Dagblad voor Schiedam
TWEEDE BLAD.
34ste Jaargang.
Zaterdag 15 April 1911.
Ao. 9994.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Bekendmaking.
Kennisgeving.
Buitenlandsch Nieuws.
HERHALINGSOEFENINGEN.
Ernstige onlusten in de Fransche
wijnbouwers-districten.
PARIJSCHE KRONIEK.
-iUi -
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dageljjks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost vooï Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en pe:
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij p-lle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau HOTËRSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTISNi
Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer,
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel,
Voorherhaaldelgk advetteeren worden uiterst fiji
lijfce overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85.
Postbus no. 39.
Opkomst onder de wapenen
VOOR
De Burgemeester van Schiedam,
herinnert er bij deze nogmaals uitdrukkelijk
aan
lo. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig
in de plaats van opkomst, zich op den dag
voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 8 uur
voormiddag bij het koips moeten aanmelden
2o. dat de miliciens-verlotgangers woonachtig
binnen 2U K. M. van de opkomst bepaald,
uiterlijk te 10 uur voormiddag bij het korps
aanwezig moeten zijnen
3o. dat de overige miliciens-verlofgangers zich
bij hun korps moeten aanmelden
voor zooveel zij binnen bet Kijk gevestigd
zijn, op het tijdstip waarop zij aanwezig
kunnen zijn, indien zij zich op den dag voor
de opkomst bepaald met het eerst vertrek
kende middel van versneld vervoer langs de
op de vervoerbewijzen aangegeven route naar
de plaats van opkomst begeven
voor zooveel zij buiten het Kijk gevestigd
zijn, op den dag voor de opkomst bepaald
vóór 4 uur namiddag.
Schiedam, den 15den April 1911.
De Burgemeester voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE,
BESCHRIJVING
voor de
Belasting op Bedryf- en andere Inkomsten.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien het besluit van den heer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland, van
den 4den April jl. A. no. 2Ü5 (3de Afd.j prov.
blad no. 33, betrekkelijk de beschrijving voor de
belasting op bedrijfs- en andere inkomsten voor
het dienstjaar 1911,1912.
Doen te weten
Dat de beschrijving voor de belasting op be
drijfs- en andere inkomsten voor het dienstjaar
19111912 in deze provincie zal aanvangen op
Maandag den lsten Mei 1911, terwijl de beschrij
vingsbiljetten, ingevolge art. 13 1, tweede zin
snede, der wet van den iden October 1893
Staatsblad no. 149), door of vanwege den ont
vanger der directe belastingen twintig dagen na
de uitreiking zullen worden opgehaald.
Voorts worden de ingezetenen herinnerd aan
de volgende bepalingen der wet op de bedrijfs
belasting
Art. 15 2. Ieder, die optreedt als bestuur
der of beheerend vennoot van eeue hier te lande
gevestigde vennootschap, onderlinge verzekering
maatschappij, coöperatieve vereeniging of van eene
vereeniging of stichting, die een bedrijt of beroep
uitoefent, of als boekhouder eerier hier te lande
gevestigde reederij, is gehouden, daarvan schrif
telijk binnen éénen maand kennis te geven bij
het bestuur der gemeente, waar hij woont.
Het gemeentebestuur handelt met deze kennis
geving op de wijze, voorgeschreven in de laatste
zinsnede der vorige paragraaf
Art. 16. Hier te lande wonende beheerende
vennooten van Nederlandsche vennootschappen en
maatschappen als bedoeld in art. 6 2, en van
de in artikel 16 bedoelde commanditaire vennoot
schappen op aandeelen, bestuurers van hier te
lande gevestigde naamlooze vennootschappen,
coöperatieve en andere vereenigingen en onderlinge
verzekeringmaatschappijen, alsook boekhouders van
hier te lande gevestigde reederijen mogen niet tot
het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waar
over volgens artikel 5 1 en 2 en artikel 6 §2
belasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daar
van aangifte gedaan en de over vroegere uitdee
lingen of uitkeeringen verschuldigde belasting
betaald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdee
lingen ot uitkeeringen niet geschieden, alvorens
de daarover verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45. Bestuurders van de bij artikel 16 en
c bedoelde naamlooze vennootschappen, coöpera
tieve vereenigingen, andere vereenigingen en
stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen,
onderlinge verzekeringmaatschappijen en sociëtei
ten, alsook beheerende vennooten van hier te
lande gevestigde commanditaire vennootschappen
op aandeelen en boekhouders van hier te lande
gevestigde reederijen, zijn gehouden, binnen veer
tien dagen na de vaststelling van balans of reke
ning een zoodanig uittreksel als noodig is tot toe
lichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen
te doen toekomen aan den voorzitter der com
missie van aanslag bedoeld bij artikel 19 16 of
2, die den aanslag moet regelen.
