Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
34ste Jaargang
Woensdag 22 Maart 1911.
No. 9974.
Officieele berichten.
Kennisgeving.
Boitenlandsch Nieuws.
Staten-Generaal.
FEUILLETON.
De man in 't grijs.
ABONNEMENTSPRIJS:
Diï blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost vooï Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en' per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland 2 per kwartaal
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bjj alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders
Bureau BOTERSTRAAT 50
Wegens het op Zaterdag invallen
van den feestdag van MARIA BOODSCHAP,
zal deze week het gebruikelijk dubbel-
nummer met geïllustreerd Zondagsblad ver
schijnen V RIJDAG-A VOND.
H. H. Adverteerders gelieven daarop wel
te letten en hunne advertentiën voor Vrij-
rtrn/.middag 1 ure in te zenden.
Het Gemeentebestuur van Schiedam,
Gelet op art. 28 der Kieswet
Brengt bij deze ter algemeene kennis
dat de kiezerslijst, aanwijzende de inwoners
dezer gemeente, die tot het kiezen van leden van
de Tweede Kamer, van de Provinciale Staten en
van den Gemeenteraad in het jaar 1911-1912
bevoegd zijn, benevens de alphabetiscbe lijsten
bevattende de namen en voornamen van hen die
met betrekking tot eene ot meer der verkiezingen
van de kiezerslijst zijn afgevoerd, en van hen,
die daarop zijn gebracht, op heden zijn vastge
steld en van den 23sten Maart tot en met den
Sisten April a. s., van des voormiddags half negen
tot des namiddags half vijf ure, op de Secretarie
dezer gemeente, afdeeling Bevolking, (Schoolstraat
12) voor een ieder ter inzage nedergelegd en,
tegen betaling der kosten, in afschrift of afdruk
verkrijgbaar zijn gestelden
dat ingevolge art. 29 dierzelfde wet, een ieder
bevoegd is, onder overlegging van de noodige
bewijsstukken, tot en met den 15den April a.s.
bij het gemeentebestuur verbetering van genoemde
kiezerslijst te vragen, op grond dat hij zelf of een
ander, in stryd met meergenoemde wet, daarop
voorkomt, niet voorkomt, of niet behoorlijk voor
komt.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 22 Maart 1911.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
De Burgemeester,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
PORTUGAL.
Uit Lissabon wordt geseind
Te La neg o trachtten drie verdachte individuen
biet 'lei regiment infanterie er toe te bewegen,
(te wapenen tegen de republiek op te nemen.
E'en 'streng onderzoek is gelast. Manifestaties en
tegen-manifestaties, voor (het ministerie van Bin-
nenlandscbe Zaken, maakten het noodzakelijk de
menigte uileen te 'drijven. Verscheidene soldaten
van [bet 11e regiment infanterie, die verdacht
Worden 'met de stakers te heulen, zijn gevangen
genomen.
dit. document hebben, zoo leest men, zijdelings
betrekking op bet gedrag van een groep Katho
lieken -met de befaamde „Riscossa" als hun
orgaan r— tegenover den aartsbisschop1 van Mi
laan, kardinaal Ferrari.
Uit Rome Wordt, aan de „Éclair"-geseind, dat
GioJitti het aanbod om weer aan het, bewind te
komen, heeft 'aanvaard.
PRUS DE& ADVERTENTIëNf
Van 1 6 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel]
Voor herhaaldelijk adrertaeren worden uiterst bil
ly k e overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
MAROKKO.
Naar het Havas-telje'graafagentschap d.d. 14
Maart uit Fez verneemt, zijn de opgestane Ber
bers in grooten getale in de omstreken van Fez
teruggekeerd. Zij moeten zelfs een de-el van het
bij de hoofdstad gedegen zomerpaleis van Moe-
la, i Ha fid in brand gestoken hébben. Er zijin troe
pen vertrokken om ben te verdrijven.
