De internationale zeelieienstalini.
Zaterdag 8 Juli 1911
Telefoon no, 85.
TWEEDE BLAD.
In onze Vroedschap.
FE U IL LETCÏN.
De Erfenis.
Kerknieuws.
Sport.
Fin. en Econ. Mededeel iuijRii.
No. 10061.
Erfpachtsregeling. Adresbewe
ging. Waterafvoer. Brug
wachtershuisje.
De Raadszitting op 11. Dinsdag, die aanvankelijk
scheen te moeten worden uitgesteld door de ver
moedelijke afwezigheid van een aantal leden, is
en slotte toch doorgegaan. Bij de herhaalde
1ScUssie, die de verschillende onderwerpen uit-
okten, is zij, in tegenstelling met hare voor-
Bigster, nog tot een vrij langdurige zitting uit-
gedeid't was vier ure toen de voorzitter het
stereotiepe sluitingswoord sprak, ook nu den leden
verzoekende »nog even te blijven".
De agenda telde ditmaal niet vele punten; maar
de verschillende onderwerpen, die aan het eind
te behandelen stonden, deden wel eene nog lang
uage discussie voorzien. Na de afdoening van
verschillende benoemingen, waarbij 't zeker goed
deed op te merken, dat de Raad weer een Schie
dammer, de heer O. Ruiter, benoemde tot hoofd
van school H. (Warande), die door de verplaatsing
van den heer Van der Poel hoofdeloos werd, en
n°g een enkel ander minder beduidend onderwerp,
vdgde al aanstonds het erfpachtszaakje van vroede
De Bruin. Onze roode vroede, die aan den voor
bond van de groote raadsverkiezing meer dan
°°it voor de tribune sprak, kon zich natuurlijk
toet het afwijzend preadvies niet vereenigen. Hij
Vroeg aanhouding van zijn voorstel, om zich in
middels nader van de meening van B. en W. op
de hoogte te stellen. Voor de zoo logische rede
nering van den heer Wittkampf, dat hier geen
vasten regel voor erfpachtsuitgifte is te stellen,
maar dat in ieder geval op zich zelf moet beoor
deeld worden of erfpacht of verkoop de voorkeur
verdient, bleek vroede De Bruin niet vatbaar te
Zljm Hij vond intusschen voor zijn uitstel-voorstel
lngang bij de beide met het voorstel meest ge
moeide wethouders, zoodat de meerderheid van
den Raad, die 't wel in eens had willen afmaken,
n°g uitstel van executie verleende.
Nadat aldus dit voorstel voorloopig was afge
daan, vond onze roode vroede weer een nieuw
onderwerp voor een tribune-pleidooi in het College
voorstel tot het zenden van een adres aan de
Tweede Kamer, in zake het bekende wetsontwerp
tot wijziging en aanvulling der wet op het Mid
delbaar Onderwijs. Deze tribune-spreker herinnerde
aan zijn fameus voorstel om de Regeering te
verzoeken, onderwijs, politie en armenzorg tot
ontlasting der gemeente voor hare rekening te
nemen. Zeer terecht wees de wethouder, de heer
Doslinga, die in deze zitting een huidewoord van
den heer Wittkampf in ontvangst had te nemen
v°or zijne logische uiteenzetting dezer kwestie
tegenover het betoog van het sDagblad van Ne
derland", er op dat 't geheel iets anders was van de
^egeering dit kleine beetje (I) te vragen dan op
een bijzonder punt hare aandacht te vestigen,
^ijn collega, de wethouder van financiën, de heer
Dagerwey, beantwoordde den heer Ris ter zake van
Zljne opmerking omtrent de forensenkwestie, dat
de Regeering beoogt door een R ij k s-inkomsten-
Belasting in den nood der gemeenten te voorzien.
