door de, stichting; zal worjden VePw-jfven. Het
is onmisbaar voor don naasten buurman, die er
(als een andere Octavo Mouret in „Au Bonhcur
fles Dames") het geheel© bedrijf van zijn groote
ma nu f ac tmvr-zaak overziet. Maar dit gfeboiuwitje
belemmert het uitzicht en heeft de ruimte van
de zaal beperkt.
Hier is een fraaie schouw en in dei kasten
a^in den achterwand hebben de boekerij1 en hjbt
archief van de stichting een .plaats gevonden.
Wanneer men de trap is' opgegaan, komt men
aan de voorzijde in de „groote kunstcaemer"
do voornaamste ruimte in het gebouw. Zij be
slaat. ter eerste verdieping de volle breedte van
het buis en is bestemd voor de eigenlijke ten
toonstellingszaal. De hooge eikenhouten betim
mering is in akkett ingedeeld, zoodanig dat in
hunne palissander omlijstingen de kostbare etsen
daar kunnen worden ingeschoven. Deze fraaie
betimmering en trouwens de geheete inrichting
va,n dit. vertrek Brengt den kunstenaar De Bazel
nieuwe eer. Boven de boogje schouw hangt een
schilderij, „De verzoening van Ezau en' Jacob",
door Jesaias van de Velde anno 1615, een ge
schenk van Dr. A. Bredius. In het midden van
de za.al is een groote eikenhouten bolpoot tafel,
afkomstig uit een oude stichting te Rotterdam.
Aan de vier ramen, als elders met ruitjes in
in glas en lood, zijn enkele toonkasten en vitri
nes.
Achter de groote, ligt, boven de zaal een klei
nere kunstkamer. Hiermede is de ruimte van het
perceel voor zoover het tot museum is bestemd,
feitelijk aangeduid. Op de bovenste verdieping,
daar waar eenmaal de werkplaats was voor Rem
brandt's leerlingen, - een ruimte, toen door
schotten verdeeld is thans bestemd tot woning
voor den bewaarder.
Beneden, onder het voorhuis en de sydelcaemer,
ligt nog een hoog en uitgestrekt onderhuis. Hier
was ook naar Oud-Hollandsche wijze, de «coocken"
(keuken), waar Geertje Dircx, de kindermeid van
Titus, een historisch geworden mondgesprek had
met den gemachtigde van een notaris. Nu is
deze ruimte dienstbaar gemaakt aan de nieuwe
bestemming als bergplaats van kolen, installatie
voor de centrale verwarming van het gebouw en
voor een groote kluis voor het bewaren van de
kunstschatten. Door,middel van een lift kunnen
de etsen uit de sydelcaemer en de groote kunst
caemer hierin worden neergelaten.
Evenals de voorgevel, zijn ook de achtergevels
in den oorspronkelijken staat teruggebracht. De
architect heeft ook hierbij verschillende techni
sche aanwijzingen kunnen volgen. Nadat Rem
brandt in 1653 voor f13.000 eigenaar was ge-
wordpn (althans op papier, want in den eigenlij
ken zin werd hij het nooit) van het «huys ende
erve staande in de Breestraet over de St Anthonie
sluys aende westsyde, tusschen de huysen van
Claes Elias, Solvador Rodrigues en de Bastiaen
Jacobsz,schijnt hij eenige veranderingen te
hebben gemaakt. Door den curator werd het
perceel in 1660 verkocht voor even fl 1.000.
Nu reeds heeft de stichting de beschikking
over een 70-tal etsen van groote waarde, die voor
een deel in haar bezit zijn gekomen, voor een
ander deel in bruikleen worden afgestaan door
bekende kunstverzamelaars.