Art. 47 5. Ilij, die daartoe gehouden, nalaat
de verplichtingen na te komen, bedoeld bij art.
15 1 eerste lid, en artikel 15 2 eerste lid,
wordt gestraft met eene geldboete van ten hoog
ste f 25.
Gelijke straf wordt opgelegd ingeval van over
treding van art. 45.
Art. 47 6. Overtreding van art. 16 wordt ge
straft met eene geldboete van ten hoogste f 400.
Art. 34. Handelsreizigers, kramers en alle
verdere personen, die hun bedrijf of beroep rond
trekkende uitoefenen, voor zoover zij behooren tot
de bedoelden bij artikel 1 a, li en k, zijn ge
houden, onverminderd hunne verplichtingen, om
schreven bij artikelen 12 en 14, zich ter plaatse
binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van
het belastingjaar het eerst bevinden, bij het ge-
meentestuur schriftelijk aan te melden, met op
gaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun
bedrijf of beroep.
Ten blijke, dat zij hieraan voldaan hebben,
ontvangen zij kosteloos een door of vanwege
het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs,
dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en
op aanvraag aan ambtenaren der directe belastin
gen te vertoonen.
Art. 47 7. Personen, die van een bewijs
voorzien moeten zijn als bedoeld in artikel 34 en
die in gebreke blijven, dit bewijs op aanvrage
aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het
bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats,
bedrijt of beroep op, ot maken zij gebruik van
het aan een ander algegeven bewijs, dan worden
zij gestraft met een geldboete van ten hoogste
f150.—.
Dat de ingezetenen van het Rijk de bevoegd
heid bezitten om zich bij de aanstaande beschrij
ving, de uitreiking van een beschrijvingsbiljet B
te verzekeren door vóór of op '15 Mei a.s., het
verzoek daartoe schriftelijk te richten tot den
ontvanger der directe belastingen over hunne
woonplaats.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 15den April 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
LEGGER TAN WEGEN EN VOETPADEN.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien art. 3 van het reglement op de wegen
en voetpaden in de provincie Zuid Holland
Brengen ter openbare kennis, dat de op den
lOden dezer voorloopig gewijligd vastgestelde leg
ger der voegen en voetpaden in deze gemeente, te
rekenen van heden, gedurende een maand op de
Secretarie der gemeente ter lezing is nedergelegd
en dat belanghebbenden, gedurende die maand,
mogelijke bezwaren schriftelijk bij den Gemeente
raad kunnen indienen.
Schiedam, den 15den April 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE,
De iS eeretaris,
V. SICKENGA.
Inrichtingen welke gevaar, schade oi
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet,
Brengen ter algemeene kennis dat aangezien
het deskundig onderzoek betreffende het verzoek
van de N.V Maatschappij van Onroerende Goederen
'ei Anker" te Rotterdam om vergunning tot het
oprichten eener distilleerder^ ca., kuiperjj en
smederij, henevens een transportinrichting op
het terrein aan den Buitenhavenweg, kadaster
Sectie L. nos. 158, 159, lüü, 161 en 162, met
twee dieselmotoren elk van 65 P.K., leverende
de drijfkracht der fabriek, nog niet geëindigd is,
de beslissing op die aanvraag is verdaagd
Schiedam, 13 April 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. L. HONNERLAGE GRETE,
De Secretaris,
V. SICKENGA.
De Paiijsche correspondent van de „Tel." seint
uit. Epernay
Zooeven keer ik terug van een tocht per auto
mobiel dqor de géheele oproerige streek: Eper
nay Ay Dizy Cumières-Daméry Ven-
teuii-Damóry Boursault-Mardeuil Epernay,
oinder de heldere zon en de strakblauwe lucht
van Champagne.
Naar den schijn te oordeelen, heerscWen thans
overal algeheels kalmte en rust, maar volgens
da geruchten, die ik onderweg opving, is deze
kalmte inderdaad slechts schijnbaar.
