Dagblad voor Schiedam De Financier. 34ste Jaargang. Vrijdag 8 September 1911. l\o. 10113. Aan den tweesprong. Officieele berichten. Kennisgeving. FEUILLETON. Boitenlandsch Nieuws. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland 2 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Roter- straat 50 en hij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Bureau: BOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Familieberichten 20 cent per regel. Handelsadvertentiën van 1—6 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Burgemeester en "Wethouders van Schiedam, Doen te weten le. Dat de Raad dezer gemeente in zijne open bare vergadering van den 20sten Juni 1911 heeft vastgesteld de volgende VERORDENING tot wijziging van de verordening op de heffing van Schoolgeld aan de openbare lagere scholen met uitgebreid leerplan in de Gemeente Schiedam (Gemeente blad no. 26 van 1910). Artikel 1. In art. 2 van de in het hoofd dezer vermelde verordening wordt achter het 5e lid ingevoegd «Ontbreekt de aanslag in de inkomstenbelasting »op grond van gemis van het vereischte belastbaar «inkomen, dan geschiedt de heffing van het «schoolgeld op den voet van het laagste belastbaar «inkomen." Het laatste lid van dat artikel wordt gelezen «Als onvermogenden worden beschouwd zij, «wier werkelijk inkomen, berekend volgens de «artt. 5, 6 en 7 van de verordening op de heffing «eener plaatselijke directe belasting naar het «inkomen, minder bedraagt dan f 500. Art. 2. In art. 8 wordt in plaats van »in art. 3" gelezen»in de artt. 3 of 4" Art. 3. Deze verordening treedt in werking metl Sep tember 1911. 2e. dat deze verordening is goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van den 25sten Augustus 1911 no. 19. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 8sten September 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. L. HONNERLAGE pRETE, De Secretaris. v. LUIK, L.S. De tijd, waarin te Schiedam groote welvaart heerschte door den gestadigen bloei van de jene- Ver-industrie, ligt in het verleden. Het getal brande- rl)en, in 1882 nog 388 bedragend, was, volgens bet Jaarverslag van de Kamer van Koophandel en fabrieken alhier, geslonken tot 102 (uit. Dec. 1910) 6n is na 1910 nog meer gedaald. Wij willen hier niet de oorzaken aanvoeren en bespreken, welke tot den ondergang dezer industrie bebben geleid. Wij hebben slechts het voldongen eit te constateeren. Det is niet alleen de jeneverindustrie, welke te Schiedam ten gronde is gebracht, maar ook de jjandel in het algemeen, en de scheepvaart in 't Uzonder, ondervonden den zwaren druk van den achteruitgang. De omvang van den handel in steenkolen en e° granen, zoomede van het getal buitenlandsche Scbepen, hetwelk hier de granen aanvoerde, kromp 'n naar verhouding van de vermindering der branderij Boeiende Roman. (Naar het Franseh.) 38) «Natuurlijk", liet Queyrat er eenigzins spottend hemV°i 8n' gi-" niet in Sebl'eke gebleven gevonu n uilleS me(ie te deelen, dien gij erop gen bebt, hoe de moordenaar na .het ple- Ren Van de misdaad, uit het appartement van naae Bernard langs het balkon geslopen was daarin vensterraam van Mordy's slaapkamer, gewm door een ruit te breken, de dasspeld den ifen om een verdenking te laden op der ,.nt°orbediende en alzoo de nasporingen l£i!tle te verwarren." dtisd'in inderdaad aan mijnheer Wegrow amge voorstelling van het feit gegeven. D t h-eeft bij gezegd Ze" afq !ïij mijn verklaring aannemelijk vond en ^archn A3 eeniSe waarschijnlijke beschouwde, hij ?d. 18 voor mij de eenige schuldige," heeft slachtnfr geVOegd' »en StePhan Mordy is het °ifist-n iU1 van een nootlottigen samenloop der vallPn gheid, welke zijn vertrek deed samen Que m6t den tijd van den mooi'd- Schriifw'i D'ommelde met een potlood op zijn tafel en gaf hem tot bescheid Intusschen maakte de techniek, vooral op scheep vaartgebied, groote vorderingen. De buitenland sche verzenders van granen bedienden zich meer en meer van groote zeebooten, welke, geen lig plaats meer te Schiedam kunnende vinden, te Rotterdam aan de daar