voor Schiedam en Omstreken. EERSTE BLAD. 34ste Jaarlaag. Zaterdag 4 Maart 1911. iNo. 9959 Buitenlandsch Nieuws. bSulS Bl'iand W°rdt Van ClericaHsme ABONNEMENTSPRIJS; Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- yu Diau verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon on kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ135 r>f>r j Feestdagen, en week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland^? pef Afzonderlijke nummers 2 cent. pcr kwartaal. Abonnementen worden dagelijks b5 a„. BureauBOTKRSTRAAT 50 PRIJS DER AD VERTENTIëN: \an 1 6 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer hike regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel V oor herhaal de ljjk ad verteeren worden uiterst bi 1- lgke overeenkomsten aangegaan. Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. frankrijk. PARIJSCHE KRONIEK. Van onzen Parijschen correspondent.) Het nieuwe Kabinet. Vrijdag 24 Februari waren wij in de Kamer hnnrt-1 getuige vau een nieuwe aanvallende uomg van liet verachtelijkst Combisme in al jn brutaleanti-clericalisme tegen het ministerie- land gericht. Dit lezende gelooft men zijn ni^'1 WaS de aanva' bijna eene overwin- schui succes van de manoeuvre heeft ver- f ïedenen, doch is voornamelijk aan de m ,'e ei voorstanders van het arrondisse- dnni-61' "lesste*seI en de radicaal-socialisten te eodsriT' lc.zicil inbeelden dat zij met den aan hm u- e° vervolginS te doen herleven, aan hun kiezers hunne beloften van sociale hervormingen zullen doen vergeten welkuil neÏkbr-umaChte Zijn te verwezenlijken. Zeer op- valstrik- rW? het' dat de aanzetters van den aw-i" rteaux' PeUetan, Cruppi en de laatst m u n ministers zich stil hielden alsof zij m het debat tusschen Paul Meunier, Malvy en Hand geen belang stelden. Meunier was zijne interpellatie begonnen over de onvoldoende wet geving betreffende de congregatiën en verweet onder meer aan Briand dat er nog 2.800 auto- 'satie-aanvragen onbehandeld gebleven waren tll daarop vei'langde hij dat onverwijld gesta- zwaï- Zou.worden- De regeering heeft zich te ovlv I6" rechtbanken te welwillend tegen- loAo congregani3ten getoond. Het werk, in di« aangevanSen, moet worden voortgezet en en e aangewend om het weder optreden reconstltutie van congreganistische in richtingen te beletten. Het is de plicht der zwakl es\dhr0dSdienStiSe emancipatie zonder wakheid te blijven vervolgen en het werk van huciteit te voltooien. Na hem viel de rapporteur van de begrooting van eeredienst, de heer Malvy-Briand, over de toepassing der wetten van l Jun i90i en 7 Juli 1904 op de congregatiën aan. Na hem ver schillende tekortkomingen verweten te hebben slingerde hij den minister-president deze vinnige Woorden in 't gezichtDe politiek van het ministerie-Combes was heel wat klaarder en ïoyaler. Toen hadden wij' een leeken en sociale staatkunde en gij hebt beiden vergeten. Biiand beklaagde zich over dezen nieuwen aanval niet. De regeering, zeide hij, heeft zich aan hare beloften trouw gehouden, doch ik vraag nu af of ik hier of wel de rechtbanken geïnterpelleerd worden Wat de weder heropende congreganis tische scholen aangaat, de vervolgingen tegen haar waren zeer talrijk, doch de moeilijkheden zijn nog giootei. Zoo lang het onderwijs vrij is, kan de regeering de opening van een school met beletten. Wil de Kamer misschien het mo nopolie van het lager onderwijs aan den Staat geven Wanneer een school geopend wordt en daar mannen of vrouwen zijn aangesteld, welke con- kiegamsten geweest zijn, kan men niet altijd unne veroordeeling verkrijgen. Na de noodige egging zjjner daden gegeven te hebben, wend- o ij zich tot de radicalen en radicaal-socialis- n en herhaalde zijn vroegere verklaringen en el m bewoordingen welke niet van natuur m-en hun te behagen. „Mijne heeren, besloot »mj. de gelegenheid biedt zich nog eens aan «ons uw vertrouwen te