Zon vernam ik te Cumières, dat de bakkers
aldaar beslist weigeren brood te leveren aan
de militairen, en dat, om brood te krijgen voor
de in het stadhuis geherbergde manschappen,
de militaire bevelhebber dit onmisbare levens
middel moeten requisitionneeren door' bemidde
ling van geiwapende soldaten, onder commando
van een onderofficier.
Verder verneem ik, dat in die omstreken van
Venleuil vanmiddag om half eén alle telegraf
en telbtoon draden door wijnbouwers zijn door
gesneden. Langs alle wegen en paden, tot, op
de heuveltoppen, zag ik militairen, voetvolk en
paardenvolk. Burgerlijke en militaire autoritei
ten verheden onder vier oogen haar ongerust
heid niet. Daar loopt een aanhoudend gerucht,
voigens hetwelk de wijnbouwers binnen weinige
dagen, morgen misschien al, naar Reims zouden
willen optrekken. Een kapitein, bevelvoerder in
een der plaatsjes, die ik vanmiddag doortrok,
verleide mij, hoe, gedurende de eerste dagen
van dein opstand, de vignerons van zins waren
zich met geweld te verzetten logen do militairen.
Men wilde zich echter per slot van rekening
niet blootstellen aan het .gevaar, doodgeschoten
k' worden. Maar hun ellende is dan ook groot.
mannen zijn ,nu wat vriendelijker gezind te
onzen opzichte, dan gedurende de eerste dagen,
maar de vrouwen blijven onverzoenlijk. Om eenig
begrip te g'even van de situatie hier in de streek,
vermeld ik slechts dit: Om vrijelijk te kunnen
circuleer en in dé opstandige streken hebben wijl
twee „laissez-pa.sser" noodigéén van den pre
fect der Manie in den vorm van een specialen
coupe-file, en één van den „Conseil fédéral" der
vignerons, in den vorm van een nood-katoenen
armstrik met opschrift en volgnummer. Zonder
coupe-file laten de militairen ons niet passeeren,
en zonder armstrik de opstandelingen niet.
Hel met burgerkleeren overtrokken politicvolte,
dat vanmorgen Dubois en een paar andere ver
moedelijke leiders van het oproer arresteerde,
droeg nagemaakte armstrikken der- wijnbouwers
federatie. Deze laaghartige truc wordt hier alge
meen scherp veroordeeld, evenals de handelwijze
van een redamistisch Parijisch ochtendblad, dit
hier der politie allerlei Schunnige dienstjes be
wijst, lot gro.ote ontstemming der fatsoenlijke jour
nalisten, die liever niet voor stille verklikkers
worden aangezien.
Reuter seint uit. Reims:
De voorzitter van het syndicaat van wijn- en
champagnehandelaren, hééft aan den president
van den ministerraad een adres gericht, waarin
gezegd wordt, dat niets gedaan werd om de
revolulioinnaire beweging, die sinds lang voor
bereid was, tegen te gaan.
Ziehier eenige bijzonderheden over dei arrestatie
van den wijnbouwer Lagache, een der vermoe
delijke aanstokers der branden en plunderingen
te Dizy on Av en in de onderprefecture te Eper
nay.
Een redacteur van de „Matin" begaf zich gis
termorgen met twee fotografen van dit dagblad
naar V.entouil, waar, volgens geruchten, Laga
che zich verborgen hield, en beproefde diens
schuilplaats te ontdekken. Op de weigering der
bewoners, om de plaats te wijzen, waar Lagache
zich verborg, toonde de vertegenwoordiger van
de „Matin" het roodc insigne, dat het federaal
comité der wijnbouwers welwillend ter beschik
king der journalisten gesteld had, om hun mo
gelijk te maken de oproerigestreek door te
trekken, zonder zich aan mishandelingen bloot
te stellen. De journalist beweerde gezonden te
zijn dooi' het federaal comité om een belangrijke'
en dringende mediedeeling aan Lag'ache te
doen. De bewoners geleidden hierop de lieden
van de „Matin" naar Lagache, die eerst voor
stolden hem in een auto over de grenzen te
brengen, daarna trachtten hem over te buien
zich gevangen te géven en ten slotte, na \er-
scheidene uren in |een auto te hebben rondge
reden, hem vanavond om vijf uur aan de auto-
rifeiten te Epernay overleverden. Dit alles al
leen om de scène der inhechtenisneming van
Lagache te kunnen fotografeeren.
