eerstTblad. Vóór het Schrikkeljaar. 34ste Jaargang. Zaterdag 30 December 10207. I ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2. per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau. Boffr- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Bureau: BOTERSTRAAT 50, Dit nummer bestaat uit VIER bladen en een Gfc'illusivecvd Zondagsblad. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Familieberichten 20 cent per regel. Handelsadvertentiën van 1-6 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel Voor herhaaldelijk ad verteeren worden uiterst hil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Wegens den feestdag van de BESNIJ DENIS DES IIEEREN zal de NIEUWE SCHIEDAMSCHE COUJRAKT, Dagblad voor Schiedam en Omstreken, Maan- dag-avond niet verschijnen. Het elfde jaar der twintigste eeuw heeft zijn loop voltrokken. Nog slechts weinige uien sc Gl den ons van de jaargrens, het oogenblik waarop en zijn tocht over zijn vlucht uit het het jaar 1911 zal hebben afgedaan, met ai zijn lief en leed tot de wereldgeschiedenis zal belmo ren, en het nieuwe jaar, nog bedekt met den dikken sluier der toekomst, zijn mue e doen. Wij staan voor het schrikkeljaar 1912, dat ons een groot vraagteeken vei toont,Cureren niemand nog kan zeggen, wat t in zijn ÜUl0 schoot verbergt. Juist een eeuw geleden stona het oude Europa ook voor een meuw en vee bewogen jaar. De geweldige Uorsiaan onaeina^ zijn stouten, immer merüwaardigen toe da ijsvelden van het onmeteln k ■us J overschreed de grens die 8Chei(lde, van liet nog half mel brandenae Moskou maakt het jaar 1812 voor immer merkwaardig. Was aldus het jaar-1812 een 1912 zal wellicht een niet miudei mei jaar zijn, een jaar, dat ons de on^ brengt van de grootsche feiten, waa Jaar 1911 zich heeft gekenmerkt. Werpen wij allereerst een tei ug 1 merkwaardige feiten in ons eigen au mogen we, onder dankend opzien tot Qoü, ge tuigen, dat ons dierbaar Nederland a t hit jaar voor groote algemeeue ïampeu gespaard. Wel woedde de Octoberstorm gee uc hoor onze landouwen en langs onze uste" stroomen; wel bracht hij schrik en veuu vooral in dat deel des lands dat het ut emergo met zooveel recht tot devies voei voor den alles vernielenden storm die een Europeesche oorlog over onze gouwen zou ben gebracht, bleven wij, gelukkig, e Overigens ontwikkelt zich de staatkun stand ondanks alle obstructie en tegenweik g vreedzaam onder een rechtsch I a m - toepassing van „de beginselen die in ep. her rechterzijde leven." dg Nederland biedt nog steeds het beel beste der republieken" onder een tegeering, die recht voor allen zin des woords toepast. Het land, dat met het onze ooi banden van taal- en stamverwantschap bonden, „Nederland aan de overzij 111 het jaar 1911 vreedzaam zijn cons bestaan voort. De Coburgscbe dyn^e onde^ bieuwe namen maakt zich stee s n goQn yan by het Belgische volk, vooral teld yan beftallige Koningin, die oc aan hare ernstige ziekte, met des t uaasteliefde hare werken van veelomvatten loorde Vfijdt. - Maar het twistvuur der pa ®n het opnieuw op en bracht eene wis de He „groote natie", hel ™elbe^°e® S°ÏÏfg' mag 1911 zeker ook als een wel me monarchale in den besten hechte W Kabinetswiaseling had binnen Frankrijks grenzen plaats, ciie^f^Juge erandering bracht van s?ste® erkverVolgirg geest van anti-clencahsme en rondwa- ieef in het land van den H. Do verj0open en deed zich nog in de laatst veilo^P aanden kennen door de uitze dJe w aantal van die weinige klooeteHmis sehiUende omstandigheden samengewerkt om h°g in enkele plaatsen in he eeuwen tingen van liefdadigheid en naasteliefde een laatste toevluchtsoord hadden gevonden. En intusschen neigt de zwaarwichtige arm van den vertoornden God steeds meer straffend overliet verdwaasde Fransche volk. De vreeselijke ramp te Toulon, die aan honderden Fransche zeelieden het leven kostte, getuigt er van met ijzingwek kende klaarheid. Het