Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
32ste Jaargang.
Woensdag 28 April 1909.
No. 9398.
Officieele berichten.
K e nnisge yi n g.
Kennisgeving.
De Antithese en de Coalitie.
Buitenlandsch Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
8traat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels f 0.92 met inbegrip van^bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent. H#f feSl&l Ml-»!
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
fë i41
Voor herhaaldelijk adverteer en worden uiterst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
brengen, ingevolge art. 12, le lid der Drankwet,
ter openbare kennis dat bjj hen een verzoek is
ingekomen van MARIA JOR ANNA VAN WAART,
wonende Hoogstraat no. 154 alhier, om vergun
ning voor den verkoop van sterken drank in het
klein, voor gebruik ter plaatse van verkoop in de
benedenlokaliteit van het pand Boterstraat no.3'
en herinneren, dat, ingevolge het 3e lid van
art. 12 der Drankwet, binnen 2 weken na deze
bekendmaking, tegen het verleenen van de vergun
ning schriftelijk bjj hun College bezwaren kunnen
worden ingebracht.
S c h i e d am, 28 April 1909.
ti' Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE, W.B.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
brengen, ingevolge art. 12, le lid der Drankwet,
ter openbare kennis dat by hen een verzoek is
ingekomen van ARY KORTLAND, wonende
Proveniershuis no. 10 alhier, om vergunning voor
den verkoop van sterken drank in het klein, voor
gebruik elders dan ter plaatse van verkoop in het
benedenvertrek van het pand Oosterstraat no. 12
en herinneren, dat, ingevolge het 3e lid van
art. 12 der Drankwet, binnen 2 weken na deze
bekendmaking, tegen het verleenen van de ver
gunning schriftelijk bij hun College bezwaren
kunnen worden ingebracht.
S c h i e d a m, 28 April 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE, W.B,
De Secretaris,
V. SICKENGA.
In de vergadering van afgevaardigden der anti
revolutionaire Kiesvereenigingen heett Dr. Kuyper
de oud-Minister, een dier gespierde redevoeringen
gehouden, welke wig van dezen Christen Staatsman
gewoon zijn.
Dr. Kuyper besprak den politieken toestand, en
wees er met nadruk op, hoe er nu eenmaal in ons
Land twee groote richtingen bestaan, die haar
ontstaan vonden in het innerlijke van den mensch.
Er zijn menschen, die gelooven aan eene waarheid,
door God geopenbaard, en wier innerlijke over
tuiging het is, dat de Wet, door God gegeven, tot
richtsnoer moet dienen van hun leven, ook als zjj
optreden als burgers van den Staat; en er zijn
menschen, die óf niet aan een God, óf niet aan de
openbaringen Gods gelooven, ofwel beweren, dat
de Godsdienst geen invloed mag hebben op het
openbare leven.
Zoolang er menschen bestaan, zullen deze ver
schillende geestesrichtingen big ven, en zoolang
zullen er ook partijen zijn, die strijden voor de
overwinning van hunne ideëen. Dat is de an
tithese.
Men kan ze niet wegredeneerenzjj bestaat en
zal wel ahjjd bljjvea bestaan, al mag de naam
veranderen.
Maar onder hen, die gelooven in den Christus en
in de geopenbaarde waarheden Gods, bestaat jam
merlijk eene scheuring.
De katholieke Kerk is en bljjft de eenig ware
Kerk van Christusen wjj, Katholieken, kunnen
nooit of nimmer erkennen, dat eene andere, zich
noemde Christelijke Kerk, eveneens de ware Kerk
van Christus zou zjjo.
Wjj zien dan ook in onze Protenstantsche land
genoten dolende broeders, die afgedwaald zjjn van
de eenig ware Kerk van Christus, al erkennen wij
gaarne, dat de meesten hunner te goeder trouw
in dwaling verkeeren.
Maar hoezeer ook afgedwaald, zjj blijven toch
althans de geloovigen onder hen vasthouden
met ons aan de Godheid van den Christus en aan
den eisch, dat ook het openbare leven afhankelijk
zjj van de wet Gods.
Wanneer wjj, Katholieken, ons dan vereenigen
tot een katholieke partjj, staan wjj dichter bjj die
partijen, die met ons gemeen hebben de hooge be
ginselen van het christendom, dan hjj de partijen,
die zich in het politieke leven om geen God be
kommeren, zooals de liberalen van alle schakeerine
Als partjj bljjven èn de Katholieken, èn de Anti
revolutionnairen, èn de Christeljjk-historischen ge
heel afgescheiden staan en bestaan.
Maar daar zjj alle drie inzien, dat zjj ieder af
zonderlijk werkend, bunne beginselen niet kunnen
doorvoeren in het openbare leven, vereenigen zij
zich tot een parljjgroep, en dat is de coalitie. En
daarom kan bjj zulke coalitie enkel en alleen tot
een gemeenschappelijk Program gemaakt worden
wat deze drie partjjen gemeen hebben, en moet
alles buiten beschouwing bljjven, wat hen ver
deelt.
