Het tenllijk Bezoek aan ie MdstaJ.
Staten-Generaal.
Binnenland.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
renswaardige politieke berekeningen tot den val
van den Minister van Marine hebben meegewerkt.
Minister Wentholt was links gehaat als geen
der tegenwoordige bewindsmannen. Een storm
achtig wraakgeloei rees bij zijn optreden herhaal
delijk uit het linkerkamp op en aan hoogst on-
heusche bejegeningen stond hij bloot. Geen wonder
dat, nu men hier ministersvleesch rook, de anti-
clericale lusten sterk geprikkeld werden.
De ploertige uitroep van den heer Duys na
afloop der stemming «Nu kan hij weer liberaal
worden," gaf uiting aan den wrok, die in de
linksche gemoederen leefde.
Deze stemming werd nog versterkt doordien
uit sommige kringen van deskundigen op beden
kelijk hoogen en hartstochtelijken toon kritiek op
het nieuwe schip werd geoefend. Zoo werd het
langzamerhand bewijs van goeden smaak en
vroeden zin om smalend mee te hoonen«het
schip, dat niet vechten en vluchten kan."
Wij vreezen dat ook sommige tegenstemmers
der rechterzijde zich aan den invloed van dit
voor een goed deel kunstmatig verwekte misbaar
niet hebben kunnen onttrekken.
Wij betreuren dan ook dezen afloop.
De overzichtschrijver van «De Tijd" zegt:
«Zoo is Minister Wentholt politiek ten grave
gedaald. Eervol staande op zijn commandobrug,
zonder maar een woord, een kreet te slaken.
Want als vaststaand mag na al het gebeurde wel
worden aangenomen, dat Minister Wentholt deze
nederlaag niet zal willen overleven. Al zou hij
willen, maar dat laat m.i. zijn karakter niet
toe na de herhaaldelijk uitgesproken meening,
dat hij de verwerping van dit voorstel in 's lands
belang onverantwoordelijk achtte, kan Zijne
Excellentie niet meer terug. Zoo is dan zijne
ministerieele carrière, die trouwens voor een
Marine-Minister ongewoon langdurig was, sedert
10 Febr. 1908, gebroken.
De «Maasbode" schrijft
«Evenwel, de groote vraag betreft het al of
niet betrokken zijn der Regeering in haar geheel
bij de stemming van gisteren.
Hij, die het wezen van deze zaak in het oog
houdt, kan niet lang twijfelen.
Immers geen sprake er van, dat onze Regeering
in zake de defensie niet het volle vertrouwen
bezit. Meer dan de geheele rechterzijde staat haar
daarin ter zijde. Geen twijfel dan ook, of de
Regeeringsmeerderheid vertrouwt aan deze zelfde
Regeering de behartiging, der Marine-aangelegen
heden ten volle toe, en ook een belangrijk deel
van links zal zoo oordeelen.
In deze meening kan de stemming van meer
dere rechtsche leden ons slechts versterken. Blijk
baar heeft men den omvang van een mogelijke crisis
binnen niet anders dan nauwe grenzen noodza
kelijk geoordeeld.
In het overzicht lezen wij de volgende waar-
deerende woorden over den heer Wentholt;.-
De heer Wentholt zal dus nu wel heengaan.
De linksche politici, die zijn dood gewild hebben,
zijn nu bevredigd. Toch wil de'overtuiging van
ons niet weg, dat deze Minister het eerlijk meende
met de vloot en dat hij voor die vloot gedaan
heeft en heeft trachten te doen, wat naar zijn
eerlijk inzicht voor haar het beste was. Hij is,
alS goed zeeman, met zijn schip ten ondergegaan.
Misschien zal dat vasthouden aan zijn eerlijke
overtuiging hem ook bij de linksche partijen een
weinig meer achting bezorgen, dan hij in de
laatste jaren van hen genoot. Het kan althans
bewijzen, dat Minister Wentholt niet zoo kneed
baar was als wel eens beweerd was en dat hij
liever heengaat dan mee te werken aan de uit
voering van een besluit, dat hij strijdig acht met
's lands belang."