In verband inet'de in de omstreken vain Fez
h-eierschende onveiligheid, heeft'Sultan Moelai Ha-
fid er van afgezien de moskee van Msalla tot
hie-t iboud-cn van gebeden, te bezoeken.
D-e minister van Buiteniandsche Zaken verklaar
de in den Spaanseben Senaat, dat hij- in zake
bet Franscih-Spaansche verdrag over Marokko bij
bef, kabinet te Parijs stappen deed om de rech
ten van Spanje te handhaven. Bij- den tege-n-
woordigen stand der onderhandelingen kan de
minister niets mededeelen. Ten zijner' tijde zal
hij een volledig verslag' uitbrengen over hetge-en
bij door zijn onderhandelingen bereikt heeft. Sp'r.
htefl geen officieele bevestiging ontvangen vain
bet gerucht, dat de Fransche negertroepen be
stemd zijn om het Fransche bezettingskorps in
Marokko to versterken.
De „Daily Telegraph" verneemt uit St. Peters-
buirg, dat het antwoord van Rusland op China's
laatste nota gister verzonden is. Het kenmerkt
zich 'door ©en zachteren toon. Het Rus-siscb-Chi
n-eesche geschil kan feitelijk als opgelost be
schomvd worden. Volgens de rapporten der Rus
siische consuls in China valt er d-eh kaatsten
tijd verbetering waar te nemen in de houding
van de Ohineiezen jegens de Russen.
Uit Moekden wordt gemeld, dat reeds voor
bereidingen g'etroffen zijn voor de ,ahti-pest-Con-
fefèntie, die 11 April daar zal plaats hebben. De
conferentie beslaat uit 5 afdeelingen: een voor
epidemiologie, een voor bacteriologie, een voor
s-oTotherapie, een voor statistiek en eeh voor de
bespreking van algemeene maatregelen tegen de
piest. Volgens Chineesehe pest-statistieken wordt
het aantal pestgovalien met doodelijken afloop
g-C-raamd Pp 1600 te Moekden, 10.000 te Kwang-
tsjoengtsig'e en in geheel Mandsjoerije 40,000 De
artski hebben besloten, om voor te stellen, dat
hét quarantaine-cordon om Charbin zal worden
opgeheven.
ITALIë.
In een 'bericht uit Rome aan den „Figaro"
Wordt de aanstaande verschijning aangekondigd
van een nieuw pauselijk document betreffende de
hiërarchie ©n den eerbied, verschuldigd aan het
bisschoppelijk gezag'. Verschillende gedeelten van
31)
®Ik dacht, dat de politie zulks terstond had
gedaan."
»Dat is te zeggen, wij hebben de'plaatselijke
gesteldheid oppervlakkig opgenomen. Een grondig
°nderzoek zal ongetwijfeld ettelijke dagen in be-
lf^g nemen. Ik ben er vast en stellig van over-
"'gd, dat ik ergens een houvast in haar verleden
jpoet vinden. Het is immers niet te denken, dat
eze vrouw nu juist alles zal hebben vernietigd,
ft omtrent haar persoon opheldering kan ver
ghaffen."
„Hm waarom niet?"
»Om logische redenen. Zij heeft met de groot-
e volharding een ander persoon willen voorstel-
Gn> dan zij was. Dit moet toch een reden hebben.
zo! i'edde zulks met liet °°S °P zit'li zelf, dan
te k reden met haren dood eenvoudig ophouden
bestaan en had zij er geenerlei belang bij die
n°g te doen voortduren. In dat geval
uden hare papieren zeker nog aanwezig zijn
b weest. Tot nu toe is echter niets van dien aard
yonden. Wij weten bij voorbeeld niet, waar zij
f £en..werd, of zij ongehuwd of getrouwd was,
J i ot zy we] wra]ker heette.
*En vooral werd er geen bestemming gevonden
CHINA.