schenken, gij moet echter »m alle oprechtheid doen of niet." Dat votum verkreeg hij, doch slechts met een meerderheid van 29 stemmen, zoodat de in minderheid ge loven combisten het uitbundigst toejuichten°en heden alsof zij de overwinning behaald hadden SQ Briand reeds gevallen was. Zonder 't feitelijk te zijn, had de regeering 't toch als zoodanig opgenomen. Het schijnbaar aarzelen van den minister-president deed al da delijk zien, dat zijn besluit genomen was om weg te gaan, doch om dit onzekere parlemen- taiie debat voor het land te brengen. Heeft zijn gewone energie hem begeven, nu hij zag dat de partijen zonder eerlijke aanvoerders hem ver lieten of zouden gaan verlaten De temmer, ziende dat zijn prestige daalde en de bende slechts op de gelegenheid wachtte om hem te verslinden, gaf de voorkeur de kooi nog bijtijds en nog staande te ontsnappen. Toen hij Zater dag aan president Faillières het ontslag van ge heel het Kabinet aanbood, drong deze er op aan, dat het Kabinet, de meerderheid behouden heb bende, zoude aanblijven; doch zijn besluit was genomen en geheel het ministerie trok zich terug. De crisis was ingegaan. Briand had gezegd te zullen spreken en hij schreef aan den president een brief waarin hij de redenen van zijn heen gaan uiteenzette. Deze brief bevat eigenlijk de bekentenis van zijn nederlaag en laat eene ver moeienis raden, welke men van den strijder Briand niet verwacht had. Hij blijft zijn pro- giamma handhaven, wijl dit door het land was goedgekeurd en hij in naam van het land de missie op zich genomen had, de dwalingen en de uitspattingen van zijn eigen partij te be strijden en te doen ophouden. De pogingen om deze plannen uit te voeren en al de republikeinen te vereenigen, schrijft bij, zijn mij niet gelukt en niettegenstaande de ideeën welke mijn gedrag leidden en de stem men der republikeinsche meerderheid welke ik verkreeg, zonder welke medewerking ik niet zoude zijn aangebleven, staat ik thans tegen eene toenemende verdeeldheid en mogelijkheid welke mijn ministerieel bestaan dagelijks in gevaar brengen en worden tegen de wetten welke ik voor het land noodzakelijk be schouw, ieder oogenblik allerhande hinder palen opgeworpen, 't Is mij veroorloofd te voorzien, dat de behandeling der ingediende wetsontweipen waarvan de stemming mij als een hoofdvoorwaarde voor den vooruitgang in de orde en zekerheid van het land toeschijnt eindeloos zal uitgesteld en verhinderd worden. De oproeping tot vereeniging welke ik aan alle republikeinen met 't oog om in overeenstem ming met de regeering en ten voordeele van het land en de republiek richtte, ten einde eene staatkunde van ontspanning en bevrediging toe e passen, onder het regiem der Scheidings- Ihke LVAn"fei'k 6n Staat 6en wei"k «de- hjke laiciteit, van verdraagzaamheid en eerbie diging van alle geloofsovertuiging voort te zetten en eindelijk aan alle burgers een ft'kte n gelijke administratieve rechtsbezorging te verze- nieètebegreZDeriPo?edPing d°01' 6nkele misschien als die, weXTï^t, Het' ons prpgramma van politieke, fiscale econo- bedenk6 hT°rmingen' aan0eboden en wat wij het recht hebben het uitgebreidste en stoutste wat ooit aan de werkzaamheid der Kamer werd onderworpen te noemen De strijd boezemt ons geen vrees in, ik geloof dit persoonlijk bewezen te hebben! doch het nutteloos pogen, zonder voordeel van eheh ri°msmet m°eite 6611 P«>cair leven te behouden, deze onmacht staat mij tegen. Mis schien kan een ander aanvoerder de zoo noodige overeenstemming onder de republikeinen ver- weiven om, door eene versterkte meerderheid gesteund, het werk, waaraan wij ons gewijd hebben, te vervolgen Om al deze redenen, welke ik afdoende beschouw, spijt 't mij, mijn heer de president, mijn ontslag als président van den ministerraad en dat van al mijne col lega s aan te moeten bieden. Evenals destijds generaal Gavaignac, kan ook