Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
ih Kilo
35ste Jaargang.
Maandag 8 Januari SOI2.
No. 10212.
milOJAlE JLLL1TIE.
I
1/1 Kilo bus
VAN HOUTEN S
ZÜIVER OPLOSBAAR
Officieele berichten.
Kennisgeving.
kennisgeving.
Buitenlandsch Nieuws.
De oorlog tusscheu Italië
eu Turkije.
Het Spookkasteel
■SP
WAARSCHUWING.
Handelsavondcursus.
(82)
Jb, U i LLË 1 O H.
De
r00vers van het kasteel d'Herneuse.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel.
Handelsadvertentiën van 1—6 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
Verkiezingen voor den Gemeenteraad.
De Burgemeester van Schiedam
brengt ter algemeene kennis,
2e. dat door Burgemeester en Wethouders is
bepaald, dat op Donderdag 25 Januari a.s., in
ieder der Gemeentelijke kiesdistricten I en II de
verkiezing zal plaats hebben van een lid van den
Gemeenteraad ter vervulling van de plaatsen
opengevallen respectievelijk door het overlijden
van den heer Mr. W. H. JANSEN en door het
ontslag nemen van den heer C. KLEIN als leden
van dien Raad
2e. dat op genoemden Donderdag 25 Januari
a.s. van des voormiddags negen uur tot des na
middags vier uur ten Raadhuize overeenkomstig
de artikelen 51 en 52 der Kieswet opgaven van
candidaten kunnen worden ingeleverd
3e. dat de formulieren, bestemd, voor de bo
venbedoelde opgaven, ter Secretarie dier gemeente
kosteloos verkrijgbaar zijn van heden tot en met
25 Januari e.k., van des morgens 81/2 tot des
namiddags 4 uur
4e. dat door Burgemeester en Wethouders
bepaald is, dat, voor bovenvermelde verkiezingen,
de stemming en de herstemming zoo noodig,
zullen geschieden respectievelijk op Woensdag 7
en Vrijdag 16 Februari a.s.
Schiedam, den 6den Januari 1912.
De Burgemeester voornoemd.
M. L. HONNERLAGE GRETE.
Ontheffing van den Werkelyken Dienst
ingevolge art. 113, eerste zinsnede, der Militie-
wet 1911.
96
dagen
2o.
3o
onder lo. der wet en in de laatste tien
van Maart door hen, bedoeld in die
zinsnede onder 2o.
door hen, die op een ander tijdstip ter inlij
ving bij de militie moeten worden afgeleverd,
binnen tien dagen na de dagteekening van
den oproeringsbrief
door hen, die opnieuw van den werkelijken
dienst wenschen ontheven te worden, in de
laatste tien dagen der maand, op een na
voorafgaande aan de maand waarin de duur
van de verleende of laatstelijk verleende ont
heffing eindigt
door de ingelijfden, die voor het eerst voor
ontheffing in aanmerking wenschen te komen,
zoodra zij meenen op ontheffing aanspraak
te kunnen maken.
Belanghebbenden worden er voorts op gewezen
dat het bovenbedoelde bewijsstuk niet vroeger
mag afgegeven zijn dan tien dagen vóór de inleve
ring van het verzoek om ontheffing bij den Bur
gemeester en dat de aanvrage op ongezegeld
papier kan worden geschreven.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 6den Januari 1912.
De Burgemeester voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
4o.
Belasting op het houden van honden.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
brengen ter algemeene kennis, dat ingevolge
het bepaalde in artikel 3 der verordening op de
invordering der belasting op de honden, gehouden
in de Gemeente Schiedam (Gemeenteblad no. 12)
de 3de lijst voor het dienstjaar 1911, bevattende
de namen van de houders van houden binnen
deze gemeente, vanaf heden voor een ieder gedu
rende acht dagen ter Gemeentesecretarie (afdee-
ling .financiën) ter inzage is nedergelegd, en dat
gedurende twaalf achtereenvolgende dagen, na
genoemd tijdstip, schriftelijk bezwaren tegen den
aanslag bij Burgemeester en- Wethouders kunnen
worden ingebrachtzullende op later ingebrachte
bezwaren geen verandering van aanslag worden
verleend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 6den Januari 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
roepen op Sollicitanten naar de betrekking van
leeraar in de Nederlandsche taal en Corresponden
tie aan den gemeentelijken Handelsavondcursus.
Belooning volgens verordening f 50.per we-
kelijksch lesuur aantal lesuren 3 met
uitzicht op verhooging na 5, 10 en 15-jarigen
dienst telkens met f2.50 per wekelijksch lesuur.
Sollicitatiën in te zenden vóór 11 Januari a.s.
bij den Burgemeester.
