Dagblad voor Schiedam en Omstreken. ^cïi^r rd6?"Ligt in s 33ste Jaargang. Maandag 7 Februari 1910. No. 9634. wdT rstó,s d« I*" "4 i «wn M a - katboliake leve^sVr^ het ware *"d«™ «unedjjl t zT"Ste Ji6 i«iSris-nj' ?0,il "eminnSnS6 Zid° meer Vraagi,heb 1 5 verontschuldigen met En ^rd or t"!f e nu nietla dcl1 catechismus alben i 8 dat de JieMe Gods in phristUs »„lf de doodzonde verloren gaat, en h°dcn heeft €eft Verk'aard„Die mijne ge- Jtefheeft." ___\v 26 Otld,er,houdt, hij is het die Mij iS) dat hii r ofsohoion het niet te bestrijden fonde, nol m-cniet verkeert in staat van dood- h'-t te ..'jG 111 de EeMe Gods, evenmin is biet "i evb dat die liefde, wanneer zij te be](W|- 1 gaat daa tot den wil, hagen scZtt kiml' dat T Tf «W*»* te v«rd,S n des ondanks zijn er zoovelen onder ons, die het onzinnige willen beproeven: geen duisternis maar ook geen licht, geen kwaad maar ook geen goed geen zonde doen maar ook geen deugd beoefenen, geen beleediging van God maar mok - üuiieiiiaiiü»cii i\ieuw». Dit KI a ABONNEMENTSPRIJS: kost voSIcZo- en Feestdagen, en PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regels /0.92 met inbegrip van bewijsnummer, Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 ceüt per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uitersf bi F lyke overeenkomsten aangegaan. d« ge»,d, de !Mit v'm Apostolischen Stoel oauTr011^ YAN HAARLEM, de Geestelytheid en de Getoovigen Tau ons Bisdom. Zaligheid, in den Heer. B- G. TweZnge IaStenbllCven hebben wij U. llauwd is en n cn °,lzer zoozeer ver zaken daarvan vo"ornaamste oor- veroordeelen ?n V°°re6rst d,e na°it genoeg te letuur die m Ige <5id in bet kiezen van Ware voorkeur v 'd'kwij1.3 in een boeken en davKi i°°r SC objke en verboden 'onswaardig 1^' m verTO^ns het betreu- gebrek dl! ketlnis van het geloof, beken, zetfs onder n °nnj0emli-ik veo1 Katho- föpdt aangetroffen T!^6"13 meför ontwikkelden, ^nden over een i WlUen wij 11 °nder- oorzaak ^oorzaak dier veriladwmg, d**lte het V00r mi ge- vorpücht zijn hetëeen wij tegenover God °P deze vraae 11!? Pll°ht tcgcnover God? Om afdoend antwoord te Wl0'01,(1 6611 alles '***1 te vragen w 7 6n' behoeven wij slechts °P <1» 111 hel gebed dat w" Z'°° dlkwiJls antwoord dat Christus zïf J 70 daS°"iks bidden, cn als God L? ?ft gek,CTd: y^r- V 1 Wij God moeten'b?1- ™lgt daaruit kirid zijnen vader f f11™1611 geliJk een goed tegenover God kimieeG; al onze Plic(bten eéb Woord; liefde w 7^ dUS samenvatten in bel6; goed- het gekomen J 3 reeds voor- als het ware (il° van verstand, ^'0elt, wat die plicht1 aatUUrl^ke ooiglmg ge- r&ekt bet menie chr t lnhoudt, ont- f°odra het de ven, aan een helder inzicht Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. ,°'tea het de vervuil tegenover God Fn w Vaa dl6n Plicbt geldt Sb* u l«» hier. ?'6i*> «Be d« verontsohul- 'Jk iaat hooren |s ,L Vemi:minS oogenblikke- 2elfs hij niensóh Z°!° groote zonde?''. .tn„ J nienschen van 111611 zlJn plichten Kw PSeStoten de doening dat onderhoudt wan gen,over God al zeer goed Dat kan B V tot groote zonde J^11 va* onzen plicht ë°ede ,0Pvatting tehtnelschen Vader \v\ t6genover God, onzen !°nde is een heleedilf Ch d° zonde? De ooit een goed V Vaa God' en zal het ''I een komen h,Ud 'hèh <le vraa,^cdtsbesef getuigen atldeld?" p g"heb ik hem dan mis- kmd G°ds zi«h tegenover ^htechuldigi w ,me ee'U 200 onzinnige ver- Vraa€ van ee rnoS€n stellen? Neen, hristen moet n kltld Güds' van een goed; *kn> om God 7°'fCer zij,n; wat moet ik ?an ik doen om t !eedlgen' als - Wat heb. m te toonen, hoezeer ik God lief «led om God niet vt vcrri„ L uie neme, is oeleof];^ Wl Ul-n wii, om uoo Jbken üi J door de zonde, hl te veel gaat ge- maai- on 1 en TOt zij'nen vader lief goed w! IleMc van &en handelaar voor die daarom ,dlGn hiï niet verliczen wil, en mtrekent en zijne koopwaren af weegt om toch vooral niet moer te leveren dan hij geven moet ten