Dok te dezer zake blijft het College steeds diligent,
z°°dat 't niet verzuimt er naar te streven wat
m ge 1 ij k is, te bereiken. In die richting voort-
Bind, zal ons Dag. Bestuur zeker meer verkrijgen
dan 't zou bereiken door den onmogelijken weg
door den rooden vroede gewezen, te betreden.
Toen het reglement voor de Arbeidsbeurs was
Vastgesteld ook al niet zonder enkele opmer
kingen van vroede De Bruin, die toch verkreeg
dat een exemplaar in het lokaal zou worden
°Pgehangen kwam een verbeterde waterafvoer
Van het gedeelte der gemeente, begrensd door de
Duitenhaven, den Rotterdamschen dijk, den Groe
nendijk en de Bakkershaven, door B. en W.
Voorgesteld, de aandacht onzer vroeden vragen.
I Bleek dat het College dit voorstel handhaafde,
°ndanks de bedenkingen der Gezondheidscom
missie, die opmerkte, dat langs dien weg de Bui
Naar het Duitsch van Willy Ruppel.
1)
Dn öen halfdonkeren corridor van het rechts-
b°uw wachtten voor kamer no. 63 een aantal
juenschen, mannen en vrouwen in donkere
eeding, allen een geelachtig, officieel er uit-
papier in de hand, allen met dezelfde
tdrukking van lang, vermoeiend wachten op
hi J=ez*cDten. Het papier dat ze in de hand
eiden en waarop telkens een blik werd ge-
orpen, was een 0pr0eping om tegenwoordig te
Jn bij de opening van het testament van den
verleden rentenier Heinrich Adolf Bernhard.
De groep van opgeroepen familieleden was uit
J er verschillende elementen samengesteld. Op
eene bank zat breed en gewichtig de vrouw
n den architect Lorbach. Zij was in 't zwart,
et git-garneering Ze hield de oogen een wei-
rg dicht geknepen en maakte gebruik van een
anggesteelde „face-a-main," waardoor zij de
menschen aanzag. Zij was de voornaamste
bloedverwante.
Weet u, lieve nicht, zei ze tot de vrouw
*an professor Kassner, op één na de voornaam
ste verwante, die naast haar op de bank zat,
tenhaven weer te meer een open riool zou worden.
Terecht zei de wethouder van gemeentewerken,
dat al onze havens open riolen zijn. Maar uit
zijne mededeelingen bleek de meer dan ergerlijke
toestand, die in zake van afvoer van water en
fsecaliën daar ter plaatse bestaat. In deze volkrijke
industriewijk, waar weldra een nieuwe industrie
met een 200-tal arbeiders zich vestigt (De Kuiper),
behoort zeker een betere waterafvoer te worden
verkregen.
Als wij ooit het nieuwe brugwachtersbuisje voor
de Appelmarkt te zien krijgen, dan behoort 't
zeker het bekende rijmpje van het »lang gewacht
te vertoonenalleen zou men dan de passage
»stil gezwegen" er uit moeten lichten; want gezwe
gen is er over dit simpel huisje zeker niet, aller
minst in deze Raadszitting, waar onze vroeden'er
zeker een drie kwartier aan hebben gewijd.'t Was
ook zoo'n mooi dingetje, dat de wethouder van
gemeentewerken ter plaatse van de vroegere kraan
aan de Lange Haven wilde neerzetten, heelemaal
niet de haven ontsierend en daarenboven nog van
een privaat en een openbaar urinoir ten dienste
der kerkgangers voorzien. Maar er kwam een
adres van Havenbewoners het Raadslid, de heer
Wittkampf die nabij de vroegere kraan woont^
was er natuurlijk ook bij die vroegen dat zij
niet tegen het lieve huisje zouden behoeven aan
te kijken, maar het vrij uitzicht over de haven
behouden. De heer Wittkampf was natuurlijk
hun woordvoerder en hij was dit met alle recht
want al erkende hij ruiterlijk eenige zelfzucht, hij
was toch in goed gezelschap, waar hij niet alleen
den wensch der bewoners vertolkte, maar ook het
belang der wandelaar bepleitte. Inderdaad, ieder
die vanaf de Beursbrug op onze schoone aloude
Lange Haven blikt, zooals die zich vooral in
dezen tijd in de omlijsting van levend groen
vertoont, zal moeten erkennen, dat het fraaie uit
zicht door zoo'n huisje merkelijk zou gebroken
worden.
