Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Mislukt. 33ste Jaargang. Zaterdag 25 Juni 1910. 9748. TWEEDE BLAD RATIONALE MILITIE. Officieele berichten. FEUILLETON. een Onderwijzeres Staten-Gcneraal. ABONNEMENTSPRIJS: Dii blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voo,- Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 eu bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëNs Van 1—6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel, ,.^OOT herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil Igke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. HERHALINGSOEFENINGEN in 1910. De Burgemeester van Schiedam, maakt bekend, dat behalve de reeds vroeger op geroepen verlofgangers, de natenoemen in deze gemeente wonende miliciens-verlofgangers worden opgeroepen om krachtens art. 111 der Militiewet 1901, voor Herhalingsoefeningen onder de wape nen te komen, bij hun korps en in hun garnizoens plaats achter elks naam vermeld Op 16 Augustus 1910: PIETER DE REGT, loteling dezer gemeeente van de lichting 1909, behoorende tot het 4de Regiment Infanterie 2e Bataljon, le Compagnie, garnizoensplaats Leiden FREDERIK HENDRIK KOEKKOEK, loteling der gemeente Amsterdam, van de lichting 1909, behoorende tot de 2de Compagnie Hospitaal soldaten, garnizoensplaats Amsterdam. Op 29 Augustus 1910: FRANCISCUS ANDRIES MAAGDENBERG, loteling dezer gemeente van de lichting 1904, be hoorende tot de 2de Compagnie Hospitaal-soldaten, die blijkens nadere opgaaf niet te Nijmegen, doch te Utrecht onder de wapenen moet komen en zich aldaar behoort aan te melden bij de militaire Ziekeninrichting. Op 12 September 1910: GERARDUS VAN BAREN, loteling der gemeente Papekop, van de lichting 1902, behoorende tot het 4de Regiment Infante rie, garnizoensplaats Gouda en HENDRIK VAN DEN BROEK, loteling der gemeente Rotterdam van de lichting 1903, behoorende tot het 11de Regiment Infan terie, garnizoensplaats Nijmegen. De hierboven genoemde miliciens-verlofgangers moeten zorg dragen, dat zij zich, ieder op den voor hem aangegeven dag, in uniform gekleed en voorzien van hun verlofpas (zakboekje, alsmede van al de bij hun vertrek met groot-verlof mede gegeven voorwerpen van kleeding en uitrusting bij hun korps aanmelden en worden er voorts aan herinnerd lo. dat zij, die woonachtig zijn in de plaats van opkomst, zich uiterlijk te 8 uur voor middag bij het korps moeten aanmelden, 2o. dat zij, die woonachtig zijn binnen 20 ki lometers van de plaats van opkomst, uiter lijk te 10 uur voormiddag bij het korps aanwezig moeten zijn, 3o. dat de overige verlofgangers, voor zooveel zij binnen het Rijk gevestigd zijn, zich op den dag voor de opkomst bepaald, met het eerstvertrekkende openbaar middel van versneld vervoer van hunne woonplaats of naaste station naar de plaats van opkomst moeten begeven, en voor zooveel zij bui ten het Rijk gevestigd zijn zich op dien dag vdór 4 uur namiddag bij hun Korps moeten aanmelden. Het komt me voor, dat ik al het gevaar voor mijn deel krijg en gij de kluiten. Onzin, er is geen gevaar; ik heb het plan Uitgedacht. Neem mijn voorwaarde aan of laat het. Wanneer hebt ge ooit weer die kans om op 20,011 gemakkelijke manier vijfhonderd pond te verdienen? Ge hebt gelijk. Ik doe het. Breng den vent hier en ik zal goed op hem passen. Ja, maar doe hem geen leed. Ik moet hem aheen maar uit den weg heEben; tot zoo lang.... ge verstaat me? Dan laat ge hem los. Goed, wanneer moet dat zaakje opgeknapt worden? Ik kan hei niet precies zeggen. De vol gende week, denk ik. In dien tijd zullen we elkaar niet meer zien. Dat zou den boel in de v-ar kunnen brengen. Blijf op wacht bij den muur QT abdij van schemerdonker tot middernacht, p een avond zal ik er met hem zijn. Pleizierige avondjes zullen dat wezen voor me, gromde de stem en daarop ging {het geluid der De verlofgangers, die alleen per spoor-of tram weg moeten reizen en in wier zakboekje aanwe zig is een op wit papier gedrukt en met rooden inkt ingevuld vervoerbewijs, begeven zich recht streeks naar het station van vertrek en stellen aldaar hun zakboekje ter hand aan den stations beambte, met de uitgifte van plaatsbewijzen