einde zichzelven voor ver lies te bewaren. Welnu, die koopmansgeest stelt zich bij al te veel Christenen in de plaats van de kinderlijke liefde, en dat noemen wij met volle recht een gebrek aan helder inzicht van hetgeen wij aan onzen hemelschen Vader ver schuldigd zijn, en daarin zien wij een voorname oorzaak, waardoor het godvruchtig, het waarlijk katholieke leven bij zoovelen op onrustbarende wijze verflauwt, ja zelfs een groot gevaar, wiaarin menigeen onder ons ten slotte vergaat; want het Is de gewone weg waarlangs men op den duur komt daar waar men oorspronkelijk niet komen wilde, waarlangs men komt tot het ver lies van Gods liefde door de zonde. Diverte a malo et fac bonum, vermaant ons de H. Schrift, wend u af van het kwaad en doe het goede. Aan die vermaning voldoen wij niet 'wanneer wij het goed doen vergeten, en ons slechts voor het kwaad doen willen, hoeden; wanneer wij ons alles veroorloven tot zoolang wiji zo.uden moeten zeggen„neen, dat niet, want dat zou zoude zijn." Immers van hem, die aldus handelt zouden wij veeleer moeten zeggen, dat hij zich afwendt van het goed en de zonde tot aan den uitersten rand nadert. Die verma ning der H. Schrift moeten wij aldus verstaan: wend u af van het kwaad door het goed te doen, vlucht de zonde door u toe te leggen op de! tegenovergestelde deugd. Dit is trouwens, B. G. de eenige veilige weg, dit is het eenig afdoend middel om op den duur de zonde werkelijk te ontgaan. Wij behoeven, waarlijk niet zelf de zonde te gemoet te gaan, de zonde komt in zoo menige bekoring tot ons, en willen wij haar zeker ontgaan, dan moeten wij den tegenovergestelden kant uit, en wel liefst zonder naar haar om te zien. Wanneer wij dien veiligheidsmaatregel verwaarloozen, zijn wij zeiven de schuld van vele bekoringen en j ioopen wij het allergrootste gevaar van in die bekoringen te vallen. Immers de bekoorlijkheid van het kwaad is groot, en onze zwakheid, ja onze neiging ten kwade is misschien nog grooter, zoodat wij alleen door Gods overvloedige genade voor het vallen in de zonde kunnen bewaard blijven. M ij zeggen met opzet, dat wij voor het vermijden der zonde, in de werkelijkheid van het leven, be hoefte hebben aan Gods overvloedige genade. Wie toch is zoo getrouw aan de genade, dat hij nooit een gedeelte daarvan laat, verloren gaan? Zeker wel bet allerminst hij, die den liefdeplicht tegen over God zóó weinig telt, dat hij alleen het hoogstnoodzakelijke wil doen, of nog beter ger zegd, dat hij zich alleen onthouden wil van hetgeen hij niet doen kan zonder God te belee- digen. Wij kunnen dus wel met zekerheid ver klaren, dat als God ons zijne genade afmeten zou tot geen hoogere maat, dan volstrekt moodig en voldoende is, een ieder onzer door de voort durende verwaarloozing van een gedeelte der hem verleende genade, te kort schieten en in zonde vallen zal; zullen wij dus op den duur voor de zonde bewaard blijven, dan is ons daar toe hoe tegenstrijdig deze woorden mogen schijnen Gods overvloedige genade inderdaad noodig. Kunnen wij nu waarlijk meeneo, dat wij wel zouden mogen uitrekenen met hoe wei nig w ij tegenover God kunnen volstaan, maar- dat God maar altijd bereid moet zijn, om ons met zijn overvloedige genade bij te staan, zoo dikwijls wij de ons verleende genade, die ,wij noodig hadden maar die toch in zich voldoende was, althans voor een gedeelte laten verloren gaan? Denken wij dan, dat hier niet geldt de a] gemeene regel, door Christus zeiven ons ge- een met de maat waarmede gij gemeten hebt, icze f de maat zal u worden terug gemeten Neen, B G„ zoowel de ondervinding van iederen a\L r geZOnd verstand teeren ons, dat alleen het streven naar de deugd ons voor zonde behoedt, gelijk het alleen door licht aan te geen kinderlijke liefde tegenover God; en omdat dit gebrekkig plichtsbesef en het leven daarnaar kóó algemeen wordt, zijn langzamerhand zelfs de preeben