Aan cTg „Times" wordt uit Peking geseind,
dat China het antwoord op- d-e Russische nota, van
14 Maart reeds hééft overhandigd. Het is in de
meest vriendschappelijke en verzoenlijke termen
géliouden -en kent Rusland h-et recht toe een
consul- te benoemen te Kobd-o-, De nota verleent
den Russischen ondierdanen verder het recht op'
vrijhandel in Mongolië en andere streken buiten
den grooten muur, ook in het Noorden en Zui
dion van het Tiansjang-g©bergte voor producten
van iedere" soort en o-ors-pirong.
Wat de- wederinvoer van Chineesehe thee uit
Rusland hkroft, verklaren die Chmeezen, dat deze
handel door de in 1907 t-o Tsjoegoetsjak t.u.s-
schen den Russische-n consul en den Chineeschen
taotai londerteekende overeenkomst geregeld
wordt, van we'lke art. 3 bepaalt, dat de thee
cicn oer-eigen product van China is en niet weer
te-n verkoop naar China kan worden ingevoerd
Berichten ,uit Petersburg gewagen echter in
weerwil van het vredelievende antwoord' der Chi
neesehe regeering', van verdere verplaatsingen van
Chineesehe 'troepen naar het Noorden van Moek
den. iDe, transporten vin-den 'gedeeltelijk bij nacht
plaats. Ooggetuigen prijzen de discipline der sol
daten. Men zegt, dat het Chineesehe leger gereed
is voor eèn oorlog.
voor hare aanzienlijke nalatenschap. Het is toch
niet aan te nemen, dat iemand, puur uit achte
loosheid, zijn vermogen aan de schatkist overlaat..
»\eel waarschijnlijker is het, dat het geheim
met liet oog op nog levende personen moest wor
den vastgehouden. Dezen konden dan ódk belang
gehad hebben bij haren dood ja, moesten dit
hebben, want jullrouw Walker werd immers niet
vermoord om baar geld. Die personen moet en
zal ik vinden."
De gravin lachte.
Weet u wel, dat gij een rijke verbeeldings
kracht bezit, waarde heer Hempel, en dat die
voor iemand, wiens beroep het is, misdadigers op
te sporen, in 'tgeheel niet deugt?"
«In hoe verre noemt u mij een phantast
«Omdat u daar een heeien roman bij elkaar
flanstDat heb ik van morgen reeds opgemerkt
»Hoe zoo van morgen?"
«Toen u het vermoeden uitte, dat de moorde
naar van die vrouw ook de moordenaar van mijn
ai men echtgenoot was. Ik vraag u... hoe onbe
rijmd, hoe onlogisch klinkt dat niet! Wanneer
vrouw Walker om geheimzinnige redenen werd
vermoord - wat ik volstrekt niet geloof -- waarom
zou dan diezelfde kerel myn man vermoord heb
ben
«Het eene kan opzet, het andere... noodweer
zijn geweest
«Waarom liet hij het eene lijk liggen en ver
borg het andere zóó behendig, dat men het niet
vindt?"
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 21 Maart.
Arbeidswet.
De behandeling van artikel I van het ontwerp-
Arbeidswet wordt voorgezet door den heer H u-
g e n h o 1 t z, die het amendement verdedigt, om
ook de veendery °P te nemen onder de bedrijven
in de Arbeidswet bedoeld. Boewei minister Talma
dit amendement wil overnemen, acht de heerHu-
genholtz motiveering van het amendement noodig.
De heer Roessingh is tegen het amende
ment, omdat hij de veenderij bij het land- en
tuinbouwbedrijf geregeld wil zien/ Zoo dacht de
Min. er vroeger ook over; waarom is deze ver
anderd Spr. wil, dat men zich, wat de veende
rijen betreft, bepale tot een arbeidsverbod voor
leei plichtige kinderen en kinderen beneden de 13
jaat. Verder blijve de arbeid in veenderijen on
geregeld in de Arbeidswet.
De heer Lieftinck sluit zich aan bij den
vorigen spr. en acht regeling van den arbeid in
veenderijen bij deze wet verkeerd voor de ont
wikkeling van het bedrijf in kwestie, dat eerder
tegelijk met den landbouw geregeld zou kunnen
worden.