Bij het bezoek der vorstelijke personen aan
het Rembrandthuis was tevens tegenwoordig de
bekende schilder en kunstenaar Josef Israels, die
ondanks zijn hoogen leeftijd, naar Amsterdam ge
komen was om bij de plechtige inwijding tegen
woordig te zijn. Ook de heeren E. W. Moes en
de Bazel en de heer Dr. Kurt Fraise uit Duitsch-
land, die een teekeningvan Rembrandt mede nam
voor het Museum. De heer Hofstede Crull, die
het plan had de plechtigheid bij te wonen, was,
evenals het bestuurslid, de heer H. J. de Marez
Oyens verhinderd te komen.
Door Prof. Quack werd tot H. M. en de Prins
de volgende toespraak gehouden
Mevrouw en Koninklijke Hoogheid,
Het is Uwe Majesteit bekend, dat vijf jaren
geleden, in 1906, toen het eeuwfeest der geboorte
van Rembrandt in Uw Hoofdstad werd herdacht,
Josef lsraëls, de luister der levende Hollandsche
schilders, de zinrijke woorden sprakvergeet
het huis van Rembrandt niet."
Welnu wij hebben het niet vergeten.
Een Uwer onderdanen, onze Amsterdamsche
medeburger Jhr. P. Hartsen, gaf ons uit eigen
beweging, een ton gouds om dit huis dat al
lengs haast een soort van bouwval was geworden,
die een opeenhooping van velerlei gezinnen sa
menvatte stevig te herstellen, en langs de door
onderzoek herkenbare lijnen te reconstrueeren.
En zóó staat het huis in hoofdlijnen vóór Uwe
Majesteit, overeenkomstig de beschrijving die
daarvan nog bij Rembrandt's leven is opgemaakt.
De reconstructie is het werk van den architect
de Bazel.
Wij wenschten het huis niet meer te verhuren
maar het aan de gemeenschap van het gansche
volk ter bezichtiging aan te bieden.
Het tot de oude proportien teruggebracht huis
wordt thans ingericht tot de levende bestemming
van een tentoonstelling van Rembrandt's werken.
Het wordt, als men den naam niet eng neemt, een
Rembrandt-Museum. Maar niet een Museum van
zijn schilderwerken, die trouwens in prijs zoo hoog
gestegen zijn dat ze voor ons niet meer bereik
baar zijn.
Wij willen hier bijeenbrengen het tweede hoogst
belangrijke deel van 's meesters kunst, dat tot
HU nergens wellicht waardig genoeg aan het woord I
is gelaten. Wij bedoelen de etsen, wellicht later
ook de teekeningen van Rembrandt.
Het kwam ons voor, dat wij op die wijze een
plicht zouden betrachten wier onvoldoende en
slechts gedeeltelijke vervulling dikwijls wordt ver
beterd. Onbevredigd immers blijft veelal de zeer
gerechtvaardigde begeerte, om de etsen van Rem
brandt, die meestal in portefeuilles goed worden
bewaard zich op intieme wijze in het daglicht
te zien manifesteeren.
Hier in dit huis, willen wij ze in een rustige,
passende omgeving tentoonstellen achter glas,
boven een sobere boiserie langs de wanden
zoo echter, dat zij in een oogwenk zouden kunnen
worden afgenomen, als gevaar van brand enz.
dreigde.
Dit alles geschiedt hoofdzakelijk hierboven in
het vroegere atelier van Rembrandt.
