Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gemengd Nieuws. lisme, ofschoon zich daarvan bedienend, nog meer zal minachten. De wanhoopsdaad van het liberalisme zal het niet redden en de Utrechtsche hoogleeraar ziet dan ook reeds in een blijkbaar nabij verschiet den ondergang der liberale partij. Opening der zeehaven te Zaandam. Aan den kop der haven wapperden de vlaggen van van alle natiën. Een verra'ssing was het, dat in het paviljoen op een kaarttafel was neerge legd een plan in relief van de oude en nieuwe haven, vervaardigd van hout door den heer T. G* G. Fenenga., onder havenmeester. Nadat de burgemeester zijn rede geëindigd had, verkreeg de heer E. G. Duyvis Tz., voorzitter van de Zaanlandsche Kamer van Koophandel, het woord, die Z. K. H. Prins Hendrik hartelijk dank zeide voor zijn komst, welke getuigde van de belangstelling van het Koninklijk Huis in handel en industrie. Voorts bracht spreker hulde aan het dagelijksch bestuur van Zaandam voor de vele moeite, die het zich heeft getroost bij de uitvoe ring van dit werk. Spreker eindigde met een wensch voor den voortdurenden bloei der zeehaven. Vervolgens sprak mr. P. B. J. Ferf namens het gewestelijk bestuur. Ook deze begroette Z. K. H., wiens aanwezigheid blijk geeft van belangstelling in de aangelegenheden der provincie, in het bijzonder in die van handel en nijverheid. Spre ker feliciteerde niet alleen Zaandam, maar heel de Zaanstreek met de totstandkoming der haven en prees de energie van het bestuur van Zaan dam. De nieuwe haven is een bewijs van den handel en de nijverheid eener streek, welke spre ker lief is, wijl hij burgemeester van twee Zaan- sche gemeenten was en bijna 25 jaar deze streek als lid van de Prov. Staten vertegenwoordigt. En al heeft collega Duys zijn doodvonnis uitgesproken, toch hoopt hij nog getuige te kunnen zijn van de oplevering van een groot werk, n.l., de uitdieping van de Achterzaan. »Blijve deze streek de ba kermat van nijverheid en handel, een centrum, waarop de provincie ja heel het land, trotsch mag zijn. Toen Z. K. H. de vlag had geheschen, weerklonk opnieuw het Wilhelmus. Onmiddellijk daarna bood Z. K. H. den heer E. G. Duyvis Tz. voor noemd de versierselen van officier van de Oranje- Nassau-orde aan. Het hijschen der vlag was tevens het sein, waarop de aanwezige vaartuigen de haven binnenvielen. Een en ander geschiedde onder luid gejuich der talrijke aanwezigen, die zich een verren marsch hadden getroost, Aan Z. K. H. en aan vele andere hooge gasten werd een gedenkboek aangeboden getiteld »Zaan- dam Zeehaven." Men meldt nog over de opening der zeehaven te Zaandam d.d. 15 Juli, het volgende Na een rondvaart door de haven, werd terug- gestoomd. Kort daarna was Zaandam weer bereikt en werd naar het -station gereden. Aan het station werd Z. K. H. wederom door de muziek van het Zaandamsche muziekkorps begroet en als daar op verzoek van Z. K. H. de twee geredde zoons van de familie Hey versche nen benevens hun oom, de heer C. Hey, betuigde Z. K. H. zijn deelneming met de ramp, die hun trof, omstandig naar bijzonderheden van den brand vragende, Z. K. H. wenschte ook iets van de oor zaak van den brand te weten en vroeg voorts naar de werkzaamheden van de zoons. Vervolgens betuigde Z. K. H. aan den commis saris van politie, den heer H. Muller, zijn dank voor de genomen politiemaatregelen, waardoor alles uitstekend van stapel was geloopen. Trein 156, welke 4 uur 35 min. van Zaandam moest vertrekken, was 16 minuten te laat. Luide juichkreten weerklonken toen Z. K. H. in den trein stapte en de muziek speelde als laatste groet^het sWilhelmus." Het gedenkboek, dat ter gelegenheid van de opening der haven van Zaandam is uitgegeven, is bewerkt onder leiding der Zaanlandsche Kamer van Koophandel, met subsidie van de gemeente Zaandam en eenige Zaansche firma's. Het werk bevat een beschrijving van de Zaanstreek, haar handel en industrie. De tekst is geleverd door