Biiand zeggen: Ik ben niet gevallen,doch heb van mijn positie afstand gedaan, en men kan ei op rekenen dat hij niets zal verzuimen Telefoonnummer 8». Postbus no. 39 haar bij gelegenheid opnieuw machtig te worden. De heer Falliëres, wien men beweerde de rich ting door Briand gevolgd, te zijn toegedaan, heeft geheel zijn persoonlijkheid ter zijde moeten stellen met mannen als Monis, Berteau, Delcassé, Steeg en anderen een nieuw ministerie te heb ben doen samenstellen, dat eene uitdadiging Is tegen het parlement, tegen de opinie en het gezonden verstand, doch vooral tegen hetgeen op 't oogenblik zoo noodzakelijk en onontbeer lijk voor de rust en den voorspoed van Frankrijk was, namelijk wat binnenlandsche vrede en orde. De opruiers van eene minderheid onder de republikeinen, de" oude blocards en jacobijnen, zullen weder aan 't woord en helaas ook aan het regeeren komen, want dit ministerieel mon ster der combinatie Monis-Berteau zag Woens dagavond na eene voorspoedige verlossing het leven. Deze maijonnieke uitdadiging zal, hopen wij, worden aangenomen en dit partij-ministerie spoedig geleefd hebben. Twee zijner leden ver dienen vooral de aandacht: de nieuwe ministers van onderwijs, Steeg, en van openbare wer ken, Dumont. 't Is niet mogelijk zich fanatieker en pernicieuser sectarissen voor te stellen. Van hun is slechts aanzetting tot nieuwe twist en verdeeldheid en verwoesting in het het onderwijs en godsdienstige vervolging en verdrukking te verwachten. Hunne medewerking in de regeering is een comble en de uitvinding van een kwaden geest, die den burgeroorlog in Frankrijk opniew wil zien woeden. De val dezer brutale miskenning van staatkundig fatsoen met zijne noodlottige figuren moest in eene Kamer, welke zich zelf respecteert bij haar eerste bijeenkomst besloten wordendat zoude haar schoonste rehabilitatie zijn. De zitting van aanstaanden Maandag zal ons leeren wat wij van haar verwachten mogen. Parijs, 2 Maart 1911. Fidelius. In verband met hetgeen onze Parijsche corres pondent schrijft over het nieuwe Fransche kabi net, is het volgende vermeldenswaardig Eergister zijn Monis en vele andere nieuwe ministers hun opwachting aan Combes gaan maken. Dit bezoek heeft te Parijs zeer de aandacht ge trokken, waar men weet, dat oud-minister Com bes, in zake de kerkvervolging in Frankrijk, eeni- ge jaren geleden, zulk een schandelijke rol heeft vervuld. ENGELAND. In de Londensche kleermakersateliers heerscht op 't oogenblik groote bedrijvigheid. Men knipt meet en past voor de groote schaar personen, die den 22n Juni bij de kroning van Koning George V en Koningin Mary tegenwoordig zullen zijn. Koning George zelf zal zuiniger zijn en zich in een koninklijk gewaad steken, dat men met de beste wil van de wereld niet modern kan noemen Hij heeft nl. besloten denzelfden kroningsmantel te dragen, dien zijn voorvader George IV droeg, toen hem den 19 Juli 1821 te Westminster de kroon op het hoofd gezet werd. Koning George IV had den mantel na de plechtigheid geschon ken aan den lord-grootkamerheer, welke waar digheid in Engeland erfelijk is. In het geslacht van dezen dignitaris is het kleedingstuk zoo zorg vuldig bewaard, dat het er als nieuw uitzag, toen men, na het besluit van den Koning den mantel tot zijn kroningskleeding te bestemmen, het met goud bestikte gewaad uit de kist van sederhout nam, waarin het sedert was opgeborgen geweest. ITALIë. In antwoord op verschillende interpellaties ver klaart de minister van buitenlandscho zaken, dat de oase-Ghadanis, die deel uitmaakt van het Turksche 'grondgebied, nimmer aan Frankrijk is afgestaan, ïlat de oase dan ook nod it bezet heeft. Wij h,ebben, aldus San Giulano, zeer veilige waar borgen, dat de oase Turksch zal blijven. stóhe zaken, mededeeling gedaan van de maat regelen, die de Grieksche regeering getroffen heeft, om orde en rust aan de Grieksch-Turksche