Gelief, O Majesteit, op te letten dat dit zeer
eigenaardig is want de meeste en beste etsen van
Rembrandt zijn in dit huis ontstaan. Hier, in dit
huis genoot Rembrandt, omgeven door de trouwe
zorgen en vroolijke opgewektheid van zijn echt-
genoote, Saskia van Uilenburg, de dochter van den
burgemeester van Leeuwarden, echte Friezin, de
gelukkigste dagen van zijn leven, tot allengs" het
ongeluk na Saskia's dood hem overviel. Har
telijk hopen wij, dat geheel deze reconstructie en
deze inrichting van het huis met welgevallen
door Uwe Majesteit zal worden begroet en aan
schouwd. Rembrandt is Holland's roem, als zoo
danig ook vroeger gewaardeerd door een Uwer
voorvaderen, den stadhouder -Frederik Hendrik
De bezoeker, die uit de drukte der woelige straat
waar, evenals in Rembrandt's tijd de afstam
meling der Joodsche bevolking toeven moet,
hier binnentredend, dadelijk in de stemming ko
men, om Rembrandt's mystiek realistische
kunst in zich op te nemen. Het stille, van toe
vallige en willekeurige rompslomp bevrijdde huis
open voor een elk, kan ieder voorbereiden crm zich
te verdiepen in de levensopenbaringen van den
schilder, die in het zichtbare het onzienlijke, in
het scherp—geduide het bovenzinlijke heeft ver
tolkt, die het aardsche liefhad, maar om het op
te heffen tot het goddelijke. Daartoe geve Uwe
Majesteit sein en verlof door de opening van dit
huis. H. M. die bij het binnentreden door me
vrouw Quack van Heukelom een bouquet was
aangeboden, beantwoordde deze toespraak, sprak
Hare bewondering uit voor de restauratie van het
fraaie gebouw en verklaarde de stichting voor
geopend.
In den muur van de hal was een marmeren
gedenksteen gemetseld waarin gegrafeerd stonden
de volgende woorden
Rembrandts
woning
1639—1658.
Dit huis waarvan de oude gevels, muren en
zolderingen de indeeling aangaven der voornaam
ste vertrekken, doch waarvan de oorspronkelijke
vensters ten deele. de deuren betimmeringen en
de meubelen geheel verdwenen waren, werd in
de jaren 1908—1911 hersteld, met nieuw ontwor
pen ruimeren trap en betimmeringen voorzien en
ingericht voor het tentoonstellen van Rembrandt's
etsen en teekeningen.
In de kunstkamer troffen wij boven op den
schoorsteen een schilderstuk aan, hetwelk door
Dr. Bredius geschonken werd en door Rembrandts
leermeester Pieter Lastman geschilderd was. Bij
het verlaten der inrichting betuigden de vorste
lijke Personen Hun dank voor het geziene, echter
niet dan na in het daarvoor bestemde boek Hun
handteekeningen te hebben gezet.
Van het Rembrandthuis werd gereden naar het
Centraal-Bureau van de brandweer
op de Nieuwe Achtergracht.
Tegenover de Kazerne, alsmede in dubbele rij
in de remise was een eerewacht opgesteld, waarbij
alle officieren aanwezig waren. H. M. en de prins
werden aan de middenpoort der kazerne ontvan
gen door den commandant den heer J. Meier,
waarna het dochtertje van den hoofdbrandmeester
Nieuwenhuis H. M. een bouquet orchideëen aan
boord. De Koningin en de Prins met gevolg wer
den tusschen de beide rijen der eerewacht geleid
naar eene op de binnenplaats tegenover het klim-
huis opgestelde estrade, onderwijl de muziek der
brandweer het Wilhelmus speelde. Op de estrade
aangekomen, vingen de oefeningen der manschap
pen onder leiding der officieren aan, terwijl de
commandant, de heer Meier, aan de Koninklijke
Bezoekers de noodige inlichtingen verstrekte. De
oefeningen bestonden uit
1. Parade-exercitie met 15 redladders.
2. Oefening met de mechanische ladder-Op
richten van deze door middel van koolzuurdruk.
Draaien der ladder met daarop geplaatste man
schappen. Water geven van af den top der ladder.
3. Blusch- en redoefeningen in het klimhuis.
Op de bovenste verdieping van het klimhuis
ontstaat brand, waarna dit met redladders be
klommen wordt. De brand wordt gebluscht met
2 slangen op de waterleiding. Tegelijkertijd heb
ben er op verschillende wijzen reddingen plaats nl.
a- redding van een man door een brandwacht,
welke, met dezen in den arm, langs eene redliin
afdaalt
b. redding van 5 personen, met behulp van
den redkoker. De laatste geredde is bewusteloos
en wordt op de binnenplaats gelegd. Met behulp
der zuurstofkoffer worden de levensgeesten opge
wekt
c. redding van een man, welke door een
brandwacht aan de redlijn wordt afgelaten. Hierbij
is vooraf eene bijzondere manoeuvre met eene
redladder noodig;
d. sprong in het springzeil
e. zelfredding van brandwachts.
