Dagblad voor Schiedam Omstreken.
TWEEDE BLAD.
De Financier.
34ste Jaargang.
Vrijdag 20 October 1911.
l\to. 10149.
üit de Pers.
Staten-GeneraaL
FEUILLETON.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Pierre Ledebox.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
De duurte en de zee visch.
In een artikel in »De Nieuwe Courant" onder
bovenstaand opschrift betoogt jhr. J. C. C. den
Beer Poortugael, dat bij een tijdelijke duurte de
maatschappij zich zal en moet redden door naar
andere voedingsmiddelen uit te zien, en hij wijst
'n dit verband voor ons land op zeevisch.
De schrijver zegt o.a.
Ons volk eet bijna geen visch. De Engelschen
eten ze soms driemaal per dag, van allerlei
soort, op allerlei wijze toebereid. Zij beginnen
al bij 't ontbijt. De Duitschers minder dan de
Engelschen, maar veel meer dan wij. Wij wil
len niets anders hebben dan krimpvisch, ver
wend als wij zijn uit den tijd, toen er nog
niets anders waren dan zeilschuitenbottertjes,
bommen, botters en blazers, die ter kustvaart
gingen en kersversch de visch levend aanbrach
ten, zoo iets als nog uit den tijd van de Kani-
nefaten. Maar de stoom is gekomen, laat genoeg
bij ons, toen die in Engeland al tientallen van
jaren op de visch vangst was toegepast, en
heeft daarin een groote verandering gebracht.
De stoomtrawlers, die verder in zee gaan en
zes tot tien dagen uitblijven, brengen natuurlijk
alleen de vangst van het laatste etmaal levend
aan. De massa wordt dadelijk duchtig onder
het ijs gelegd, en zoo bij thuiskomst in de
vischhal afgeslagen. De visch moge voor de
lekkerbekken en fijnproevers niet den bijzonder
fijnen smaak hebben van de levend aangevoerde
en krimp-gesnedene, zij is uitstekend en levert,
mits goed toebereid, een zeer smakelijk gerecht.
In de grootste hotels en restaurants van het
buitenland en hier niet minder worden
ze door een Franschen of Duitschen kok met
een of andere sauce a la Bearnaise of a la
Pompadour opgedischt met wat kappertjes,
door de gasten met welbehagen verorberd en
met een goed glas Haut Sauterne vereerd.
De meeste Nederlanders hebben geen flauw
denkbeeld van de overgroote hoeveelheden
kostelijke voeding, die door de stoomtrawlers
bet land ingebracht, maar voor een groot ge
deelte helaas ook weer, tegen haast spotprijzen
bet land uitgevoerd worden, zulks alleen omdat
er niet wordt gezorgd, dat men bij ons visch
°p verschillende wijzen tot een smakelijk ge
recht weet te bereiden en de daarvoor geschikte
ook als volksspijs te benutten. Zoo gaat er
uitnemende volksvoeding en daar mede een
menigte volkskracht bijna dagelijks voor Neder
land verloren.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 19 Oct.
De Militiewet.
A's de alg. beschouwingen over de Militiewet
Boeiende Roman.
(Naar het Franseh.)
68)
Daar gij mij aanbevolen hebt op grooten
voet te leven ten einde den beiden bankiers
alle vertrouwen in te boezemen, zijn mijn
hulpmiddelen uitgeput en verzoek ik u mij
een chéque op zicht van tienduizend frank
te willen toezenden in een enveloppe, volgen-
derwijze geadresseerd
Mijnheer de baron Plock,
Hotel du Róne, appartement No 25,
Geneve.
Zooals ik in mijn vorig schrijven heb ge
zegd, is baron Plock, de eenige naam, waar
ender ik hier bekend ben.
sIk verzoek u, mij zonder uitstel te ant
woorden en hernieuw de verzekering van
mijn volkomen toewijding.
Stepiun Mordv.
morgen niet afloopen, zal er Dinsdagavond verga
derd worden.
De heer Marchand vervolgt zijn rede met
een onderzoek naar de oorzaak van de mislukking
van het viermaanders stelsel en voorbereidend
militair onderricht. De instelling van de militaire
werkers keurt spr. af.
Spr. verklaart het verzet tegen het ontwerp
ondanks het daarin bevorderde beginsel van alge-
meenen dienstplicht. Het zwaartepunt der oefe
ning is verkeerd gelegd in de voorgestelde her
ziening. Het kazerneverblijf moet verkort en
anders willen spr. en de zijnen geen vergrooting
van het contingent.
De heer de Savornin I. oh man zou een
langeren oefentijd wenschen, doch hij zal daarom
niet tegenstemmen. Op dit oogenblik moeten we
geen volksleger hebben. Spr. verwacht niet veel
van een volksleger nu de persoonlijke dienstplicht
geen beteren geest bracht. Men wijst er op, hoe
hoe men den geest van het leger ondermijnt, zon
der daarmede een volksleger te scheppen.'
