Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 34ste Jaargang. Dinsdag li April 1911. l\o. 9990. NATIONALE MILITIE. Officieel© berichten. Kennisgeving. Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. De man in 't grijs. ABONNEMENTSPRIJS; Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen en kost^ vooï Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en' per per kwartaal I week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2 Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau- Boter- straat 60 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders Bureau BOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTISNi Van 1 6 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel! Voor herhaaldelijk adrert«eren worden uiterst bib Ijjke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Oproeping van Verlofgangers in werkeljjken dienst. De Burgemeester van Schiedam, maakt bekend, dat de natenoemen in deze gemeente wonende miliciens-verlofgangers worden opgeroepen om krachtens art. 1U9 der Militie wet lytll, onder de wapenen te komen, bij hun korps en in hun garnizoensplaats achter elks naam vermeld Up 1 Juni 1911Diederik Jansen, loteling dei- gemeente Groningen, van de lichting 19U9, be- noorende tot de 4de Compagnie Wielrijders, plaats van opkomst Assen Op 10 Juni 1911: Arie Klein en Leendert Punt, lotelingen dezer gemeente van de lichting ïyuy, behoorende tot het 3de Regiment infanterie, 1ste Bataljon, plaats van opkomst Bergen-op-Zoom Johan Rudolf Wensvoort, loteling dezer gemeente van da lichting ïyiu, behoorende tot het 6de Re giment infanterie, 1ste Bataljon, plaats van op komst Breda; Wilhelmus Gerardus Bonker en Biik Krabbendam, lotelingen dezer gemeente van de lichting lblO, behoorende tot bet 3de Regi ment infanterie,' 3de Bataljon, plaats Van opkomst Bergen-op-Zoom Be hierboven genoemde verlofgangers moeten zorg dragen, dat zy zicli ieder op den voor hem aangegeven dag, uiterlijk te 4 uur namiddag in uniform gekleed en voorzien van bun verlofpas (zakboekje;, alsmede van alle verdere tot buu verlofsuitrustiiig uehoorende voorwerpen van klee ding en uitrusting, bij buu korps aanmelden. Be verlofgangers, die per spoor, tram of stoom boot moeten reizen of op ue reis een ol meer veren moeten passeeren en in wier zakboekje aanwezig zijn de vereischte op wit papier ge drukte en met roode inkt ingevulde vervoerbe- bewijzen en passagebiljetten, behoeven, zich vóór hun vertrek naar het korps niet ter Gemeente secretarie aan te meiden, doch begeven zich recht streeks naar liet station ol de aanlegplaats van vertrek en stellen aldaar hun zakboekje ter hand aan den beambte, met de uitgifte van plaatsbe wijzen belast, of aan den veerman. De verlof gangers behooren er op indachtig te zijn, dat hun zakboekje wordt teruggeven, alsmede de strook van bet vervoerbewys, aangezien deze strook hun gedurende de reis moet dienen als plaatsbewijs. Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoorbewijs of passage biljet, ingericht om daarop van het station van vertrek naar de plaats van opkomst te kunnen reizen, dan wel van het veer of van de veren gebruik te maken, moeten zich op den Jaatsten werkdag vóór hun vertrek naar het korps, des voormiddags tusschen 10 en 12 uur ter Gemeentesecretarie afdeeling Militie, aanmelden, ten einde aldaar in het bezit te wor den gesteld van de vereischte bescheiden. liet is noodig, zich ten minste een half uur voor het vertrek van den Irein, de tram of de stoomboot aan het station of de aanlegplaats le bevinden. Behalve vrij vervoer, voor zoover de reis ge schiedt binnen het Bijk, heeft de verlofganger, die niet woont in de plaats van opkomst, voor den dag van opkomt recht op een daggeld van 0-Het is niet noodig dit daggeld ter Gemeen tesecretarie te vragen aan hem, die het in zijne woonplaats niet heeft ontvangen, wordt het na aankomst bij het korps uitbetaald. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst van een verlofganger mochten verhinderen, moet hiervan zoodia doenlijk ter Gemeentesecretarie, afdeeling Militie, worden overgelegd eene gelegaliseerde geneeskundige verklaring, welke op ongezegeld papier kan worden gesteld. Na zijn herstel ver voegt hij zich onverwijld bij zijn korps. Hijdie zonder geldige reden niet voldoet aan deze, oproeping, wordt na daartoe verstrekten last van den Minister van Oorlog als deserteur afae voerd. Hij, die zonder geldige reden zich te laat bij het korps aanmeldt, maakt zich strafschuldig Het niet ontvangen van eene afzonderlijke kennisgeving ontheft den verlofganger geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar de openbare kennisgevingalthans zoo de verlofganger zich op den dag dier kennis geving niet met toestemming van of vanwege den Minister van Oorlog buit nlands ophoudt EEHlGen ALLEEN als BEWIJS geldt aat hij behoorlijk is opgeroepen. Ben verlofgangers die zich als kostwinners on misbaar achten voor het gezin waartoe zij behoo ren eti op grond daarvan meenen in dé termen te vallen tot het verkrijgen van ontheffing van bovenbedoelden werkelijken dienst, of van eene geldelijke vergoeding, wordt medegedeeld, dat de aanvragen daartoe die op ongezegeld papier kunnen worden geschreven en door de belang hebbenden eigenhandig moeten worden geteekend behooren te worden gericht aan Hare Majesteit de Koningin, indien ontheffing en aan zijne Excellentie den heer Minister van Oorlog, indien alieeu vergoeding .gevraagd wordt en dat het-in bet belang van den verzoeker is die aanvragen ongeveer zes weken voor de opkomst Örider de wapenen, te verzenden. Schiedam, den 11 den April 1911. De Burgemeester voornoemd, M. L. HONNERLAGE GRETE, FRANKRIJK. Ouder jeinorme belangstelling1 heeft gisteren te Troyes de aangekondigde protest meeting plaats gehad van de ontevreden wijnbouwers. Uit Bar-suv Auhi waren ongeveer 4000 personen gekomen, uit Bar-sur Seine 2500. Het „ijzeren bataljon" uit laatstgenoemde plaats was even eens aanwezig. Met fanfarekorpsen aan het hoiofd üokkcin de verschillende delegaties naar de plaats, waar de meeting zou worden gehouden. Allerlei barnieren met vreemdsoortige zinspreuken vver- don medegevoerd. Zoo„Solution ou revolution", Quatre-vingt-dix-neuf m-outons et un Champenois sunt do Braves gens" e.ö. De -eerste spreker, de afgetreden -mairte van Troves, Lemblin, wees er op, dat deze mani festatie toont, hoe. het geheel© departement An be hot recht opeischl om weder opgenomen te War den in het wettelijk vastgestelde Champagnege- bicid. Teigenover de ontevredenen uit Maine was de heer Lemhlin zeer verzoeningsgezind. Hij hoop. 45) »'t Is niets, waarde heer Gundling." gaf de gravin glimlachend ten antwoord, ».wij weten im mers wel, dat u het niet kwaad bedoelde. M'n arme man is tegenwoordig zoo nerveus, zoo licht geraakt. Als die zaak ter sprake komt, is hij al toos opgewonden.op den keper beschouwd was het toch zijn broeder, niet waar, en al hebben zij ettelijke jaren ook geleefd in vijandschap, waar aan hoofdzakelijk mijn schoonzuster schuld is, dan ging hem toch de dood van Bemeter zeer ter harte «Zeker, zeker, dat is maar al te goed te be grijpen «Bovendien kwam mijn man door den dood van z\)n broeder in een netelige positie. Er zijn hem' dingen bekend, die waarschijnlijk eenig licht op ue daad zouden kunnen werpen, en m'n man kan maar niet toe besluitnn, daarover te spreken... Daar hij geen stoffelijke bewijzen bezit, zou het altijd mogelijk zijn, dat hij zich vergiste... «Zulks zou dan wel 'blijken «O zeker,, maar het is toch een zeer netelige zaak, welker gevolgen, niet te overzien zouden Z1jn. U begrijpt wel, dat dit alles hem opwindt en zenuwachtig maakt..." De heer Gundling knikte en leunde in zijn tuinstoel achterover. «ZekerOverigens, daar schiet mij een hoogst interessant geva te binnen, dat ik ettelijke jaren geleden in Frankrijk beleefde. Ook daar werd eene alleenstaande vrouw vermoord en te gelijkertijd iemand, die met de overledene oogenschiinliik mets l.ad u'tstaan. Het onderzoek bracht nochtans dHt h,J- jm-en geleden, op 't punt ge staan had, met die vrouw in 't huwelijk te treden werd. d0°r kmp<J' ijen van haar gescheiden De gravin had oplettend toegehoord. "1,terrissant geval 1" zeide zij doodbedaard en liollelijk. Toen stond zij op en glimlachte. «Ik zal Heinrich hier halen. Misschien wilt u nog We een partijtje met hem spelen en dan zal hl) van lieverlede bedaren." De geleerde oogde haar verbluft na. Alvorens zij echter liet huis had bereikt, trad de majoor er uit en op hetzelfde oogenblik hield daarbuiten voor het hek