verschrikkelijk lot dat twee Fransche ministers trof op het vliegterrein, waar van het onmiskenbaar talent en het aan geboren intellect der Franschen zoo luide getuigd werd, doet 't een keer te meer in al zijne schrikbarende waarheid zien. De sociale beroe ringen, b.v. onder de wijnbouwers van het zuiden, wijzen er op, dat het vuur der revolutie smeult onder de asch. Iutusschen bleef het arme Frankrijk nog voor den geesel van den oorlog gespaard. Het vlammend zwaard, dat zoo lang boven zijne gouwen zweefde, werd nog opgestoken. Zal wellicht Frankrijk nog op dezen zijnen dag erkennen, wat 't ten heil iszal 't terugkeeren tot Hem die 't eens wonderdadig bevrijdde en groot maakte in de oogen dei- volkeren Wij willen 't alsnog voor 't eens zoo fiere en grootmoedig Gallië verhopen. Het groote Iberische schiereiland beleefde in 1911 mede een merkwaardig jaar. In Spanje blijft de staatkunde van Canalejas, die beoogt, de Kerk te knechten, Haar ondergeschikt te maken aan den Staat, die haar met fluweelen handschoenen de handboeien „cadenas" aanlegt, den toestand beheerschen. De Koning, die een vrij moeilijke positie inneemt in den stroom der verschillende partijen, wordt blijk baar geheel door dezen doortastenden minister beheerscht. Maar toch, de Koning en zijne familie en met hem de overgroote meerderheid van het Spaansche volk gaven van echt katholieke ge voelens blijk bij gelegenheid van het Eucharis tisch Congres dit jaar in de hoofdstad van zijne „katholieke majesteit" gehouden. De Deus Pa- ci/icus, de God van vrede en liefde, ontving de nederige hulde van vorst en volk bij zij'u triomf tocht door de oude hoofdstad van het vroegere Castiljaansche rijk. In het oude koninkrijk der Algarven, thans de nieuwe Portugeesche republiek, werden .de republikeinsche instellin gen in het afgeloopen jaar oogenschijnlijk be stendigd. De verkiezing van den president dei- republiek en de erkenning der republiek dooi de mogendheden bevestigden naar het uiterlijk den republikeinschen regeeringsvorm, maar in tusschen blijven de monarehiale woelingen de jonge republiek bedreigen en brengen haar wel licht bmnen eenigen tijd ten val, vooral wanneer de schendenden hand naar de kerkelijke instellingen blijft uitsteken. Voor het het nieuwe éene Italië was het oude elfde jaar een jubeljaar. Het „herboren" Italië vierde den vijftigsten gedenkdag zijner eenheidsverklaring. Het officieele Italië noodigde vorsten en staatshoofden binnen zijne nieuwe hoofdstad; tentoonstellingen te Rome en Turijn moesten de vreemdelingen naar den „tuin van Europa" iokken, alles het eene Italië ter meer dere eer; maar de staatshoofden kwamen niet en de stroom van bezoekers naar de jubileum- fairs viel tegen. De eeuwige Vredevorst wiens troon vaster staat dan die van den tijdelijken revolutiekoning, ontving in het „jubeljaar" de staatshoofden niet. Hij, die voortgaat alles in Christus te herstellen, handhaafde tegenover ongeloof en revolutie zijn onvervreemdbaar recht op het eeuwige Rome. En ten slotte kwam als een bedenkelijk vuurwerk na het vervalschte festijn de avontuurlijke Tripoli-oorlog. Niemand zal op dit oogenblik nog durven zeggen hoe dit avontuur voor Italië zal afloopen en of het Tripoli Italiana" ten slotte waarheid zal blij ken. Werpen wij na dezen vluchtigen oogslag over de volkeren van den Latijnschen stam een haas tigen blik over de natiën van Germaanschen oorsprong, dan mogen wij zeker getuigen, dat vooral voor het groote Duitsche Rijk het jaar 1911 een zeer bewogen, wel gedenkwaardig jaar is geweest. Het Agadir-incident stelde de Ma- rokko-kwestie in hare scherpe resolutie. Weken lang werd in overdrachtelijken zin het sabelge- kletter aan de beide zijden van de Fransch- Duitsch grenzen gehoord. Gelukkig hebben ver beide betrokken natiën evenzeer een drei- den oorlog te doen vreezen. Na maanden vtjp herhaalde gedacbtenwisseling kwam einde lijk