grens to verzekeren, en vroeg wat de Turksche regee- rijng nu harerzijds dacht te doen. Rifaat pasja antwoordde, dat hij' met den tninistcr van oorlog zou overleggen, hij stond echter op uitlevering van de lijken der beide Turksche soldaten, welke uitlevering de Grieksche minister van buitenland scho zaken onmogelijk heeft genoemd. De Turk sche zaakgelastigde te Athene heeft aan de Griek sche regeering medegedeeld, dat de Porte niet van plan was een onderzoek in te stellen naar de grensincidenten, zoo lang' de lijken der beide Turksche soldaten niet uitgeleverd waren. MAROKKO. Volgens berichten uit Tanger is het Maghzen zeer door den nieuwen opstand in Marokko ver ontrust. Niet alleen zijn de Cherarda in opstand gekomen, doch hebben eveneens enkele andere stammen de vaan van het verzet geheven. Bo vendien 'wordt verwacht, dat ook nog meer stam men zich bij de opstandelingen zullen aansluiten. Kortom de toestand is zeer kritiek. Dé sultan heelt dan ook dadelijk krachtige maatregelen ge nomen, om snel en nog voïor de opstand zich uitbreidt, dezen te kunnen onderdrukken. Alle beschikbare troepen zijn gisteren voor het ver trek in gereedheid gebracht, te weten vijf tabors infanterie, drie tabors cavalerie, een batterij snel- geschut en een bergbatterij. Van het Fransche leger nemen 2 commandanten, een kapitein, een luitenant, een majoor van den geneeskundigen dienst, en een aantal onderofficieren aan de expe ditie deel, waarbij zich ook eenige Engelscho onderofficieren hebben aangesloten. Naar beweerd wordt, zou de opstand der Che rarda een gevolg zijn van de houding, door den groot-vizier tegen dezen stam aangenomen. In elk geval heerscht in Fez groote ontsteltenis. TURKIJë. Do Grieksche zaakgelastigde te Konstantinopel heeft Rifaat pasja, den minister van buitenland- ZUID-AFRIKA De Daily Chronicle" verneemt uit Johannes burg, dat de vrees grooter wordt, dat Botha door zijn slechte gezondheid gedwongen zal worden ontslag te nemen. Minister Smuts heeft in den Volksraad ge sproken over de verdediging van Zuid-Afrika. Er is nog geen vast plan uitgewerkt, zei hij maar de zaak zou geregeld moeten worden voor het land kon deelnemen aan een stelsel van rijksver dediging. In de eerste plaats zal Zuid-Afrika's strijdmacht moeten dienen in geval van binnen landsche troebelen. Maar ook als deel van het rijk heeft Zuid-Afrika voor zijn weermiddelen te zorgen. Er zullen moeten komen kleine slag' ardige troepenafdeelingen, b.v. in den geest van de Kaapsche bereden schutters, die in vredestijd po litiedienst doen en in oorlogstijd soldaten zouden zijn. Dan moest er een geoefende artillerie wezen- Van veel gewicht is de kustverdediging. De re geering vraagt het Parlement reeds geld voor de versterking van de Tafelbaai. Hij hoopt, dat ze over een jaar tijds zoo sterk zal zijn als eenige plaats in de wereld. Misschien van meer belang nog is Durban als kolenstation. De tijd is voor Zuid-Afrika gekomen om voor zijn eigen verdedi ging te zorgen, maar de plaatselijke vestingartil lerie moet nog versterkt worden door Engel- sche vestingartillerie, waarvoor Zuid-Afrika zou betalen. In verband met de kustgarnizoenen moeten er mobiele colonnes wezen. De minister pleitte voor oefening van alle man nen tusschen de 18 en 25 jaar. Er zou ook een krijgsschool noodig wezen. Hadden de Boeren in den oorlog geen gebrek aan geoefende officieren gehad, de geschiedenis van Zuid-Afrika was mis schien anders geloopen. De officieren, die de Jonge mannen zullen oefenen, moeten mannen uit Zuid-Afrika zijn. Mettertijd zou Zuid-Afrika een leger van 100.000 welgeoefende manschappen op de been kunnen brengen Leden van schietver- eenigingen zouden een veteranenreserve kunnen vormen. Met deze rede, betuigde de unionistische oud minister, kolonel Crewe, over het geheel zijn instemming.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 1