Binnenland.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Koninginnedag.
sloten in een grooter lokaal te vergaderen. Vooral
van de zijde der pers werd geklaagd, dat de tot
dusverre gebruikte vergaderzaal te klein is.
De Spoorwegcommissie heeft gister twee beamb
ten van den Midland- en den Noorderspoorweg
gehoord, die klachten voorbrachten over onbillijke
bejegening en vreesaanjaging door hun meerderen.
PORTUGAL.
De stakingen der kurkwerkers en sjouwerman
nen te Londen worden ernstiger. Geen schip
kan zijn lading lossen. De Taag ligt doodsch, zon
der booten. De toegangen tot de haven zijn afge
zet. Gister kwam het tot een botsing tusschen de
sjouwermannen en de politie in de voorstad Po-
codobispo. Een man werd zwaar gewond. In de
straten bij de haven komen wanordelijkheden
voor.
ITALIë.
Uit Casaba Menfato wordt aan de «Giornale
d'Italia" gemeld, dat de koning van Italië met
het bestuurbaar luchtschip P. 2 een luchtreis
van een half uur medemaakte.
AMERIKA.
De correspondent te Washington van de «Times''
wijst er op, dat de eisch van erkenning van zijn
bonden, door het Amerikaansche spoorwegperso
neel aan de Illinois Central-spoorwegmaatschappij
en de Harriman-lijnen gesteld, overeenkomt met
den eisch van de bonden van het Engelsche
spoorwegpersoneel. De genoemde Amerikaansche
maatschappijen wijzen den eisch af. Kruttschnitt,
de onder-voorzitter van de Union Pacific, ver
klaarde, dat inwilliging van den eisch volslagen
verwarring zou beteekenen.
Een dreigende staking op de westerlijnen zou
veertigduizend spoorwegmannen omvatten.
Onderscheidingen.
Bij Kon. Besluit zijn o. m. de volgende onder
scheidingen toegekend:
Benoemd tot off. in de orde van O.-Nassau
mr. L. M. J. H. Eerstens, lid van de Prov. Staten
van Z.-H., weth. der gem. LeidenL. J. H. Wil-
linge, havenmeester der gem. Rotterdam dr. R.
H. Van Dorsten, leer. aan het Erasmiaansch gym
nasium te Rotterdam
dr. P. Mannens, pres. van het bisschoppelijke
seminarie te Roermond
dr. L. Berkvens, pres. van het bisschoppelijk
soeminarie te Haaren
F. Schmidt Degener, directeur van het Museum
Boy mans te Rotterdam
W. G. Van Nouhuys, letterkundige te Amster
dam
W. J. Hubert van Beusekom, insp. der grond-
bei. te Rotterdam
Marcellus Emants, letterk. te 's Gravenhage
mr. L. A. Bybau, gemeente-secretaris te Delft,
F. A. Boombergen, commissaris van politie te
Delft
mevr. Krul, geb. Schütz, presidente van de R.-K.
Centrale vereeniging tot bescherming van meisjes;
afd. 's-Gravenhage, wonende te 's-Gravenhage
Tot ridder in de orde van Oranje Nassau
mr. Th. Reepmaker, secr. der K. v. K. en F-
te Rotterdam
Tot ridder in de orde van den Nederl. Leeuw.
C., zich ook noemende en schrijvende C. J. De
Witte, te Rotterdam, directeur van het telegraaf
kantoor
mr. J. W. Alting Mees, griffier der arrond.-
rechtbank te Rotterdam
mr. P. J. M. Aalberse, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Gen., te Leiden
Winkelsluiting.
Het Nationaal Comité voor vervoegde Winkel
sluiting houdt zijn algemeene vergadering op Za
terdag 9 September te 's-Gravenhage. Aan de
orde komen o.a,Bespreking van het rapport der
studie-commissie over het wetsontwerp op de ver
vroegde winkelsluiting van de Staatscommissie
voor den handeldrijvenden en industrieelen mid
denstand, en vaststelling van het standpunt van
het Nationaal Comité ten opzichte van dit wets
ontwerp.
Verdwaald.
Blijkens een uit Nederlandsch Indië ontvangen
telegram is een patrouille in Meurêudoe (gouver
nement Atjeh en onderhoorighederi) onder com
mando van den onder-luitenant Nuttens, verdwaald
bij Pameuë. Door ter opsporing uitgezonden pa
trouille, welke 28 dagen zonder vivres was, ge
vonden aan de Kroeëng Mengenrintjing (Anoë).
Aan uitputting zijn overleden 9 inlandsche militai
ren beneden den rang van officier en 10 dwang
arbeiders en koelies. Wapens zijn niet verloren
gegaan.
