S: r-,sKcre-Berding- r^a jt ;e ,oistrek,e »-• é£t rr'iHo'bs""d" Trouw. vroeg :„r Vr;tivie de b^iekbenoeffiing -de Zaterd agll Febr.1911 Telefoon no. 85. TWEEDE BLAD. In onze Vroedschap FfcuaLihi"^ Staten-Generaal. Uit de Pers. No. 9941. een 7 Verl°°P ''ebben- Dat islb Uinsda8 Commf T" gebleken" Er moesten in de wikT' VaD Toezicht op het Middelbaar Onder- missie h" T ben06md Würden' waar die com- hpt l. V Dg harer bemoeiingen ook tot Er «r«„ KalMiÜ1 t hetaiDe T86"' rV« verwacht werden. Haar SeSmgdaV,°'b:rï,t üel»°8« »mctr hhaS In zijn dupliek verdedigt de Minister nog maals zijn circulaire, waarna de Vesting- en de Oorlogsoegrooting worden aangenomen. Dameskeuzen - Aanstellingskwestie -Uitbreidingsplan - School bouw be sluit - Slotenuitdieping - Grond verkoop. kwestie ZTD m °nZe VroedschaP- waa-" 't een „H i benoeminSen betreft, kunnen soms vakonderwijs, voorlichting behoeft over zaU --•over alleen dames kunne'n oordeelen V r' tST Zt mevr" nasseit Van Rees en mevr. Van der <^h„n Nieuwhof; voor de tweede benoeminc kw in aanmerking de dames mevr Ja l Bij °dee't7eVreeIste "asSelt.-Van Rees, benoemd, j wee eerste stemmingen kreeir o-OQ„ i een gelijk aantal stemmen8 (7)77 be'de dames de keuze onbeslist. en bleef stantie Mevr Jar en r v "ZG tweede «- en mevr. genoot en 1 in hlnVan haren verren partij- de tweede stemming "werden y1,€ebrachl- BiJ mevr. Janssen~La Verge e stemmen op Berding uitgebracht, terwijl RÜ|.,°P Koene— men aan de niet te fPw» i Neemt 5 stemmen opE»** Katholieken „„en, dan >lebb(, mevr. Koene steniH K"h°'*ken, die nie, „p daar waar men m«°i Ti?. Tr'i i"i- ,ermoedelÜk danig met allerlei benn' en reeds zoo- da; gm«„ :etr,a£S"",le"' uok. voor de 3 lesuren n klasse II n a ^~hoo, sant en het algemeen belang van het onderwijs, het bijzonder belang ook van onderwijzers, inge- waarmee T "T a"en Keeft zeker in fStfld; maarook de wethouder, de heer Gos onderwijzer betreft a l 1 hler een katholiek *M. Keste dee, 'jift oTeTTZ karige gemeente eene ninke positie als sehool" hoofd mneemt, die hom blijkbaar n„g ,ijd laat hier een elftal 1„U1.„ vei, te t zeker een eigenaardig geval. Hoewel 't van het standpunt van den heer Koppenhagen zeker wel te begrijpen is, dat bij met t oog op zyn pensioengrondslag de tijdelijke aanstelling voor die klasse in een vaste benoem „g veranderd wenscht, kan men hier toch zeer goed meegaan met den gedachtengang van den wet houder van onderwijs, dat er toch ook nog andere onderwijzers, ingezetenen dezer gemeente zijn die naar een bijkomende werk-zn^u j bedoeld, zitten te «likkebaarden O 7 i7 alleszins beamen de opmerking men r d.t do hoor KopUZ ZrjZ bewust zou zij" geweest, d»t zijoo botrokkm. n"e, Een verhaal uit het tijdperk der Fransrh* R„ i (Near flcro,«'<' 19) «De commissaris is een aristocraat, welzeker Ik heb het al langen tijd gedacht w«>zeKer. zenaar na een oogenblik nadenken goed toe in staat een konino&ez,n(i„ 1S er verbergen om haar uit de klepte 7?n muw te de stadslucht is nu voor zulke lui niet Wh"» «Dat kan best zijn," zei Fier Briwat"^ vastgesteld; «maar in elk geval zal ik hT I verklikken.'Of hij een aristocraat isof nW "if- «jeu goed, kerel... eeu ma» De twee sergeants hadden het niet m;= J> de kist zaten Eulali. e„ korgeu. De Fromental kon geen beter middel vmden om ze voor de waakzame blikken der vepubl.keinsche gendarmes te behoeden dan ze m üe kist te sluiten, waarin, naar men ondersielde hechte bagage was. He. geheim wasalleeu bètad neer r fhranderen en„trouwen knecht Wan- kornen kon:ooui..aan z.ljn aerste halte zou aan- rolu moest hlJ de JeuhrdlSe meisjes uit haar «wenüe gevangenis loslaten en ze naar Chateau- zoo vast was. Deze onderwijzer, tot tijdelijk leeraar, aan de Burger-avondschool benoemd, toen hij nog hier woonde, mocht zeker niet ver wachten, dat zijne betrekking zou bestendigd blijven, toen hij tot hoofd eener school aldaar benoemd, naar Rotterdam vertrok. Dat de Raad t toch deed zijne lesuren