be last. De verlofgangers behooren er op indachtio- te zijn, dat het zakboekje wordt teruggegeven0 alsmede de strook van het vervoerbewijs, aange zien, deze strook hun gedurende de reis moet die nen als plaatsbewijs. Verlofgangers, die, hoewel hun reis aanvangen de per spoor- of tramweg, een gedeelte van het traject moeten afleggen per stoombootof die niet in het bezit zijn van een vervoerbewijs. ingericht om daarop van het station van vertrek naar de plaats van opkomst te kunnen reizen, dan wel op hunne reis van één of meer veren moeten ge bruik maken, moeten zich ten minste vier werk dagen vóór hun vertrek naar het korps, aan de afdeeling Militie (Schoolstraat 12) aanmelden ten einde aldaar in het bezit te worden gesteld van de vereisebte vervoerbewijzen. Het is noodig, zich ten minste een half uur voor het vertrek van den trein of de tram aan het station te bevinden. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst van een verlofganger mochten verhinderen, moet hiervan zoodra doenlijk aan bovengenoemde afdeelin<>- Militie worden overgelegd eene gelegaliseerde ge neeskundige verklaring, welke op ongezegeld pa pier kan worden gesteld. Na herstel vervoegt hij zich onverwijld hij zijn korps. Hij, die zonder geldige reden niet voldoet aan de oproeping, wordt, na verstrekte last van den Minister van Oorlog, als deserteur afgevoerd. Hij, die zonder geldige reden zich te laat bij zijn korps aanmeldt, maakt zich. strafschuldig. liet niet ontvangen van eene afzonderlijke ken nisgeving ontheft den verlofganger, zoo deze althans binnen het Rijk verblijf houdt, geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst daar de openbare kennisgeving EEN1G en ALLEEN als BEWIJS geldt, dat hij behoor lijk is opgeroepen. Den verlofgangers, die zich als kostwinners on misbaar achten voor het gezin waartoe zij be hooren en op grond daarvan meenen in de termen te vallen tot het verkrijgen van ontheffing van bovenbedoelden werkelijken dienst, of van eene geldelijk vergoeding, wordt medegedeeld dat de aanviagen daartoe die op ongezegeld papier kunnen worden geschreven en door de belang hebbenden eigenhandig moeten zijn geteekend behooren te worden gericht aan Hare Majesteit de Koningin, indien ontheffing en aan Zijne Excellentie den heer Minister van Oorlog, indien alleen vergoeding gevraagd wordt en dat het in het belang van den verzoeker is, die aanvragen enkele weken voor de opkomst onder de wape nen in te zenden. Schiedam, den 25sten Juni 1910. De Burgemeester voornoemd M. A. BRANTS. Aan de Openbare School C, te Schiedam (Hoofd de heer A. Baan) wordt gevraagd met akte nuttige handwerken en vrije- en orde oefeningen. De aanvangsjaarwedde van f550.— wordt ver hoogd voor de akte nuttige handwerken en vrije en ordeoefeningen elk met f25. voor de akte bandteekenen met f50. voor de hoofdakte met f 200. en voor 2, 4, 6, 8, 10, 13 en 46-jarigen dienst bij het lager onderwijs met f50.voor ieder tijdvak en voor het bezit der hoofdakte boven dien na 19- en 22-jarigen dienst bij het lager onderwijs mede met f50.voor ieder tijdvak. Sollicitatiën in te zenden aan het adres van den Burgemeester van Schiedam, voor 10 Juli a.s. sprekenden over in een 'gemompel, terwijl ze zich verwijderden. Aan de voormalige abdij stonden nog alleen maar eenige buitenmuren overeind. Het metsel werk was twee of drie voet dik en de beren, die bet schraagden op gelijke afstanden, schenen tamelijk wel overbodig te zijn. 't Was bij een dezer, dat de sprekers gestaan hadden, ©n nu, van de andere zijde, 'kwam er langzaam de ge stalte te voorschijn van een man in wieiMjders- kostuum. Wel, te drommel, Viep hij uit. Een kleine samenzwering tot ontvoering, zoo waar als mijn naam Fred Ash'wyn is. Ik wou, dat ik van het begin af hun gesprek geboord bad, dan wist ik misschien, waar ze het op getaunt hadden. Maar hun stemmen zal ik 'herkennen.... Fred stapte, op zij'n rijwiel en sloeg de richting in naar het stadje Lindley, een paar uur verder. Weldra schelde hij aan voor de deur van een deftige villa en weid binnengelaten door een heer van zijn eigen leeftijd, die hem met warmte ver welkomde. Ik zou al vroeger hier zijn geweest, ver klaarde de bezoeker, maar ik ben een beetje blij- veh rusten bij de vervallen abdij en daar in slaap gevallen, t Was bijna tien uur, toen ik' wakker we;rd. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 24 Juni. AA ij laten hieronder een uitvoeriger verslag volgen der gister reeds vermelde Interpellatie over de Borromaeus- Enc y cli ek. De lieer Af a n Doorn begon me t te herinneren, dat nu o/ jaar geleden de toenmalige afgevaar digde voor Utrecht (zijn vader) tot de regeering een interpellatie richtte naar aanleiding van het hei stel der Bisschoppelijke hiërarchie in ons .and, en wel om te protesteeren tegen de min- aangename woorden, waarmee dit herstel ge schiede. Spreker wees er op, dat in de laafste 50 jaren de R K. Kerk de meest volle vrijheid heeft genoten. Critiek op hetgeen de R. K. Kerk binnen haaren kring doet, ligt dan ook buiten den bemoeiingskring van het parlement. Anders wordt het echter wanneer de Pans zich in zijn herderlijke brieven niet beperkt tot deii eigen kring, maar niet schroomt zich, in zijn encyclieken te uiten op een wijze welke andersdenkenden terecht moet krenken. Het kan de Hervormden misschien persoonlijk weinig deren, wanneer het Protestantisme een pest wordt genoemd, en dergelijke uitdrukkingen behoeft het Protestantisme zich misschien niet aan te trekken, indachtig aan hetMes gens que \ous tuez, se portent assez bien," maar wanneer ten slotte in zulk een Pauselijk schrijven de eer van een gansch volk wordt geraakt, wanneer en de Hervorming èn het Nederlandsehe volk en de vorsten, die het Protestantisme omhelsd hebben, moeten aangeduid als de meest verdor- venen, als de meest verloopenen, wier God de buik was, wanneer men bedenkt, hoezeer door die mannen der Hervorming gestreden en gele den is, dan mogen de Hervormden zulk een oordeel van den Paus niet zonder protest toe laten. Men heeft spreker reeds bij voorbaat van de rechterzijde verweten, dat het oogmerk zijner interpellatie was de de rechtsche coalitie te splij ten en dat spreker tot deze interpellatie niet ge rechtigd is, omdat hij niet meer staat op het standpunt van de Hervorming. Wat het eerste betreft, gesteld, dat dit waar was, dan geven Pau selyke woorden als u deze encycliek den tegen- s anders der coalitie zulk een een wapen in han- i en. En ten aanzien van die tweede insinuatie ontkende spreker dat hij buiten het verband mag worden gesloten. Al wijkt hij op enkele punten van de Hervormingsgeziuden af. Hij heeft het volste recht het op te nemen voor duizenden in den lande, die hier gekrenkt worden. Hij her haalt, dat het geheele Nederlandsehe volk belee- digd geacht kan worden, daar zijn Koningin haar Onder het eten werd het gesprek voortgezet. Muriel komt morgen middag thuis, zeide Terry. Ja, gélukkig. Ik hen bizonder gekomen om aan te dringen, dat 'we tegen den herïst zullen mogen trouwen. Dat beteekent, dat uwe nieuwe positie naar uw zin is? Juist. Arast en met schoone vooruitzichten. AViO behoeven dus niet langer te wachten. AA'at mij betreft, ik wensch niets liever. Maar... beste jongen, ze kan wel eens van zin veranderd zijn. Er woont hier een man in de stad, die erg' met haar ingenomen schijnt. Hm, 't Is toch genoeg "hekend, dat ze niet meer vrij is. Zeker. Maar hij schijnt liet toch op haar te hebben. r Ge wilt me hang maken; maar geen nood, hoor. Hm... en wat ik zeggen wilde is er hier een man, een heer in Lindley, die spreekt op deze manier? En Frod, die sterk was in het nabootsen van stemmen, zei met het geluid van den eersten spreker, dien hij bij de abdij gehoord had„On zin, er is geen gevaar. Ik heb het plan uitge dacht." AViel, dat is hotzelfue, over wien ik u daar even sprak, Harold Rising is zijn naam. Hij schijnt souvereiniteit ontleent aan de Dynastie, welker vorsten door de encycliek gehoond worden. En tegenover deze beleediging van het Neder landsehe volk vroeg spreker de Regeering die de draagster is van het gezag, ook tegenover het buitenland, wat hebt ge gedaan, om tegenover deze beleediging van ons volk post te vatten. Spieker wees er op, dat het kinderachtig is den Paus voor te stellen als een gewone particulier. De Regeering