Mr. H. P. L. C. de Kru\jff Jr. -j-
Mr. H. P. L. C. de Kruijff Jr. president-direc
teur van de Centrale Werkgevers-Risicobank te
Amsterdam, is te Baarn overleden. Hij was reeds
geruimen tijd lijdende. (N. Crt.)
Gemecntebegrooting van Haarlem.
Aan de verschenen gemeentebegrooting van
Haarlem over 1912 ontleenen wij dat het eind
cijfer is f4.225.812 60J, waaronder f 2.344.065.24^
gewone ontvangsten en uitgaven.
In 1911 was dat cijfer f2.270.289.60i- Het
meerdere bedrag is noodig voor de verhoogde sa
larissen van de werklieden. Bijzondere voorstellen
worden met gedaan. De hoofdelijke omslag wordt
gerekend te zullen opbrengen f 670.000 tegen
f594.000 in 1911.
De winst op het gas wordt geschat op f96.911
en die op de waterleiding op f15.198.
Het verlies op het slachthuis wordt geraamd
op f21.355, en dat op de electrische centralen
op f7040.
Trekhondenwet.
Onlangs deelden wij mede, dat een burgemee
ster, naar aanleiding van de beslissing van den
minister van Financiën, dat de nummerbewijzen
voor houders van hondenkarren op zegel moesten
zijn, en wegens de bepaling, dat deze nummer-
bewijzen aan belanghebbenden kosteloos moeten
worden afgegeven, de vraag aan den minister had
voorgelegd voor wiens rekening deze zegelkosten
moesten komen. Thans heeft de minister in ant
woord hierop bericht, dat eene nadere overweging
van de desbetreffende wetsbepalingen hem in strijd
met zijne aanvankelijk zienswijze tot het besluit
heeft gebracht, dat de nummerbewijzen geacht
mogen worden van zegelrecht te zijn vrijgesteld.
Waar toch schrijft de minister bij art. 5
der wet is bepaald, dat o.a. de aangifte van de
nummerbewijzen bij algemeenen maatregel van
bestuur zal worden geregeld, kan worden aan
genomen dat ingevolge deze delegatie bij dien
maatregel ook ontheffing van zegelrecht kon
worden verleend en dat hieraan uitvoering is
gegeven bij art. 10 van het Koninklijk besluit
van den 6en Februari 1911 (Stbl. no. 45) tot
uitvoering van de artt. 1, 4 en 5 der gemelde
wet door de bepaling, dat de afgifte dier num
merbewijzen kosteloos geschiedt.
«De Roode Dinsdag."
Vaar L. en V. vernemt, is de toestemming tot
heC houden van den optocht op den «rooden Dins
dag" verkregen.
Werkwijze der Kamer.
Dr. Nolens schrijft in de «Nieuwe Venl. Crt."
Er is een verschijnsel dat zich met meer regel
maat voordoet dan een ouderwetsche zomer.
En dan nog wel niet één keer maar ten minste
tweemaal in het jaar.
Dat is het geklaag over de werkwijze der Ka
mer, over den tragen gang van zaken, over tijd
verspilling, gebrek aan decorum enz.
Ge kunt er vast op aan dat ge, na afloop der
begrootingsdiscussie en na het feitelijk slot van
het zittingsjaar, die klacht verneemt
En wel op allerlei wijze en in allerlei toon,
maar zelden zonder overdrijving.
Nu en dan wordt zelfs het naderend «faillisse-
ment van het parlementaire stelsel" aangekondigd.
Gesteld die profetie werd eens bewaarheid
wat dan
De klagers zouden eerst dan tevreden zijn, als
er een meer absoluut stelsel voor in de plaats
kwam waarin zij natuurlijk meester waren.
Nu zal ik niet ontkennen, dat reden tot critiek,
tot klachten niet ontbreken.
Dat kan reeds a priori worden toegegeven,
omdat er niets volmaakts in dit ondermaansche
bestaat vooral niet als het door menschen
wordt tot stand gebracht.
En wie zal het vooral die leden der pers ten
kwade duiden, die dagen, weken, maanden lang,
de openbare vergaderingen moeten volgen, dat
ze niet alleen klagen en critiseeren, maar daarbij
ook wel de maat eens overschrijden.
Als ge er in het algemeen naar vraagt, zal
ieder Kamerlid toegevendat sommige «rede-
voeringen" best achterwege hadden kunnen blijven
maar niet de zijnedat te veel sprekers van
een zelfde groep zich doen hooren maar niet
van zijn groepdat van vele «redevoeringen" het
slot dichter bij het begin had kunnen staan
maar niet van de zijnedat herhaaldelijk een
debat in bijzaken verloopt, vooral in de replieken
maar niet door zijn doen.
