Dagblad voor Schiedam en Omstreken. KERSTVREDE. 32ste Jaargang Vrijdag 24 December 1909 No. 9599 EERSTE BLAD. Ofticieeie berichten. Kennisgeving. Oud-Schiedam ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bjj alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer, Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel! Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil- lgke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. l)it nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zon dagsblad. Wegens het KERSTFEEST zal de Nieuwe schiedamsche coueant, Dagblad, voor Schiedam en Omstreken, Z a- t e r d a g-a vond niet verschijnen. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet Brengen ter algemeene kennis, dat op heden aan de Directie der Naamlooze Vennootschap 1Distilleerderg van J. J. Meichers Wz.," en hare rechtverkrijgenden vergunning is verleind tot hei °Pnchten eener sioomhoutzagerjj en kisteuma- kerjj m de panden siaande aan den Nuordvest- singel nos. 99 en 101, kadaster Sectie H. nos. 97 en 652. Schiedam, den 24 December 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. A. BRANTS. De Secretaris, V. LUIK. L. S. Kennisgeving. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet Brengen ter algeineene kennis, oai op heden aan M. R. de Monchy en ounne reebtverkrg- Banden vergunning is veneend tol bet bergen van hoogstens 10 vaten petroleum in het pand siaande aan de Boterstraat no. 71, kadaster secue B. no. 601, Schiedam, den 24 December 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. A. BRANTS. De Secretaris, V. LUIK, L. S. tWleer paren zich de jubelklanken der Chris ten aan de heilige begroetingen jegens hun Weiland 1 Weer bidt de Heilige Kerk, bij monde Vao hare millioenen dienaren: „Verleen, zoo sm-eeken wij, O Almachtig God, dat de nieuwe Weboorte van Uwen Eéngeborene door'het vleesch, 0ria moge vrijmaken, ons, wie de aloude sla vernij onder het juk der zonde vasthoudt." We vreugde van het Kerstfeest is dus vrij- onder begenadiging van den Heiland. Ja, ^aar alle godsvrucht ten slótte dit alleen op het <J°ë moet hebben, dat wij, wij, de gevallene men- ^hen, door kennis en liefde, altoos meer en ÏIleer met God vereenigd worden, zoo werd het eerste Kerstfeest, dat is de komst van Christus tt al Zijne genaden, terecht door de Engelen oven. Bethelem, met deze woorden bezongen: ■•Glorie aan ,God in de hoogste hemelen, en "Vrede op aarde aan de mensetheni" 'Onder Gods hulp dus uit de slavernij der1 zonde t den vrede komen van vrij gem aakten Gods, ^•edaar het streven aller ware Christenen bij 't feestgetij, aangegeven. 'Vrede weten ite vinden, door het Kerstkindje ovoot te gaan aanzien en Hem in Zijn Kribje zoggen: „Maak mij vrij, lieve Jezus, door mij »den Vrede Gods mede te deelen", ziedaar nog- t-ais de vrucht van het Kerstfeest, beschreven. Zonder dien diepstem, inwendigen vrede, zoo rt o. a. de ascetische schrijver Lombez, kun- non wij de andere voorrechten van Gods liefde jteoit, naai- vollen eisch, genieten. Ongerust, niet a ai van geweten te zijn, is voor den zondaar hottige wroeging, een geiweldige vermaning <Jttl het bad van het H. Sacrament der boete ontstelde ziel te gaan kajmeeren. Maar voor ?m, die reeds in Gods vriendschap verkeert, doet de ongerustheid geen goede diensten, zoo als bij den zondaar, maar die ongerustheid ver stoort nu, ten onrechte, den. vrede, welken de Heer Jezus op aarde brengen kwam. Onze afge tobde ziel verheft zich bij ongerustheid slechts met weerzin en met moeite tot den Trooster en tot den Opheffer van alle bedroefden, en de gevolgen dier verkeerde ongerustheid, zooals de schrik, de benauwdheid, de vrees voor de H. H. Sacramenten, staan bepaald der hechtheid van Jezus Koningrijk in heel ons wezên, bitter in den weg. God wo.ont eenmaal niet in de onrust, en heel Zijn Geboorte geeft