gemaakte nieuwe prach tige havens een veilige meerplaats kregen. Schiedam begreep niet, dat het met zijn tijd mee moest gaan. Niet alleen gaf men zich geen voldoende rekenschap van de groote rol, welke de stoomvaart zou gaan spelen, maar men schonk in den aanvang ook te weinig aandacht aan den achteruitgang van het brandersbedrijf. Het eene stond in die jaren natuurlijk in nauw verband met het andere. Was al het mogelijke aangewend om den teruggang in het branders- bedrijf in den beginne te stuiten, had men de havenwerken in uitstekenden toestand gehouden en doelmatiger ingericht voor de zich snel uit breidende stoomvaart, Schiedam zou ontegenzeg gelijk niet in zulk een betrekkelijk snel tempo in een kwijnenden toestand zijn geraakt. Het laat zich gemakkelijk begrijpen, dat de malaise in niet geringe mate zijn terugslag deed gevoelen onder verschillende categorieën van inge zetenen. De timmerlieden, koperslagers en smeden, de werklieden, in branderijen of bij het kolen- en graantransport werkzaam, leden enorme schade en velen hunner waren gedwongen naar ander werk uit te zien. Ook voor den winkelstand braken donkere da gen aan. Schiedam heeft daarop een tijd meegemaakt, dat de huizen nagenoeg niets waard waren. Gelukkig is er sedert enkele jaren een verbe tering in den algemeenen economischen toestand in deze stad waar te nemen. Door de vestiging van onderscheidene groote industrieën vonden velen daarbij werk, hetzij bij den bouw der fabrieken, hetzij bij de bedrijven zelf. Er zijn menschen, die beweren, dat Schiedam eigenlijk niets aan die nieuwe industrieën heeft. Men schildert het voor, alsof de kosten van straat- aanleg, school bouw, politietoezicht enz. in dermate stijgen, dat wat aan eenen kant op de creditzijde kan worden geboekt, tot een dubbel bedrag aan de debetzijde kan worden geplaatst. Dezulken vergeten echter, dat zonder die indus trieën het er in Schiedam om boven gereleveerde redenen bedroevend zou hebben uitgezien. Men moet het juist een gelukkig teeken vinden, dat er een vermeerdering van fabrieken, welke in verschillende branches werken, hier thans valt te aanschouwen. De stedelijke overheid begrijpe goed haar taak. Zij zorge er voor alle industrieën zooveel mogelijk in de hand te werken, daarbij gedenkend, dat het wel en wee onzer stad in den tegenwoordigen tijd daarvan afhankelijk is. Er zijn in vroeger tijd mannen aan het stads- bewind geweest, welke begrepen hebben welke richting Schiedam moest inslaan. Zij hebben een «Ik blijf bij hetgeen ik gezegd heb. Spoor den verdwenen kantoorbediende op, breng hem hier. Als hij mij een duidelijke verklaring zal hebben gegeven over zijn plotseling en geheim veitiek dan zal ik hem niet langer verdenken, de mooidenaai van Bernard of de medeplichtige van Marchand te zijn. Tot zoolang blijft mijn oordeel over hem voorbehouden „Mijnheer Renard mag ik u verzoeken order te geven, dat de gevangene voorgebracht worde." De politieagent groette en vertrok. Na zijn heengaan begon Machand het verhoor te lezen, dat hij Marchand en diens echtgenóote reeds had laten ondergaan. Bijzonder vestigde hij zijn aandacht op de inlichtingen welke hij af gevraagd had betreffende verhoudingen, die tusschen den schrijver en Rene Bernard bestaan hadden. Over die verhoudingen; openbaarde zich in de antwoorden van man en vrouw in- daad tegenstrijdigheideen lichte tegenstrijdig heid, t is waar, maar die kon toenemen en een opening worden, waardoor het volle licht kon binnendringen. In hoofdzaak had de roman schrijver het volgende gezegd: Ik kende Ber nard eenvoudig als buurman. Wanneer wij elkander kruisten op de trap bleef het bij groeten. Onze verhoudingen bepaalden zich bij'deze tee kenen van beleefdheid, nooit spraken wij elkan der aan. Ik kende zijn appartement door het gezien te hebben, toen het te huur stond, al vorens ik tot het mijne besloot, dat ik nu hunne plannen helaas niet verwezenlijkt gezien, veelal door tegenwerking van hen, die niet het ware belang dezer stad voorstonden. Het spreekt van zelf, dat bij de weinige energie, welke Schiedam in de laatste helft der 19e eeuw aan den dag legde, het opbloeiende Rotterdam een machtige havenstad kon worden en Schiedam geheel overvleugelen. Beziet men den toestand van het oogenblik, dan zijn er slechts twee hoofdwegen, welke Schiedam kan inslaan, om de welvaart dezer stad in de toekomst te verzekeren le. de annexatie van Schiedam bij Rotterdam. 