«Het Centrum" verklaart, «dat het te verstaan
is, dat de Kamer ten slotte «neen" zeide," maar
acht het, waar «de heer Wentholt nu eenmaal
geen genade kon vinden in de oogen der oppositie"
en gezien «de unanimiteit waarmede men Links
zijn afwijzend votum uitbracht," toch niet zoo
onwaarschijnlijk, dat men kan spreken van apo
litiek" bij deze stemming.
«Maar al moge die er zijn, of bedoeld zijn,
aldus vervolgt het blad het Kabinet be
hoeft zich daarover geenszins bezorgd te maken.
Zijn positie wordt door de afstemming van dit
pantserschip niet aangetast zelfs niet verzwakt.
De leden van het ministerie mogen door hun aan
wezigheid in de Kamer den heer Wentholt een
bewijs van collegialiteit hebben willen geven
daaruit volgt allerminst, dat het hier een levens-
quaestie geldt voor het Kabinet. Wel kan er
eenige moeilijkheid ontstaan bij het zoeken naar
een opvolger, die op dit oogenblik en onder
deze omstandigheden misschiep niet zoo heel ge
makkelijk te vinden zal zijn. Want het ging en
gaat ten slotte niet alleen om het pantserschip en
om den Minister, maar ook om de organisatie
en systeem bij onze zeemacht toe te passen. Hoe
behoort onze verdediging ter zee te zijn ingericht
Hoe moeten wij zorgen voor Indië Zullen wij
bij de artillerie of bij de torpedo heil zoeken
De «Residentiebode" gist naar de boven reeds
geciteerde uitlating van Minister Heemskerk. Het
blad zegt
De moeilijkheid, waarin het Kabinet komt,
schijnt ons vooral hierin gelegen, dat de Regee
ring, blijkens de rede gisteren door den Kabinets
formateur voorgelezen, zich niet verantwoord acht,
met in afwachting van een commissoriaal onder
zoek, tijdelijk op te houden met het aanschaften
van nieuw marine-materiaal tot het bedrag van
4.2 millioen gulden, daar jaarlyks aan besteed-
En nu "zal men een bewindsman moeten vinden,
bereid niet slechts om het Departement aan het
Lange Voorhout te besturen, maar ook om voor
stellen te doen tot voorziening in het materiaal
onzer Marine.
Die voorstellen moeten natuurlijk op een pro
gram berusten en het ontwikkelen van zoodanig
program is geen aanlokkelijke taak, wanneer men
de mogelijkheid moet onder de oogen zien al
behoeft dit geen waarschijnlijkheid te wezen
slechts één jaar aan het bewind te blijven. Waarbij
dan nog komt, dat de officier die zich hiertoe vin
den laat, groote kans heeft, zijn plaats in het
dienstverband te verliezen."
Het «Huisgezin" is verheugd, dat «Minister
Heemskerk, den bedreigden collega steunend zoo
ver hij kon, de noodlottige grensstreep -niet over
schreed en de Kabinetsquaestie niet stelde.
De uitslag der stemming ware dezelfde geweest,
maar de politieke uitslag een geheel andere.
Niet één Minister, maar het geheele kabinet
Kabinet ware heengegaan.
Dit ware, afgezien van de personen jammer
geweest, omdat juist thans de parlementaire velden
wit zijn voor het oogsten en een Kabinetscrisis
de vruchten van jaren voorbereidens zou hebben
bedreigd.
Het is dus, mag men zeggen, goed afgeloopen".
TWEEDE KAMER.
Zitting van Woensdag 8 Mei.
De Bakkerswet.'
