bandelen, nl. de verhoudingen in het gezinle. fasschem ©chtgmooten onderling, 2e tusscben ouders len kinderen, 3e. tus-sohen gezinshoofden 'ein inwonend© dienstboden. i Ton eerste dan: de eóhtgenooten .onderling. D© beste middelen tot onderlinge heiliging zijn g!eduld en een goed voorbeeld. Geduld om elkanders gebreken ie, verdragen, om op den juiste» tijd te spreken en te /wij gen. liet goede voorbeeld in aandachtig gebed, nauwgezetheid v,an geweten, vergevings- en ver zoeningsgezindheid H Is bijna niet denkbaar, dat het voortdurend stichtend voorbeeld van de eene partij zonder indruk blijft op de andere Wij: bespreken het gewone Christelijke leven v«n echtgeiLoolon, die geloof hebben, God vree zeen ©n zij'n geboden onderhonden. B ij zulk eien leven zullen niet alleen bade ethtgienooten gjo-ede Christenen zijn, maar elkan der ook als zoodanig keinmen en dat is de grond slag' der echtelijke trouw en vain het wederzijdscn vertrouwen. In gemengde- huwelijken ik godsdienstig sa menleven van echtgonooben een onmogelijkheid juist daarin ligt de grootstje veroordeeling1 dier huwelijken. Beoefening van godsdienst in het huisgezin, vereiisciht allereerst in dep godsdienst gelijkgezinde edhtgtemnoten. Beschouwen wie thans de verhouding van de ouders tot hunne kinderen met betrekking tot den godsdienst, zeker wel het voornaamste punt. De eerste godsdienstige opvoeding1 is het ge heim der moeder. Mep kam nauwelijks' gissen, door welke jwoor- dein en teekenen deze zielewerking wordt uit geoefend. Deze eerste en vroegste indrukken zijn van hef hoogste belang, worden ze verwaar loosd, gepn onderricht zal ze geheel kunnen ver vangen. waint de vorming des gemoeds heeft, evenals alles bij' de ontwikkeling van den mensc-h, haren tijd, di© slechts eenmaal komt en spoedig voorbij gaat, ais de bloeitijd in d'e lente. Onbetwistbaar is in dien -eersten tijd de moe der die hoofdpersoon voor dte godsdienstige ©n zedelijke, ©pvW-ding. Ma,ar heit kind wordt spoedig grooter en be gint waar te memein, wat in zijn omgeving ge beurt. Di© omgeving, wat beteekent ze veel voor de opvoeding. Is zie van een Christeïijken gpds- dicnstigen geest doortrokken, dan kan het niet anders, of het kind z.a,I in gelijken zin zijn gleest ontwikkelden. Het zijn niet alleen woorden, wijze les,sen. Christelijke vermaningen, welke de op voeding maken, neen, veel meer werkt uit de w'iJzt, van teven der ouders, hoe zij zich ouder ling uiten, hoe zij! zich in het gezin, in bet bij zijn hunpier kinderen gedragen. E,n dat is geen zaak van studie, van voortdurend opletten, doen moet van ziel'f gaan. Er is intussehein mieier op godsdienstig' ge bied dat het kind reieds moet kennen, voordat het ter tee-ring glaat. Het behoort lot de ver plichting dier ouders aam het kind het gebruik van wijwater, van dep rozenkrans, de beteeke- nis van gewijd© palm te loeren, waardoor we van zelf komien aap d© huiselijke godsdienst oefeningen. Ik roep het u allen toe: laat ze niet na, die kleine huiselijk© godsdienstoefeningen, verricht ze mede, gij' mjenschem van zaken, gij werkers, die den gamsclhein dag ondier zorgen voor het dagc- lijkseih brood gebukt gaat. Er is gle'sm beier mid del om die rimpels op uw voorhoofd !e ontplooien, °m de muizenissen, die u plagen, v,oor een wijle °P de vlucht te jagen, en ge hebt daarbij: de ^'etonschap, dat ge uwen kinderen een weldaad bewijst, die tot in lengte van dagen zal in perken. Bij dat gemieienschappeilijk gebed moeien we bet in tuis schen niet laten. Dien