Zelfkennis is er wel, maar ze blijft meestal
collectief, slechts zelden wordt ze individueel.
De fout ligt altijd bij de anderen.
Er moet echter ook rekening mee gehouden
worden, dat er meer groepen aan het woord
moeten komen dan vroeger, en dat de aangele
genheden, die tot bespreking aanleiding geven en
in talrijkheid en in belangrijkheid steeds toenemen.
Ook schijnen sommigen door partijvoorschrift
verplicht te zijn over alles iets te zeggen, en dan
zooveel mogelijk.
Daarbij wordt aan de ministerstafel niet altijd
een voorbeeld gegeven van beknopte zaakrijkheid,
ook met dit gevolg, dat er weer tijd en stof ge
geven wordt tot replieken, die weinig of niets ter
zake afdoen.
Eerlijkheidshalve moet worden toegegeven, dat
besprekingen, die in het speciale geval en op het
oogenblik weinig resultaat hebben, dikwijls toch
niet zonder beteekenis zijn. De contreleerende,
aansporende of terughoudende invloed ervan op
de regeering kan moeilijk worden nagegaan, en
naar zijn juiste waarde geschat.
Madr met dat al zal de Kamer toch wel de
zondebok blijven.
En een gemoedelijke zondebok.
Immers, om het maar zoo te noemen, een col
lectieve.
Hare leden kunnen, als ze er lust in hebben-
zelf mee klagen niet alleen, maar ook het college,
waarvan ze deel uitmaken, naar hartelust hekelen.
Het is dan ook wel eens voorgekomen lang
geleden natuurlijk dat Kamerleden, die een
goede veertien dagen minister waren en zelf als
Kamerlid niet geheel en al zonder schuld aan de
gebreken der Kamer, al dapper mee op die Kamer
afgaven.
Ook in andere landen worden over hetzelfde
thema het parlement en zijn werkzaamheid
klachten gehoord.
En in vele van die landen bestaan er veel meer
reden tot die klachten.
Dat moge een troost zijn voor onze klagers.
Misbruiken, waaraan het parlementaire stelsel
bloot staat, en die bij ons nog zoo goed als on
bekend zijn, hebben elders een blijvend karakter
aangenomen.
Wel mag het Nederlandsche parlement er tegen
waken, dat ze niet als het mond- en klauwzeer
uit het buitenland komen overwaaien.
Ook corporaties zijn voor besmetting vatbaar,
en tot navolgen, vooral in het kwaad, geneigd.
Indien het geklaag, voor zoover het grond heeft,
tot iets moet lijden, dan dient onderzoch te worden
in de eerste plaats of de fout ligt aan£de werk
wijze zelve, of aan de manier, waarop de werkwijze
wordt in practijk gebracht.
Wat dit laatste betreftook de regeering kan
deel hebben in de fouten.
Met het indienen van ontwerpen is van haar
kant niet alles gedaan.
Deze moeten goed zijn voorbereid en bewerkt
Zij moeten bijtijds worden ingediend en niet zoo
dat de Kamer op een gegeven oogenblik aan
overlading gaat lijden.
En inmiddels waag ik het, natuurlijk in alle
bescheidenheid, aan de klagers in overweging te
geven: stelt u, zoo mogelijk, zoo al niet absoluut
dan toch relatief tevreden tracht u van overdrij
ving te onthoudenen weest ook tegenover de
Kamer rechtvaardig en billijk.
Over hetzelfde onderwerp, maar in geheel an
deren geest schrijft ook «De Nederlander", het
blad van den heer Savornin I.ohman. Wij lezen:
Met instemming lazen wij, hoe A. B. in «De
Rotterdammer" uiteenzet, welke de beste methode
zou zijn, om den arbeid van de Tweede Kamer
spoediger tot een gewenscht resultaat te brengen.
Alleen vroegen wij ons af, of dat denkbeeld
niet reeds verwezenlijkt is door de laatstelijk, op
voorstel van den heer Lohman, aangebrachte wij
ziging van het Reglement van Orde, waarbij o.i.
meer practische manier dan A. B. voorstelt, ge
poogd wordt de eigenlijke behandelang van het
ontwerp over te laten aan de samenwerking tus
schen een door de geheele Kamer gekozen college
van ongeveer 20 personen, waarbij evenwel de
eigenlijke leiding geheel verblijft bij de Commissie
van Rapporteurs, terwijl ook voortdurende aan
raking tusschen bedoeld college en de overige
Kamerleden mogelijk blijftvoor de openbare
discussie blijven dan alleen die punten over waar
over men het niet eens kan worden. Alles in
voortdurend mondeling overleg met den Minister.