Zooals de Katholieken over de antithese en de
coalitie oordeelen, oordeelt er ook Dr. Kuyper
overmet dit verschil, natuurlijk, dat Dr. Kuyper
de Calvinist, die het Calvinisme onder de Protes'
tanten in ons land heeft doen opbloeien, enkel
heil verwacht van de leer, die steeds voor de
Katholieken een dwaalleer zal bljjven. Men boude
dit in het oog bjj het lezen van hetgeen Dr. Kuv
per in zoo'n sierljjke en krachtige taal aan de
deputaten of afgevaardigden der anti-revolutionaire
kiesvereenigingen voorhoudt.
Na over den huidigen toestand gesproken
hebben, zeide Dr. Kuyper i
»....En hier kom ik op de Antithese. Hoe meer
ge voor het bestaan van die Antithese het oos
sluit, hoe meer ge uw Coalitie verzwaktmaar
an ook omgekeerdhoe scherper ge die Antithese
in het oog vat, hoe vaster uw Coalitie staan zal
Er is geen sprake van een stellen of uitvinden
van die Antuhese. Onafbankolgk van wat eenig
Staatsman zon of welke groep ook onder het volk
orakelde, bestaat die Antithese, die de grondte-
genstelling ,n ons leven vormt. Ze werkt op elk
errein en op e en dag in de gewaarwording van
hart m het weefsel van ons denken, in onze
antipathien, in geheel onze levensopvatting, en in
geheel onze beschouwing van het persoonljjk, het
huiseljjk, het sociaal eu het staatkundig be
staan.
Ze bestaat in onze wetenschap en in onze kunst,
m onze jurisprudentie en in onze paedagogiek. Ze
drong in alles door, uit alles perst ze naar twee
kanten uit. Te zeggen dat het volk van Neder
land één van zin en één van bedoelen is, ware
niets dan sentimenteele fantasie. Eén, God zjj
lof, zjjn we als 't om het behoud en de eere van
het Vaderland gaat, en als één man scharen we
ons om het Huis van Oranje, maar in generale
levensopvatting zjjn we niet één, maar onherroe
pelijk twee. Zoo is het hier, zoo is het in alle
constitutioneel levende Staten, omdat wat in den
boezem van het volk worstelt, in het Parlement
opdoemt en voor den Troon aan het woord komt.
Ten deele was het reeds van oudsher zoo, maar
scherp vooral is die tegenstelling sinds 1789 ge
worden. In de sGroote revolutie" van dat jaar
heeft verzet tegen de èere Gods het rad zelf van
het politieke leven omgewenteld, bovengebracht
wat omlaag hoort, en naar beneden gekanteld wat
omhoog moest staan. Er is toen een strjjd, een
principieele strjjd, een levensworsteling uitge
broken, of uit den wil van den menschdan
wel uit den wille Gods het richtsnoer voor
ons Staatsbeleid zou worden afgeleid. Toen
riep al wat den Christus en zjjn Kruis losliet:
Ons kompas is in den wil des menschen en riep
al wie voor Christus, als God geopenbaard in het
vleesch, bleef knielenOns bljjft Gods geopenbaarde
wil ons eenig richtsnoer. Zóó is de tegenstelling
van Tegenover de Revolutie het Evangelie 1 op
gekomen, en dat is de Antithese, die in geheel de
.9e eeuw en nu nog. der burgeren levensopvatting
verdeeld houdt. Die antithese spon niemand uit,
noch is door iemand verzonnen. Die antithese is
er, ze bestaat, en beheerscht geheel ons leven.
Alleen maar, soms hult ze zich opzetteljjk in zoo
dichte nevelen, dat de meesten ze niet zien, tot
straks weer het zonlicht doorbreekt, en een ieder
weer ziet, hoe deze rots der ergernis, vlak voor
ons; nog altoos dwars over onzen levensweg ligt.
Juist daarom poogden steeds de liberalisten het
bestaan van die antithese te loochenen, omdat ze
weten hoe het klaar besef ervan zich bjj de massa
van het volk altoos tegen hen keert. Vandaar hun
bitterheid tegen Groen van Prinsterer, hun bitter
heid tegen de Calvinisten, en hun bitterheid ook
in 1905, omdat onzerzjjds steeds het oog van het
volk voor het bestaan van die antithese geopend
werden d&t heette dan tweedracht zaaien onder
uw volk.
Maar zoo is het niet.