der priesters en de vermaningen dér biechtvaders hoe langer zoo meer geworden in plaats van opwekking tot deugid alleen bestrij ding van zonde. De christelijke zedenleer dreigt hoe langer zoo meer althans in de praktijk een antwoord te worden op de vraag: wiat kan fr nog door zonder zonde, terwijl zij ons eigen lijk antwoord moest geven op de vraag: hoe kun nen wij het best aan God behagen; dit toch: be hagen aan God, doen wat God lief is, dat is werkelijk plicht van de kinderen Gods tegenover hun hemelschen Vader. Waar die plicht van liefde, van kinderlijke liefde wordt verwaarloosd, daar za.l in toenemende mate alleen de vrees ovérblijvén, de vrees voor d:e zonde; en die vrees voor de zonde zal in toenemende mate worden eene vrees, niet zoozeer voor de zonde zelve als wel voor de straf die God op de zonde heeft ge steld, eene slaafsche vreeze dus, der kinderen Gods onwaardig, die gelet op de gedachte^ loosheid en zorgeloosheid van de groote menigte der menschen en de lankmoedigheid van God, die Zijne straffen steeds uitstelt de zoo be koorlijke en aantrekkelijke zonde zeker niet im mer zal tegenhouden. 't Is waar, er staat geschreven de vreeze Gods drijft de zonde uit, maar dat is de heilige vreeze Gods, dat is de gave des H. Geestes, die het .begin genoemd wordt van. de wijsheid d. m z. can de heiligheiddie vreeze Gods die de zonde ".itdrijft en een gave is van den H. Geest, in Wien wij tot God roepenVader, die H. vreeze is niets anders dan de liefde van Gods kinderen die bidden en verlangen: Uw wil geschiede op aarde als in den hemel, d.i. in ons gelijk in da engelen en heiligen; is niets anders dan de liefdé van Gods kinderen, die omdat zij beminnen niets j zoozeer vreezen of beter gezegd: verfoeien als wat strijdt met Gods aanbiddelijken wil. Dat en alleen dat is een vreeze, die ons voegt, die zelfs aan J. C., Gods ééngeboren Zoon door de H. Schrift wordt toegeschreven. Moge die vreeze Gods steeds meer toenemen in uwe harten, dan zult gij voortdurend meer toenemen in gelijk vormigheid aan onzen Heer, die de zonden ver foeit met een oneindigen baat, omdat Hij Zijnen Vader bemint met een oneindige liefde. In den loop van dit jaar hopen wijl een huis in te wijden, Waarin voor een ieder, voor jong en oud, voor arm en rijk gelegenheid zal worden gdgeven om een zoogenaamde retraite te houden; en in elke parochie zal voor de middelen; worden gezorgd om het houden van zulk een retraite voor ieder mogelijk te maken. Wij ver trouwen dat door onze geloovigen een ruim ge bruik daarvan zal worden gemaakt, want niets is zoozeer als dergelijke retraites geschikt om den goeden geest in ons te vernieuwen en ons op te wekken uit de verslapping en de verflau wing, waarin wi] door onze menschelijke zwak heid telkens weer vervallen; daarom verlangen wij niets liever dan dat weldra de behoeftq blijken zal, om: nog meer dergelijke huizen te openen; immers zoolang niet algemeen onder ons worden ,èn het heldere inzicht van hetgeen wij als kinderen Gods aan onzen hemelschen ader verplicht zijn èn de vurige begeerte met het ernstig streven om dieplichten te vervullen, zoolang ook kunnen wij niet verwachten, dat de ware katholieke geest onder ons voldoende zal opleven. Geve de goede God, dat deze nieuwe poginig om alles in Christus te herstellen, vol komen moge slagen, ons allen ten eeuwig heil en ónzen dwalenden broeders ten lichtend voor beeld. Wij kunnen dit herderlijk schrijvetn niet ein digen, zonder in uwe godvruchtige glebeden aan te bevelen alle geestelijke en stoffelijke bèhoéf- ten en no oden; bidt God vurig en aanhoudend! vooral in den H. Vastentijd voor de H. Kerk en ons Vaderland, voor Z. H, den Paus, en voor H. M. onze geëerbiedigde Koningin met heel Haar Koninklijk huis, in het bijzonder voor de jeugdige Prinses, waarop de hoop van Nederland i,s gevestigd, opdat God hen en al onze geestelijke en