Aan de orde is de artikelsgewijze behandeling
van de Bakkerswet. Art. 1 en 2 worden behandeld
met de amendementen. Art. 1. houdt in defini
ties art. 2 de tijdstippen van verboden bakkers-
arbeid. De amendementen zijn van de heeren
Snoeck Henkemans (lo. vrijheid voor den onder
nemer zijn eigen arbeid te regelen naar goedvinden
en daarnaast bescherming van den arbeider door
regeling van den arbeidsduur 2o. geen verbod
voor het koek- en bakketbakkers-bedrijf3o. de
nacht duurt van 9 tot 5 uur), Borgesius (3-ploe-
genstelselwordt ingetrokken) en Schaper (de
nacht mag wel later, niet vroeger eindigen dan
voorgesteld is; wordt ingetrokken.
De heeren Snoeck Henkemans en Scha
per verdedigen hun amendementen.
De heer Brummelkamp verdedigt het ar-
beidsverbod ten aanzien van den alleenwerkenden
patroon als niet strijdig met de individueele
vrijheid.
De heer Snoeck Henkemans bestrijdt de
voorstelling van den minister, als zoude het ge
wijzigd voorstel een gevolg zijn van de motie
Troelstra, betreffende den arbeidsduur.
Spr. wijst op 's ministers methode van wetge
ving, t. w. de radicale methode, die geen rekening
houdt met historische toestanden. Het is niet aan
den min. om te beoordeelen, of de nachtarbeid
voor den bakker-ondernemer noodzakelijk is. Nach-
arbeid moet niet verboden, maar geregeld-
Spr. verdedigt dan vrijheid voor den onderne
mer en zijn gezin en wijst op de bezwaren van
het door den min. gewenscht verbod. Spr. vraagt
een verzoenende houding van den min. ten aan
zien van de vrijheid van de alleenwerkende bak
kers en verdedigt zijn overige desiderata.
De heer Van de Velde zal tegen dit amen-
dement-Snoeck Henkemans stemmen, omdat het
verder gaat dan vrijheid voor de alleenwerkende
bakkers. Ook hij hoopt op een tegemoetkomende
houding van den minister.
De heer Goeman Borgesius vertelt, dat
hij zijn amendement ingetrokken heeft omdat
door het 3-ploegenstelsel alleen de groote fabrieken
zouden zijn geholpen. Het amendement-Snoeck
Henkemans is beter, daar het speling laat voor
groot- en kleinbedrijf, wat noodig is voor een zoo
ingewikkeld vak als dat der bakkers. Spr. vindt
wel, dat in het amendement Sn. H. een zwakke
prikkel is voor beperking van den nachtarbeid
het aantal uren is te ruim genomen.
De heer Schaper vindt het jammer, dat het
amendement-Borgesius teruggenomen is, omdat
de voorsteller dat van den heer Snoeck Henke
mans beter vond.
Spr. noemt dan zijn bezwaren tegen het amen
dement-Sn. H. Tegen het patroonsverbod heeft
spr. niets. Spr. hoopt op verwerping van het
amendement-Sn. H.
De heer de Klerk betreurt ook de intrekking
van het amendement-Borgesius. Vrijheid voor
den alleenwerkenden patroon acht hij onmoge
lijk.
De heer Passtoors is om verschillende re
denen tegen het amendement-Sn. H.
De heer Bos had heropening van de alg. be
schouwingen gewenscht. Hij wijst op het gewicht
van beperking van nachtarbeid en overmatigen
arbeidsduur, doch waarschuwt tegen verstoring
der concurrentie-voorwaarden. Ten einde dezen
niet te veel te wijzigen, is patroonverbod onmis
baar.
De heer A a 1 b e r s e heeft drie grieven tegen
het amendementde patroons worden buiten de
wet gehouden, de nachtarbeid blijft en de kleine
middenstand wordt bedreigd.
De minister van landbouw, n ij "v e r-
heid en handel (de heer Talma) wijst er op,
dat het reeds hier om het hoofdbeginsel der wet
gaat.
