J. W. WELLE, Nieuwe luid Hoeden. Bout- en IJsiiiutseii. MANNESMAN!!' Gas- en Waterleiding. K. G BRUGGER, Koper-, looi- en - Zintierker. tlansen Wouterlood. UCHT Advertentiën. HOOGSTRAAT 93. Ontvangen Uitgebreide collectie Verkrijgbaar bij A an lég van Dam 20. o— Telefoon 123- JANSEN WOUTERLOOD's knv.htig prikkelen, dan moet mep ze heet drinken. Ligt het in de bedoeling het lichaam warmte te onttrekken, het af te koelen, b.v. des zomers, als men behoefte aan koelte heeft, dan moet men zulke voedingsstoffen kiezen, welke ook bij een lagere temperatuur dan die van het bloed, smakelijk en onschadelijk blijven. Daar toe behooren: koude koffie, melk, vruchten sappen, vruchten, koud vleesch, jams, salade. De afko'elende en dorst verslaande eigenschap der dranken treden het snelst op bij een warm tegraad van 10 tot 18 graden Celsius. Waarop het berust, dat niet, gelijk te verwachten zou zijn, een nog lagere temperatuur in dit opzicht doeltreffender werkt, is wetenschappelijk nog niet verklaard kunnen worden. Met name kof fie van ongeveer 15 gr. Celcius is een dorst- verslaande drank, zooals geen andere. Beslist te koud worden zeer dikwijls jbier en koolzuurhoudend water gedronken. Bier wordt soms nog bij 5 gr. Celsius verschonken, wijl het zelfs in bijna "bedorven toestand, bij zulk een lage temperatuur er toch nog smakelijker uitziet. Zeer groot is de nadeelige invloed, welken ijskoud sodawater uitoefent, gelijk het in het warme seizoen in de hallen op straat (in Zwit serland en Duitschland) wordt verkocht. Drij vend van zweet, in de brandende «on gebruikt men daar dikwijls snel een ijskoud glas water. Zeer terecht heeft de regeering in (Duitsch land een publicatie doen verspreiden, dat de op straat te koop geboden minerale wateren, koud gedronken, zeer gemakkelijk ernstige spijsverteringsstoringen kunnen teweeg bren gen. In deze publicatie bevelen zij de verkoo- pers van deze wateren dringend aan, de dran ken op drinkwatertemperatuur te houden, m. a. w. de temperatuur niet beneden 10 gr. Cel sius te doen dalen. Hoe staat het nu met dat genotmiddel, het welk men slechts in bevroren toestand pleegt te eten, n.l. de kunstmatige ijssoorten? Zijn deze dan steeds nadeelig voor de gezondheid? Blijkens de dagelijksche ervaring, is dat geens zins het geval. Maar dat komt misschien ook daardoor, dat men ijs slechts zeer langzaam Bin geringe hoeveelheden, ,thoelepelsgewijze, sa voureert, maar het boevndien eerst in den mond laat smelten en dus verwarmt, terwijl men b.v. een glas water haastig leeg drinkt. Meer of minder schadelijk zal ijs dan werken, als het dient als slotgereeht van copieus© maal tijden, omdat het de temperatuur van den maaginhoud verlaagt en daardoor de vertering vertraagt, terwijl deze juist na het eten van groote hoeveelheden voedsel, zooveel mogelijk bevorderd dient te worden. Men kan deze scha delijke werking eenigszins opheffen door het gebruik van een kop warme koffie, hetgeen ook meestal geschiedt. De welgemeende raad: „niet te koud en niet te heet drinken!'' bevat dus in deze algemeene beteekenis weinig practische wijsheid. Veeleer moet zich de temperatuur der verschillende spijzen en dranken steeds rickhten naar het doel hetwelk men door het gebruik er van zooals vanzelf spreekt buiten de voeding om be reiken wil, d. w. z. of wij er verwarming of af koeling mee beoogen, Nadert haar tempera tuur evenwel de uiterst toelaatbare grenzen van koude of warmte, dan