Dat een geboren Schiedammer meer voor die
schoonheid gevoelt dan de heer Van Westendorp,
die zich als vreemdeling hier aardig heeft inge
burgerd, is wel te begrijpen; maar dat gaf hem
dan toch geen reden zich zoo apodictisch aan te
stellen door in deze zitting met zooveel woorden te
zeggen je kunt er zooveel over praten als je wilt,
je overtuigt me toch niet; ik doe 't toch niet
anders. Te minder was daartoe reden, wijl een
lid der commissie van gemeentewerken, de bouw
kundige, de heer Van der Velden, getuigde, dat
't wel anders kon, dat 't niet zooveel verschil in
kosten maakt, of het huisje aan deze of aan gene
zijde van de Lange Haven wordt gebouw en ook
daar wel de noodige bijkomende gemakken kun
nen worden aangebracht.
Maar de wethouder van gemeentewerken was
voor alle logische redeneering doof, ook voor de
zoo logische opmerking van den heer mr. von
Briel Sasse, dat het behoud van het typisch schoon
der stad wel enkele guldens meer waard is. Hij
maakte zich zelfs boos, maakte van de eerlijke
bekentenis van den heer Wittkampf een minder
ruiterlijk gebruik en was blijkbaar ook verstoord
door de pertinente verklaring van den wethouder,
den heer Lagerwey, dat ook in het College te dezer
zake geen eenstemmigheid heerschte en ook h ij
uit schoonheidsgevoel tegen de bedoelde plaats
van het huisje opkwam, omdat hij door en door
Schiedammer is.
Merkwaardig was 't dat bij de stemming, die
tegen- zoowel als medestanders van den heer Van
Westendorp evenzeer aan de zijde van den wet
houder vond, de heer Ris voor de bezwaren der
adressanten pleitte en tegen het uitstel-voorstel
stemde. Dergelijke inconsequentiën worden echter in
onzen gemeenteraad meer gezien.
Met dat al zien de brugwachters van de Ap-
pelmarktbrug vooreerst nog niet hun huisje.
Onze verwachting dat er in de eerstvolgende
Raadszitting nog wel een woordje over zou vallen,
is zeker alleszins bewaarheid. Vertrouwen we
intusschen, dat de wethouder van gemeentewer
ken, wiens voortvarende ijver over het geheel te
en zag vriendelijk glimlachend langs de magere
eveneens in 't zwart gestoken figuur ik ben
hoofdzakelijk gekomen uit eerbied voor de na
gedachtenis van neef Heinrich. Niet omdat ik
iets verwacht. Zij maakte een spitsen mond,
glimlachte over het idee, alsof zij,de vrouw van
een voornamen bouwkundige, hier gekomen was
in de hoop op een erfenisje.
Ik begrijp, antwoordde nicht Kassner zoe
telijk; 'tzou ook mij niet in het hoofd ge
komen zijn hier te komen, als ik had kunnen
denken, dat men mij er op aanzien zou, dat ik
er aan dacht iets te erven. O, neen, ik vind
eenvoudig, dat 'tzoo hoort.
Ja, daar heeft u gelijk in, nicht, bevestigde
mevrouw Lorbach.
Dan glimlachten de dames heel vriendelijk
tegen elkaar, en de vrouw van den architect
riep een jongmensch, die een eindje verder tegen
den muur geleund stond, een krant lezend.