ouders kan geen betere raad gegteven wor ded, dit geldt zoowel voor vatilers als vooir hiioiedieps dan zielïf eerst goed een bijbelsch v-erhaal fe lezen en het daarna miet eigen taal aan de kinderen iover te vertellen. Een nood wendig gevolg daarvan zal zijn, dat op kerke lijk© feieistdagien, wanneer gle- van zelf herinnert w.ordt aan bepaalde gebeurtenissen, die ge in de, Bijhelisichle Geschiedenis verhaald vindt, gaat Vertellen wat .op den feestdag1 betrekking beeft. Z,ou beieren de kinderen, als het ware spelen derwijs, in d© eerste plaats de waarheden van bun geloof, maar tevens menig wijze les, wel ke hun het gtelhieelte leven door van uitnemend Voordeel kan zijn. Ik houd mij overtuigd, dat hot wijzen o-p de bielioionimg van het goede, op het straffen van bet kwaad, zooals ge dat schier op iedere biad- hyde der H. Schrift vindt neergeschreven, vaak Meier zal uitwerken dan harae woorden of sla- gein, I Dan wil spr. nog iets ziegigdn over de verhou ding tot de dienstboden in godsdienstig opzicht. y°orop zij; gesteld, dat ik de dienstboden de mwomemdem althans, be&c'houW als te behooren *°t bet huisgezin. Heit is op zich zfelf reeds een Merkwaardig feit, dat deze verklaring: moet wlor- deö afgelegd. E|n toch zijn er tegenwoordig ve- lein, di© er lam-cters over denken. Vele huisvaders Mjn er, die zich weinig bekommeren om de ge- "miginigiein van hnn personeel, ook wanneer het tnwoneind i,s, terwijl de dienstbodten zelf maar al b® dikwijls de aldus gieibodien gelegenheid aan* SHpiem, om z,ich te ontworstelen aan een ge-zag', j^t zich zelf ten deele wegcijfert. In goede Katho- gezipnep zal men die onverschilligheid eener- zijds, dite vrijheidszin' vain idietn anderen kant niet bet sterkst aantreffen, maar toch' wint ook daar reeds de gedachte veld, dat da dienstboon zelf moeten weten, wat ze moeten doen, dat overigens hunne ouders haar hebben in fe prenten, wat zei moeten doen en laten, dat men er hoogstens rn'e.d-e af is mie-l die ouders te waarschuwen, als ze, verkeerde dingen doeln. Ik ban beslist over tuigd, dat me|n meerdere gehechtheid bij zijn personeel zal vinden, naarmate men zich meer aan hunne persoonlijk© belangen laat gelegen liggen. Die hoofden van gezinnen hebben dus pok' t< zorgen,, dat de dienstboden hunne godsdienst plichten niet alleen kunnen waarnemen, maar behoorlijk waarnemen. Bovendien moeten de dienstboden ook bepaald worden aangespoord om iets meer te doen dan bet ajlernoodigste. Ten slotte spreekt spr. de hoop uit, dat hei- geien bij gesproken en aangevoerd heeft, bij zij ne toehoorders de overtuiging moge hebben be vestigd, dat die algetaeene vernieuwing in Chris tus, welk© omzie Heilige Vader ons allen als doel van ons lleivein en streven voor oogen gesteld beeft, slechts dan is te bereiken, wanneer de godsdienstzin in die huisgezinnen stelselmatig wordt, a,a,n:giekw©efct en hooggehouden. TWEEDE AFDEELING. Godsdienstzin in het openbaar leven. Voor del twleiede sectie sprak mr. P. J. M. Aalbersie over „Godsdienstzin in bet openbare leven God te! diemieln is' onze eerste! en voornaamste plicht, omdat wij' daartoe geschapen zijn; 't is het eind,antwoord op alle vragen, welke pp ons aanstormen, iein van wier juiste beantwoording het tijdelijk iein eeuwig w^jijin afhangt der indi viduen, maar ook het welzijn van hef buisge zin, staat e|n maatschappij'. Wij zijn geschapen om God t© dienen op aarde d. w. z. dat wij er naar moeten streven, dat Gods wil ge schiede allereerst in ons zelf, vervolgens in