moet men zeer voor zichtig zijn en steeds slechts kleine hoeveelhe den met behoorlijke tusschenruimte nemen. Het „Achterland''' van Tripolis. Het belang, dat Italië bij het bezit van Tripolis heeft, is grootendeels ontstaan door de invloed van Gerhard Rohls, een der beste kenners van deze l'urkscho provincie, die in 1880 in het Milanee- neesche tijdschrift „L'Esploratore" de beteekenis van Tripolis veel hooger stelde dan die van Tu- „Zij zijn doof, misschien liggen zij wel verpletterd in een afgrond, 0, mijn arme man.'' Daar verscheen mijnheer Brandmaller senior ein bleef verbaasd staan. „Wat is hier aan de hianid?" Margot stak haar armen uit naar den ouden heer en zocht een steun bij hem. De boekhouder vertelde hem zoo goed. mogelijk van het ver dwijnen van zij!n zoon. „Dat komt elr van, dat komt er van! Bo llede zakenmenschen moeten zich bekommeren om de prijzen van suiker ©n petroleum inplaats van bergen te beklimmen. Telefoneer dadelijk eens naar boven, misschien zijn ze daar al lang". f „Is al gebeurd, mijnheer." „\raag dan nog eens. Neen, wacht maar, ik zal dat zelf wel doen. Schrijf jij de nummers even op van de andere hutten hier in de buurt." En toen begon eien aanhoudend! getelefoneer. Inlusschen was tde kantoortijd om en het per soneel verdween. Alleen de boekhouder bleef. Alle informaties bij de hutten hadden geen re sultaat De herbergier van een der hutten deelde mede dat een reddings-expeditje van Garmisch voor een uur was vertrokken „Dan is er voorloopdg niets te doen en doe je het best naar huis te gaan „Naar huis? In dat leege huis? Aleide heeft haar uitgaansdag Neen, ik blijf veel' liever hier!" De oude heer toonde weinig neiging den nacht jli htef kantoor door te brengen, bove|n!dien zei.de nis en de meening wps toegedaan', dat met hejt bezit van Tripolis de beheersching van den Soe dan gepaard ging, en dat zoowel historische als geografische gronden Italië in de eerste plaats als de bezitter van dat gebied aanwijzen. Sedert dien tijd zijn echter verschillende omstandighe den oorzaak geweest, dat de waarde van Tripolis als toegangspoort voor den Soedan sterk ver minderd werd en zijn positie hij! den transitohan del tussehen Europa en het binnenland van Afri ka zwakker werd. Die omstandigheden beginnen bij het voortdringen der Euroepesche kolonisa tie van den Golf van Guinea uit naar West- Soeclan en het gelijktijdige binnendringen der Franschen in do Sahara. Door een reeks van verdragen hebben Frank rijk en Engeland, om een zuivere scheiding tus sehen beider gebied, tussehen het Fransche in Noordwest-Afrika en hot Engelsche in Egypte, te verkrijgen, het „achterland" van Tripolis de fac to onder elkander verdeeld, zonder zich te storen aan Turkije, dat zich er tegen verzette. Bij het verdrag van Londen van den 5en Augustus 1890 liet Engeland Frankrijk vrij, zijn gebied in Noord- Afrika uit te breiden tot een lijn, die Barrua aan het Tsadmeer met Say aan den Niger ver bindt en. iets ten Zuiden^ van den 14en graad N.B. loopt. Bij de overeenkomst tussehen Duitsch land, Engeland en Frankrijk, die den 15en Maart 1894 de grenzen tussehen Kameroen en den Fran schen Congo vaststelde, werden aan Frankrijk de Noord- en Oostkusten yan het Tsadmeer toege staan. Deze regeling had het natuurlijke gevolg, dat Frankrijk er naar streefde, zijn N.W.