Dit laatste is een ideaal, waarvan men de ver
vulling niet eischen kan van het Dept. van Oor
log^ De jeugd moet zich hiertoe voorbereiden.
Spr. wijst op de onjuistheid van de cijfers van
dr. Kuyper betreflende den druk der oorlogskos
ten hij vraagt den minister een vergelijkend
overzicht daarvan.
De heer A r t s is in zijn oordeel over onze
weerkracht versterkt door het rapport van den
Raad van Defensie. De herziening van de militie
wet 1901 zal te zwaar drukken op personen en
geldmiddelen. De Reg. let niet genoeg op de
verzwaring van die tweesoortige lasten. Spr. ver
gelijkt de te wachten verzwaring van den mili
tairen druk met de luttele verlichting, die daarbij
in uitzicht gesteld is. Spr. wenscht geen verzwa
ring van legerlasten, alleen intensiever oefening.
Spi. is tegen de militaire werkers, tegen het stren
ger worden van het vooronderricht, tegen de vrij
stelling van kostwinners, tegen de geheele af
schaffing van hun vergoeding, tegen lang kazer
neverblijf. Alleen als aan zijn bezwaren wordt
tegemoet gekomen, kan spr. voor het ontwerp
stemmen.
De heer Nolens klaagt over het verschil in
meening onder de deskundigen in en buiten de
Kamer. De openbaarmaking van het rapport van
den raad van defensie keurt spr. goed.
Ons volk, meent spr., is au fond niet tegen den
dienst, mits de overheid medewerkt.
IJij verdedigt de rechterzijde tegenover den heer
Roodhuyzen.
Verandering van legerstelsel acht spr. onmoge
lijk. Alles bijeen genomen, voordeelen en nadee-
len van het ontwerp, meent spr. dat het plicht
is, het ontwerp aan te nemen.
Hierop komt de minister van oorlog (de
heer Colijn) aan het woord. Hij vangt aan met
de beantwoording van nog enkele in het voorloo-
pig verslag der Kamer gestelde vragen, die aan
het departement waren over het hoofd gezien.
Vervolgens bespreekt de minister de weerbe
lasting. De minister verklaart, dat de regeering
bereid is, eene weerbelasting te ontwerpen. Hij
wijst op de tegenstelling staand of volksleger, die
sterk naar voren treedt. Spr. doorloopt de geschie
denis van onze militaire wetgeving in het kort.
Alle wijzigingsvoorstellen, die er geweest zijn, be
oogden vergrooting van het contingent, een oefe
ningstijd van 12 maanden, voortdurende aanwe
zigheid van troepen in de kazernes en een blijvend
gedeelte van 7 tot 14.000 man.
De minister betoogde, dat de gebreken in de
legerontwikkelingen zijn ontstaan door de mis
lukking van het instituut der viermaanders en
van het vooronderrichtdat wel het tweeploegen-
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel.
Handelsadvertentiën van 1 6 regels 0.92elke regel daarboven 15 c®nt
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteer en worden uiterst bil-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85, Postbus no. 39.
„Deze brief,zei Ferrari tot zich-zelf, „is om
meer dan eén reden zeer merkwaardig, vooral
als men hem in verband brengt met het eigen
handig schrijven dat mij de arme kantoorbediende
van Odon Wegrow verschaft heeft. De beide
brieven bewijzen het koopen van den 'invloed
van verscheiden dagbladen. Welke booze be
ramingen en aanslagen zijn daaronder verbor
gen Ik ken het adres van Mordy, dat
is de hoofdzaak zeer sluw zal hij thans moeten
zijn, wil hij mij ontsnappen. Tegen wil en
dank zal hij mij de beweegreden van zijn ver
trek, het geheim van den moord van René
Bernard bekennen. Maar alvorens ik hem ga
achtervolgen, ontnemen wij aan Wegrow afle
aanleiding tot verdenking en sluiten wij den
brief weer met dezelfde voorzichtigheid in zijn
enveloppe. Het was niet kiesch van mijn kant
aldus het brievengeheim te schenden. Bah
Ongetwijfeld ware dit slecht, had ik met fat
soenlijke lieden te doen, maar ik worstel met
schurken en ben wel verplicht mij over alle
angstvalligheden heen te zetten, waaraan zij
zich volstrekt niet zouden storen.