Otto, kom "eens hier 1
De geroepene, een groote, lichtblonde jonge
heer, in zwarte gekleede jas, en paarse das, nam
zijn glimmenden hoogen hoed af en boog voor
de professorsvrduw. Deze reikte hem de hand
en zei vriendelijk
Ik zou u heusch niet herkend hebben,
doctor. U is al zoo lang weg geweest.
Ja, mevrouw, ik woon te Charlottenburg.
Op dit oogenblik kwam van het trapportaal
een jong meisje, heel licht blond en mager, met
een lang, smal gezicht, veel gelijkend op de
prijzen is, niet het apodictisch standpunt thans door
hem ingenomen, zal handhaven, dat hij ook aan
de bezwaren van zoovelen, ook van hen, wien hier
zelfzucht geheel vreemd is, zal willen tegemoet
komen en een ander onderwerp, gebaseerd op de
oude plaats, in gemeentewerken zal willen doen
uitwerken. Dan wordt het schoonheidsgevoel van
stadgenoot noch vreemdeling op de Lange Haven
beleedigd en krijgen de brugwachters hun huisje.
Met dezen hartewensch scheidden voorzeker
velen onzer vroeden, ook enkelen wien het zwaard
van het ostracisme boven het hoofd hangt en zich
de vraag stellen of zij een volgende maal opnieuw
zullen zetelen nog in het volle vertrouwen der
rechtende kiezers.
Uil Amsterdam werd gister nog gemeld'
D'e nacht; is op Kattenburg rustig voorbijge
gaan. Tegen den morgen vertoonden zich! op
straat in dei omgeving van de Czaar Peterstraat
en het Marinderspledn, waar de toegangen tot de
Handelskade zijn gelegen, kleine troepjes sta
kers, blijkbaar met de bedoeling, die werkwilli
gen, die zouden trachten gehoor te geven pan
den oproep van de groote stoionrvaairtmaatschap-
Jfijen, tegen te houden of door hun houding
schrik in te boezemen. Er maakten zich echter
slechts enkelen op, en dezen werden beschermd
door zooveel politie en militairen, dat de stakers
Van (ailte motet afzagen. Allen liepen op aan
maning van de politie door of begaven zich in
hun woning, vaak reeds biji het naderen van
agenten of militairen, zonder ©en aanmaning af
te: wachten.
De bewaking van liiet kwartier bleef vandaag
op dezelfde wijiz© geregeld als gisteren; alleen
is de blokkade va,n bet kantoor van den Zee
mansbond opgelhfeven, zoadat de bestuurders vrije
lijk in en uit kunnen gaan.
Het getal werkwilligen was dus1, naar hier
boven werd aangestipt, niet groot. Bij de stoom
vaartmaatschappij' Nederland meldden zich zes
böiotwierkers aan; bij; de Kon. Ned. Stoomboot
maatschappij dei reefsgasten, voorlieden en sor
teerders, maar nog niet de kraan gasten en nog
geen bootwerkers, en bij de andietle reederijeiii
is de aanmelding naar rata. De oproep der groote
maatschappijen heeft dus geen uitwerking gehad,
terwijl anderzijds het getal' stakers nog is uit
gebreid met de bootwerkers, werkzaam voor de
particuliere patroons. Deze staking betreft voor-
namelijk de boutbooten, welke in da Houthaven
lossen, en de kolenbooten der particuliere fir
ma's (op die1 van de maatschappijen lag het
werk al stil), liggende aan de Rietlanden.
In de Houthaven liggen thans stil: het Noor-
scho, stooinstelhip „Konig Alf", geladen met bont
en steen; het Engelsdhe stoomschip; „Craie For",
een zaadboot, de stoomboot „Londen", met bout,
bet Russische stoomschip „Russia", een hout
boot, en het Deensche stoomschip „Gallia", even
eens met. hout. Het laatste was echter reeds
nagenoeg leeg ©n zaj' spoedig vertrekken of js
reeds vertrokken.