De tweedracht, die het hier geldt, zaait niet
eenig denker, maar zaaide de Christus zelfen
niet alleen dat Hjj dit deed en nog doet, maar
Hjj sprak het onverholen en scherp uit, dat dit
zelfs het doel van zjjn zending was. Dat Hjj
kwam om aan de aarde vrede met God te breDgen,
zongen de Engelen reeds in Efrata's veldenmaar
riep men om eenheid, om eendracht, om vrede
onder de kinderen der menschen, dan sprak de
Christus het zoo snjjdend mogeljjk uit»Ik ben
niet gekomen om vrede op aard te brengen, maar
het zwaard." Sterker nog, angstig sterk zelfs liet
Hij zich hooren, toen Hjj dezelfde opvatting van
zjjn zending aldus vertolkte»Ik ben gekomen om
vuur op de aarde te werpen en wat wil ik, zoo't
aireede brandt."
En dat hiermede in het minst niet enkel strjjd
in het hart, maar wel waarljjk ook in het leven
bedoeld was, bljjkt wel onwedersprekeljjk uit wat
de Christus van het gezinsleven sprak: Van nu
aan zullen er vjjf in een huis vergaderd zjjn, drie
tegen twee en twee tegen drie. De vader zal
tegen den zoon verdeeld zjjn en de zoon tegen
den vader, de moeder tegen de dochter en de
dochter tegen de moeder. Ze zullen 's menschen
vijanden zjjn, die zjjn huisgenooten waren Ja ze
zullen elkander haten en overleveren'Woorden
van zoo brandenden ernst, dat geen kind des
menschen ze zou hebben durven uitspreken, en dat
alleen de Christus, omdat Hij God was het mocht
en kon. En dat die tweedracht niet met zijn
heengaan haar eind zou nemen, maar voort zou
duren zoolang zjjn Evangelie de wereld inging,
het bljjkt wel uit wat Hjj voor zjjn heengaan
zjjn jongeren toeriep »Ze hebben Mjj gehaat, ze
zullen ook u haten. Ze hebben Mjj vervolgd, ze
zullen ook u vervolgen. Doch hebt goeden moed,
Ik heb de wereld overwonnen."
En daarom, als men ons van de overzjj toeroept
Hoe kunt gjj, die u Christenen noemt, en immers
den vrede moest zoeken, voor zulk een Antithese
opkomen? dan ligt het antwoord gereed, dat wie
zoo vraagt, den Christus nooit gekend heeft en
vreemdeling is in de Heilige Schrift. Maar dit staat
vast, wie onder ons uit innige verkleefdheid den
Christus beljjdt, hjj mag geen ander standpunt
innemen, dan waarop de Christus zelf ons plaatste.
En wie van de overzjjde ons den eisch stelt, dat
We voor de Antithese het oog zullen sluiten, ver-
grjjpt zich aan onze consciëntie, door feiteljjk van
ons te vergen, dat we zullen loochenen wat de
Christus ons met zoo ontzettenden ernst heeft
ingeprent. De Christus is nu eenmaal naar luid
van Profetie en Apostolaat, ®een steen des aan
stoots en een rots der ergernis," en het is de zen-
ding van den Zone Gods in deze wereld geweest,
waardoor van zelf de Antithese in ons leven is
opgekomen. Verbloemen baat hier niet, er de
oogen voor sluiten, is blindemansspel. Voor gema
tigd getuigen zelfs is geen plaats gelaten.
Jezus, die nooit anders dan met opzet spreekt,
heeft juist op dit punt elk gematigd woord stel
selmatig gesneden. Snijdender dan hjj het uit
drukte, is het niet uit te drukken. Op wat punt
ook zoen is te sluiten, op dit punt nooit.
Vrees daarom nooit voor een duurzaam uiteen
vallen der coalitie. Al werd ze straks tjjdelgk
losgewrikt, altoos zal ze uit natuurlijke aandrift
haar kracht herwinnen en hoe voller nadruk ge
°P de antithese legt, des te vaster zal ze inwor
telen. Bjj tal van afgelegen vraagstukken moogt
ge gedeeld staan, zoodra deze antithese trilt, hui
vert de zenuw in uw gevoel vanzelf op. Die an
tithese is van de coalatie het cement. Wie haar
omnevelt of verzwakt, verzwakt tegelijk het sa
menwerken der Christeijjke partjjen. De stoot,
dien zjj aan het hart geeft, trilt in heel het
aderenweefsel van ons volksbestaan door en ze
beheerscht heel het samenstel van ons volksleven,
'O gezin en maatschappij, in Staat en Kerk.
Geen wonder, dat de geheele deputaten vergade-
r*ng in geestdrift geraakte.
En geen wonder ook, dat de liberale bladen,
met de uNieuwe Rotlerdamsche Courant" voorop,
smalen met alle kracht op wat zij noemen de
theologische demagogie van Dr. Kuyper.
DE TROEBELEN IN TURKIJE.
SULTAN ABDOEL HAMID II AFGEZET.