„Ik dacht wel dat de bankier wist wat er
van zijn geëmployeerde geworden was, en dat
hij zijn schuilplaats kende. Welk kan Wegrow's
aandeel in den dood van Bernard geweest zijn
Mordy zal het mij zeggen. Als het noodig is
zal ik hem met den revolver op de borst
zijn geheim ontrukken Alvorens den
brief in de enveloppe te fluiten naoet ik gr een
stelsel schade heeft gebracht, dat dit niet de ont
wrichting heeft gebracht. Zeker heeft na 1906 ons
hoofdwapen, de infanterie geleden, maar er is
geen reden tot ontmoediging al is de toestand
onbevredigend. De minister heeft zich tot uitgangs
punt gekozengeen generale herziening, doch
verbetering van de bestaande militiewet. De
minister achtte een eersten oefentijd van twaalf
maanden niet noodig. Hadde hij dien voorgesteld,
dan zou het legervraagstuk nog lang vertroebeld
zijn door de politiek en de onrust in het land zou
hebben voortgeduurd.
Wat betreft de motie-Thomson betreffende het
afhankelijk maken van contingentsverhooging van
verkorten oefeningstijd, verklaarde de Minister,
dat, indien het de bedoeling der motie is om óf
het blijvend gedeelte af te schaffen, of verkorting
van den oefeningstijd te verkrijgen, of beide en
daarvan afhankelijk te maken de verhooging van
het contingent, deze motie volko
men onaannemelijk is.
De Minister verdedigde vervolgens het instituut
der militaire werkers.
Behoud van het blijvend gedeelte verdedigde
spreker uit mobilisatie-oogpunt.
De Minister ontkende, dat de legerorganisatie,
welke in het ontwerp wordt voorgesteld, zou moe
ten dienen om de officieren-salariëering er door
te krijgen.
Naast de vrijstellingen had spreker gaarne de
vergoedingen aan kostwinners behouden, maar
financieel is er een grens aan alles.
Uit vergelijkende cijfers met andere landen con
cludeerde de Minister, dat ons land niet zoo duur
uit is met zijn legerkosten en met de kosten, welke
uit het ontwerp zullen voortvloeien.
De Minister zal werkzaam blijven om in den
geest van het leger verbetering aan te brengen.
De geest lijdt op dit oogenblik o.a. door den
grooten afstand, tusschen het officierenkorps en
de minderen,
Samenwerking in de Kamer om dit ontwerp
tot stand te brengen, zoekt de Minister met ieder
die op eerlijke wijze wil medewerken, ook met
de sociaal-democraten, maar niet als dezen zeg
gen geen man, geen cent en geen spijker voor
defensie-uitgaven.
De Minister van Binnen 1. Zaken ver
dedigde het regeeringsbeleid op defensiegebied en
verdedigde daarbij den oud-minister Sabron tegen de
door den heer Marchant uitgebrachte beschuldi
ging van onoprechtheid en onwaarheid.
Verder verdedigde spreker het publiceeren van
het advies van den Raad van Defensie als een
maatregel om geen verkeerde gedachten te wek
ken omtrent den aard van de critiek van dien
Raad, welke men zich allicht erger zou voorstellen
naar mate zij geheim gehouden werd.
Het verwijt, dat de Regeering zich nietlcrach-
tig verzet had tegen het uitstel van behandeling
der Militiewet, wees de Minister terug naar de
liberale leden, die vóór dat voorstel gestemd had
den, niettegenstaande zij vroeger, toen de regeering
de kustverdediging op den voorgrond wilde bren
gen, geroepen hadden, dat de reorganisatie der
levende weermiddelen den voorrang moest hebben
boven die der doode weermiddelen (de kustverde
diging). De regeering liet zich, na aanneming
van het uitstel-voorstel van den heer Nolens niet
uit, omdat zij zich ongaarne wilden mengen in
een regeling van werkzaamheden der Kamer, lig
gende zulks niet op den weg eener regeering. De
tijd was overigens te kort voor den Minister om
het kabinet te raadplegen wat te doen stond na
aanneming van het voorstel-Nolens, daargelaten
of dreiging met heengaan wel verstandig zou zijn
geweest.
Ten slotte bestreed de Minister de uiting van
den heer Ter Laan, dat het leger een klasseleger
zou zijn, bestemd om tegen het proletariaat op^te
treden. In zulk een gedachtengang kon de
Minister zich eenvoudig niet verplaatsen.
Spreker verzekerde zijnerzijds, dat de regeering
bereid is, een weerbelasting ter hand te nemen.
Heden voortzetting.
Uemeentebegrooting.
(Slot).
Memorie van Antwoord op hef verslag van het
onderzoek der Gemeemte-Begrooting voor 1912
in de. afdeelingen van den Gemeenteraad.
Volgnummer 124. Kosten van openbare werken.
Jaarwedden van het personeel enz. De opmer
king doelt blijkbaar op de verhooging van de
jaarwedde van den hoofdopzichter der landerijen
en plantsoenen. Deze is ten laste van het Grond
bedrijf gebracht. Administratiekosten
Volgnummer 126. Onderhoud van straten en
pleinen. Het is ons niet duidelijk wat centrali
satie van werkkrachten is.