wereldlijke overheden moge böwaren en leiden. Hem ter eer en ons ten zegefi. En zal dit ons herderlijk schrijven op den Zondag Quinquagesima in alle tot ons Bisdom beboerende kerken, alsmede in de kapellen» waarover een Rector is aangesteld, op de ge bruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, den 283t™ Januari 1910. t AUGUSTINUS JOSEPHUS, (Bisschop van, Haarlem. Op last van, Z. D. Hoogwaardigheid, M. P. J. MöLLMANN, Secretaris. DE KRETENZER KWESTIE. De Griekscae gezaui neeh den Tuikschen mi- nisier van buiientandsche zaken amoteuijii kennis gegeven dat de door de Ogeenroeping der Natio nale Vergadering opgewekte vrees ongegrond is. De uitgestelde verkiezingen zullen pas in Uecemner ot Januari piaats Hebben. Deze mededeehng neelt, naar het heet, een gunsugen inuruk gemaakt. In ueu Frauscnea ministerraad heeft Zaterdag minister Picuou uiteengezet, uat ue Fianscne voor stellen geleid nebben tot overeeustemmmg tus- schen Frankryk, Rusiano, Eugelaud eo R„iië. Aao bet Kretenzer uitvoerend comoé zai uieoedceung van een en ander worden geuaau. De oorzaken der moeilyküedeu schynen uit den weg geruimd te zqn. Het voornaamste Engelsche dagblad, de »Times", staat geheel aan de zyde van Turkye en wen.-cht volstrekte Uanauaviug van de integriteit van Tur- kye. Het ligt dus voor de banu, dat de proiec- tie-mogenuueaen aan de Griek cue regeer.ng een zacmen wenk gegeven nebben, waaiuu Uneken- land voldoende zal neouen begrepen, aal net op geen medewerking van de mogendneüen kan reke nen, als bet de Kretenzers in nun wenscb, met Griekenland vereenigd te worden, steunt. Dat ook Rusland handhaving van den status quo op den Balkan wenscht, mag men afleiden uit een artikel van de nNowoje Wremja", waarin ook bet denkbeld van toenaderingtusscüen Oostenryk- Hongarye en Rusland besproken wordt. De schry- ver zegt, dat de Russische regeering weer ver trouwen kan stellen in de verklaringen van het Oostenryksche kabinet, mits deze in concreter vorm gedaan worden. Eenvoudige verzekeringen zyn niet voldoende, maar de Russische regeering moet aandringen op verbintenissen.niet alleen roet Oosten rijk Hoogarjje, maar ook met de andere groote mogendheden, ten doel hebbende den vrede op den Balkan te verzekeren. Deze verbintenissen, vervolgt de schryver, zyn niet moeiiyk te formuleeren. Zy moeten inhouden de handhaving van den status quo op den Balkan goedkeuring van het nieuwe régime in Turkye hetwelk gelyke rechten aan de ingezetenen van alle rassen in het Turksche ryk waarborgt en onthouding van eiken stap, waardoor de Balkan- staten hun in ontwikkeling belemmerd kunnen wor den. Een overeenkomst op dezen grondslag zou meer dan iets anders geschikt zyn, om de vroegere vriend schappelijke betrekkingen tusschen Oostenryk- Hoogarye te hersteilen, welke beiden ryken alle reden hebben om met elkaar op goeden voet te staan en hun handelsbetrekkingen te ontwikkelen. Wat in dezen de aandacht, verdient dat is de vriendelijke toon van het offlcieuse Ru-swche or gaan, vergeleken met de vyandige woorden, nog niet zoo lang geleden aan het adres van Oosten- ryk-Hongarye gericht. Er is inderdaad het begin van een tosnadering tus schen Oostenryk-Hongarye en Rusland merkbaar. De verschillende conferenties van den Oostenrysch- Hongaarschen gezant te Petersburg graaf Berch* told, en minister Jswolsky wyzen daar ook op. RUSLAND. De vroegere chef der Russische geheime po litie Man uil.>ff, die ook me.dewerker is van de »Nowoje Wremj heeft van de politie bevel on - vat gen, zyn wonoMaa» naar Wolotrla te v-rl-, eeo. Deze maa regel, alous worot act» «»e »U »i Zigr. am Mitiag" ge-eind, staat gelys met een Verbanning. Manuiloff wordt verdacht, met den bekenden revolutionair Burtsew te Parys in be trekking gestaan en hem onthullingen gedaan te hebben. Men zal zich herinneren, dat Burtzew

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 1