2e. zelf de handen aan den ploeg slaan door verbetering van havenwerken, gepaard gaande met het totstand brengen eener spoorwegverbinding. Blijkt de overheerschende meerderheid van ons stadsbestuur in de gegeven omstandigheden van oordeel dat Schiedam als zelfstandige gemeente geen recht van bestaan meer heeft, dat alle kosten, aan havenwerken, spoorwegaansluiting enz. besteed, weggeworpen geld zou zijn, en het beter voor deze stad zou zijn, indien zij bij Rot terdam werd ingelijfd, dan sture men ook aan op een spoedige annexatie. Men wachtte niet met het bevorderen dier annexatie, totdat Schiedam geheel is teniet ge bracht, maar men zij dan van stonde af aan in die richting werkzaam. Want wat werkt er niet verlammender op een stad, dan dat men alle energie dooft door de opmerking»laat dit of dat maar achterwege, vandaag of morgen worden wij toch- bij Rotterdam ingelijfd." Wij voor ons zeggen niet, dat wij voor Schie dam geen anderen weg zien om het tot meerdere welvaart te brengen, dan de annexatie bij Rot terdam in de hand te werken. Integendeel. Wij zijn nog steeds overtuigd dat het initiatief voor een annexatie dezer stad door Rotterdam niet spoedig zal worden genomen. Rotterdam heeft nu ligplaatsen voor schepen voldoende. Niet vooraleer de reusachtige Waalhaven gereed is, zal men in Rotterdam gaan denken over uitbrei ding van haventerreinen. Uit verschillend oogpunt achten wij de toe komst onzer stad nog niet hopeloos. Schiedam beschikt aan den Maaskant over een enorm grond gebied. Dit grondgebied kan productief gemaakt worden zoowel ten voordeele der industrie als van de scheepvaart. Aan den Maaskant ligt de toekomst voor Schiedam I Dit is reeds tallooze malen gezegd door hen, die een breeden kijk hebben op com mercieel gebied. Ook wij onderschrijven het gaarne. Welken weg Schiedam thans moet inslaan, om tot een beteren toestand te geraken, zullen wij in volgende artikelen uiteenzetten. een langdurig onderhoud met den staatssecretaris van buitenlandsche zaken gehad. Gisteren sloten verschillende samensprekingen zich hierbij aan. Het eerstvolgende gesprek van den staatssecre taris met den Franschen gezant zou vermoede lijk heden-ochtend worden gehouden. Afwachting en terughouding, dat blijft te Parijs het kesmerk van den toestand ook deTemps," die gisteravond rijk aan optimistische berichten en beschouwingen was, laat thans alle com mentaar achterwege. De terughouding hier is verscherpt door de aankondiging van Duitsche tegenvoorstellen dit woord stegen voorstel" alleen reeds doet de meening toenemen, dat de bespre king nog tyd en moeite kan kosten, alvorens tot een definitief accoord te leiden. De Berlijnsche sPost" van gisteravond weigert haar sensatie-bericht terug te trekken. Haar zegs man blijft van meening, dat zijn bron absoluut te vertrouwen is en dat de Fransche voorstellen tot heden niet goedgekeurd werden. Men hoopt in toonaangevende kringen, niettegenstaande deze weigering van de Fransche voorstellen, dat Frank rijk verdere concessies zal doen. De van Duitsche zijde gedane voorstellen worden in niets meer veranderd en men kan er zekei van zijn, dat Kiderlen Wachter energisch zal optreden. Uit Parijs wordt gemeld In politieke kringen, buiten den Quai d' Orsay, blijft men zwijgen ten opzichte vau de optimis tische voorspellingen in verband met een even- tueele overeenkomst in zake Marokko. Caillaux, die, tusschen haakjes, aan Fransche zijde veel meer de onderhandelingen leidde dan minister De Selves en die als minister van Financiën in het kabinet-Monis indertijd het initiatief nam tot de onderhandelingen te Kissingen, verklaarde gisteren, gunstige berichten uit Berlijn te hebben ontvan