Wordt daarmede bedoeld, dat niet meer dan
éen straat tegelijk moet worden opgebroken, dan
zal met dat verlangen rekening worden gehouden.
Wat de reparatie van straten betreft, hier omtrent
kan beterschap verwacht worden, zoodra de bui
tengewone straatwerken verminderen en dus meer
krachten overblijven voor het reparatiewerk. In
de laatste jaren waren daarvoor slechts 3 straat
makers beschikbaar, waarvan 2 vaak door ziekte
niet hebben kunnen werken.
De wenschelijkheid van rijwielpaden wordt door
ons gedeeld. Waar deze zonder groote kosten
gemaakt konden worden, is dat dan ook geschied.
De straten kunnen echter niet worden opgebroken
voor den aanleg van rijwielpaden, maar voordien
aanleg moet gewacht worden op geheele herstra-
ting. De uitbreiding gaat daardoor niet zoo snel,
als misschien gewenscht wordt.
Bovendien houde men in het oog, dat de meeste
straten te smal zijn om er een strook te kunnen
afnemen voor rijwielpaden.
Aan de handhaving van het verbod om rijdende
op een rijwiel kinderen mede te voeren wordt wel
aandacht gewijd.
In 1911 zijn tot heden reeds 5 processen-verbaal
ter zake opgemaakt.
Volgnummer 128. Onderhoud van wandel
plaatsen en plantsoenen. Wat de toegangen
tot het Sterrebosch betreft, zij opgemerkt, dat éen
daarvan, gelegen tegenover den oprit uit den
Diefhoek, reeds is verbeterd. Met de verbetering
ook van de andere toegangen zal worden voort-
copie van nemen, die mij te pas kan komen."
Toen dit werk naar wensch afgeloopen was,
ging Ferrari naar beneden en legde Mordy's
brief bij de correspondentie, welk hij reeds op
de schrijftafel van den bankier gebracht had.
Vervolgens keerde hij naar zijn kamer terug en
peinsde
„Nu ik het adres van Mordy ken, moet ik
hem onverwijld achterna; maar ik kan hier
niet zonder motief vertrekken. Verdwijnen
zonder te waarschuwen zou iets buitengewoons
lijken, misschien vermoedens wekken Boven
dien moet ik in zekere goede verhoudingen met
het hotel Wegrow blijven, zoodanig dat het mij
in geval van noodzakelijkheid, mogelijk is hier
onder het kleed van kamerdienaar terug te
keeren."
Ferrari liet het hoofd gedurende enkele minu
ten in de handen rusten eindelijk was hij tot
een besluit gekomen. Hij nam een blaadje
papier en schreef aan zich-zelven- met een ver
draaide en ongeoefende hand een briefje van
den volgenden inhoud hij zorgde dat het van
grove spelfouten wemelde, die hier onvermeld
blijven
Beste John,
Er is een plaats te krijgen, die voor u
geknipt is. Een reizend Amerikaansche
lord, een vriend van mijnheer, zoekt een
kamerdienaar, die geleerd is en Engelsch
Toen de vraag om zand ver versching van be
doelde speelplaats inkwam, is daaraan dadelijk
voldaan.
Volgnummer 129. Kosten van bruggen en
overzetveeren. Waar wij moeten erkennen, dat
de salarissen van de sluis- en brugwachters in
den begintijd nog al laag zijn, zijn wij bereid met
voorstellen bij den Raad te komen om de periodieke
verhoogingen, die nu na 5- en 45-jarigen dienst
kent om hem op reis te vergezellen. Hij
zal tachtig zelfs negentig frank per maand
geven als hij iemand naar zijn zin vindt.
Gij moet u haasten als gij ervan wilt pro-
iiteeren. Het is een buitengewone occasie
en gij kunt vandaag reeds klaar komen,
want de Amerikaansche lord blijft niet
lang te Parijs.
Kom mij dus dadelijk opzoeken. Uw
vriend zou zelf wel de plaatsgenomen heb
ben, maar hij kent geen Engelsch en raadt
u dadelijk toe te happen.
Zoodra Ferrari met dezen epistel gereed was,
ijlde hij er mee naar mijnheer August.
„Lees deze brief eens," zei hij hem
De eerste kamerdienaar doorliep hem en zette
een versmadend gelaat.
„Wat een stijl en wat een spelkunst houdt
er uw vriend op na 1"
„Ja, maar zijn voorstel is goed ik heb lust
het aan te nemen."
„Denk gij er over, John riep mijnheer August
uit, die met leedwezen zijn vertrek tegemoet
zag, een vertrek dat hem van twintig frank
winst per maand zou berooven. „Denkt gij er
over, en is het u ernst Gij kunt toch 'het
huis niet zonder motief verlaten
- CffiwflU wvokgjl^
O