De heer P o 11 e m a wil ook afzonderlijke re
geling voor den arbeid in veenderijen en wijst
op het onderscheid tusschen het werk in hooge
en in lage veenen.
De Minster v a n L a n d b o u w, N ij v e r-
heid en Handel (de heer Tal ma) verdedigt
het amendement om ook de arbeid in veenderijen
in dit ontwerp te regelen. Hij erkent de for-
meele bezwaren, doch ziet geen deugdelijke rede
nen, die zich tegen de overneming van het
amendement verzetten.
De heeren P o 11 e m a-en R o e s s i n g repli-
ceeren en de Minister dupliceert.
Na de verklaring van den beer Schaper dat
de Comm. van Rapp. eenparig voor het amende
ment is, neemt de Minister het amendement (op
neming van de veenderij in art. 1) definitief over.
De heer Lieftinck stelt dan een lynrecht
daartegen gericht amendemant voor (schrapping
«Uit voorzichtigheid. Als hij met de gewoonten
van juflrouw Walker bekend was, dan wist hij
ook, dat vóór Zaterdagavond niemand haar huis
zou betreden. Liet hij echter het lijk van den
graaf midden op den weg liggen, dan zou men
hem terstond op de hielen zijn. Overigens was
dat niet zoo'n ingespannen werk. Vijf minuten
van de plek, waar vermoedelijk de moord heeft
plaats gehad, ligt een vijver men zal dien
morgen droogmalen en tien minuten verder
loopt de Mur, die wel in staat is, een daarin
geworpen lijk dagen lang in haren schoot te ber
gen en dan aan den oever te spoelen, of... ook
voor altijd in hare wateren te begraven. Voor
deze veronderstelling zou pleiten, dat hij eerst het
lijk van de kleederen heeft ontdaan, waardoor
het constateeren van de indentiteit aanmerkelyk
bemoeilijkt wordt. Daar juffrouw Walker vermoord
werd door twee personen, waren er klaarblijkelijk
ook twee bij het vermoorden van den graaf en
het was voor hun beiden zoo heel moeilijk niet
het lijk een eind weegs weg te brengen."
De gravin kon een driftig gebaar van verwon
dering niet onderdrukken.
«Met hun beiden, zegt ge., hoe., twee?... Dat
is... daarvan heb ik nog met geen enkel woord
gehoord., ik dacht, dat de politie alléén den man
in 't grijs zocht?"
«Omdat hij ongetwijfeld de voornaamste schul
dige is. Maar feitelijk hebben twee personen aan
de misdaad deelgenomen."
De gravin dacht met een gespannen uitdruk-
van de veenderij), dat met 39 tegen 19 stemmen
verworpen wordt.
Daarna is het artikel aan de orde, dat voor
schrijft onder jeugdige personen te verstaan per
sonen beneden 17 jaar. en onder vrouwen vrou
welijke personen van 17 jaar of ouder.
De heer Duys licht daarbij een amendement
Schaper toe om den beschermden leeftijd uit te
strekken tot 18 jaar. Spr. hecht geen waarde
aan het verzet der werkgevers en wijst op het
eenstemmig oordeel van de arbeidersorganisaties,
dat bescherming tot 18 jaar technisch mogelyk is
De Minister wil geleidelijkheid en behoed
zaamheid bij de bescherming en vreest van het
amendement belemmering voor de arbeiders bij
het werkzoeken. Hij wil den economischen toe
stand van arbeidersgezinnen niet raken en ont
raadt het amendement.
De heer A a 1 b e r s e wil ook geleidelijk van
den huldigen leeftijdsgrens (16 jaar) de bescher
ming op 17 jaar brengen. Hij vindt 18 jaar, als
leeftijdsgrens ineens en voor allen arbeid, een te
grooten sprong, doch beveelt aan om aan de
Kroon de bevoegdheid te geven de bescherming
bij bepaalde soorten van arbeid uit te strekken
tot arbeiders beneden de 18 jaar. Hij dient
daartoe een amendement in.