ons geizin, vorder in htet maatschappelijk teven, maar ten slotte ook in het openbaar leven. Voor ons:, Katholieken, behoeft deze stelling geen bewijs, zou men denken. Onder den in vloed van htet liberalisme waren er vlele Katho lieken, die er anders over dachten en ook thans nog bekruipt ons soms de vrees, nat er nog Katholieken zijin, welke de practised© gevolg trekkingen dezer aligemieene stelling weigeren té aanvaarden. Het liberalisme ,als stelsel huldigt liet atheïs me in het openbaar leven. Of er ©en God be staat, ien z,oo ja, wat deze God van ons eischt, volgens biet liberalisme heeft de Staat daar niets nu de te miaiken. Godsdiens t is voor de binnen kamer. Consequent zou het liberalisme dus niet alleen scheiding van Kerk en Staat, maar ook volkomen vrijheid van godsdienst en vrijheid voor d© Keirk moeten erkennen en als eenige grens de openbare orde moeten steilten. E,n de praktijk? In Duitschlamd voerden de liberalen de Meiwetten tegen de Katholieken in; in Frankrijk vervolgen zij de Kerk, berooven hare goederen en belemmeren hare vrijheid van ban delen In Portugal zagen wijl onlangs hetzelfde en willen de liberalen in Spanje anders? Maar in ons land, zeggen de liberalen' tot ons, zijit gij toch volkomen vrij. Volkomen waar; maar als lw-e|e hetzelfde doen, i,s het daarom nog' niet hetzelfde. Wij' willen godsdienst vrijheid, niet omdat die- Staat uit beginsel atbeiri- tiscli moet zijin maar enkel en alleen, omdat ir. de feitelijke toestanden van ons vaderland, bij hielt nu ©animaal' helaas; bestaand verschil van godsdienstig© denkbeeldten bijl ons volk, alleen dan eien vreedzame samenwoning en werking der burgers mogelijk is, wanneer de Staat de'ver schillende Kerkgenootschappen vrijlaat. Dezen toestand erkennen wij dus alleen fei telijk in ons land met gemengde bevolking, maar het princiep; aanvaarden we niet. Wij' aanvaar den d-e prac'tischiei, feitelijk scheiding va,n Kerk en Staat, omdat heit -niet anders kan en -dan nog slechts in zoo v-er het niet anders kan. Derhalve le-eren wij niet, dat de, Staaf zich in hc-t geheiel niet om gods-dienst te bekomme ren beeft, nog minder dat zijl, die aan liet open bar© leven deelnemen, daarbij' geen rekening moe ten houden met hunne godsdienstig© overtui ging. In alter levensomstandigheden immers voelt de Katholiek-, aat zijn geloof in ©n liefde vo-or zijin God en Schepper met heel zijn wezen als het ware is saam geweven. Ein zouden wijl nu wanneer wij optreden in 't openbare leven, eens klaps uit, ons hart di© Goclsgiedachte kunnen ban nen? Dat "is onmogelijk -en de Katholiek, uie dit tracht te doen, is ©en onnoo-zele of ©en lafaard. Het is ©en onmogelijkheid, h©t pene oogen- blia als Katholiek aan de kinderen jn bet huis gezin eien vaderlijke vermaning te geven daar na als „Christen'", d. w. z. als half of kwart Katholiek, in eien interconfessioneele vakvereeni- -giflig hel woord te voeren om vervolgens als -enkel m-ensich in een •regeeringslicha.am als rede naar op te, treden. Welk een innerlijke verwar ring, welk ©ein tegenspraak I Hoe komt bet nu, dat die voor Katholieken toch zoo van z-eilf sprekende waarheid, zoo vaak althans in de praktijk wordt ontkend? Op d? eerste plaats kan het zijin uit gemakzucht, lui heid of domheid. „De -over zichzelf voldane fat soenlijk© memseh," zooials pater Weisz zegt, dio i-n den Scbommleïstoel v-an zijn deugd zijn mid dagslaapje doiet, hoort niet graag van beogen? dingen spreken: h'ij heeft immers alles wat hem behaagt en verlangt verder niets." 