Volgens een officieel© opgave bedraagt het. ge
tal stakers 100, maar van de zijd© der werk
lieden wordt beweerd, dat die; nieuwe staking in
totaal zal omvatten 800 a 900 man.
De Houthaven wiordt vooralsnog door de po
litie bewaakt, maar in hCt politiebureau Spaarn-
dammerstraat is voor alle zekerheid e|en militaire
post gevestigd.
Heit, tramverkeer op Kattenburg was beden her
steld
Van de eenig'e boot, die beden binnenliep, de
„Achilte", van de Kon. Ned. Stoombootmaat
schappij, heeft bet volk (de matrozen dus) zich
hij die stakers gevoegd.
Het telegram, dat ons' gisteren doof ©en! van de
bestuursleden van den Zeeliedeinbond getoond
werd en waarin wordt gemeld, dat 200 zooge
naamde onderkruipers in aantocht waren, heeft
moeder.
O, daar komt Frieda I riep mevrouw Kassner.
Frieda begroette mevrouw Lorbach en boog
het vlasblonde hoofd een weinig voor doctor
Lorbach, die weer boog als op scharnieren.
Intusschen richtte mevrouw Lorbach haar
kijkglas op de twee mannen en een vrouw, die
op een bank schuin tegenover haar zaten. Beide
mannen waren zeer eenvoudig gekleed in zwart
pak, ouderwetsche liggende boorden met gewone
zwarte dassen. Zij draaiden verlegen de hooge
hoeden door hun handen. Ze zagen er. uit als
brave, hard werkende burgerlui, die een meer
als een ambachtsman, met een grijzen baard,
gebogen schouders en grove handen, die rustten
op den knop van een enorme parapluie. De an
dere, dik en rond, met zwaren, afhangenden
knevel en een glad kaal hoofd maakten den
indruk van een kleinen winkelier of zoo iets.
De vrouw naast hem zat stijf' en rechtop in
haar eenvoudige japon van zwarte wollen stof.
Haar gezicht was gerimpeld door zorg.
Toen de professorsvrouw merkte, dat haar
nicht die menschen opnam, legde zij uit:
Dat zijn ook familieleden. De eene, met den
vollen baard is Richard Winter, die heeft een
galanteriewinkeltje of zoo iets Die vrouw is hun
zuster, een weduwe. Ik heb natuurlijk nooit
met hen omgegaan.
Vindt u niet, dat we hen moeten aanspre
ken vroeg mevrouw Lorbach.
Och ja, misschien wel. 'tls toch altijd
--- aldus weid ons heden op het kantoor va,n
den hond meegedeeld - v©el te Haat zijn be-
stemming bereikt. Het was gistermiddag om 12
uur te Rotterdam aangeboden en om 6 uur
's avonds kreeg de afzender van het telegraaf
kantoor een schrijven, waarin hem werd mee
gedeeld, dat van het hoofdkantoor die kennis
geving was ontvangen, dat bet bewuste telegram
inkt was afgeleverd ingevolge het artikel1 dejr
Telegraaf- en Telefoonwiot, voïgtens hetwelk te
legrammen, welker inhoud strijdig' is met d-e
goede zeden of de openbar© orde, ni-et mogen
worden verz-onden. Later is bet telegram toch
aan den geadresseerde gezonden, maar het had
toen zijn doel gemist.
D-e toestand van de gewonden is volgens1 infer-
malie gunstig. Ook die van den bootwerker Hom-
ma, voor wiens leven men vreesde.
Z. D. H. Mgr. Drehmanns, Bisschop van Roer
mond, heeft benoemd tot pastoor Susteren den
Weleerw. heer L. P. H. J. Tijssen, tot passtoor
te Belfeld den Weleerw. heer J. W. Hermensen
tot kapelaan te Panningen den Weleerw. heerH.
J. J. Terstappen.
De Europeesche rondvlucht.