erkent de souvereine macht van den Paus, door het doen accrediteeren bij het Hof van een Pauselijken vertegenwoordiger. Opdien grond vroeg spreker: le. kan de Regeering aan de Kamer mededee- len op welke wijze zij geprotesteerd heeft tegen de ook voor ons land en de grondleggers van ons volksbestaan krenkende woorden der encycliek 2e. Indien de Regeering zulk een protest nog niet' beeft gedaan, is zij dan voornemens te doen blij ken, dat zij met leedwezen van die woorden beeft kennis genomen De Minster van Buitenlandsche Zaken, mr. de Marees van Swinderen, zegt dat de vragen van den interpellant uitgaan van de onderstelling, dat de Regeering van de Borromaeus- encycliek kennis heeft gekregen. Dit laatste is niet het geval (uitroepen oh, en ho hol). De Regeering meende dat ook, en blijft bij die mee- ning dat het hier een zuivere inwendige aange legenheid geldt der R. K. Kerk, welke buiten de bemoeiingskring der Regeering ligt. Daarom beantwoordt de Regeering de beide vragen van den heer van Doorn ontkennend. (Hevig rumoer zoowel in de Kamer, als op de publieke tribune.) De heer Van Doorn, hoewel uit beleefdheid ei plicht de Regeering dank te zeggen voor de inlichtingen voegt daaraan onmiddellijk toe dat dit antwoord ten eenermale onvoldoende is. Hoe kan dus vroeg spreker - een Regeering zulk een antwoord geven, waar in gansch ons land in gansch Europa, één groot, en grootsch protest weerklinkt." (Luide bravo s, ook op de tribune de voorzitter dreigt met ontruiming.) De heer Van Doorn vervolgt dat de uitin gen, waartegen de voorzitter nu dreigementen uit, ongetwijfeld voorkomen uit den Hollandschen geest die zich tot uitspreken genoopt ziet. Tegen over zulk een antwoord, waarbij de regeering zich verschuilt achter het niet niet kennis krijgen van de encycliek, zegt spreker: laat ons dan, als Kamerleden ieder twee dubbeltjes hij elkaar bren gen om voor het ministerie van Buitenlandsche Zaken een abonnement op een courant te koopen. iegenover deze houding der regeering ontbreekt spieker de lust om verder op deze zaak in te gaan, het oordeel over deze houding der redering met gerustheid overlatende aan het Nederlandsehe volk. De heer De Visser betoogde dat de Kamer met deze zaak geen rekening te houden heeft, omdat liet hier geldt een zuiver kerkelijke aan gelegenheid, een herderlijk schrijven van Z. H. den Paus, die zich richt tot de Patriarchen, Bis schoppen enz. Spreker vroeg waar het heen zou gaan, als alle geschriften, uitgaande van kerkelijke instellingen van alle gezindten konden aanleiding geven tot interpellatie in de Tweede Kamer. Dat zou worden eene vermenging van kerkelijke en staatskundige aangelegenheden, en zou, in strijd met onze grondwet, het beginsel van scheiding van Kerk en Staat worden aangerand. Spreker ontkende verder dat wij, al bestaat in Nederland een Pauselijke vertegenwoordiger, wij staatkun- een eerste sportman te zijn en bevindt zich al leen hier om deel te nemen aan den golfwed- strijd. Den volgenden dag moest Fred Ashwyn weer aan mijnheer Rising denken, daar deze op 'een tuinfeestje verscheen, waar Muriel en haar broe der ook genoodigd waren. Het meisje stelde beide mannen aan elkaar voor en de eerste woorden welke de sportman liet hooren, deden hem ken nen als één der beiden, van wie Ashwyn het gesprek bjj de abdij had beluisterd. Rising was een man van om de dertig onbei- rispelijk gekleed en vleierig van manieren. I 'red stelde het zitTti tot taak 'dan hian te l>e- stuuoèien, doch hij kon maar niet op de hoogte komen, op wien het complot gemunt was. Behalve sport was nog één zijner liefhebberijen het verzamelen van munten en penningen, eh op een avond, dat hij bij de familie Terrv, was, vroeg hij aan Fred zijne schatten te komen zien. Den dag daarop deden beide verloofden een uitstapje per rijwiel naar de abdij. Ze wandelden in den omtrek rend en rustten uit in de schaduw der oude muren. Moet ge Donderdag inderdaad naar Liver pool? vroeg Muriel. Ja, een schip, de „Bogota", komt dan mei een groote zending gouden staven, welke ik in ontvangst moet nemen en- overbrengen naar een

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 5