De min. bespreekt zijn standpunt, bij het ge
wijzigd voorstel ingenomen. Hij verdedigt de
speciale regeling van het bakkersbedrijf, als staande
buiten den concurrentiestrijd, terwijl bovendien de
nachtarbeid economisch niet noodzakelijk is in
dit vak.
Vrijheid voor patroons is onmogelijk men moet
het verbod op den koop toenemen.
Bij de beperking van den arbeidsduur meent
spr., dat de heer Snoeck Henkemans zelf zeer ra
dicaal optreedt.
Spr. heeft formeel en redactioneel bezwaar te
gen het amendement-Sn. H.
Bij aanneming van het amendement zou de
reden vervallen om een afzonderlijke wet te ma
ken. Spr. ontraadt dus ten zeerste aanneming
van het amendement, dat geen oplossing brengt
voor de regeling van den nachtarbeid.
Na repliek van den heer Snoeck Henke
mans dient de heer B orgesius een sub
amendement in om den arbeidsduur te verkorten
ten einde daardoor een prikkel bij den patroon,
om 'snachts te laten arbeiden, weg te nemen.
De heer Bos vraagt in verband met de vele
aangebrachte wijzigingen schorsing van het de
bat.
De vergadering wordt daarop tot heden ver
daagd.
Het Pantserschip,
Men verneemt, dat de minister van binnenland-
sche zaken, voorzitter van den ministerraad, zich
naar de Koningin te Amsterdam zal begeven, ten
einde heden bij H. M. in buitengewone conferentie
te worden toegelaten.
Het departement van marine.
«De Nederlander" schrijft
Naar in parlementaire kringen verluidt, zal
indien de heer Wentholt als minister aftreedt,
voor diens departement niet aanstonds een opvol
ger worden aangewezen de heer Colijn, minister
van oorlog, zou dan met de tijdelijke waarneming
worden belast, voornamelijk uit overweging, dat
wat dadelijk voorziening behoeft, de verdediging
van Indië is, waarmede de tegenwoordige minister
van oorlog uit den aard van zijn verleden van
nabij zeer bekend is.
Dit intérimair zou dan tot dê algemeene ver
kiezingen in 1913 duren.
Verlenging Koninklijk bezoek 1
Ofschoon door H. M. de Koningin nog geen
beslissing in dien geest is genomen, wordt in hof
kringen waarschijnlijk geacht, dat H. M. althans
heden Donderdag, niet uit Amsterdam zal ver
trekken. Er zijn n. 1. heden nog geen orders
gegeven voor den extra-trein en voor andere
maatregelen, die bij een vertrek op den volgenden
dag moeten worden genomen.
Een verlenging van het koninklijk bezoek met
enkele dagen is zeer waarschijnlijk en moet zijn
veroorzaakt, doordat plotseling het bezoek aan
Dobbin werd afgelast.
De paleizen op het Loo en in Den Haag zyn,
wijl op een plotseling terugkeeren van H. M. niet
is gerekend, niet in een toestand, om de Konin
gin en den Prins er in te laten verblijven.
Vandaar waarschijnlijk een verlengd verblijf voor
eenige dagen, te Amsterdam.
Zooals reeds medegedeeld, vertrekt H. M. de
Koningin-Moeder heden naar Heidelberg, en de
Prins waarschijnlijk naar München, om een ge
neeskundige behandeling te ondergaan.
De Koningin met de Prinses blijven dan te
Amsterdam, doch dat verblijf zal geen officieel
karakter dragen.
Er zal gedurende de dagen van het verlengde
verblijf geen eerewacht voor het paleis zijn op
gesteld, slechts een dubbel-post. En ook het
eventueele uitrijden zal niet met de galarijtuigen
geschieden.
Amsterdam zal dan voor enkele dagen de vor
stelijke residentie zijn.
Nieuwe spoorlijnen.