allengs werden uit- gebreidt, hij voor 8 eene vaste benoeming ver kreeg en hem bovendien nog vergund werd te Rotterdam te blijven wonen, geeft zeker alleszins aanleiding tot de opmerking de gemeente Schie dam «ontzettend billijk" tegenover hem is ge weest. Dat ze nu, bij een aanstaande algeheele reorganisatie van het onderwijzend personeel althans voor de bedoelde 3 lesuren de vrije hand wilde houden, zal men zeker moeten billijken, hoe hoog men ook de veeljarige diensten van den heer Koppenhagen als uitnemend onderwijzer schat. Het voorgestelde uitbreidingsplan voor het noor delijk deel der gemeente, heeft ons weer een van die pleidooien van mr. Jansen gebracht, die im mer van degelijk onderzoek en uitgebreide ken nis van het te behandelen onderwerp getuigen. Dat mr. Jansen die rede met zooveel klem heeft gehouden, doet ons bijzonder genoegen, omdat 't getuigt van zijn verbeterde gezondheidstoestand, die de hoop wekt, wij dit verdienstelijk en zaak kundig Raadslid nog zeer lang zijne gewaar deerde adviezen zullen liooren geven. Overigens willen wij over bedoeld pleidooi zelf niet in 't gericht treden. Waar 't hier een tech nische kwestie betreft, die door de technici moet worden uitgemaakt, staan wij hier voor het geval, dat men zich van beide zijden, èn de heer mr. Jansen èn de wethouder van gemeentewerken op deskundigen beriep, van laatstbedoelde zijde natuurlijk allereerst op den Directeur van Gemeentewerken, die hier had te verklaren en inlichtingen te geven. Dat de Raad. ook na de inlichtingen van den Directeur in comité te heb- heben gehoord, nog geen beslissing nam, maar de verdere behandeling uitstelde tot de volgende vergadering, bewijst wel, dat onze vroeden hier voor een moeilijk probleem staan. Hopen wij, dat de betrokken kwestie zoo zal worden opge lost, de bijzondere belangen der eigenaars hier met het algemeen belang der gemeente zooveel mogelijk worden vereenigd. Nadat de Raad enkele andere agenda-punten zeer coulant, nagenoeg zonder discussie, had af gedaan, gaf het voorstel in zake net deliuitief besluit omtrent den bouw der nieuwe school F. vroede De Bruin eene gewenschte gelegenheid om zich toch ook nog eens in deze zitting te doen hooren, houdend een pleidooi voor openbare aanbesteding, waar de betrokken wethouder ge deeltelijk onderhandse he inschrijving bedoelde. Terecht zei de wethouder, de heer Uoslinga, dat hij eerder van dien kant een pleidooi voor uit voering in eigen beheer had verwacht. Maar onze roode vroede, die van «zinsverbijstering" ironisch gewaagde, deed hier de theorie wijken Voor de praktijk, wel wetend wat uitvoering m eigen beheer beteekent. - Hopen wij, dat de meu°we school, die een halve ton neet te kosten, nog bui ten de centrale verwarming, ten slotte üiet°nare peperdure voorgangster aan de Prins Mauritsfotraat naar de kroon zal steken 1 Het uitdiepen van slooten achter de Ooster straat en den Oostsingel heeft nog tot uitvoerige discussie aarleiding gegeven. Hoe de eigenaars daar hebben kunnen denken vrijgesteld te worden van eene verplichting, waaraan niemand in der gelijke straten ontkomt, blijft een raadsel In- tusschen bleek uit dit debat wel, dat de demping van die vuilnisbelten, al of „iet toegezegd, zeker alleszins wenschelyk is te achten. Na liet Comité heeft de Raad'de verdere be handeling van het bedoelde uitbreidingsplan uit gesteld en op het verzoek van de regenten der Hofjes van Belois, den grond van de bekende turfschuur voor f 8 per AR te küopeni beschikt, f 10 als prijs bepalend. Zeker komt 't ook ons voor dat in den genoemden prijs van f 8 een redelijk bod was gelegen en 't der gemeente het De Fromental s plicht was zich dadelijk naar Nantes te begeven, verliet hij het moeide na pon aan' dp Ur6n 611 berhaulde no- eens aan den goeden Jeróme de lastgevingen van vfoeuer vol °anoStUon'Jdp r61S ,V0lbracht had> wachtte hij voi angst op de aankomst van den knecht die las. had hem bericht te komen geven zoodra