Na repliek van den heer Duys noemt de M i-
n i ster het amendement-Schaper onaannemelijk.
Hij kan zich echter vereenigen met het amende
ment-Aalberse.
De heer Borgesius verdedigt het amende
ment-Schaper, waarna de mi nis te r dit op
nieuw bestrijdt.
De heer Schaper deelt dan namens de
Comm. van Rapp. mede dat zij verdeeld is over
zijn amendement, doch eenparig vóór dat van
den heer Aalberse.
Na een vraag van den heer Van Idsinga
zegt de heer Aalberse, dat de Kroon door zijn
amendement vrij zal zijn bepalingen te treffen
voor jeugdige personen van verschillenden leef
tijd.
Het amendement-Schaper wordt verworpen met
42 tegen 30 stemmen.
Het ai tik el III, het amendement-Aalberse en
artikel V worden daarna zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Bij artikel IV (arbeidsverbod voor kinderen
beneden de 16 jaar of leerplichtige kinderen) ver
dedigt de heer Ter Laan een amendement-
Schaper om het arbeidsverbod uit te strekken
tot kinderen van 14 jaren.
Avondzitting.
De beraadslaging over het wetsontwerp tot
wijziging van de Arbeidswet (arbeidsverbod voor
kinderen beneden de 13 jaar of leerplichtig) wordt
voortgezet.
De heer Schaper had een amendement in
gediend en toegelicht om het arbeidsverbod uit
te strekken tot kinderen van 14 jaar.
De heer Teenstra lichtte zijn amendement
toe, dat aan het regeeringsartikel een nieuw lid
toevoegde, dat de strekking had aan de daarin
bedoelde kinderen ook den arbeid te verbieden
bij land-, tuin- of boschbouw, veehouderij of
veenderij. Spr. zette uiteen, dat zijn amendement
bedoelt den landbouw enz. althans in zijn meest
schadelijken uitwas van kinderarbeid onder de
Arbeidswet te doen vallen.
De heer A a 1 b e r s e lichtte vervolgens eer 'oor
hem en zijn partijgenoot Passtoors ingediend
amendement toe, dat een kind beneden 14 jaar
verbiedt in fabrieken of werkplaatsen langer dan
6 uur daags te werken.
De heer De Wijkerslooth de Wee r-
desteyn bestrijdt het amendement-Teenstra en
king op haar gelaat na. «Twee"... mompelde zijU
twee... zou dat mogelijk zijn Toen hief zij het
hoofd op en keek Hempel met een zonderlinge
uitdrukking aan.
«Weet u, dat mijn zwager vrouw Walker ken
de vroeg zij langzaam.
Nu was het de beurt van Hempel, verwonderd
te zijn.
«Wat... de majoor? Hoe weet u dat?'
«Ik zag hem, 'n dag tien of twaalf geleden met
haar praten vóór de discontobank in de Herren-
gasse te Graz."
«Is u er wel zeker van dat gij u niet in een
van de twee personen vergist
«Ik ben er volkomen zeker van en ten allen
tijde bereid daarop een eed te doen."
«Kende u juffrouw Walker persoonlijk
Er verscheen een erg hoogmoedige trek op het
gelaat der gravin.
«Persoonlijk Hoe zou ik dat Daartoe zyn toch
de kringen, waartoe wij beiden behooren, veel te
zeer uiteenloopend."
«Nu, ik dacht het maar... ten platten lande...
en u waart in zekeren zin buren
«Ik verkeer alléén met personen van mijn stand
en dan nog maar alléén, wanneer hun handelen
wandel onberispelijk is. Het zou nooit hij mij op
komen, kennismaking aan te knoopen met dat
geheimzinnige vrouwspersoon, wier afkomst en
middel van bestaan niemand kent. Van aanzien
natuuilyk kende ik haar, zoo goed als
iedereen in Grunau. (Wordt vervolgd).