dat immers te ken nen. Herders met schaapjes en landgeschenken roept Hij het eerst bot Zijn aanbidders; een allerzachtmoedigst Maagdelijn verkoos Hij tot moe der; een Joseph, die Maria reeds gespaard had, toen hij, nog zonder kennis der H. Menschwor- ding Gods, die allerheiligste Maagd onverdacht bleef eeren, koos Hij tot pleegvader, en Zijn hof was een stal van een schuilenden os en ezel. Alles ademde hier vrede, alles was kalm en rustig (Later zien iwij den Heer Zijn openbaar levens ambt aanvaarden. Maar ook dan spélen Bethe- lems vredeklanken door alle de heerlijke leer redenen heen. Want toen die groote Leeraar van Gods Nieuw verbond de samenvatting van heel Zijn 'prediking, al spoedig, in Zijn allerrijkste Bergreden 'had uitgesproken, toen sloot Hij die eigene 'rede af met de prachtige gelijkenis 'van den nimmcr-te-verstoren en wijzen Christen. „Een ieder dan, zoo besloot Hij letterlijk (S. „Matthaeus VII -24) een ieder dan, die deze „Mijne woorden hoort en ze ook doet, hij zal „vergeleken worden met een verstandig man, „die zijn huis bouwde o.p de (ingegroefde) steen rots. En de regen viel, en de stroomen kwamen „af, en de winden woeien en zij stormden aan „tegen dat huis, maar bet viel niet in, want „het was gegrondvest o-p de steenrots". En nog veel later, als dezelfde Goede Meester, Die Zijn juk zeer zoeit en Zijn last licht te torsen noemde, na Zijne II. Verrijzenis, aan Zijn dierbare Apostelen verschijnt, hun reeds- ©eniger mate den H. Geest mededeelt, en straks ten Hemel zal opvaren, dan luidt Zijn gro-o-t© liefde betuiging aan de Apostelen aldus: Vrede zij U! En nogmaals: -Vrede zij U! Daarom, als wij den zoeten Jezus op onze vraag: .lieer, wat verlangt Gij van mij, eenig antwoord zouden -h-ooren geven, dan zoude ons to-ekl-inken„Leer -rustig den vrede Gods te be svaren in -u-w|e harten! Ik, Uw Meester woon „door de liefde gaarne in uw hart, zoo-dat Ik, „om uw -hart, te w,innen, in de Kribbe- kwam, „maar Ik -w-oon niet gaarne bij- u als in een' tent, „die men ,'s avonds uitspant en 's m-o-rgens reeds „'opneemt., die do-or cl'ken wind geslingerd wordt. „Neen, volg de letters' van mijnen grooten dienaar, „den schrijver van de Navolging Cliristi„„Wees „„nederig en vreedzaam en Jezus zal bij u zijn „„Wees g-odvruebtig en rustig en Jezus zal bij ,,„u blijven!"" Met zulke gevoelens bezield, neen, door zulke gevoelens als gedragen, gaat de Christen, even blijde als -weleer de herders te Bethelem- zijn geweest, van -'s H-eeren Kribbe henen, om zijn levensweg verder -in vrede te vervolgen. Want die Christen weet: Hem is nu al het heil der wereld geopenbaard en, alle ^ijne onge rustheden kan hij overwinnen door de liefde. M-ocht 'hij -werkelijk telkens nóg misdoen, wle-ltou, bij oprecht berouw en verbetering wiischt de lief-de alle die fouten uit, zo-od(at het niet wij selijk valt, neen, d-oo-r angstig en onrustig en eindeloos -onderzo-ek over kleinere fouten, onzen kostbaren tijd te verspillenNeen, wijl doen beter, elke fout zevenvoudig goed te maken door ver voerde liefde, -vrijwillige boete, heldhaftige be terschap I En zoo wordt dan tevens de hoofdzaak ver vuld van den Engelenzang: Glorie zij Gode in de h-oogste hemelen! t>. M. BOTS, 1 - s R. K. pr. Leiden, 1909. door N. J. M. D. IV. Het Sint U r s u 1 a-k 1 o o s t e r. Wie wel eens het leven van ,de Heilige- Liduina gelezen 'heeft, weet dat er in haar tijd i,n Schie dam een kl-ooster bestond, d.at het St. Ursu la-convent heette. De zusters, welke daarin woon den, waren van den derden regel van den H. Fran- (fiscus („3e ord-e van sinte Franciscus van poeni- tent.i'e") en werden doorgaans Tertiarissen ge noemd. Het klo-oster stond in 1405 „oestwaerts ■op van 'der kereken" (de Groote Kerk). Aangaande het Sint Ursula-kloo-ster heeft de ijverige geschiedvorscher, de eerw. Dominicaner- pater G. A. Meyer, eenige