eene overeenkomst tot stand, die den vrede waarborgde en ieder zijn deel gaf van den Afrikaanschen buit. Maar het aftreden van den minister van Koloniën en het optreden van den kroonprins deed maar ai te zeer zien, dat de getroffen overeenkomst geen algemeene bevre diging wekte. Zal zij de bron zijn van nieuwe kwestiën De tweelingbroeder van den Duitschen stam, Oostenrijk, stond in deze kwestie vrijwel naast den noordelijken stambroeder. De Habsburgsche monarchie heeft trouwens bij voortdurenden rassenstrijd en parlementaire obstructie genoeg in 'eigen boezem te doen, om zich niet, evenals het in zijn bergen besloten Zwitserland, zooveel mogelijk buiten internationale verwikkelingen te houden. Brittanië, dat de golven beheerscht, speelde in de Marokko-kwestie weer de oude rol van het „perfide Albion". Engeland, dat zijn nieuwen koning zag kronen en hem met zooveel geest drift nastaarde op zijn tocht naar de durbar te Delhi, waar hem de Indische keizerskroon wachtte, heeft toch ook te rekenen met de zwaarwichtige kwestiën van den dag, waaronder het vraagstuk van het Hoogerhuis en de veel omvattende home-rule-kwestie voor Ierland zeker niet de minste zijn. Beschouwen wij na de volken van Germaan- scuen oorsprong de natiën van den Gotischen dan zien wij, dat de Scandinavische laai den Denemarken, Noorwegen en Zweden steeds voortgaan in hun geleidelijke ontwikkeling. Op het Scandinavische schiereiland, bevestigt zich meer en meer de toestand, die door de schei ding der heide noordelijke volkeren is ontstaan. De Noorsche constitutioneele monarchie blijkt zich kalm en geleidelijk te ontwikkelen. Naderen wij aldus de volkeren van den Sla- vischen stam, dan zien wij, dat in het onmete- lijken Tsarenrijk de toestand in 1911 vrij wel onveranderd is gebleven. De afschuwelijke aan slag in het bijzijn van den Tsaar op Stolypine, die den eersten minister ten slotte het leven kostte, doet zien, dat ondanks alle constitu tioneele tegemoetkomingen het vuur der revo lutie in Rusland nog steeds smeult onder de asch. Het ingrijpen van Rusland in de zaken van Perzië en Turkije laat vermoeden, dat de Russische regeering wellicht in buitenlandsche verwikkelingen eene afleiding zoekt voor de binnenlandscbe moeilijkheden die rust en orde in den nog jeugdigen constitutioneelen staat bedreigen. De evenzeer nog zoo nieuwbakken constitu tioneele staat Turkije bevindt zich door den oorlog met Turkije'natuurlijk in een zeer pre caire, moeilijke positie, waar hij voortdurend te rekenen heeft niet alleen met den Italiaanschen vijand, die mede de Turksche havens en forten bedreigt, maar ook met de roerige Balkanstaten en stammon, die zich wellicht herinneren dat 't in troebel water goed visschen is. Intusschen blijkt het parlementaire stelsel ook een geheelen omkeer in de zeden en gewoonten der Turksche heerschers gebracht te hebben. Sultan en Kroon prins, die zich tot heden vrij wel in hunne se rails opsloten, treden naar buiten en bewegen zich meer dan totnogtoe in de groote wereld. De Grieksche monarchie onder het noorde lijke stamhuis houdt zich tot heden vrij rustig- Wellicht herinnert zich ook de Griek dat de fortuin meestal hem begunstigt „die wacht en stille zit." Griekenland zal uit de tegenwoor dige verwikkelingen wellicht dit voordeel halen, dat 't ten slotte zijn wensch betreffende Kreta bevredigd ziet. Doen wij om dit kort bestek met ons vluch tig overzicht niet al te zeer uit te breiden nog slechts een enkelen greep in het wedervaren der natiën buiten Europa, dan zien wij, dat de toestand in de Noord-Amerikaansche Unie steeds meer beheerscht wordt door de al meer naderende presidentskeuze, Die presidentskeuze dringt den persoon van den vroegeren president Roosevelt steeds meer op den voorgrond en doet de vraag rijzen of hij opnieuw zijn intrede in het Witte Huis zal doen. De overige Amerikaansche sta ten bieden het beeld van de herhaalde