Deze „infamie", waarover die géheele streek
met verontwaardiging en walging spreekt, wordt
door de hier vertoevende vei'tegenwoordigters der
Fransche en buitenlandsche pers streng veroor
deeld.
Het spreekt vanzelf, dat, dank zij deze „coup
da reclame" van de „Matin", de journalisten bij
iedere staking of volksbeweging nog meer dan
vroeger beschouwd zullen worden als spionnen
en helpers der politie, en nog meer dan vroe
ger bij het uitoefenen van hun ambt gévaar
zullen loopen, met gebroken ledematen uit den
slag terug te keeren.
Uit Bar-sur-aube, wordt d.d. 14 April geseind
In den loop van den avond hebben bietoogers
met een rood vaandel voorop, getracht verschil
lende afsluitingen door de troepen en de gen
darmerie gevormd met geweld te verbreken, ten
einde het gebouw der onder-prefectuur te be
reiken. De betoogers wierpen met stcenen naar
den commissaris van politie, waarvan hem een
in den hals Irof. Verschillende officieren wer
den licht gewand; de soldaten drongen vervol
gens de betoogers terug, die voortgingen met
zingende door de straten te. loopen. Om elf uur
's avonds was de belonging geëindigd.
FRANKRIJK.
(Fan onzen Parijschen correspondent.)
Zooals indertijd van het noodlottige ministe
rie—Combes treedt weder opnieuw de collecti
vist Jaurès, bij het bewind voeren van het Ka
binet -Monis Berteaux en Cie naar voren. Frank
rijk zoude zijn eind nabij zijn, indien deze roode
aanvoerder ooit het recht verkreeg al zijn
theoriën in praktijk te brengen.
Bij de behandeling der begrooting van Koloniën
stelde hij een ontwerp van diverse besluiten
voor, te lang om hier op te noemen, waarin hij
zonder blikken noch blozen en zonder er eenig
geheim van te maken, zijn brutaalste plannen
openlegt. Hij gaat recht op zijn doel af, en dat
bestaat daarin, zijn vaderland te verminken,
door Het tot de vage, onbestaanbare conditiën
zijner dwaze humanitaire droomen te willen
doen zinken. In Europa is hij de eerste advo-'
kaat van nationale lafheid en door zijn onhan
delbare liefde eener hersenschimmige vrede de
vijand van elke manhaftige onderneming en
militaire krachtbetoogingen. In de andere we-
relddeelen is hij beslist voorstander van alles
wat Frankrijk verminderen moet, en tot alle
bloodheid en overgaven bereid welke 't op
koloniaal gebied onvermijdelijk zouden verlagen
en verzwakken. Te midden der groote mogend
heden wenscht hij een nederig en gelaten
Frankrijk. In Afrika en Azië preekt hij het af
stand doen van elk initiatief en het terug roepen
der troepen. Hij is de apostel van alle nederlagen
en het vluchten voor den vijand. Zoodra Jaurès
eene moeilijkheid, eene gaping, een hindernis
bespeurt valt hij er op om ze te verergeren en
maakt van een begin van paniek een volslagen
nederlaag. Indien hij in de directie van de
koloniale politiek een voet kon krijgen dan kan
men er zeker van zijn dat. hij de zaken zeer ge
makkelijk zal maken en vereenvoudigen, want hij
ontneemt ze zelt haar reden van bestaan. Hij
is een bewonderenswaardig regelaar, wanneer
zich met de Fransche concurrenten verschillen
voordoen, want hij verlangt dadelijk dat men
het verschil bijlegt en zich vernedert. Het bui
tenland is hem evenveel eerekronen en dank
baarheid verschuldigd als indertijd de tegen
standers van Fransch-Indië en Fransch-Canada
onder de monarchie dit verdienden. Het onder
werp van zijne beschuldigingen en hevige las
terpraatjes is thans het regime van verschillende
door den Staat gedane landconcessi s en anaeie
welk hij met verbrokkeling van Frankrijks
souvereiniteit bestempelt. Achter dit groote
woord, wat mooi klinkt, verbergt hij het holle
zijner gedachten en de ondergang van het kolo
niale program.
Wat zijn toch eindelijk die concessies anders
dan de permissie door den Staat aan onderne-