jaren geleden in de „Bijdr. v. d. Gesch. v. h. Bisdom Haarlem" het een en ander verteld. (Het klooster werd gesticht in 1405, ofschoon de beginsel-en dezer stichting reeds vroeger aan wezig wiar-en. In gemeld jaar deden de weduwe Machteld van der Specke en baar schoonzoon Klaas 'Woutersz. volgens getuigenis van Schout, Schepenen en Raden van Schiedam afstand van een huis en erve, oostwaarts van de kerk gelegen, met het vrome doel, 'dat daar maagden en weduwen met elkander mochten leven. Bij deze gift werden verschillende bepalingen gevoegd, niet ongelijk aan die, welke voor andere kloosters destijds werden vastgesteld. Jaarlijks zouden de zusters o. a. twee burgers kiezen tot hare ver tegenwoordigers, die tevens het recht zouden heb ben om religieusen, welke zich onbetamelijk ge droegen, te verwijderen. Bij gebrek aan bewoon sters moest het huis overgaan in handen der Tertiarissen van Delft en Rotterdam. Nieuwe zusters konden alleen door de meerderheid der oudere zusters aangenomen worden en moesten alsdan hare roerende goederen aan het gesticht overdragen. Bijaldien zij kwamen te" overlijden, z-ouden hare onroerende goederen voor de helft aan hare wettige erfgenamen en voor <\'e andere 'helft aan het huis komen; enz. De Schiedamsche regeering beloofde bescher ming aan het Sint-Ursulaklooster en ontsloeg de zusters van de betaling van alle stedelijke be lasting, van „scote ende lote, wachbe ende wiake, ,,'exsissen e-nde alle onghelde." Al woonden de zusters nu onder één dak en waren zij aan zekere regels gebonden, toch kon den zij z-ich vrij buiten bet klo-oster begeven om zieken te bezoeken en andere werken van naas tenliefde to verrichten. 'Ook moesten zij zich dagelijks naar de parochiekerk begeven, want -een eigen kapel was haar niet toegestaan. Eerst in 1424 verleende pastoor Joannes Engels, met toestemming van den proost van Koningsveld, Hendrik Bijl, haar eenige voorrechten; hij- stond toe, dat zij eene gewijde kapel met één altaar hadden, dat het allerheiligste Sacrament voort durend bij haar 'berustte, dat een priester uit haar Orde-hare biecht hoorde. Vervolgens mochten zij en alle huisgenooten in de kapel begraven worden, alsmede anderen desverkiezend, mits zij zes kro-onen als schadevergoeding aan de kerk gaven. Ook was óp bepaalde dagen de gezongen Mis en het openbaar sermoon in hare kapel toegestaan, en mocht er met eene klok geluid worden. R-ez-en er geschillen, dan moesten deze door den proost van Koningsveld en den prior def Regulieren te Delft beslist worden. Dieze gunsten waren de voorbereiding tot de clausure, waartoe de Bisschop van Utrecht in 1425 overging. De Kerkvoogd zond twee afgevaar digden, Mr. Johannes de Galemcoep, S. T. Prof. en Timannus Braem, superi-or van de Francls- ?aner-orde, die de religieusen tot slotzusters ver klaarden en haar bijgevolg alle verkeer met de wereld ontzegden. Bisschop Ztwieder nam ze in zijne bescherming en verleende bij gelegenheid van de wijding der kloosterkapel en des altaars een aflaat van 40 dagen voor allen, die aan de gewone voorwaarden zouden voldoen. Drie en twintig jaren dienden de zusters hiel den Heer in ongestoorde rust, toen in 1428 de felle brand bet godshuis vernielde. Z-iji vroegen nu aan de stedelijke regeering en aan den Bis schop verlof, om hetgeen van hare verbrande woning „achter 't kerekh-off" restte, te verk-oopen en zich op eene andere plaats in de stad te vestigen. Dit werd ingewilligd, en tevens toege staan de twee lijken, die in de kapel begraven Jagen, op te delven en mede te voeren. De bekrompenheid van het terrein, "de onmogelijk heid om dit te vergro-oten, zullen de beweeg redenen van dit verzoek geweest zijn. Geschik ter kwam baar een onbebou]wd erf voor m de nabijheid der Ketelpoort, aan den Dam! gelegen, binnen de muren der stad. Daar de smalle strook, die zich ter