «e.jjfc nun liet voorbeeld gai van de strengste /elf- versterving; immers Hij wekte hen tevens tot blijdschap op: „Verheugt u in den Heer, ander- mauls zeg ik: verheugt u." Maar gelijk hij opwekte tot een blijdschap in jen Heer zoo vermanen Wij u, dat gjj n onthouden zult minstens van die genoegens die gij ixzwaarlijk in den He er genieten kunt. Moeten Wij u nu nog zeggen, welke die genoegens zijn? Immers neen. Gij zelf vermijdt tot dusverre althans in den Vastentijd, die al te wereldsere ver nn ken die wij bedoelen, omdat gjj zelf ge voelt, noe weinig zij passen in een tjjd van boete en versterving; maar daardoor kenmerkt gij ze zelven als bezwaarlijk te vereenigen met een ver storven leven, zooals toch het geheede leven van, een waar Christen wezen moet. We'aan dan B. G. vullen wjj in bet vervolg ons minder vasten, onze geringere onthouding aan althans door meer dan tot dusverre, die al te wereldscho vermaken te vermijden, welke zoo weinig strooken mot een ernstige, christelijke opvattint, van onze levensbestemming en nog bovendien menigmaal gevaar van zonde méé- brengen en laten wij overigens met geduld en binnen. Verwonderd zagen wjj naar hem op. ter nauwernood herkennen wjj hemzijn boudmg was flmk en rechtop, een eigenaardig vuur straalde uit zijn blikken; hjj-scheen t'en jaar jon» ger te zjjn geworden, Z«o trad bjj op mjj toe, en mg naar zjjn eigen kantoor wenkend, sloot bjj de deur achter ons. sHartung," sprak hjj, zvan heden af zal ik relf weer h «t eerste aandeel in het wel en wee van mjjn huis nemen; alle vljjt zal verdubbeld worden. Hartung, ik heb een heiligen plicht te vervallen arbeiden moet ik, om dengene eéhnaaai met rijk dommen te overladen, dieo ik als vijor eeowig verloren beweende, en die terug zal keeren, zoo niet de meest verfg .de boosaardigheid van ellende lingen mg bedroog. Hartung, dezen ik heden-morgea van een onbekende vrouwen» faa»Mit'7eze woorden reikte bjj mij een sierlijk g-vouwen oriefjs toe hg had gelgk, het was door een dameshand geschreven; hg gaf het mjj, oniiat bet mil wellicht in mgn naspormgen van nut kon zjjn. Hier is het. Max, lees self 1" Hanung nam uit zjjn portefeuille een briefje, dat bg den jongen man overreikte. »Ella's bandjuichte Max, nadat hjj er een blik in geworpen had; >ja, ik vermoedde bet." Daarop den brief openvouwend, las hf: Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 1