De Burgemeester van Schiedam,
brengt ter kennis van geestelijken, bedienaren
van den godsdienst, zendelingleeraren en broe
ders-diakonen van eene godsdienstige vereeniging,
alsmede van studenten in de godgeleerdheid en
zendelingkweekelingen, die aan eene inrichting
van onderwijs, tot geestelijken, bedienaren van
den godsdienst of zendelingleeraren worden opge
leid, proefbroeders, die tot broeders-diakonen van
eene godsdienstige vereeniging worden opgeleid, en
Roomsch-Katholieke ordebroeders, die tot eene
binnen het Rijk gevestigde kloosterinrichting behoo-
ren, in deze gemeente; voor de lichting van 1912,
voor de militie hebben geloot en door den Militie
raad voor den dienst mochten zijn aangewezen
of bereids in voorgaande jaren bij de militie zijn
ingelijfd en krachtens art. 113, eerste zinsnede der
Militiewet 1901, reeds voor één jaar van den wer
kelijken diëtist zijn ontheven
dat volgens art. 86 van het Koninklijk besluit
van 2 December 1901 Staatsblad 110. 230), de
AANVRAGEN om onthefffing van deu werkelijken
dienst, vermeld in de eerste zinsnede van art.
113 der wet en gericht aan H. M. de Koningin,
door de dienstplichtigen, die ontheffing wenschen
te bekomen, eigenhandig onderteekeud, met het
VEREISCHTE BEWIJSSTUK moeten worden in
gediend bij den Burgemeester der gemeente,
binnen welke zij voor de militie zijn ingeschreven,
en wel
lo. in de laatste tien dagen van Januari door
hen, bedoeld in de eerste zinsnede van art.
-
Aan de „Frankfurter Ztg." wordt uit Konstan-
tiwopiel gemeld, dat alle geruchten uver vredes-
oinderhandelingen of voornemens der luiksche
regieering, 10m die uit te lokken, met de grootste
voorzichtigheid moeten worden beschouwd. De
Por te wijst dergelijke geruchten heslist af; het
leger zou zijn goedkeuring weigeren.
Uil Rome wordt aan de „Vossische Zaitung'''
geseind
Die. stemming in Italië is gunstig voor den
vrtde, maar alleen onder de reeds ambtelijk be
kend gemaakte voorwaarden en in de veronder
stelling, dat Turkije-den eersten stap doet. Laar-
in zijn regeering on volk eenstemmig. Anders
wil mem eik offer voor den oorlog brengen, dat
mondig mocht blijken te zijn. De berichten, die
buiteinlandsebe bladen uit Rome hebben ontvan
gen over bepaalde stappen van de internationale
diplomatie ook in Rome, worden daar bestre
den.
Uit Rome wordt aan de „Nationaal Zeituag'
geseind
Volgens vertraagde telegrammen uit tripolis
verschenen den 5©n Januari 5 K.M. van Aïn-Zara
Arabische! troepen, die de Italiaansche legerplaats
aanvielen. De Italiaansche artillerie trok de aan
vallers tegemoet en dwong ben tot den terug
tocht. Hierop1 mengde zich ook de Italiaansche
cavalerie in het gevecht ein joeg de vijanden
uiteen.
Aam de „T.eimps" wordt uit Constantinopel .ge
meld, dat de Engelse he troepen het schiereiland
Sanai tusschen de Golf van Suez en Vkafo defi
nitief hebben bezet.
OF
Naar het Fransch
van Noël Gaulois.
6)
Het scheen dat deze krachtige terugdrijving de
rust in die streken eenigszins hersteld had, zoo
dat de graaf aan zijne dochter Isabella niet kon
weigeren hem te vergezellen naar Verberie, waar
een melaatsche, nog bij zijn leven, als 't ware
van 't getal levenden werd geschrapt, hetgeen
met eenige plechtigheid geschiedde.
In de middeleeuwen was geen enkele goede
behandeling van melaatschheid bekend en men
stelde zich dus tevreden die ongelukkigen te iso-
leeren, hetzij in ziekenhuizen, hetzij in afzonder
lijke huisjes midden op het veld.
Wanhopig over de verdwijning van Marcel en
niet geloovende aan zijn dood, hield Isabella d'
Herneuse niet op God te smeeken haar heuren
broeder weder te geven.
De treffende plechtigheid, die op hartden was
had haar reeds van te voren getroffen en zij
wilde bij haar smeekbeden voor haren broeder
eenige gebeden voegen voor den melaatsche boven
wien zich thans als het ware het graf zou sluiten.
Vergezeld van een klein gevolg vertrok de
graaf met zijne dochter, het kasteel overlatend
aan de hoede van den aanvoerder der boogschut
ters Coppenole.