Naar men aan de „N. Crt." meldt, wordt ge
tracht met 1 Juli te openen de spoorlijnen Haar
lemHoofddorpAalsmeer en HoofddorpLei
den. Van de; ander® lïjini is voorl'oopig geen
sprake.
Duitsche arbeiders in Nederlandsche mjjnen.
Duitsche arbeiders in het landdistrict Aken, die
in de Nederlandsche mijnen werkzaam zijn, moe
ten in ons land inkomstenbelasting betalen. Vroe
ger werd deze belasting door de Pruisische amb
tenaren geïnd, maar nu laat de Nederlandsche
overheid deze van het loon afhouden Ook wor
den de arbeiders in hun vaderland in deze be
lasting aangeslagen. Aan de «N. R. Ct," gemeld,
dat zij zich nu met request tot het Pruisische
Huis van Afgevaardigden hebben gericht en om
opheffing van dezen toestand verzocht. In dit
request wordt gezegd, dat duizenden Nederland
sche arbeiders, die op Pruisisch gebied werken,
geenerlei belasting in Pruisen betalen en daaren
tegen alle voordeelen hebben van de Ongevallen-,
Invaliditeits-en Ouderdoms-verzekeringswetten
evenzeer als de Duitsche arbeiders en dat de
Staat voor deze vreemdelingen dezelfde rijkstoe
lage voor invalidenrenten betaalt, als voor de
Duitschers.
Een vertegenwoordiger van de Pruische regee
ring verklaarde hierop in de request-commisie van
het Huis van AfgevaardigdenDe dubbele be
lasting in Pruisen en in Nederland is een gevolg
van het onderscheid in de belastingwetgeving in
beide staten. In Pruisen moeten zy belasting
betalen, omdat de Pruisische wet op de inkom
stenbelasting al degenen, die in Pruisen wonen,
aan de belasting onderwerpt, terwijl Nederland
geen inkomstenbelasting heeft, die op de Pruisi
sche lijkt, maar een systeem van belasting, waar
onder ook een belasting is op de opbrengst van
den arbeid. Deze laatste moeten ook degenen be
talen, die buiten Nederland wonen, maar in Ne
derland, hetzij door geestelijken, hetzij door licha-
melijken arbeid geld verdienen. Het is voor het
oogenblik niet mogelijk een verdrag met Neder
land te sluiten, om deze dubbele belasting uit de
wereld te helpen, omdat de Nederlandsche regee
ring niet het recht tot een dergelijke overeenkomst
heeft. De Pruisische regeering is bij een wet
van 18 April 1900 dit recht verleend. Men zaj
nu afwachten totdat hef Nederlandsche ontwerp
op de inkomstenbelasting aangenomen is, waarvan
artikel 97 ook de Nederlandsche regeering een
dergelijk recht heeft. Dan zal men traqhten on
derhandelingen over dit onderwerp te openen.
Het ongeluk aan boord van de «Zeeland'*
Het blijkt, dat de commissie, die zich te Cura
sao vormde om de slachtoffers van het ongeluk
te helpen, wil van haar werk had. Met groote
dankbaarheid deelt de commissie mee, dat zij
f 781.50 ontving. Deze som, gevoegd by de som
door de opvarenden van de «Zeeland" bijeenge
bracht, maakt, dat de slachtoffers behoorlijk
geholpen kunnen worden.
Kardinaal Van Rossum.
Men schrijft ons uit Rome, dt. 6 Mei
Hedenmorgen werd door Z.Em. kardinaal van
Rossum in audiëntie ontvangen, de kunstschilder
Gérard van der Heyden. De heer v. d. Heyden
zal een portret van Z.Em. schilderen en daar
mede Dinsdag a.s. aanvangen.