den heer E. Veen Az., te Zaandam, in de Hollandsche> Duitsche, Fransche en Engelsche taal. Het bevat bovendien een kaartje van de Zaanstreek, waarop alle fabrieken, molens en andere voornaamste ge bouwen zijn aangegeven, en daarnaast grafische voorstellingen, benevens een 70-tal foto's van fabrieken, molens en werkplaatsen. De uitgave is bezorgd door de firma Emrik en Binger,te Haar lem. van medisch standpnnt gevaarlijke van het Wer ken met loodwit. Hij betoogt verder, dat door het in acht nemen van hygiënische maatregelen bij 't verwerken van loodverven de bestaande ge varen niet zoodanig verminderen, dat het verbod overbodig wordt. Ongetwijfeld zullen hygiënische maatregelen een gunstigen invloed hebben, zegt hij, al ware het alleen omdat zij zullen mede werken tot de hygiënische scholing der arbeiders maar een afdoende bestrijding van de lood ver giftiging en de gevolgen daarvan kunnen zij in geen geval worden genoemd. Uitvoerig bespreekt de heer Bakker Schut de technische zijde en de practische beteekenis van het zinkwithij citeert de uitspraak van de lood- wit-commissie, dat »de zinkwitverven zich vol gens de getuigenis van de werklieden, met het verfwerk belast geweest en naar het oordeel van de commissie, zich even gemakkelijk lieten uit- strijkon en verwerken als de loodwitverven." Het aanzien der verflaag is niet slechter, zegt de heer Bakker Schut, en wat het dekkend ver mogen betreft, na al wat er over en weer geschre ven is, blijft de loodwit-commissie van oordeel, dat zinkwitverven beter dekken dan loodwitverven. Bij de bespreking van de duurzaamheid stelt de heer B. S. op den voorgrond, dat.door de onderzoekingen van de loodwit-commissie is aan getoond, dat onder één speciale omstandigheid het zinkwit te kort schiet, n.l. voor die gevallen, dat zich in de atmosfeer, in belangrijke mate, zwaveligzuur bevattende gassen bevinden, aange zien deze gassen de zinkwit-verflaag aantasten en snel verteren. Voor buitenwerk is zinkwit dus slecht in enkele gevallen minder duurzaam. De heer Bakker Schut komt dan op de kosten- kwestie, waarbij hij vermeldt het resultaat der loodwit commissie, dat financieel bezwaar tegen vervanging van loodwit door zinkwit in 't alge meen niet bestaat. Hij wijst er dan op, dat het resultaat met de zin- witverven te Arnhem geenszins onbevredigend is. Prof. H. Wefers Bettink komt tegen deze be schouwingen op. Wat de practische waarde van het zinkwit be treft, zegt de heer Wefers Bettink »Alleen wanneer er zwaveligzuur in de lucht 's, is dit een technisch bezaar tegen het gebruik van zinkwit, zegt de loodwit-commissie. De heer B, S. is toch zeker niet zoo gen eel vreemdeling op technisch-chemisch gebied, om niet te weten, dat genoemd gas overal in de lucht voorkomt, waar steenkolengas wordt gebrand (in alle groote en in vele kleine plaatsen der beschaafde wereld) en waar steenkolen en cokes als verwarmings materiaal worden gebruikt." En verder »De proeven, door de directie van den Konink lijk Pruisischen Spoorweg, hebben geleid tot dc vitkomst, dat tot dusver de stoffen, die in de dlaats van het loodwit worden gebrnikt, niet voldoende blijken, om een even duurzame en tegen allerlei invloeden bestand zijnde verf te geven." Ook begrijpt prof. Wefers Bettink niet, hoe na een loodwitverbod de loodwitfabricage niet tot het verleden zou gaan behooren. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 17 Juli 1911, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 764.1 te St. Mathieu. Laagste barometerstand 740.6 te Haparanda. Verwachting tot den volgenden dagmatige westelijke wind, zwaarbewolkt tot betrokken waarschijnlijk regenbuien, zelfde temperatuur. nomen, en dat hij het zeer op prijs zal stellen indien de opmerkingen, waartoe deze voorgestelde regeling de Kamer aanleiding mocht, geven hem zouden kunnen bereiken voör 15 Augustus a.s. De Kamer besloot dit stuk te stellen in han den eener commissie tot het uitbrengen van praeadvies. Tot leden dezer Commissie werden benoemd de heeren D. L. Ingelse en H. J. Jansen. Bij de rondvraag werd door den heer D. Ris E.Hz. de vraag gesteld, of het niet op den weg der Kamer zou liggen om er bij de Nederlandsche Bell-Telefoon Maatschappij aanmerking op te ma ken, dat hare abonné's, wanneer zij een telefonisch gesprek willen voeren, dikwijls minuten moeten wachten voordat zij gehoor krijgen en, wanneer zij eenmaal aangesloten zijn en een nieuwe ver binding wenschen, herhaalde malen hebben op te bellen, voordat zij afgesloten worden. Dientenge volge werd besloten om een missive over deze zaak aan genoemde Maatschappij te zenden. De vergadering werd hierop door den voorzitter gesloten. Benoemd, met ingang van 16 Juli, tot tijkskllelrk 3e kl. L. van Schijndeï particulier klerk bij de Invoerrechten en Accijnzen alhier. Z a t e r d a g-m iddag is in de politie- wacht aan de Hoofdstraat voorloopig verbonden de 7-jarige A. C. Levering, die vier vingers van de linkerhand ernstig verwond had aan een waschmachine( dat aan de Hoofdstraat op straat stond. Het loodwit-vraagstuk. De literatuur over het loodwit-vraagstuk is we derom vermeerderd met een polemiek in »De Bouwwereld" tusschen de heeren P. Bakker Schut, civiel-ingenieur, en prof. H. Wefers Bettink. De artikelen van den heer Bakker Schut zijn inmid dels in brochurevorm verschenen. Deze schrijver heeft zich tot taak gesteld, de vraag te beantwoorden, of loodwit schadelijk voor de betrokken arbeiders is, en zoo ja, of het ge bruik kan en moet verboden verboden. De heer Bakker Schut betoogt, dat het argu ment, dat men zich wat de medische kwestie betreft niet op het buitenland mag beroepen, geen steek houdt en acht deze kwestie van ge wicht, omdat Nederlandsche gegevens nagenoeg niet ten dienste staan. Uit tabellen, voornamelijk ontleend aan gegevens der Krankenkassen te Leip- zig, condudeert de heer Bakker Schut tot het Gister-morgen half vijf werd de politie gewaarschuwd, dat een beschonken man in een sloot aan de West Frankelandschelaan was geraakt. Kort daarna ontmoette de politie den man in een nagelegen straat en bleekt, dat hij door het onvrijwillig bad geheel ontnuchterd was. Giste r-av on d halftien ontspoor de aan den Rotterdamschen dijk een motorwagen van de electrische tram, waardoor het verkeer circa 5 kwartier gestremd was. UIT DELFT. Ds v'teeschihouwers alhier hebben gezamenlijk een adres tot den raad dezer gemeente gericht, waarin wordt verzocht de onlangs in werking getreden verordening, omtrent het weghalen van afval uit slagerijen in dien zin te wijzigen dat de daarvoor te bezigen tonnen voor rekening' der gemeente worden aangeschaft evenals dit met het tonnenstelsel der gemeente-!reiniging het ge vat is. Gewezen wordt cup de hooge kosten de tonnen kosten f 15 per stuk ongerekend het on derhoud en waarvan elke slager er minstens twee moet aanschaffen die door sommige slagers onmogelijk te dragten zijn. Zij vertrouwen dat de raad de onbillijkheid zal inzien en aan hunne bezwaren zal tege moet komen. agenda van vergaderingen enz. Schiedam. Woensdags 24 u. Stedelijk Museum. Doeleplein. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Schiedam. In de vergadering van bovengenoemde Kamer, gehouden den 14den Juli 1.1. werd het voorzitter schap wegens ongesteldheid van den voorzitter, den heer mr. W. H. Jansen, waargenomen door den heer B. A. J. Wittkampf. De notulen der vorige vergadering werden voor gelezen en ongewijzigd vastgesteld. De geloofsbrieven van den heer D. Ris E.Hz., die bij de op 28 Juni 1.1. gehouden verkiezing tot lid der Kamer was benoemd, werden onderzocht en in orde bevonden, zoodat werd besloten den Ris als lid der Kamer toe te laten. De heer D. Ris E.Hz. werd hierop benoemd tot lid der commissie voor de beurs, benevens com missie voor den graanhandel, ter vervanging van den heer A. C. J. M. Schiphorst, die door zijn ontslagname als lid der Kamer