't Kan ook d,o:m'heid zijin, gebrek aan dcor- zich: ein bie-grijpien van deze waarheid, dat in laatst© instalnti© de, grondoorzaak van alle in den afval van hst Christendom, in do vermaat- schappelijkie kwalen, moet gezocht worden zwak king van dein werkelijk dhristelijlken geest. Den Iw-eed© oorzaaik, wiaarom veten (weigeren hun katholiciteit i-n het openhaar leven te er kennen, is heit menschtelijk opzicht, do angst voor de wereld, bang voor hunne zaken, hun carrière, bang ,o,m voor fijnten en fanatieken gehouden 'te worden. De ongelukkige, verblinde lafaards. Zij' schijnen niet bang voor hje-t verschrikkelijk woord van ChristusWie Mij1 verloochend beeft voor de menschein, hem zal Ik ook verloochenen voor Mijn Beuijeiscbem Vader!. Een derde- oorzaak is de -nawerking der libe rale ideeën, de meem-ng, dat godsdienst en po litiek niets meit eikaar hebben uit fe- staan, het huldigen ©ener valsc-h'e idee van verdraagzaam heid. Zo-ovelien weten het zelf niet, dat Zij' nog vol zitten van echte-, onver valsche liberale ideeën en vooroordeeilen. En toch, alleen daardoor is het ie verklaren, dat er ook onder ons zijn, meer dan velen W-el m-flen-em, die in hun hart anti-clericaal zijn die- de, geestelijkheid liefst uit het maatschap pelijke ein openbare leven zouden terugdringen di© mee-nen, dat d© bisschoppen zich met de sociale wepeenigmgen niet moesten bemoeien en daar ©igleni'ijik geen recht toe hebben. Alleien daardoor is het te verklaren, yiat ve len -nog steeds tegten den uitdrukkel ijken wil der Bisschoppen, weigeren zich in speciaal Katholieke vereienigingein te organisee-rendie een- Katholieke staatspartij een onding noemen; die wenschen, dat de Kerk zich met de wereld moet verzoenen, zich m-o-et aanpassen aan de- moderne ideeën, Uie -op politiek en vooral op sociaal terrein een mini- mum-chrislteindom voorstaan, om de best Letero- gtten geziuden samen te brengen. Is b;el geein dwaasheid zic/h te schamen voor ©en geloof, waarvoor duizenden martelaren hun leven hebben gegeven? En al is het in d© gegeven omstandigheden en vierboudi-ngien in ons vaderland niet moge- rijic te eische-n, dat de katholieke tevens- en we reldbeschouwing in ons vaderland alleen Lot uiting ein geding kome-, toch moeten wij als katholieken voor haar opeischem, dat z'ij naast de- overige tevens- en wereld-beschouwingen volle erkenning en -gelijkberechtiging erla-nge, en dat wel geheel gelijk zij is, ©n niet slechts in zooverre zij zekere ©tementen met andere confessies gemeen hééft. Dit is geen onverdraagzaamheid. Alleen in be ginsel is hei kiatho-liciswe niet verdraagzaam, jn zooverre als de waarheid zich nooit verdragen kan met de dwaling. En hierover behoeven wjj- ons niet te schamen. De z.g. verdraagzaamheid van het liberalisme- is niets dan onverschilligheid tegenover God en de eeuwige waarheden. Voor ons geldt Christus' woord: wie, niet voor Mij is, is tegten Mij". E-n meit die waarheden valt niet te schipperen. Volgt aldus uit dein eersten plicht des men- schenGod fe dienen op aarde, dat die dienst van God bestaat in het volbrengen van Gods wil ein dat ndieit alleen i-n het huisgezin, in aar ook in het openhaar levein, zoo valt verder te be schouwen-, wielke practisch© gevolgtrekkingen uit dtez-e vooropgezette stelling voortvloeien. Dan volgt uit d-e- ©erste vraagwat moeten wij, kafhioliekiem op ons zieif staand© doen? Het ant woord is in dit leletnje- saam te vatten: wij moeten niet zijn enkel katholieken in naam, maar ook