westzijde van de Lange Haven en de 'Schie uitstrekte, zoo niet geheel dan toch voor een groot gedeelte, tof het geestelijk rechts gebied van Ketel behoorde, moest hare keuze door den pastoor van Schiedam en den Bisschop bekrachtigd worden. De kloosterstichting geraakte hier tot grooten bloei. Geen jaar ging voorbij, waarin hét convent niet door uiterste wilsbeschikkingen, giften, over eenkomsten, enz. aan landerijen, huizen en ren ten won. Het bezat landerijen jn Ketel, Rijswijk- broek, Nieuw-Mathenesse; ontving erfpachten en losrenten van de sleden Schiedam' en Delft, van particulieren in Ketel, Vlaardingerwoud, Maasland en elders; had huizen en erven te Schiedam'. Verschillende leden van Schiedamsche familiën namen aldaar den sluier aan en begunstigden het gesticht met legaten voor maandstonden, jaar getijden en voor armenbedeeling. Vooral muntte het geslacht Ofhuys door milddadigheid jegens hét klooster uit. Wat het klooster al-dus geschon ken werd, viel door de hand der religieusen weel- grootendeels als aalmoes in Sen schoot der noodlijdenden; deze deelden rijkelijk in de in komsten des convents. Oude brieven getuigen, dat er jaarlijks voor een aanzienlijk bedrag aan spijs, kleedingstukken en geld oTtder de huis zittende armen der stad werd verdeeld. Zoo be loofden de zusters ten jare 1468 aan deze armen te zullen uitreiken„an eten of drincke of cledere „of ghelt na haer dacht, dat sy dat best te doen „souden hebben die waarde van tien rinsz. gul den 't jaers." Met recht was het Sint-Ursula klooster een toevluchtsoord voor de Amen. Om nevens dien tijdelijken bloei pok den gees telijken bloei van het klooster te bevorderen, schonk de kerkelijke overheid belangrijke voor rechten; zoo gaf bisschop Z weder van Ütrecht in 1429 aan de zusters algeheele vrijheid om' hare eigene overste te kiezen. In 1439 bekrach tigde bisschop Rudolf de toestemming, welke de pastoor van Ketel, Barfholomeus, aan de religieusen verleend had, om' hare kloosterge bouwen uit te breiden. In 1510 nam P. Nicolaus Gonor, vicaris-generaal van de Hollandsche Con gregatie der Predikheeren, de zusters jn het deel genootschap van 'de goede werken der Orde op en beloofde, dat voor 'de -overleden zusters de zelfde gebeden zouden gestort worden als voor de broeders der Orde. Deze verschillende voor rechten werden bekroond door het privilegie van exemtie, ten jare 1468 aan het klooster ver leend. f Na dit tijdperk van bloei braken er voor het klooster, zoo op geestelijk als tijdelijk gebied dagen van- tegenspoed aan. Gelijk al het m'en- schelijke aan verzwakking onderhevig is, pn de eerste ijver natuurlijkerwijze niet duurzaam' zijn kan, waren er in de kloostertucht verschillende misbruiken ingeslopen. Ten jare 1507 hielden, P. Hendrik van Zutphen, minister-generaal, pn P. Otto visitatie in het klooster. Zij vonden, zoo verklaarden zij, Wel „een loeffelike yergaderinge", maar toch „somige gebreken die ,sy gheerne ver betert sagen." Uit de voorschriften, door hem' gegeven, blijkt dat de overtredingen meest van disciplinairen aard Warenfouten, wiaardoor het menschelijke in den menscli zich nooit geheel verloochent. Zoo Werden de zusters vermaand tot „silencium holden in der kerken opt dormter opt „reventer; voorts tot maet holden van spreken „op allen anderen tyden, sonderlinghe van ach- „terklap en onuttighe woirden." Zij moesten zich onthouden van bijzondere vriendschap evenzeer als van bijzonderen afkeer, het kapittel bijwonen zooals het betaamt en ten laatste z-orgen 1nj alle oefeningen der religieuse gemeente op tijd aan wezig te zijn. Op de overtredingen dezer voor schriften werden bepaalde straffen gesteld. Wanneer de visitators geen gro-otere overtredingen of misbruiken hebben ontdekt en er is geen reden om daaromtrent argwaan te koesteren j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 1