Reeds is deze methode in toepassing gebracht;
haar bruikbaarheid zal intusschen nog moeten
blijken, wanneer de aldus voorbereide wetsont
werpen in openbare behandeling komen.
Het doet ons veel genoegen op dit punt, instem
ming te vinden bij den schrijver in «De Rotterd.",
omdat van anti-revolutionaire zijde telkens tegen
de bedoelde nieuwe werkwijze der Kamer wordt
opgekomen.
i.
De Morgenstond.
Het oude Schiedam, anders zoo betrekkelijk
rustig niet lettend op het geruisch van hare
dagelijksche industrie ontwaakte heden ten
nieuw, opgewekt leven. De vaderlandsche drie
kleur, reeds gister-avond uit enkele huizen wap
perend, wordt nu in tallooze menigte gezien en
blijkt in volkomen harmonie met de fraaie feest-
étalages in de verschillende winkels, waarbij het
oranje den hoofdtoon voert en soms ook de beeltenis
der verjarende Vorstin wordt gezien.
t Is heden toch de 31ste verjaardag onzer
geëerbiedigde, geliefde Vorstin, de dag waarop
vóór 31 jaren het Kind van Hope, de Hope des
Vaderlands, na veel en velerlei beproevingen, werd
geschonken aan het aloude Nederland, dat zijn
vorstelijk stamhuis allengs zag vergaan, de laatste
loot van den eertijds zoo bloeienden Oranjestam
vreesde te zien wegvallen. De Algoede, Die
Nederland in de dagen der beproeving steeds zoo
zichtbaar nabij was, betoonde 't ook nu zijne
groote goedheid en ontfermingde oude stam
bleek bevestigd en bestendigd en nog in de
laatst verloopen jaren zagen wij den Oranjestam
in nieuwe, frissche loot herbloeien. Daarvoor
danken wij op dezen jubeldag allereerst Hem,
Die leven en wasdom schonk, maar uiten wij ook
onze dankbare blijdschap in vlaggentooi en klokke-
spel, in feesttonen en feestspelen, alles ter eere
van Haar, die, naar veler innigen wensch, nog tal
van jaren over ons regeere, nog tallooze malen
Haren heuglijken geboortedag met al de Hare^
blij en opgewekt moge vieren.
Het luiden der klokken.
Het luiden der klokken van de Groote Kerk,
Havenkerk, Frankelandsche kerk, Singelkerk en
Gasthuiskerk, zette heden-ochtend reeds om 63/
uur het feestgetij plechtig in en bracht op veler
lippen voorzeker een innige bede voor de geliefde
Vorstin, die haar 31sten jaarfeest te vieren stond.
De Koraal muziek.
Een opwekkend schouwspel bood heden-ochtend
reeds in het vroege morgenuur de omgeving van
het stadhuis. Het Marktplein tot in de omliggende
straten gevuld met een ontzaglijke menschenmassa,
terwijl velen uit de ramen en togen der omrin
gende bevlagde panden het schouwspel gadesloe
gen het stadhuis, tot op het bordes en in de
vestibule gevuld met leden van den Raad en be
stuursleden der Oranje-Vereeniging, velen met
hunne dames, gaf reeds een beeld van de blijde
opgewektheid die den geheelen dag in onze goede
stad bij het vieren van den heuglijken geboorte
dag onzer veelgeliefde Koningin heerschen zou.
Op het aangegeven uur, ten half acht, betrad
Burgdorffer's wakkere schare de Groote Markt,
ditmaal aangevuld met een groote schare van
omstreeks 150 zangers, meerendeels leden van
zangvereenigingen onzer stad, die onder zijne
leiding aan de stichtende koraalmuziek een op
wekkend zangnummer zouden paren. Allereerst
werden nu door het Stedelijk Muziekkorps uit
gevoerd Nun danket allen Gott en Ein feste
burcht ist unser Gott, waarna de Volksliederen
het «Wilhelmus" naar de oude toonzetting, tot
aller voldoening ten gehoore werden gebracht.
De Kinderoptocht.