katholieken in daad. Vooreerst in ons narticulier leven. Een katholiek, die in 't voorste gelid mee strijdt, maar wi-ems particulier leven, b.v. op ze delijk gebied, niet in alle op-zichten onberispe lijk is,, doet aah de katholieke zaak 'meer afbreuk, dan honderd vijanden, die tegOnover óns staan. Heit gaat verder niet a-ain-, -om in allerlei fi-es-t- te-jiegrammen openlijk van gehoorzaamheid aan Paus -ein B-isschappein1 tel getuigen en toch innerlijk en in 't geheim hun meest dringende wenschen en vermaningen tegen te werken, of erger nog, ond-er het mom van gehoorzaamheid aan het boven ons' gestelde g©zag, eigen meeningen door tte drijven, al weten wij, dat die handelingen vol strekt niet strooken met de me-eningen der Bis schoppen, of wanneer t er ons om te doen js, die Bisschoppen verder te doen gaan, dan zij op e©n gegeven* oogenblik zelf willen. Wie an deren tot gehoorzaamheid aanspoort, moet eerst z-elf het voorbeeld g-even, nfet alleen uitwendig, maar ook inwendig. Wi© anders handelt, is een schijnheilige, een hypocriet, om ge-ein scherper woord fe gebruiken. Vergeef mij, zegt spr. dat ik, die van eigen zwakheid -en onvolkomenheid diep- bewust ben, hef waag deze woorden te spreken. Maar be denk, w.at Thomas a Kempis zegt, da,t liet niet dj© vraag js, wie fets zegt, maar wat gezegd wordt. Laten wij ook i-n olnB' particuliere leven in- ©n vurig katholiek zijn, maar waaneer wij! dit met Gods genade- zijn, laten wijl het dan' ook openlijk toonen, niet alleen thuis, maar ook in dein stamfcneip en de sociëteit; niet ai- leieni n de kerk, maar o-ok onder niet-katholieken niet alleen in gezelschap van onzen pastoor, -maar ook jn d© spoorwegcoupé, toonen wij, dat we mann en z ijn. La ton wij niet al le spoedig beVreesd zijn voor „fijnen" of „vromen", te worden ge houden, maar met fierheid ons soldaten van Christus toonen en ons niet voor ons kruis teek-en schamen. Zoo komt spr. tot de tweede vraag: w*at moe ten wij doen, ten opzichte van en in vereeni- ging met andere -katholieken? Eigenlijk lclan spr. volstaan met het antwoord: Katholiek zijn. „Ziel, hoe lief ze elkaar hebben", zeiden de heidenen, wann-eier zij de eerste Christenen bijeen zagen. En hoe is 't tegenwoordig Overal, waar men rondziet, treft men, soms zeer heftige, oneenigheid tussclhen de katholieken aan. En gewoonlijk is de oorzaak: eigenliefde, hoogmoed, j-aloeirsChheid, comcurrentiezuaht. Wolik 'n kracht ©n invloed konden wij uitdie nen indien wij elkander niet onderling bestre den maai- vooruit hielpen, indien wij het k vnden aanzien ©n erkennen; dat er ©enigen van ons meier vooraan moeten staan en leiding geven aan V geheel, indien wij alle persoonlijke af gek eer d- heid, standsvoor00rdecl en onderlinge jalousie voor goed onder ons wisten uit te roeien; in dien bij. ieder onzer niet als eerste vraag gold: aan wiein de eer, aan wïen het voordeel? maar: hóe- bereiken wij' het best, dat Gods wil ge schiedde, ook in bet openbaar leven En zoo komt spr. aan de derde en laatste vraagwat moeten wij1 doen ten aanzien van de samenstelling der publiekrechtelijke lichamen? In de eerste stelling werd reeds het antwoord ge geven: wij moeten, als 'katholieken, er naar stre ven, dat Gods wij word© volbracht ooik in liet openbare leven. Welnu, dat kan, in een consti- tu(ioneeten s-taat, als de onze is, op geen andere wijze geschieden, dan doordat wij, zooveel ons dat mogelijk is, ervoor zorgen, dat in de verschil lende publiekrechtelijke bestuurslichamen, man nen worden