Telegrammen uit Konstantinopel melden, dat
gister de Sultan is afgezet en Resjad Effendi reeds
tot Sultan is uitgeroepen. Door 101 kanonschoten
werd gisternamiddag om 2£ uur aan de bevolking
kond gedaan der troonswisseling.
De Nationale Vergadering had een afvaardiging
van twee volksvertegenwoordigers en twee Sena
toren gekozen om Abdoel Hamid kennis te geven
van zjjn afzetting. Deze ontving de afvaardiging
op Jildis Kiosk en was terneergeslagen, maar ge
laten. Hij antwoordde, dat dit het noodlot was
en toonde vrees voor zjjn leven.
Het hoofd der afvaardiging antwoordde hierop,
dat de natie borg staat voor zjjn leven, waarop
de Sultan weer zeideMen zegt soms dat het
leven geëerbiedigd zal worden, maar later veran:
dert men van inzicht.
Abdoel Hamid drukte den wensch uit het paleis
te Tsjeragan te bewonen, waar Sultan Monrad als
gevangene is geweest.
Een andere afvaardiging had Resjad Effendi er
mede in kennis gesteld, dat hjj tot den troon ge-
jroepen is en leidde hem in plecbtigen optocht
'naar het ministerie van oorlog.
i De Nationale Vergadering, op het oogenbiik de
Ihoogste autoriteit in het rjjk, heeft Ahmed Riza,
Ivoorzitter der Kamer opgedragen een nieuw kabi-
net te vormen.
Het kabinet is als volgt samengesteld Binnen-
landsche zaken Rffmi pasjaonderwijs Hussein
Tsjahid elïendi (volksvertegenwoordiger)financiën
Tsjnid elïendibuitenlanuscbe zaken Ritaat pas
ja marine: Vitalis (christen); openbare werken
Noeradoenghian effendi.
Wy laten hieronder het een en ander volgen
aangaande den afgezetten en den nieuwen sultan.
Abdoel Hamid II.
werd op 22 September 1842 als tweede zoon van
Abdoel Mesjid, den toenmaligen Sultan, geboren.
Op 31 Augustus 1876 beklom hjj den troon, nadat
zjjn oudere broeder, Moerad V, wegens krankzin
nigheid was afgezet. Het is wel verwonderlijk, dat
deze man, die door het invoeren van een constitu
tie aan het begin zjjner regeering inmenging van
vreemde Mogenheden wist te voorkomen, door het
bevestigen van dezelfde grondwet, die ui. in 1876
door Midhat Pasja was ontworpen, ten val moest
worden gebracht. Midhat Pasja werd in Februari
1877 ontslagenhet 23 December bjjeengeroepen
parlement ging uiteen en van een constitutie werd
in Turkjje tot Juli 1904 hoogstens in geheime
bijeenkomst gesproken. Gunstelingen traden in de
plaats van verantwoordelijke ministers, de oorlog
met Rusland, de vrjjmaking van Servië, Montene
gro en Bulgarije, de vrede van San Stefano en het
Congres van Berlijn, dat de bezetting van Bosnië
en Herxegowma door de Donaumonarchie ten ge
volge had, volgden elkaar snel opin 1882 kwam de
Egyptische kwestie, waaruit verwikkelingen met
Engeland dreigden te ontstaan, aan de orde, en in de
laatste jaren zjjner regeermg zag Abdoel Hamid
Macedonië, waar voortdurend stigd er opstand
beerschten, onder het bestuur van Europeesche gen-
darmerie.Degebeurtenissen van betafgeioopenjaar,de
vreedzame revolutie der Jong Turken de onafhan
kelijkheidsverklaring van Bulgarjje, de definitieve
inlijving van Bosnië en Herzegowina, de bijeenkomst
van het Parlement en de snel gedempte contra
revolutie van de laatste dagen zjjn genoegzaam
bekend, dat wjj er nu niet nader op behoeven terug
te komen.
Abdoel Hamid is krachtens besluit van de Na
tionale Vergadering, dat gesanctionneerd werd door
den Sheik oei Islam, vervallen van den troon ver
klaard. Ten overvloede is dit bericht ook aan het
gezantschap te 's-Gravenhage ontvangen.
De correspondent van de vFrankfurter Zeitung"
verklaart met absolute zekerheid te kunnen mede-
deelon, dat uit de telegraphische correspondentie
uit en naar Yildiz Kiosk de medeplichtigheid van
Abdoel Hamid II aan de jongste gebeurtenissen
bewezen is.
Reschad Effendi.
Reschad Effendi, de 64-jarige prins, is de jongere
broeder van Abdoel Hamid, den afgezetten sultan,
met wien hjj slechts 2 jaar in leeftjjd, verschilt.
Beiden zjjn zoons van Adoel Medjid, die van 1839
tot 1861 sultan van Turkjje was, en na zjjn dood
i
I