een rijtuig stil, waaruit een elegante jonge dame stapte. Zij schreed vlug op het poortje toe, opende dit en kwam den tuin binnen. Nu een korten, seliielijken blik op den majoor en diens vrouw, trad zij op deze laatste toe en zeide met een beleefde buiging; «Mijn naam is Rita von Sydow heb ik de eer mevrouw degravin von Grauenstein te spreken t' Giavin Sybilla zette een zeer verwonderd ge- te, dat de wijnbouwers daar spoedig het onre delijke -van hun handelwijze zullen inzien en hij eindigde: „Champagne uit Aube of Champagne uit Mantel Hel is immer de Champagne, die in onzit harten vreugde en jolijt brengt, wanneer hij flonkert in de glazen. Dat die góede Cham pagne nu niet langer ons droefenis en tweedracht br-enge. Kortom „Leve de Champagne!" Zij kon mindior gemoedelijk geweest zijn, deze moeting Bij een nadere ondervraging1 inzake de doku-men- t.em-roof door den rechter van instfucti© heeft Rauet, de leerling-viceconsul, zich met kracht verzet tegen die beschuldiging, dat hij zijn land heeft willen verradenZijn eenige doel is geweest aan Maimon een dienst te bewijzen voor zijn fi- nnmcieele ondernemingen in het oosten. Ook hield Ronet vol, dat hij niet meer dan vier stukken in het geheel aan Maimon verschaft had. Zij hadden alle vier betrekking op den spoorweg Homs—Bagdad. Maar Cruppi, de minister van buitenland sche zaken, is er zeker van dat Maimon wel minstens twintig diplomatieke stukken in han den heeft gehad. Aan de bewering van Rouet dat hij er slechts vier verschaft heeft, wordt dim dok niet. jhjeel voel geloof geslagen. Men gelooft, dal de zoven-en-twintigjarige leeriing-viee- consul een medewerker van heel wat grooter beijeekehis geweest is ivoor Maimon dan hij het voor wil doen 'komen. De techier van instructie vroeg Rouet of deze aan het ministerie van bui teniandscho zaken nog andere mehsclien kende, die misschien aan Mai mon diokumciirlen hadden kunnen verschaffen. Rouet antwoordde ontkennend- en verzekerde nog maals, dat hij- steeds in den waan verkeerd hid slechts met tinancieele- aangelegenheden te doen te hebben en -er nooit een oogenblik aan gedacht, dat Maimon wel eens een spion kon zijn, die dokumenton aan buitenlandsch© mogendheden le verde. i Onder de papieren, die er ten huize van Rouet in beslag genomen zijn, is een uitgebreide cor respondentie gevonden, betrekking hebbende op den spoorweg HomsBagdad; voorts werden aan getroffen kopieën van vertrouwelijke brieven, die door gezanten van Frankrijk aan den minister van buitenlandsch© zaken gericht waren en tevens vele vertrouwelijke instructies van dezen aan de gezanten. De correspondent te Londen van de- „Figaro" verzekert, dat de aan de Orsay-kade gestolen en te Londen verkochte dokum-enten uitsluitend handelen over zaken, die op die Levant betrek king hebben. Uit Koosfantinopel wiordt aan de „Figaro" ge meld: Maimon is voor het laatst in Maart van het vorige jaar le Konstantinopel gekomen. Hij is -er toen drie maanden gebleven en vroeg er concessie voor den aanleg van een spoorlijn van Homs naar Bagdad. Rouet is toen ook te Kon- s-taiitinopel gekomen en beiden logeerden er bij een oom v-an Rouet, die bij de zaken van Mai mon geïnteresseerd was. Maimon wórdt te Kon- zicht en knikte. «De pleegdochter van mijn schoonzuster I... Wat voert u tot ons?" vroeg zij, nog altijd verbluft. Zij kende Rita slechts van naam, en vermoedde evenmin als haar echtgenoot, in welke betrekking Walter tot Rita stond. De jonge dame was zeer opgewonden. «Vergeef mij, dat ik hier zoo maar kom bin nenvallen," zeida zy gejaagd. «Walter moet u dat later maar ophelderen is hij thuis «Mijn zoon is de stad ingegaan en zal vermoe delijk vóór het souper niet thuis komen," ant woordde de majoor verbaasd. «Mag ik vragen, wat u hem heeft te zeggen Misschien kan ik..." «Niet thuis?l O, mijn God 1..." stamelde Rita bleek wordend. «Wat moet ik nü beginnen «Wilt u niet binnen komen, gravin?' nam nu mevrouw von Grauenstein het woord. «Neen, neen, ik mag my niet ophouden mme afwezigheid zou anders in 'toog loopen. vveet u dan niet, waar Walter is? Ik moet hem spreken:. Herbert zoekt hem in 't koffie huis... zou u denken, dat hij daar is?" t Kan mogelijk zijn... Hij was echter nog voor nemens een visite af te leggen." «Myn God en over een uur kan het