4. Gebruik van den rookhelm. Tijdens de
oefening sub. 3 is een man in een met dichten
rook gevuld lokaal getreden. Na die oefening
komt hij daaruit te voorschijn.
5. Water geven met de auto-stoomspuit. Hierna
begaven H. M. en Z. K. II. zich naar de remise
vanuit welke de centrale seinzaal met hare 34
telegraaftoestellen werd bezichtigd, waarna alarm
gegeven werd. Hierna rukten uiteen auto-wagen,
een bespannen ladderwagen (met span schimmels),
een bespannen stoomspuit (met span bruinen),
waarbij nog een défilé van 5 andere voertuigen,
dan de drie genoemde volgde. Deze voertuigen
reden een voor een de remise binnen en stopten
daar een oogenblik, waarbij de Commandant aan
H. M. en den prins korte uitleggingen omtrent
de inrichting en het gebruik gaf. Daarna reden
de wagens uit. Deze voertuigen zijn
een auto-koolzuurspuit, een bespannen licht
wagen, een bespannen koolzuurspuit, eene auto
stoomspuit, en een bespannen gereedschapswagen
deze laatste dient voor opruimingswerk na brand
en voor redding van personen uit ingestorte per-
ceelen.
Met groote aandacht en belangstelling werden
de verschillende oefeningen door de Koningin en
de Prins gevolgd en gadegeslagen.
Na het einde der oefeningen, verlieten de Hooge
Gasten de brandweerkazerne na den commandant
Hun hooge ingenomenheid met hetgeen Zij had
den gezien te hebben betuigd. Bij het vertrek
speelde de muziek der brandweer het Wilhelmus.
Daarna werd naar het Paleis teruggekeerd.
s Middags twee uur werd door de Koningin en
de Prins in gezelschap van H. M. de Koningin-
Moeder, uitgereden voor een bezoek aan het
Oude Vrouwen en Mannenhuis der
Ned. Hervormde Diaconie,
op den Binnen Amstel. De Vorstelijke Personen
werden ontvangen aan den ingang, gelegen aan
de zijde van de N. Heerengracht door de Regen
ten, de heeren J. E. H. v. d. Bom, A. Palm, S. de
liaan LMznA. C. Schroot, Ph. A. Warners en
N. de Voogd Jr. De hooge personen werden door
de versierde vestibule geleid naar de Regenten
kamer. Vervolgens begaf het Gezelschap zich naar
de Kerk zaal waar de Directeur, de heer S. Boers-
ma, en diens echtgenoote aan de beide Koningin
nen en aan den Prins werden voorgesteld. In deze
zaai sprak de Voorzitter van het College van
Regenten, de heer van der Bom, de Rezoekers toe
waarna een bezoek werd gebracht aan de vrouwen
en zwakkenzalen. Hierna volgde een bezoek aan
de mannenafdeeling waar de conversatie- zwak
ken- en ziekenzalen werden bezichtigd. Vervolgens
werd een wandeling gemaakt door een gedeelte
van den grooten tuin die door de verschillende
Diaconiegestichten wordt ingesloten. De verpleeg
den van het Bestedelingenhuis waren in den tuin
opgesteld en groetten de Koninklijke Bezoekers
eerbiedig. Vervolgens werd teruggekeerd en een
kijkje in de keuken genomen waar juist de spijzen
bereid werden. Voor het vertrek uit het gebouw
werd nog even vertoefd in de Regentessenkamer
die in een ander gedeelte van het gebouw is ge
legen en waar aanwezig waren de Regentessen
de dames W. L. Wendelaar, C. P. van Eeghen Jr
M. L. van Hoorn en Jonkvr. L. Backer. Door de
poort aan de zijde van de Keizersgracht gelegen
werd het Oude Vrouwen- en Mannenhuis weder
verlaten na dank gezegd te hebben voor hetgeen
Zij hadden mogen aanschouwen.