-Afrika met zijn Congoleesehe bezettingen aan het Tsad meer te verbinden, waarmede dan een econo mische losmaking van de handelsbetrekkingen tus sehen westelijk Soedan en Tripolis gepaard moest gaan. De nadere grensbepaling tussehen de Fran sche en Engelsche interesse-sfeer volgde in het verdrag van 21 Maart 1899, dat westelijk en mid- den-Soedan met den voornaamsten karavaanweg naar Tripolis onder de Fransche invloedszone bracht. Bovenbedoelde grens loopt nu als volgt zij begint aan de zuidoostgrens van Fessan, in het snijpunt van den keerkring met den lfien graad 0. L„ loopt dan naar het zuidoosten tot den 24en lengtegraad, "dien zij volgt naar het zuiden tot de noordgrens der Egyptische pro vincie Dar-Fur; dan scheidt zij tot aan den Hen N.B.-graad dit gebied van het sultanaat Madal, om van daar uit zich aan te sluiten bij de waterscheiding tussehen den Nijl en den Kongo, totdat zij onder den 5en graad N.B. de grens van den Congo-staat bereikt. Na dit verdrag zegden Frankrijk en Enge land zoowel aan Turkije, dat deze isehikkingen niet erkende, als aan Italië, dat Tripolis in uit zicht gesteld werd, toe, dat den trans-Sahara- handel geen beletselen in den weg zouden ge legd worden, een toezegging, die echter niet nagekomen werd, daar Engeland spoedig daar op in Nigeria op van Tripolis komende waren een tol van 10 o/o hief. Terwijl Frankrijk dus bij bovengenoemd1 verdrag de aanspraken van Italië op Tripolis erkende, ontnam het aan dit „geschenk" ten koste van Turkije weer zijn waarde, doordat het 't achterland van Tripolis in zijn interesse-sefer betrok. Sedert tientallen van jaren streeft de Fran sche koloniale politiek in Noord-west-Afrika er naar, den Saharahandel van Tripolis af en naar Algerië en Tunesië te leiden. Verschei dene malen heeft men gepoogd, d© bemidde laars van dezen handel met West-Soedan, .do bewoners van de Tripolitaansche case Ghadar mos, en de „heeren dei- woestijn," de Tuaregs, voor deze plannen te winnen. Het resultaat was meestal gering en niet blijvend1; het gebeurde met de expeditie-Flatters, die in het jaar 1881 door do Tuaregs in de pan werd gehakt, leerde den Franschen, dat ook woestijnstammen on der bepaalde omstandigheden zich over plech- zijb maag hem, dat de tijd van hlet avonjdïetcn nabij was „Ga,at u maar naar huis, mijnheer Slurtms, maar belstel voor mij jn de AugUstinerbrau wat avond eten en een flesth bier De boekhouder verdween en voerde de be stelling uit Wat een malligheid was dat! Dat had hij' nu van zijn patroon beelemaal niet gedacht, dat hij1 mot zijln corpulentie, nog dergélij'ke uitstapjes zou maken. Een bekende kwam bij mijnheer Sturm, die paar 't café was gegaan, zitten en met dezen sprak hij over het geval. Mijnheer Maler luisterde goed, kreeg een notitieboekje en begon te schrijven. „Een oogenblik, mijnheer Sturm, ik moet daar van even ©en berichtje maken voor een cou rant „Ja, maar jk weet nog heelemaa] niet „Komt ©r piets op aan". Intusschen zaten mijnheer Brandmuller en zijn dochter in bet kantoor bij hun avonidieten. Mar got had pierst geweigerd wat t'e eten, maar liet zich daartoe later evenwel verleiden en dronk ©enige glazen bier. Toen wilde zij dat haar schoonvader nog ©ens naar alle bultein zou tele- fooeenen. „Dat geteft niemendal. Ga nu naar huis of ga met jnij mee. Vrouw Ilofer zal nog wel een bed hebben." Na lang tegenstribbelen voegde Margot zich napr den wil van den ouden heer. Hpndenwrin- tig gestoten verdragen weten hoen te zetten. In 1898 trachtte Frankrijk zelfs Ghadames te bezetten,' maar toen de Porto