hH zouden ziin om A Ta "T Jeróme voldoende zouden zyn om de beide dames naar Chatpau- D7nachtesteiedalenteadan Nantes komen, ue achtste dag biak aan, maar er kwam seen Jerome De Fromental was ten prooi aan den grootsten angst en kon eten noch slapen. om* te in nL7h 7 haar °evangenis verlost had om ze in nog grooter gevaar te brengen I" zei hij wanhopig tot zich zelf. J °p zekeren avond eindelijk, toen hij alleen in de hanHp6r 1 J 1 ?at en met het h°«fd i» l ïh T-" d1pe mÜmeiiag verzonken was, verscheen Jerome plotseling vóór hem. «1 a, zijt gij daar ten laatste I" l iep de jonge man uit «Hebt ge een voorspoedige reis gehad Hoe maken ze het te Chateaubriand «Mijnheer, antwoordde de dienaar met ontsteld gelaat, «wat ik u mededeel, zal u leed doen Er is ons onderweg een ongeluk overkomen." «Wat is er gebeurd? Spreek!" «Nu dan, mijnheer; nauwelijks had ik de jonge dames uit de kist gelaten, of het viel mij op, dat een harer doodsbleek was en onmogelijk kon zeker wei wat waard was, de onooglijke bouw vallen aldaar te zien verdwijnen. Maar de Raad heeft anders beslist. Vertrouwen we, dat regen ten over het verschil zullen heenstappen en mét de verbetering hunner stichting het belang onzer gemeente zullen willen dienen! EERSTE KAMER. Zitting van Vrijdag 10 Febr. De Oorlogsbegrooting geeft den heer van Voorst tot Voorst aanleiding de verwach tingen te uiten, die hij koestert van het optreden van den nieuwen minister van oorlog. Spr. behandelt de reorganisatie van de bereden artillerie, klaagt over de klachtprocedure in het leger en waardeert het plan van den minister om de positieverbetering der officieren te bespoedigen. De heer d'Aumale van Uardenbroek vraagt medewerking van den Min. tot herstel der Sciiotbalkenbrug bij Wijk bij Duurstede. De heer Staal bespreekt de beslissing van den Min. ten aanzien van den luit.-kolonel Koek en vraagt subsidie voor de Vereeniging van wedu wen en weezen van militairen, die na hun ont slag zijn gehuwd. De heer 't Hooft critiseert de bezuinigings circulaire, die hij in twee opzichten bedenkelijk acht De heer van den Bies en wil spoedige afwerking van de stelling Amsterdam. De Minister van Oorlog (de heer Coiijn) zal het door den heer Staal gevraagd sub sidie overwegen en bij het door den heer van Harden broek besproken waterstaatsbelang spoed betrachten. Spr. beantwoordt de beschouwingen van den heer van Voorst over de klachtprocedure in het leger. Zyn bezuinigingscirculaire verdedigende tegen den heer t Hooft, zegt de Min., elk verband tusschen zijn werkzaamheid en die van de Leger- ocmmissie af te wijzen. Er zal voeling gehouden worden, meer niet. De Min. stelt zich wel dege lijk nut voor van de voorlichting en de plannen, die hij bij circulaire vroeg aan de officieren van het leger. Vervolgens behandelt de Min. den geest in het leger, de krijgstucht en de toewijding. Versterking van de bereden artillerie acht de Min. noodig Daarbij is hij voorstander van de 4-stukken batterij. Bij de positieverbetering der officieren wil de Min. snelle opklimming in de midden-rangen. De positieverbetering wordt spoedig in behandeling genomen, doch de nieuwe militie wet die binnen enkele weken ingediend zal worden, heeft den voorrang. De klacht van den heer Van den Biesen over de Amsterdamsche stelling acht de Min. ongegrond. Onze geheele weermacht moet naar het Oosten en naar liet Westen ingericht worden op bescher ming onzer onzijdigheid. Doch de kustverdediging moet voorgaan. Daarna replieken van de heeren Staal en 't 11 o o f t. Hierna is het begrootingshoofdstuk Waterstaat aan de orde. De heer L e 1 y bespreekt en becijfert de droog- 'egging van de Zuiderzee naar aanleiding van het plan tot drooglegging van het Wieringermeer, waarvan spr. geen tegenstander is. Hij geeft echter de voorkeur aan het groote plan, waarvan hij de onkosten te hoog geraamd acht. Bpr. spoort aan het groote plan van droogleg ging der Zuiderzee thans ter hand te nemen