Terwijl hij voortging over den breeden weg,
langs dichtbegroeide bosschen en hoogopgaand
hout, onderhield de heer d' Herneuse zich met
zijn schildknaap den ridder de Serre.
Zeg mij, ridder, wie is die ongelukkige man,
voor wien wij gaan bidden.
Niemand kent hem, mijnheer. Hij is twee
dagen geleden te Verberie aangekomen, waar men
reeds aanstonds schrok van zijn verschrikkelijke
wonden.
Kon men niet te weten komen vanwaar hij
kwam.
Men kan niet wijs worden uit hetgeen hij
vertelt het schijnt dat door zijn verschrikkelijke
kwaal hij zijn verstand verloren heeft. Men ver
onderstelt, dat hij uit een der naburige zieken
huizen is ontsnapt.
Isabella rijdt tusschen haren vader en den rid
der de Serre op een damesrijpaard.
Nu en dan ontmoeten de graaf en gevolg een
boer, die zich naar de markt begeeft.
Op zeker oogenblik houdt de heer d'Herneuse
zijn paard in om een grooten kerel na te kijken,
die hem passeert en hem schijnt te herkennen.
Ridder, zegt hij tot zijn schildknaap, herkent
gij dien persoon niet
Ik herinner mij niet hem ooit gezien te
hebben.
Het moet een der lieden van Valrocca zijn.
Als ik mij niet al te zeer bedrieg is deze bandiet
een dergenen, die wij nog hardhandig naar het
bosch van Cuise hebben gebracht.
Moeten wij hem grijpen, heer
Neen, laat maar. Hij is met gewapend en
alleen hebben wij niets van hem te vreezen.
Daarenboven kan ik me vergissen ook.
Toen hij bemerkte, dat hij aandacht van den
heer getrokken had, wierp de reiziger zich in het
bosch en toen de heer d Herneuse, zich in zijn
stijgbeugel oprichtend, omkeek, was de man ver
dwenen.
Hm 1 de kerel is midden tusschen het hout
verdwenen.
We moeten hem bewaken en verhinderen, dat
hij hier zijn verblijf opslaat. Ik ben bang dat
die bandieten terug zullen komen en ons zullen
aanvallen. Heeft men de drijfjachten, die ik be
volen had, reeds geëindigd
Mijnheer ik heb het bosch in alle richtingen
laten doorsnuffelen en ik geloof niet, dat er
n de lieden van Valrocca is overgebleven.
We moeten die bewaking niet laten verslappen.
Ieder oogenblik is kostbaar.
Men was intusschen tot de eerste huizen van
Verberie genaderd en het somber gelui der klok
ken, dat men in het bosch reeds gehoord had,
werd steeds duidelijker waarneembaar.
De ridder de Serre, die getroffen was door de
vermoedens van den graaf, vroeg hem aan de
poorten der stad te laten om te wachten op de
aankomst van dien verdachten persooD, die zoo
plotseling in het kreupelhout verdwenen wits.
FRANKRIJK.
Aan dei „Matin" wordt uit Londen gemeld, dat
Engeland bet tot no,g toe niet doelmatig geacht
heeft, in de Fransdh-Spaansch'e onderhandelingen
tussobeinbedde te 'komen. Zoodra Frankrijk echter
verklaren zou, dat het met zijn concessies tot het
uiterste punt gekomen was en tegenover de aan
spraken van Spanje een besliste weigering zou
moeten stellen, zal Engeland te Madrid in over
weging geven om een verstandig standpunt in
te nemen. Djt «ogenblik scheen niet ver meer
te zijin.
van
De heer d'Herneuse vond dit goed en terwijl de
ridder op wacht ging staan, begaf hij zich naar
de parochiekerk.
Te Verberie waren toen drie kerkendie van
St. Waast en St. Germain, thans verwoest, van
St. Petrus, die parochiekerk is gebleven en de
kapel van Onze Lieve Vrouw, die nog bestaat.
De kathedraal zat propvol met geloovigen toen
de graaf met zijne dochter binnentrad.
Hij begaf zich met zijn gevolg naar de gerese-
weerde bank en wachtte tot de dienst een aanvang
zou nemen.
Het schouwspel dat de kerk bood was wel in
staat om de aandacht te trekken.
Men zag in de gereserveerde banken de edel
lieden voor het meerendeel in de rneest kostbare
costuums, die in hun vreemdsoortige kleeding de
hofmode navolgden.
Een kroniekschrijver uit die dagen zegt van
hen«zij droegen lange baarden en korte kleede
ren, aldus waren zij het best in staat voor den
vijand op de vlucht te gaan.
De dames waren met minder vreemdsoortig
opgesmukt. Het meest zag men den hoogen
miiter waarvan lange strooken lint afhingen als
wimpels boven aan een mast. Zij droegen twee
dolken in haar ceintuur.
'Wordt nematode