Buide toegejuicht door de buitenwachtende
menigte werd gereden naar
het Modelhuis van den heer
bovendien in waterverf-teekeningen de projets
van uitgevoerde werken, zoowel hier als in het
buitenland tentoongesteld. H. M. werd o.a. ge
toond foto's en teekeningen van het salonrijtuig
tijdens H.' M.'s bezoek aan Friesland door de firma
in orde gemaakt.
(Wordt twntalod)
Bezoeken van H. M. de Kouiugin-Moeder.
Men meldt ons uit Amsterdam
H. M. de Koningin Moeder bracht hedenmorgen
bezoeken aan de Tentoonstelling van Arti et
Amicitae, aan het Binnen-Gasthuis en aan de
sphool van spraakgebrekkige en achterlijke kin
deren in de Borgerstraat.
Middenstands e n quête.
Men meldt aan de „Stand.":
Be commissie, ingesteld ten einde een onder
zoek te doen naar den toestand'van den han-
deldiijveniden en indus triooien middenstand, heeft
daartoe ©en breede lijst van vakken samengesteld,
naar welke zij een onderzoek instelt met het
oog in het bijzonder op den toestand van de
ondernemers. f
Dd onderzoek heeft plaats gevonden:
le. In de gemeenten beneden 2000 zielen door
middel van het Dagelijksch Bestuur dier gemeen
ten
2;0. in een 60-tal type-lgiemeenten tusschen 2
en 20 duizend zielen door afzonderlijk daarvoor
aangestelde enquêteurs, die met behulp van vra-
genl ijs ten gegevens hebben trachten te verkrijgen
3e. zijn nog enkele gemeenten boven 20,000
zielen in haar geheel onderzocht;
4e, zijn in de grootere plaatsen door afzon
derlijke enquêteurs enkele bijzondere vakken na-
gegaanr
5-e. is een afzonderlijk onderzoek ingesteld naar
enkele speciale middens tandsbedrij ven (o. a. klei
ne scheepsbouw, leerindustrie enz.).
Uit den aard der zaak heeft 'dit onderzoek reeds
vele gegevens opgeleverd ten aanzien van het
vereenigingsleven van den middenstand.
Die commissie zet echter hare taak nog voort.
Zij zou nog gaarne ingelicht worden over enkele
belangrijke punten
le. Omtrent het nut van het vereenigingsleven
van den middenstand;
2e. omtrent het credietwfezen, vakopleiding en
leerlingwezen, markt en verkeersverbetering, in
formaties, verzekeringen; t
3e. gemeenschappelijke aankoop van handels
waren, van grondstoffen en hulpstoffen der nijver-
beid, van werktuigen en machines, gemeenschap
pelijk newerken van grondstoffen, gemeenschap,
p cl ijk verkoopen van producten, afvalstof enz.