en somt de voordeelen op, die ermede gepaard gaan. Dan spreekt de heer Lely over de persoueel- verandering bij den Waterstaat, in verband met het thans werkend stelsel van rivierverbetering. Voorts brengt spr. de spoorwegtarieven voor het vervoer van Limburgsche kolen ter sprake, die ongunstiger zijn voor de Nederlandsche mijnen dan voor de Duitsche. Spr. zegt dan zijn meening over de voorwaar den, die de Reg. moet bedingen bij de spoorweg maatschappijen. De Reg. zij voorbereid op op- zegging van de spoorwegovereenkomsten. Ge haaste naasting kan zeer schadelijk worden. De heer II offmans wijst op de urgentie van de bevaarmaking van de Maas, De heer Van den Biesen vraagt bespoe diging in de uitvoering der werken voor het vYil- hetminakanaal. De heer De Marez Oyens bepleit krachtig optreden tegen de kwartjesvinders in de spoorweg- staande blijven. Ik droeg haar op mijn arm naai de geschikste kamer, die er in de herberg te krijgen was, liet onmiddellijk een dokter halen en ondertusschen verpleegden haar zuster en ik haar met alle mogelijke zorg. Het was echter alles vergeefsch en na verloop van enkele uren over leed de arme ongelukkige. De andere jonge dame trok het zich zoo aan, dat het droevig was haar te zien. Ten laatste gelukte het ons haar veilig gehuisvest te krijgen, ofschoon nog altijd droevig gestemd, bij de oude dame, die haar als haar eigen dochter opnam." «Welke der beide is nog in leven?" vroeg de officier, die van verslagenheid nauwelijks instaat was adem te scheppen. «De grootste, mejuffrouw Eulalia, met haar blozende wangen en statig voorkomen, zooals ge wel weet. Zij heeft mij een brief voor u gege ven. R «Geef hem mij." zei De Fromental, die door deze mededeeling een weinig verlicht was; want al bad de geheele familie Boguais hem groote belangstelling en edelmoedige toewijding inge boezemd, zoo had toch Eulalia den meesten in druk op hem gemaakt. Gretig doorlas hij de aan hem gerichte regelen, die de scboone schrijfster met bevende hand op het papier gebracht had. Zij deelde haar weldoe ner in de hartelijkste bewoordingen den bijna plolselingen dood van Céleste mee. Zij stortte voor hein de diepe droefheid uit, waarvan haar hart vervuld was, zei hem dank voor al zyn goed- coupé's. Hij dringt aan op de vervulling van de vacature in den Raad van toezicht op de spoor wegdiensten.. De heer Hovy dringt aan op aanleg van een verbingsweg tusschen Zeeland en Noord-Brabrantj op exploitatie door den staat van de haven te Ter Neuzen en op vestiging van een stadsstation in het Westen van Vlissingen. Ook deze spre ker bepleit drooglegging der Zuiderzee. De Min. van Waterstaat bracht, wat de fluiderzeequaestie betreft, groote hulde aan den heer Lely, die, hoe men ook over het plan moge denken, als ingenievr de uitvoerbaarheid van de drooglegging heeft bewezen, en wiens naam steeds met eere aan dit vraagstuk zal verbonden blijven. De regeering is ook overtuigd van het goede van het groote plan, maar zij heeft bij den tegen- woordigen financieelen toestand niet den moed te komen met een plan dat circa 300 millioen zou kosten, met inbegrip van de rente der lee ningen, die daarvoor noodig zouden zijn. Dit zou een daad van overmoed zijn. En daarom moet voorloopig met het bescheidener plan, de droog legging van het Wieringer meer, volstaan worden. Dit moet door Rijk en provincie gezamenlijk ge schieden, om te komen tot een gemeenschappelijk bezit, waardoor beter een boerenstand kan worden gekweekt op het gewonnen land. De minister verklaarde dat de verplaatsing van den hoofdingenieur-directeur van den Waterstaat, belast met het beheer der rivieren, geen ver traging zal veroorzaken in de normaliseering van de Waai. Tot oplossing van de kwestie betreffende de bevaarbaarheid van de Maas zullen nog verschil lende onderhandelingen noodig zijn. Over een nieuw station te Vlissingen kan de minister zich niet uitlaten. Dit is een geheel uieuw denkbeeld dat thans wordt