gekozm, van wie met reden ver wacht mag worden, dat zij' ertoe zuilen mede werken, dat miet Gods wil, ook op het gebied van het openbar© leven rekening worden gehou den Dit is voor consequente katholieken eigenlijk zóó van zelf-sprekend „dat men zich zou kunnen afvragen, of het nog noodig is, dit op oen Katlwr liekendag te betoogen. En toch.... ieder onzer die zich miet da practijk der verkiezingen voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten of Gemeen teraad heeft bezig gehouden, weet uit eigen treu rig© ervaring, hoevele katholieken er nog in ons land gevonden worden, die op dit punt heelemaal niet consequent katholiek zijn. De diepste vrind van deze verschijnselen is de valsche bewering: politiek heeft met godsdienst niets t-e maken. Een valsche bewering want zij moge liberaal of sociaal-democratisch zijn katholiek is zij riet. Spr. licht principieel toe en vervolgt dan: Kan nu iemand ontkennen, het nauw verhard lus schen -godsdienst en politiek? Kan .iemand ont kennen, dat hieruit voortvloeien voor ons, katho lieken, in onzen tijd, zeer zware ernstige plich ten Daarom kan rnein gerust zeggen, dat in Onzen tijd en in onze verhoudingen, een Katholiek, die kieisnecht heeft, ook heeft kiesplicht, een plicht, die in verschillende omstandigheden zóó zwaar kan zijh, dat hij, die- haar verzaakt, zijn geweten bezwaart. Wij moeten er ons- dus wel van doordringen, dat wij', als Katholieken, tot z,eer ernstigen en zwanen plicht hebben, Om - ons hij verkiezingen van besturende lidhamen allereerst af te vragen: welke personen den moesten waarborg geven, dat zij, gelko2©n zijnde,' er het meest 1.0e zullen Lif drage-n en medewehken, dat ook in bet openbare leven G-ods wil word© volbracht o'rn dan van de beantwoording van deze vraag voornamelijk ae bepaling onzer keuze te doen afhangen. Wanneer wijl alten dit vast voornemen, en dan tevens den vasten wil hebben, om met elkander ©ndrachtelijlk samen te werk-ein, dan gaan .wil, wat ©r ook gebeuren moge, met Gods hulp en zegen, gewis een schoon© toekomst tegemoet, een glorievolle toekems-t, omdat wij; op den door onzien geza-menlijlken arbeid omploegden en be zaaiden grond, in vollen wasdom zich' steeds hoogier en hlooger zullen zien verheffen het breed- gelooverde woud van dan Christel ijken toekomst- staal, beschenen door de Zon van Gerechtig heid ,en Liefde, gedrenkt door de Bron van Leven ein Waarheid, een glorie- en eere voor Christus, onzeln Koning! DERDE AFDEELING. Godsdienstzin in het Sociale Loven. In de derde af deeling sprak rector Stroomer over. Godsdienstzin in het Sociale leven. Wat is godsdienstzin ©n wat is maatschappelijk le ven? vraagt spreker. Godsdienstzin is de gestadig© drang tie- ziel om heel 'smenschen bestaan, al zijn denken, zijn verlangen, spreken en handelen ie richten op het volbrengen van Gods wil, zoodat ziji bij dat a]lels zich van zelf steeds rekening vraagt of God er door -gledieidd' wordt. Dus geen vrome hui ,of opwelling, maar iets blijvends, een zin tuig afe 't war© van' d© ziel. Maatschappelijk teven is de samenvatting van al die handelingen, waardoor d'e mensch zich in beltrekking stelt met andere inensc-hen om in samenwerking dat tijdelijk geluk ie verkrijgen, waartoe de eenling of in het geheel mee of slechts onvolmaakt en ten deele bij machte is. D,e voornaamste dezer handelingen kunnen war den ondergebracht le bij' de productie dor goe deren, waardoor ontstaat de betrekking tu3schen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 3