opgehouden had lid van die commissie te zijn. Er was o.a. ingekomen een missive van den Directeur -Generaal van den arbeid d.d. 10 Juli 1911, waarin werd medegedeeld, dat, indien het ontwerp arbeidswet, dat thans door de Tweede Kamer der Staten-Generaal is aangenomen, ook door de Eerste Kamer mocht aanvaard worden, tal van bepalingen den lsten Januari 1912 zullen in werking treden en dat met name voor dien datum een Algemeene Maatregel van bestuur op grond van Art. 5 sub 7a en art. 11 sub 9 van het nieuwe ontwerp zal moeten z'jn uitgevaardigd; dat het aanvankelijk zijn voornemen is om Z. Exc. den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel voor te stellen het daarheen te leiden, dat eenige in die missive vermelde bepalingen in d/en Algemeenen Maatregel zullen worden opge" Groote brand te Brakel. 40 huizen in de asch gelegd. Men seint ons Brakel Gisterenmiddag omstreeks drie uur werd ons dorp in rep en roer gebracht door het plotseling geroep van sbrand". Van alle zijden kwamen de bewoners, die van den Zondagsrust genoten, aan gesneld. Het heilloos vuur bleek te woeden in de boerderij der erven Duiser, welke aldra in lichte laaie stond en in een ommezien in een vuurhaard bleek te zijn veranderd, een ziedende oven, waar uit gioote gloeiende splinters en reusachtige von ken dreigend en knetterend werden uitgespuwd. De schrik sloeg den bewoners van Brakel om het hart, want hoe hulp te bieden, indien het alles vernielend element de naast bijgelegen boerderijen in zijn macht kreeg. Een tien spuiten werden Ü''nos gehaald, doch de burgers ziende dat men machteloos stond tegenover de weergalooze vuur zee, begonnen een verdedigende houding aan te nemen en de omliggende perceelen te beschermen. Hunne pogingen werden echter verijdeld door den sterken wind, welke het vuur in een omme zien overbracht op een tweetal omliggende boer derijen welke eveneens binnen 10 minuten in lichte laaie stonden. Toen begreep men dat de strijd met deze be perkte hulpmiddelen al zeer ongelijk was en men het vuur slecht zeer matig kon bestrijden. Vee en huisraad werden zoo snel mogelijk naar buiten en in betrekkelijke veiligheid gebracht. Inmiddels Woedde het vuur tot 's avonds negen uur voort en verwoestte niet minder dan 39 hui zen. Het was een in treurig, doch fantastisch gezicht, hetwelk helaas niet weinig werd verle vendigd door de brandende hooimijten welke een voor een in een vuurkolom veranderd dit droeve sein gaf, dat wederom een huis met have en goed het vernielend element ten prooi gevallen was. Toen wij te ongeveer 9 uur het terrein der vei schi ikking verlieten was de oorzaak van het onheil nog niet vastgesteld. De erven Duyser, de bewoners van het huis <toaar het vuur zich het eerst vertoonde waren niet verzekerd. Uit een opgave welke wij ondanks de vreeselijke verwarring konden verzamelen, blijkt dat 20 gezinnen in elk geval verzekerd zijn. De schade is nog niet te benaderen. De spuit uit het naburige Zuilichem rukte te acht uur weer in. Men had dit bluschwerktuig hoofdzakelijk benut om de woningen nat te houden. De meeste gezinnen zijn bij familieleden ondergebracht. Het gerucht dat men het vee in de kerk in veiligheid zou hebben gebracht, bleef mij onbevestigd, wel is het een feit, dat geen enkel stuk vee in de vlammen is ongekomen, terwijl met dankbaarheid mag worden vastgesteld, dat de ramp welke onze buurtschap trof, wel veel have en goed, doch ge lukkig geen menschenlevens heeft gekost. Nader seint men ons: Bij den brand te Brakel zijn totaal veertig hui zen afgebrand (vijftig woningen), zestig hooibergen, een hooipers en vele hooischelven gedeeltelijk verzekerd. De oorzaak is totaal onbekend. Het perceel, waar de brand begon, is niet verzekerd. Een oud-strijder. Men schrijft ons: Het is dezer dagen 80 jaren geleden, dat het Nederlandsche volk voor de laatste maal te wapen geroepen werd ter verdediging van het vaderland. Voor het tegenwoordig geslacht