te laat zyn De gravin werd bleek. «Te laat Wat moet dat beteekenen Waartoe te laat?" «Om te vluchten 1" stiet Rita von Sydow inde grootste zielefoltering er uit. «Maar, t is waar u weet van niets. Men wil stantinopel als een fortuinjager beschouwd, die deel uitmaakt van een internationale bende, welke „zaken doet" en er haar werk van maakt aan den meest biedende door verduistering verkregen do-kumenten te verko-open. Het Kamerlid Hubert, -die over den dokumen- tenroof interpelleeren wilde, heeft daar, in over leg met Cruppi, maar van afgezien. OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Duitsche Kroonprins en de Kroonprinses zijm Zondagochtend tegen half twaalf uit Ilalië te Wceuen aangekomen. Zij werden aan het sta tion -opgewacht d-oor Krans J-oizef, de leden der Keizerlijke familie en hoogwaardigheidbekleeders. Do Keizer en de Kroonprins omarmden elkander herhaaldelijk. In de Hofburg had een schitterende ontvangst plaats. Te 7 uur 's avonds werd een familie-maaltijd ten paleize gehouden. De „Wiener Abendpost" schreef Zaterdag: Kroonprins Wilhelm en Kroonprinses Cecilio komen -hier morgen -op hun terugreis aan. Zijne Majesteit zal, omgeven door de leden van het Keizerlijk Huis, het hooge paar een schitterende, hartelijke ontvangst bereiden. De Weensche li©! volking, die niet lang geledien die hoog© vreugde g-cnoot Keizer Wilhelm en Keizerin Augusta Vic toria met hun betde jongste kinderen binnen de muren der stad eerbiedig te begroeten, ziet in heit bezoek van heden een nieuw blijk van de Buitengewoon innige en vriendschappelijke betrek kingen tusschen do beide verheven Vorstenhuizen, alsmede van hel zegenrijke, tientallen van jaren niet succes gehandhaafde vreJeshondgenoo-tschap tusschen de Habsburgsdhe monarchie en het' Duit sche Rijk. De bevolking der hoofdstad en met haar de bevolking der Monarchie beglrö-eten het bc-z-oek van het doorluchtige-paar met die warmste en eerbiedigste sympathie. MONTENEGRO. Een draadbericht uit Cettinje meldt het vol gende: De Montenegrijnsche regeering publiceert de volgende nota. Teneinde de meest stricte neutraliteit in acht te nemen in de gevechten die in den laatsten tijd aan de Montenegrijnsche grenzen plaats heboen, heeft de regeering van Montenegro een strenger onderzoek gelast° ten einde vast te stellen of er Montenegrijnsche onder danen uit de grenstreken slaags waren geweest met de Montenegrijnen. De Montenegrijnen, wier schuld op dat punt vastgesteld werd, zouden als deserteur behandeld worden, indien zij niet bin nen drie dagen in hun haardsteden terugkeerden. De Montenegrijnsche regeering heeft ook toege staan, dat de Turksche gewonden over haar grond gebied naar Scutari werden vervoerd. Zij heeft het hospitaal te Podjoritza ter beschikking van de gewonden gesteld en besloten, dat iedere op standeling die op het grondgebied van Montene gro zou vluchten naar het binnenland zou worden vervoerd langs de daarvoor gebruikelijke wegen. Het getal der vluchtelingen zou reeds tot 100 gestegen zijn. ]Italthd in7iineCiteniS nTe°-"men verdenkt hem, dat hy zyn oom en die juflrouw Walker heeft vermoord natuurlijk is dat dwaasheid, maar de schoonmaakster van juflrouw Walker een zekere vrouw Brandeis, heeft hem van morgen volgens een haar getoonde fotografie herkend als den- gene, die haar op dien bevvusten avond geld ge geven heelt... Daaruit leidt men af... begrijpt u nu, dat hij moet vluchten De majoor keek het meisje wezenloos aan. «Neen ik begrijp er geen woord vanDie argwaan is zoo onzinnig, dat men er om zou kunnen lachen. Hoe kan die vrouw mijn zoon daar hebben gezien, daar hij noch op dien be- wusten avond noch op een anderen dag in die streek kan zijn geweest?!" Het fi aaie gelaat van Rita werd eensklaps met een vlammend rood overtogem Haar blik lichtte zich met een warme opfiik- kenng op mevrouw vou Grauenstein, wier hand zij onwillekeurig vatte, als zocht zij daar hulp. ioen zeide zij langzaam «O toch bij vvas dair een dat kan nu tot zyn verderf strekken. Wij beminnen elkaar se dert lang..,. Vergeef het mij. dat ik de oorzaak ben, die u verdriet veroorzaakt, alhoewel het mijn verlangen en vurigste wensch was, u gelukkig te maken. Walter was by my in het park van G rauenegg. Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 1