opstan- steeds plegen ons te den en revoluties dat zy zien te geven. Terwijl het zwarte werelddeel steeds meel de prooi wordt der Europeesche koloniseerende mogendheden, die 't als t ware onderling ver doelen, zien wij in Azië het onmetelijke hemel- sche rijk ten prooi aan een geweldige crisis waarvan-niemand nog de ver strekkende gevol gen kan voorzien. Dit schijnt intusschen zeker dat, 'tzij China zich in eene imitatie-republiek herschept of dat 't eene constitutioneele mo narchie wordt, 't in zijn tegen woord igen samen hang niet zal blijven bestaan. Vermoedelijk verdeelt 't zich in meerdere rijken, die wellicht ten slotte éen zullen zijn in haat tegen de „westersche duivels" die hun de beschaving brachtén. De Duitsche keizer bekijkt zeker in deze troebele dagen meermalen zijn teekeuing van het „gele gevaar". - Ten slotte doemt in dit vluchtig overzicht nog voor onze oogen op het onmetelijke nieuwe werelddeel Australië, dat zich steeds meer ontwikkelt, maar ook reeds al te veel van den socialen strijd der oude wereld doet zien. Slaan wij na dit overwicht in vogelvlucht over de wijde wereld het oog op het nietig stipje dat wij ouzer vaderstad noemen, dan zien wy dat het jaar 1911 weinig verandering in den toestand heeft gebracht dien wij sedert jaren moeten constateeren. Hare aloüde industrie kwijnt nog steeds en maakt steeds meer plaats voor de nieuwe industrieën die zich naast haar sedert vele jaren ontwikkelen. Dit jaar zagen wij i.og weer eeue.yieuwe omvangrijke industrie uit de naburige groote stad zich hier vestigen en de plaats innemen,waar vroeger eene industrie, min of meer met het Schiedamsche bedrijf ver band houdende, vele jaren hare bedrijvigheid deed kennen. Waar de toestand van handel en nijverheid ook in het afgeloopen jaar wel te wenschen overlieten, ontwikkelde zich toch ook in onze gemeente naast de veelomvattende arbeiders beweging eene krachtige middenstandsactie, die zich nog in de laatstverloopen weken door een herhaalden etalagewedstrijd zoo duidelijk deed kennen. Terwijl wij aldus een vluchtigen blik wierpen over den verscheiden tijdkring, omzweefde ons reeds in dichte nevelen het nieuwe jaar, het schrikkeljaar 1912. dat weldra zijn intrede zal doen. Zal 't voor de wereld een jaar vol ver schrikking en ellende zij u,zooals men reeds opgrond van eene oude profitie vervat in een boek dezer dagen in de Dogenstad opgedolven, heeft durven voorspellen Wij willen voor het heil van land en wereld hopen, dat ook deze profetie er eene zal blijken, zooals er reeds zoo velen zijn gedaan. Hopen wij, dat het jaar 1912 voor stad, land en wereld een jaax zal zijn van vrede en voor spoed Blijve ons vaderland in 't bijzonder, ons werelddeel in 't algemeen, gevrijwaard van' de verschrikkingen van' den oorlog, die toch reeds in al zijne onmenschelijke wreedheid an dere werelddeelen teistert. Voor ons dierbaar vaderland hopen wij, dat 't een jaar zal zijn, dat zich, in het ongestoord genot van den vrede kenmeikt door geleidelijken vooruitgang op staatkundig en maatschappelijk gebied. &Voor onze goede stad wenschen wij. dat het nieuwe jaar zich kenmerkt door eene belangrijke ver betering, die ook haar aloud bedrijf omvat, een jaar waarin zich krachtige energie en kloeken ondernemingsgeest ook ter hoogere plaatse, in het bestuur onzer gemeente, doet kennen. Moge nieuwe bloei en welvaart weder het deel wor den van deze oude stede Met aldus de beste wenschen voor het alge meen welzijn dezer gemeente te uiten, omvatten wij reeds veel van hetgeen wij ai haren inge zetenen, onzen getrouwen lezers in 't bijzonder, zouden willen toewenschen. Moge 't voor allen een waarlijk gelukkig jaar zijn, vooral in den hoogeren zin, dien wij daaraan allereerst toekennen en dien wij omvatten in den chris- telijken heilgroet: Zalig Nieuwjaar i i_ .An kil br \X7£I.!4.1 Or

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 1