zich met de zaak ging bemoeien, werft Ghadames, evenals de grensoase Ghat in de international© verdragen als een integreerond deel van Tripolis be schouwd. Tripolis is uiteraard in hoog© inato als eind punt van de Sahara handel begunstigd, maar het dankt zijn vroegere beteekenis sedert on geveer 20 jaren en is de karavaanhandel tenge volge van de gebeurtenissen in bet Tsadmeer- gebied bijna totaal vernietigd toch in veel op zichten aan de politieke voorvallen in- zijn aan grenzende landen; na de bezetting van Algerië door Frankrijk wendde zich bijna do geheele vroeger daarop gerichte karavaanhandel naar Marokko of Tripolis; de bezitting van Tunis verlegde weldra den hoofdverkeersweg van Ghadames naar het oosten over Moerzoek, ter wijl de verovering van Dar-Fur in 1873 door de Egyptenaren den tot toen van Wadai op Kar- thoem gevoerden handel naar Tripolis en Ben- ghasi bracht. Later wijzigde zich dit wel weer ©enigszins, maar deze gebeurtenissen toonen toch wel de gevoeligheid van den door bemid deling der Mohammedanen gevoerden handel aan voor politieke storingen. De dreigende be zetting van Marokko en Tripolis door christe lijke mogendheden zal vermoedelijk aan deze beide gewesten hun overwicht over de reeds gekoloniseerde streken van Noord-Afrika ont nemen; daarmede wordt echter, vooral in het stadium der eerste reactie, aan de opkomende economische ontwikkeling van West-Soedan van den Golf van Guinea, uit, tegemoetgekomen en worden de kustlanden van Westelijk Noord- Afrika van een waardevol deel hunner achter landen beroofd. De voortgang dezer ontwikkeling van West- Soedan wordt in de eerste plaats voltrokken door het Engelsche Nigeria, dat de verbinding vormt tussehen de Zuid-Westkust van het Tsad meer met de Guineakusten, den benedenloop van den Niger en dien van de Benuë. De West- African-Line zendt haar oceaanstoomers tot Burutu, gelegen aan een der westelijke mon- dingsarmen van den Niger, van waar uit klei nere stoombooten ongeveer 300 K.M. stroomop waarts gaan tot Lokoia aan den mond der Be nuë. Het scheepvaartverkeer, zal in de toe komst nog verder kunnen doordringen; voor loop ig wordt Lokaja door karavanen, en wel voornamelijk door 'dragerskaravanen met Kano en het Tsadmeer verbonden. Het transport langs dezen weg, is over het algemeen billijker en sneller dan door de Sahara, hoewol ook aan den anderen kant het gebrek aan lastdieren voor het vervoer over land en het uiterst on gunstige klimaat volgens de berichten der En gelsche consuls en ook der Niger-compagnie, een belangrijk handelsverkeer langs dezen weg tot nu toe in den weg hebbon gestaan. Dat zal evenwel spoedig anders worden, wanneer de ontworpen spoorweg van Lagos, aan de kust naar Noord^Nigeria, eenmaal voltooid zal zijn. Dat deze met vrucht een concurrentie met een trans-Saharaspoorweg, van de Middellandsehe zeo uit, zou kunnen doorstaan, daaraan valt na tuurlijk te twijfelen. De Franschen hebben hun toekomstigen trans-Saharaspoorweg reeds aangelegd van de Algerijensche kust tot in de Algerijnsche Saha ra. Het verreweg gunstigste uitgangspunt voor een dergelijke verkeersweg is echter Tripolis, in welks achterland in de Sahara en den Soe dan de bezwaren, veroorzaakt door het terrein en door de voorziening met water en levens middelen, het geringst zijn en dat bovendien dichter bij den Soedan ligt. De gevoelens over de vraag, waarheen zich de veelbelovend© han del van West-Soedan in de toekomst