4e. concurrentie door den niet gevestigden han
del. f
N. 1 e Grand,
op de Keizersgracht. De hoofdingang van dit
gebouw was voor deze gelegenheid voorzien van
een in strengen stijl gehouden baldakijn, uitge
voerd in violet velours de Parma, met hermelijn
omzoomd, en versierd met oude antieke vergulde
passmenten. De achtergrond wordt gevormd door
een fond van dezelfde kleur velours als de zand
steen van den gevel. De trap, welke naar de
hoofddeur leidt, is in denzelfden geest behandeld,
terwijl de st0ep gedekt wordt door rijke Perzi
sche vloerkleeden. Hare Majesteit de Koningin,
EL M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. Prins
Hendrik werden beneden bij den ingang ontvan
gen door den heer N. le Grand, Directeur van 't
Modelhuis. De Koninklijke bezoekers werden
daarna direct boven naar de Hall begeleid, waar
voorgesteld werden de heeren Ed. van Dam, Ad
junct-Directeur, F. Holtzhuizer, lste Chef, en
Thom. Balfoort, beeldhouwer modelleur. Daar
werden H.H. M.M. bouquetten aangeboden door
jongejuffrouw Betsy le Grand, en jongeheer Henri
le Giand. De Hall zelve is gehouden in oud-
hollandsche stijl. De betimmering en schouw
maakten deel uit van het oud-hollandsche inte
rieur, in 1905 door t Modelhuis in opdracht der
Ned. Regeering geëxposeerd op de «Exposition de
la Monde de l'Enfance te St. Petersburg", en dat
met den Grand Prix werd bekroond. Hare Ma
jesteiten werden daar fotografieën van het gehee-
le interieur getoond, waarop o.a. voorkomen de
door Hare Majesteit voor die tentoonstelling afge
stane voorwerpen.
Door de breede marmeren gang, waar ter weers
zijden betimmeringen zijn geëxposeerd van door de
firma aan tal van Banken en Openbare gebouwen
uitgevoerde werken, begeeft men zich naar de eer-
steverdieping. Door het geheele trappenhuis zijn
Graag op de baantjes
Onze Haagsche correspondent schrijft
Naar ik verneem, zijn onze Haagsche raadsle
den zeer ontstemd. Men moet nl. weten, dat
door het ontslag nemen van den heer dr Mouton
als onbezoldigd ambtenaar van den Bur
gerlijken Stand er een vacature is ontstaan in dat
college. Vroeger was het regel, dat er onder de
zeven genoemde ambtenaren minstens één katho
liek was, maar sinds den dood van het katholiek
raadslid, wijlen mr. Leesberg, waren de katho
lieken niet meer vertegenwoordigd. In plaats van
nu een der katholieke raadsleden voor te dragen
voor de ontstane vacature, dragen B. en W. voor
H.H. mr. A. E. baren Mackay en jhr. mr. Gevers
Ueijnoot, twee der jongste leden van den ge
meenteraad.
Bij wijze van protest zullen in de raadszitting
van Maandag a.s. waarschijnlijk de katholieke
raadsleden hun stem uitbrengen op hun nestor,
den heer E. L. A. Penn. (Tijd.)
President Falliéres in Nederland.
Men meldt uit Den Haag
Betreffende het militair gedeelte van de hulde,
president Faliéres tijdens zijn aanwezigheid in de
residentie te brengen, wordt nader vernomen, dat
t zal bestaan uit een taptoe in een geest als ten
vorigen jare vóór het paleis op den Dam te
Amsterdam ter eere van het Belgische konings
paar is gehouden.
Het voornemen zou, dat H. M. de Koningim
na afloop van een gala-diner ten Hove, zich met
den president en verdere gasten zal begeven naar
het Koninklijk paleis aan den Kneuterdijk tot het
aanhooren van de muziekbetooging aan den voor
kant van het vorstelijk gebouw.
De taptoe zal worden uitgevoerd door tamboers
hoornblazers, siaftrompetters van de korpsen
van het leger, met de pijpers van het kops
mariniersde muziek zal worden ten gehoore
gebracht door Koninklijk Militaire Kapel en ver
der alle stafmuziek- en fanfarekorpsen der re
gimenten, mitsgaders de Kapel der Kon. Marine
en het muziekkorps der Koloniale Reserve.
De Koninklijke en presidentieele stoet zou dan
daarna denzelfden avoud naar Amsterdam terug-
keeren.
4 isitutie van buitenlandsche brieven.
Het wetsontwerp tot visitatie van met de post
uit net buitenland aankomende brieven, is dioor
dei legeering ingetrokken.
Nederlandsch Kardinaal.
Naar aanleiding van het bericht in eenige libe
rale bladen, als zou de Aartsbisschop van Utredht