Omstreeks kwart voor acht baande de politie, die
ook nu weer uitnemend de orde bewaarde, een weg
aan Vrijland's kinderstoet, die van achter het stad
huis naderde, 't Waren ditmaal niet alleen kinderen
die van uit den Doele, voorafgegaan door het
vaandel der OranjerVereeniging, de Markt betra
den maar er was ook heusche infanterie en ca
valerie in den stoet, al waren de huzaartjes ook
wat klein van stuk. In een open landauer door
hofkoetsier met palfrenier bereden, naderde zelfs
de Koningin in eigen persoon met den Prins en
het Prinsesje, die voor deze bijzondere gelegenheid
blijkbaar vader Vrijland de eer hadden gegund in
hun rijtuig den tocht mede temaken. Het geheel,
door ruiters gesloten, bood met den stoet van ge-
costumeerde kinderen ook een veelkleurig beeld
van leven en bedrijvigheid, dat het initiatief van
den heer Vrijland alle eer bewijst. De Prins
kwam op het stadhuis en ook de Koningin met het
Prinsesje, dat onder bijvalskreten vanaf het bordes
den volke getoond werd, werden daar gezien.
De Zanguitvoering.
De uitvoering van het beroemde toonwerk van
Rich. Hol «Hollands glorie", door een mannenkoor
van omstreeks 150 zangers onder begeieiding van
het Stedelijk Muziekkorps was zeker een evene
ment bij deze plechtige opening van het traditio-
neele Oranjefeest. Onder leiding van den heer
Burgdorffer werd het geestdriftvol nationale lied met
bijzondere toewijding uitgevoerd. Plechtig klonk 't
in dezen vroegen ochtendstond bij de schitterende
kleuren van Neêi lands vlag, door een heerlijke
Augustuszon bestraald.
Na de verdienstelijke uitvoering van dit prachtig
toonwerk werd de directeur van het Stedelijk
Muziekkorps, de heer Burgdoffer, op het stadhuis
ontboden. De burgemeester, de heer Honnerlage
Grete, bracht hem hartelijk dank voor het
geen er gepresteerd was en, hem gelukwen-
schend met het succes, herinnerde hij hem
er aan, dat t op 't zijn t's burgemeesters)
initiatief was, dat het lied «Hollandsglorie" werd
uitgevoerd, daar hij den wensch had uitgedrukt
dat aan de koraalmuziek een of meerdere zang
nummers zouden gepaard worden. De burge
meester sprak daarbij den wensch uit, dat het
volgend jaar nog meer zangnummers door meerdere
zangers zouden worden uitgevoerd.
In aansluiting bij het woord van den bescherm
heer der Oranje-Vereeniging, richtte ook hare
voorzitter, de heer F. J. Smit, een woord van hulde
en dank aan den directeur van het Stedelijk Mu
ziekkorps, die wel handelde naar een opgedragen
mandaat, maar toch toch zijn taak met liefde en
enthousiasme uitvoerde. Voorz. vereerde hem
een lauwerkrans met licht oranjekleurige linten,
waai op resp. de aanduiding «Oranje-Vereeniging"
een «31 Augustus 1911". Hij wees er op dat
bloemen en muziek den mensch opbeuren zoolang
de aarde vruchten voortbrengt, zullen er groen
en bloemen zijn en zoolang er edele zielen op de
aarde zijn, zal de toonkunst beoefend worden.
Voorz. uitte hierbij den wensch dat de heer Burg-
doi (Ter met zijn korps ook na het vergaan van
het groen de toonkunst zouden beoefenen op de
zelfde verdienstelijke wijze als ze dat tot heden
hadden gedaan.
Nadat een driewerf hoera de aanbieding van
dit huldeblijk als bezegeld had, bracht de heer
Burgdorffer dank voor dit vereerend bewijs van
waardeering en herdacht hij ook dankbaar de
medewerking die het korps van den burgemeester
*n t bijzonder, den gemeenteraad in 't algemeen
ondervonden had, verzekerend dat allen steeds op
dezelfden voet zouden doorgaan het belang van
Schiedam op muziekaal gebied te dienen.
Daarna werd door den burgemeester ook een kort
woord van dank tot het korps zelf gericht.
Toen richten zangers en muzikanten zich naar
het rijtuig waarin het vorstelijk gezelschap was
gezeten, en begroette dat met een geestdriftvol
Zij leven lang, wat met een prinselijken groet en
een vriendelijke buiging werd beantwoord. Daarna
verliet eerst Vrijland's kinderstoet de Markt in de
richting van de Hoogstraat, waarna het Stedelijk
Muziekkorps na herhaaldelijk om het stadhuis
gedefileerd te hebben, den
Wandeltocht
door de stad aanving. Door de Lange Kerkstraat
langs Broersveld, Hoogstraat, Koemarkt, Gerrit
Verboonstraat, Tuinlaan, Lange Nieuwstraat, Ger
rit Verboonstraat, Koemarkt, Broersvest, Noord-
vest tot aan den Doele werd gemarcheerd, alopa