opgeworpen, waar aan vankelijk slechts scheen te worden aangedrongen op een halte in de stad. Wat betreft de haven te Terneuzen, zijn de Spoorwegmaatschappijen, die thans harrewarren over de wijze van exploitatie, thans aan een ter mijn gebonden om tot een oplossing te geraken. Verder zette de minister tegenover den heer Lely uiteen dat het twijtelachtig is of door Staatsexploitatie de achterstand op spoorwegge bied ten onzent zal worden verbeterd. Bovendien gaat het niet aan om. in afwachting van het rap port der Staatscommissie in zake spoorwegbeleid, thans maatregelen te nemen om Staatsexploitatie voor te bereiden. Er is nog alle tijd en zelfs als de beide spoor wegmaatschappijen in Juli as. de exploitatie zou den opzeggen en de Staat dan over "2 jaren moet gaan exploiteeren, zou dat den minister nog niet zenuwachtig maken, en dan zou eenvoudig begon nen worden met de voorbereidende maatregelen voor Staatsexploitatie, waarvan de minister geen tegenstander is. maar overigens de voordeelen ook niet inziet, omdat de Staat altijd duurder exploi teert, dan de duurste particuliere onderneming Verbod van kaartspel in den trein zou de min te kras achten, al zou hij ook gaarne de kwart jesvinders uitgeroeid zien. Er zal moeten worden berust in de maatregelen, welke de 8poorweg- maaischappijen tot dusver zelf reeds hebben ge nomen o a. door verandering der ab uinements tarieven, waardoor ook de kwartjesvinders, die op abonnement moeten reizen, willen zij hun bedrijf vruchtbaar uitoefenen, getroffen wotden. De tegenwoordige tarieven voor kolenvervoer achtte de minister laag genoeg. Men kan ze niet zóó stellen, dat de Staat er geld bij moet leggen. Door een nieuwe indeeling van werkzaamheden is een andere werkwijze in den Raad v. Toezicht op de Spoorwegdiensten tot stand gekomen, waar door dit college nog beter voor zijn taak bere kend zal worden. Na replieken werd de Waterstan tsbe- g r o o t i n g zonder stemming goedgekeurd. Heden Landbouwbegrooting. Rade n w e t. «De Standaard" had dezer dagen een hoofdar tikel over dit onderwerp. In verband met het te rugnemen der bakkersraden door minister Talma, dezer dagen gemeld, mag er de aandacht op ge vestigd blijven, dat van de meer algemeene rege ling, de arbeidsraden niet afgezien wordt. Gezaghebbend is de meening van het blad, zoo dat de warme aanbeveling eenig uitzicht geeft op eindelijke aanneming. «Het denkbeeld van Minister Talma, om eene uit den arbeid opkomende organisatie ten be hoeve van den arbeid in het leven te roepen, heid en eindigde met hem onder tranen te be zweren zijn weldaden toch niet te beperken tot hetgeen hij reeds verricht had, maar zoo mogelijk te trachteu ook de bevrijding vaa haar moeder en haar oudste zuster te bewerken. »Ja,'' zei de jonge man bij zich zelf, terwijl hy den brief wegstak, «mijn eerste zorg zal zijn haar te gehoorzamen. Zoo zal ik trachten mij haar genegenheid waardig te maken." Hij vroeg en verkreeg voor enkele dagen ver lof en vertrok dadelijk naar Le Mans. Daar aangekomen gold zijn eerste bezoek de gevangenis van de Oratorie, waar Scevola hem ontving als een goeden klant, van wien hij in de toekomt nog meer gunstbewijzen hoopte te verkry- gen. «Nu, burger," zei hij, «ik hoop u voldaan te hebben en heb al uw wenschen vervuld. Zijn uw lijsters zonder ongevallen op de plaats harer be stemming aangekomen?" «En de achtergeblevene?" vroeg De Fromental, die de vraag van den cipier niet beantwoordde. «De jongste maakt het best. maar met de oude dame is het gedaan. Eergisteren is zij begraven." En terwijl een kreet van verrassing en droef heid aan de lippen van den jongen man ontsnapte vervolgde hij «Meen niet. dat ik er schuld aan had. burger commissaris. Ik heb het ha r aan niets laten urn breken, zooals gij mij gelast hadt. maar de lypnu- kan zelfs meer dan goud. Zij is de vijftiende ge vangene, die er sedert het begin dezer

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 5