De verschillende étapes werden aldus ge
wonnen
le étape Parijs—Luik Vidart2e étape Luik -
Spa v.v.Védrines; 3e étape Luik—Soesterberg
Gibert4e étape SoesterbergBrusselBeaumont
5e étape Brussel RoubaixVédrines. 6e étape
Roubaix—Calaisdezelfde7e étape Calais
Londen: dezelfde; 8e étape Londen—Calaisde
zelfde en 9e étape Calais ParijsVidart.
Védrines won dus niet minder dan 5 étapes,
Vidart 2, Beaumont en Gibert ieder 1. Védrines
had tijdens de 3e étape 'n malheur met z'n mo
tor in de buurt van Maastricht, waardoor hij bij
na 18 uur verloor, doordat hij naar Luik moest
terugkeeren om een nieuwe machine te vinden.
Verrept, een der deelnemers, stond toen z'n
Morane-eendekker af.
Van de 37 vliegers, die officieel uit Parijs ver
trokken, hebben ten slotte 9 (6 één- en 3 twee
dekkers) geheel volgens de reglementaire bepalin
gen het circuit volbracht. Barra, Tabuteau en
Védrines zijn weliswaar nog in de laatste étape
onderweg, doch zij worden ieder oogenblik te Pa
rijs verwacht.
Faillissement Van Eyk.
Wij vernemen nog, dat de Steenkolenhandel
Mpij. v/h. Veldhuizen, nog een vordering heeftop
de firma wed. P. van Eyk Zonen wegens over
name van een post aandeelen, waarop nog slechts
f50.000 is afbetaald.
De faillietverklaring der firma is bereids uitge
sproken met benoeming van den heer mr. M. van
Regteren Altena tot curator. Eveneens zijn de
leden der firma D. van Eyk, C. J. van Eyk, te
Amsterdam, J. van Eyk te Haarlem, P. van Eyk
te Hilversum en Jan Valk Jr. te Den Haag in
staat van faillissement verklaard.
Nader vernemen wij nog
Verschillende firma's hebben gisteren nog fond
sen afgeleverd tegen chèque's, die niet gehono
reerd werdei» De verontwaardiging was dan ook
gister ter beurze groot. Een firma vloog er dien
tengevolge in voor f 12.000, andere voor kleinere
bedragen. Ook moeten fondsen afgeleverd zijn,
waarvoor later geen betaling was te verkrijgen,
daar toen werd medegedeeld, dat de betalingen
gestaakt waren.
De beide oudste firmanten, die zich heden in
België zouden bevinden voor regeling hunner
zaken aldaar, zijn tot nu toe nog niet terugge
keerd. (»Tel.")
familie... aarzelde mevrouw Kassner.
Dan rezen beide dames op en gingen naar de
familieleden, die bij de nadering der elegante
dames onhandig en eerbiedig gingen opstaan en
'n beetje stuursch den groet beantwoordden.
De neven Winter, nietwaar? vroeg me
vrouw Lorbach heel beminnelijk, beiden de hand
reikenden dat is nicht... uw naam ben ik
vergeten.
Juffrouw Kroner, zei de weduwe verlegen
en legde haar knokige werkhand bescheiden in
de fijn geschoeide van de deftige dame.
Mevrouw Kassner mompelde ook iets en gaf
handjes.
U is ook hier gekomen zei mevrouw Lor
bach.
Ja, wij zijn ook gekomen, antwoordde
Heinrich Winter.
Wij hebben niet gedacht, dat we iets
zouden erven, voegde juffrouw Kroner er
haastig bij, en beide dames bevestigden
-- Wij natuurlijk ook niet!
Is het u altijd naar wensch gegaan
informeerde de dikke dame verder.
Ja, dank u. U ook
Daarmee was het gesprek uitbeide dames
knikten en keerden weer naar haar bank te
rug.
(Wordt vervolgd).
i