gen. Hij is er van overtuigd, dat men voor het einde der maand tot overeenstemming zal zijn gekomen. De Marokkaansche kwestie. De „Norddeutsche Allgemeine Zeitung" meldt De rijkskanselier, die eergisterenavond uit Kiel te Berlijn aan is gekomen, heeft na zijne aankomst bewoon. Ik wist dat hij eenig fortuin bezat, dat onafhankelijk maakte. Door den uitnoodi- gingsbrief dien hij aan alle huurders in het huis gezonden had, wist ik dat hy op. het punt stond te trouwen. Vier of vijf dagen voor de misdaad heb ik hem ontmoet, hij heeft mij niet toegesproken." Zij, de jonge vrouw, had gezegd „Zij kenden elkaar als goede buren. Mijn man heeft zich een of tweemaal bij mijnheer Bernard begeven, twaalf of dertien dagen voor den moord. De beweegreden voor dit bezoek en het onderhoud, dat er bij plaats greep, zijn mij niet bekend. Bij het vernemen van zijn dood heeft mijn man herhaaldelijk gezegd dat de overledene een edel hart, een rechtschapen geest, een kiesch geweten bezat. Mijn man spreekt niet lichtvaardig; als hij dit oordeel over mijnheer Bernard geveld heeft, dan kent hij klaarblijkelijk feiten, waarop hij zijn waardeering grondt." Queyrat redeneerde aldus: „Primo: Marchand was bij Bernard geweest, en heeft het mij niet gezegd. „SecundoVermoedelijk kent hij intieme feiten uit het leven van Bernard, feiten die de' achting wettigen, welke hij betuigde hem toe te- dragen. Hij heeft eveneens zijn bekendheid met die feiten aan nfij verborgen. „Helderen wij eerst deze twee punten op." Op dit oogenblik ging de deur open en Mar chand verscheen tusschen twee politieagenten. De eene bleef in het tusschen vertrek, de andere RUSLAND. Uit St. Petersburg wordt aan het «Berliner Tageblatt geseind, dat in Finland de gevallen, waarin de politie tot de betoogers overloopt, toe nemen. Bij een groote sociaal-democratische ver gadering in Ivota trokken twee bereden en veer tien gewone agenten de partij van de betoogers, zoodat de chef, die met twee overgebleven agenten niets kon uitrichten, door de menigte werd ge hoond. In Wiborg overhandigden 26 agenten een verklaring, dat zij zich niet meer door den gou verneur zouden laten misbruiken om inbreuk te maken op het recht van vergadering. In andere plaatsen verscheurden de agenten het bevel van den gouverneur-generaal om geen vergaderingen toe te laten en lieten ze wel toe. Met het oog daarop heeft de gouverneur-generaal om het zen den van Russische politieagenten verzocht om alle betoogingen te onderdrukken. Tegen den 17den September zijn in vele steden van Finland groote vergaderingen belegd. Naar uit Nicolai-stad wordt gemeld, maken alle bladen een open brief aan Langkof, den staats- trad met den gevangene binnensloot zorgvul dig de deur, plaatste er vast een stoel tegen, ging ei op zitten, waarna hij bedaard de armen kruiste. Dit systeem van afsluiten is even eenvoudig als veilig, het maakt het den gevan gene onmogelijk te ontvluchten, want om daartoe te komen, moet hij eerst dezen bewaarder op den grond doen tuimelen, dan dien van het tus schen vertrek, vervolgens moet hij zich heenslaan door hen die op het gedruisch der worsteling of op het geroep hunner makkers toesnellen bovendien zijn deze bewaarders sterke en ge spierde snaken. Queyrat liet aan Marchand geen tijd om zich alles duidelijk voor den geest te brengen. Hij deed alsof hij meer wist dan in werkelijkheid het geval was, en zei op een schijnbaar onver schilligen toon „In ons laatste onderhoud hebt gij mij ge sproken over het gesprek dat tusschen Bernard en u plaats had bij liet bezoek, dat gij hem bracht twaalf of dertien dagen voor zijn dood, dat is den 2n of 3n September. Vertel mij eens opnieuw de woorden, dien toen tusschen u beiden gewisseld zijn. Hetgeen de sluwe grijsaard voorzien had gebeurde. Gustaaf herinnerde zicb niet of hij al dan niet over dat bezoek gesproken had Hij geloofde, door den bevestigden toon van'den rechter van instructie misleid, dat hij dit bezoek bekend had, en antwoordde: [Kordi vervolgd iien.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 1