behooren die ge beurtenissen tot wat men pleegt te noemen »de geschiedenis, al hebben de meesten onzer nog wel persoonlijk of bij name »oud strijders van 1831 gekend. Jarelang kon men af en toe in de bladen lezen, van een 90sten of lOOsten ver jaardag of van een sterfgeval onder de gelederen van die kleine, steeds kleiner wordende schare van dapperen, doch sinds geruimen tijd zoekt men tevergeefs naar dergelijke herinnering en het lijkt of alle oud-strijders het tijdelijke geze gend hebben. En toch is dit niet zoo. Luister slechts 80 jaar geleden was er in de kleine Brabant- sche vesting Ravestein een leeraar aan de Fran sche school; die brave man blaakte van heiligen ijver voor de vaderlandsche zaak en »de trouwe loosheid van den gemeenen Belg." Zijn woord had zooveel succes, dat op een mooien dag, drie dier leerlingen, allen omtrent 15 jaren oud, het kloek besluit namen, zich bij het leger in Zuid-Brabant te voegen. Zoo maakten zij den Tiendaagschen Veldtocht mede. Alle drie zijn hunne plotselinge vrijwil lige keuze getrouw gebleven, hebben het vader land vele jaren gediend, later als officier. Een van hen Igenaamd Van Willes, is als generaal overleden, reeds jaren geleden. Ook zijn krijgs makker De Haes is niet meer onder de levenden. De derden leeft nog en woont sëdert zijne pen- sionneering in de streek zijner geboorte. Hij is nog een uiterst kras man, die niet tegen een uurtje wandelen opziet en die nog geregeld ter sociëteit zijn partijtje maakt. Wel zijn hem de kwalen zijner hooge jaren niet gespaard gebleven, terwijl ook de gedachte zoo geheel alleen over te blijven van al zijne tijd- genooten, hem soms droevig stemt;doch niemand, hem ontmoetende op zijne dagelijksche wandeling' zou in dezen kloeken grijsaard, den man ver moeden, die in 1831 mede uittrok tot verdediging onzer grenzen. Zondag 16 Juli viert de oud-kolonel Wilhelmus van Hopbergen te Aalten zijn 95en verjaardag. (»N. Ct.'j° Uit de gevangenis ontvlucht. Men seint uit 's-Hertogenbosch In den nacht van 15 op 16 Juli zijn uit de bijzondere strafgevangenis te 's-Hertogenbosch vier beruchte inbrekers, C. Donker, Th Wijnen, J. A. de Haan en W. Roos, ontvlucht. Bij de ontvluch ting, die ongeveer half vijf moet hebben plaats gehad, waren zij in gevangeniskleren. Omstreeks half acht werd de ontvluchting geconstateerd. De ontvluchting geschiedde in dezelfde afdeeling, waar reeds vroeger ontvluchtingen hebben plaats gehad. Dit is reeds de derde uitbraak, sinds de militaire wacht aan de gevangenis te 's-Hertogenbosch is opgeheven. Bij onderzoek bleek, dat bij de ronden der gevangenisbewakers niets verdachts geconsta teerd werd. Sinds de laatste ontsnapping van den beruchten Arie Boeren was de bewaking nog wel verscherpt. Omtrent de wijze van ontsnapping is nog niets bekend. De uitbrekers hebben wel het meest gunstige moment gekozen. De directeur der gevangenis is met verlof, terwijl de meeste rijks veldwachters, waarvan de meeste eigenaars zijn van politiehonden, naar Amsterdam zijn gerequi- reerd. Op aanwijzing van een wielrijder, die in de omgeving van Lieshout (bij Helmond) twee der ontsnapte gevangenen meende te hebben gezien is de commissaris van politie met de inspecteurs uit 's-Hertogenbosch per auto naar Eindhoven vertrokken, waar de onderzoekingen worden voortgezet. 'Hevige brand te Boxtel'. Zafcerdagmor- gen is de m e La al'd raad] amp enfab riek der firma A Hard te Boxtel totaal uitgebrand. Be brand heeft zich afs volgt toegedragen. De heer Allard stond met een paar ingenieurs op den Locomobiel, toen de scheikundige kwam be richten, dat op het laboratorium eenige blauwe rook hing. Beiden sneCüen naar het laboratorium, doch vóór zij hoven kwamen, stond reeds liet geheelle plafond in vuur, zoomede het houten tu&sc'henjscih.ot van het neveiwertrek, dat altei pak- kei ij dienst deed. Aan bllusslcihen viel niet meer te denken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 2