Het bal ten hove, gisteravond, was druk be
zocht: er waren vele dames in smaakvolle toilet
ten en de uniformen en ambtsgewaden vormden
ditmaal de meerderheid. Dank zij deze factoren,
bood de burgerzaal een schitterend schouwspel,
toen, omstreeks negen uur, de Koninklijke familie
binnentrad.
H. M. de Koningin droeg een ryk avondkleed
van crème zijde met gouden borduurselop het
hoofd en om den hals de flonkerende diamanten
van het nationaal huldeblyk.
De Koningin-Moeder was in lila-kleurig fluwee-
len gewaadook zij was getooid met diadeem en
rivière van diamanten. Op het kapsel rustte
bovendien een wit kanten mutsje, waaraan een
lange sluier langs den rug omlaag viel.
Prins Hendrik was ditmaal in de generaals
uniform, groot-tenue.
Dadelijk na het binnentreden begroetten de
vorstelijke personen de bij de deur geschaarde
dames, in de eerste plaats mevr. Van Leeuwen-
Wailer, de echtgenoote van den commissaris der
Koningin in de provincie Noord-Holland. Daarna
schreden zij tusschen de beide rijen nijgende
dames en buigende heeren naar de balzaal, die
getooid was met groen en bloemen en waar ach
ter een haag van planten de muziek speelde. Na
tien minuten verscheen de Koninklijke familie
weer in de burgerzaal, en werd de cercle geopend.
Talrijk waren de civiele en militaire autoriteiten
en de bekende mannen op allerlei gebied, die aan
H.H. M.M. en Z. K. H. werden voorgesteld, en
met wie zy zich gedurende korten tijd opgewekt
en belangstellend onderhielden.
De leden van het corps consulaire werden voor
gesteld door den doyen van dat corps, den heer
Rud. Lehmann, consul-generaal van Griekenland.
Tegen tien uur werden drie gouden zetels gereed
gezetdaarna onderhield Koningin Wilhelmina
zich verder zittende met de dames en heeren.
Hare Koninklyke Moeder en Haar Gemaal bleven
zich echter den geheelen avond onder de gasten
bewegen.
Als gewoonlijk waren in de galerij-zaal buffet
ten aangericht, waar ververschingen konden wor
den gebruikt. Eerst om half twaalf trokken de
beide Koninginnen en de Prins zich in hunne
vertrekken terug.
Weerbericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 9 Mei 1912, medegeaeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 772.6 te Neufahrwasser
en Memel.
Laagste barometerstand 754.1 te Vestmanoer en
Seydisfjord.
Verwachting tot den volgenden dagzwakke
tot matigen westelijken tot zuidwestelijken wind,
nevelig tot zwaarbewolkt, waarschijnlijk enkele
regenbuien, zelfde temperatuur.
Bereiking te Schiedam.
Maand April 1912.
Bevolking op 31 Maart 1912 33430 zielen.
Geboorte 80
Vestiging 154
234
Overlijden 45
Vertrek 255
300
Minder 66 zielen.
Bevolking op 30 April 1912 33364 zielen.
Er werden 16 huwelijken gesloten.
Timmerlieden-loonactie.
Door de besturen van de beide timmer
lieden-organisaties hier ter stede, is een schrijven
aan het bestuurder Patroons-Vereeniging «Onder
ling Belang" gericht, dat zakelijk als volgt luidt
«Tot ons leedwezen hebben wij vergeefs uitge
zien aaar eenig antwoord op ons schrijven van
dato 18 April jl., waarin wij verzochten voor 1
Mei van U eenig bericht te mogen ontvangen.
«Wy kunnen dan ook niet anders dan nogm aals
by Uw geacht college er ten sterkste op aandrin
gen, deze week alsnog eenig antwoord te mogen
ontvangen en alsnog Uw geëerd antwoord tege
moet ziende, verblyven wij".
Hierna volgt de onderteekening resp. voor de
afd. Schiedam van het Timmerliedengilde »St.
Joseph" en den Alg. Ned. Timmerliedenbond.