richtten zal, hetzij, zooals sinds eeuwen, naar de Mid- gönd lcwam vrouw Ilofer hen tegemoet. Om 10 uur was jöetn stads telegram gtekomen met tie vraag ©f mevrouw Brandmuller bij hen was. „Mijn arme man is verongelukt ik voel bet.... hij is. dood!" riep Marget. „Mijn arm kind we móeten er heen misschien hebben ze hem al thuis gebracht. Vrouw Hofcr, ee)n .rijtuig, vlug". „Neen, laat maar vader, ik 1-oop- er heen in den tijd dat zijl een rijtuig zoekt." Zij rende de trap op, dei oud© heer haar ma, zooi gauw mo gelijk. Een oogenblik later stonden ziji voor het huis. „Er is licht boven o mijn God". Zij vloog de trap op, de oudé heer volgde haar zuchtend. Zij liep over die donkere gang, ruktei d© deur van de huiskamer ©pen daar was licht daar lag zijn tasch, zijn stok, zijn jas maar er .was geen mensch. Mijnheer Brandmuller senior en Margot keken elkaar radeloos pan. Zou hij in het ziekenhuis zijn opgenomen.t Daar ging de deur open .onbeweeglijk keken zjj beiden jer naar. „Rudolf". Eietn snik, ben zwijgend omarmen. Mijnheer Brandmuller Senior viel op zijn stoel'. „Rudolf leef je, ben je niet naar beneden geval Len?" „Waarom? Waar was je todh. Al twee üur brat ik je bij Kokenden zoeken". deliandsobe geg, hetzij naar dan Golf van Gui nea, zijn nog zeer verdeeld. In ieder geval lijkt do wederopleving van Tripolis tot een hoofd- uitvoerland van den Soedan voorloopig weinig waarschijnlijk, vooral wanneer "het bezet zou worden door een christelijken, bovendien finan cieel- en economisch niet zeer sterken staat als Italië, dat niet opgewassen is tegen do concur rentie van den Guineagolf uit, en dat reeds bp voorbaat door een machtiger nabuur iri het vrije verkeer met zijn natuurlijk achterland be lemmerd is. Dit Bitter, uit de fijnste kruiden bereid, is zeer\versterkend voor de maag, wekt den eetlust op. bevordert de spijsvertering en maakt het slijm los. Is ook zeer aangenaam van smaak in Port-, Sherry- en Madeira-wijn. Als waarborg voor de echtheid gelieve men er op te letten dat de kurk het lakstempel draagt van onzen firmanaam en het etiket voorzien is van onze handteekening Prijs 10 en 25 cent per fleschje. „Jij mij,. En sedert acht uur zjjn tien men- sebiem jou aan hét zoeken. „Maar waarom toch. Ik ben toch heel goed weer beneden gekomen." „Waarom heb j© me dan niet getelefoneerd „Ja, zie je, toen ik aan het station kwam, was de trein met Gustiial al weg. En toen ben ik maar met den eersten trein naar OheraudorJ gegaan otn mijn ouden bekende, den B run n stein weer eens te zien. En nu ben ik heelemaal boven geweest. Daarvoor heb ik getuigen. Sprakeloos luisterden beiden naar hem. Man* toen barstte de oude heer los. Dat is toch onge hoord Zoo'in dwaasheid heb ik nu nog nooit beleefd. 200 Mark kun je voor die reddingSiexp©' ditie betalen," Meit die woorden verdween hij en liet ma11 en vrouw alléén. Den volgenden morgén hadden alle couran ten het bericht van een ongeluk dat den hee ren Brandmuller was overkomen, maar des avond" werd het alweer tegengesproken. „Moet ik die som van die reddings-expeditte op uw naam boeken?" vroeg do boekhouder ©en paar dagen later. „Zet het maar op reclamekosten", antwoordde mijnheer BrandmulHeir, „of neen wacht oote' oven schrijf de helft op vooir mijnheer Gu-S" taaf. Als die naar de ZugSpits© was gieigaan e11 niet in Garmisch was blijven boemelen, was ©r niets gebeurd", 1 „Maj-göt."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 10