Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 35ste Jaargang Dinsdag 28 Mei 1912. No. 10330. feuilleton. Officieel© berichten. Kennisgeving. Buitenlandsch Nieuws. het lot. Verspreide berichten. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Bureau: BOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Familieberichten 20 cent per regel. Handelsadvertentiën van 16 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel, Voor herhaaldelijkadverteeren worden uiIerst bil- lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. MlJLITiK. Vrijstelling van Geestelijken enz. De Burgemeester van Schiedam, maakt bekand, dat omtrent de hieronder genoemde ingeschrevenen voor de militie, lichting 1913, deze gemeente, op hun aanvrage om vrijstelling van dienst wegens het bekleeden van een gees telijk of godsdienstig-menschlieveiid ambt of het opgeleid worden tot zoodanig ambt, door GEDEPUTEERDE STATEN dezer provincie de achter ieders naam vermelde uitspraak is ge daan Martinus Petrus Aalsma, R. K. Ordebroeder Adrianus Martinus Meeder, idem; Dirk Antonius Jozef Smits, Student in de Godgeleerdheid Allen voor één jaar vrijstelling van den dienst bij de mi litie verleend. Van deze uitspraken kan gedurende tien dagen, te rekenen van den datum dezer bekendmaking, bij de Koningin in beroep worden gekomen lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of cuia- tor 2o. door elk der overige voor de gemeente ingeschrevenen of door zijn vader, moeder, voogd of curator 3o door den Commissaris der Koningin in de provincie. De personen onder lo. en 2o. bedoeld, moeten het verzoekschrift, waarbij in beroep wordt ge komen, behoorlijk met redenen omkleeden en ter secretarie dezer gemeente, afdeelmg Militie, in leveren. Verzoekschriften, niet ingericht of niet ingele verd op de hierboven aangegeven wijze, kunnen geen gevolg hebben. Schiedam, den 28sten Mei 1912. De Burgemeester voornoemd, LAGERWE1J, W.B. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op art. 12 der Drankwet Brengen ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van DANIËL SLAVEN BURG, alhier om vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein, voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop in het beneden- Voorgedeelte van het pand Taansteeg 3. en herinneren, dat binnen 2 weken na deze bekendmaking tegen het verleenen van de ver gunning schriftelijk bij hun College bezwaren kunnen worden ingebracht. Schiedam, 28 Mei 1912. Burgemeester en Wethouders voornoema LAGERWEIJ, W.B. De Secretaris, V. SICKENGA. de OORLOG TUSSCHEN ITALIË EN TURKIJE Tenzij mm nog van besluit mocht verande- Ilen, zou do blokkade van het eiland Rhodos gister zijn ingetrokken. Het eiland zal echter onder de krijgswet blijven. {Uit het Duitsch vertaald). 11) hr? 17rouwen en J°nSe meiesjes uit het stadje achten hunne spaarpenningen, hun tijd en minne bekwaamheden ten offer en verzamelden nm vél, zalen van het raadsgebouw dte tezm rtp j klaar te maken voor hen, fenden handen^dei kleine" meïi^ pluksel. Dat was vervelend m rC h-a gemakkelijk. Want dikwijls lieten de diad'en zich met uittrekken of braken af Maai de kleinen hielden volzij meenden dat hun werk heel gewichtig was en dat zij onmogelijk kon den gemist worden. In de school leerde men een nieuw lied, dat heette „Die Wacht am Rhein," en als Theo en brans met Martha en Rosa 's avonds op den lagen muur om de werf zaten, zongen zij het en sloegen met hun hakken de maat tegen den muur. Ver ?aar vandaan was een knecht met hi, agen hezig. Een molenaarsjongen stond broerJ nl?61 »De week is mijn Pgeioepen, Als hij maar behouden Uit Athene seint Reuter: In antwoord op eein vraag, gedaan door de plaatselijke autoriteiten van enkele; door Italië bezette eilanden in de Middellandsche Zee, heeft de Italiaansche regeering doen weten, dat de vlag van da schepen, die op (die eilanden thuis hooren, de Italiaansche vlag zal wezen. De buitenlandse,^ postzegels vatn die eilanden zullen de Italiaansche- wezen. Van al Wat op die eilanden wordt ingevoerd uit Tuirlkije wordt een douanerecht van 11 pet. geheven. De invoer uit Griekenland wordt, voor bepaalde eilanden vrijgesteld. Het „Giornate d'Italia" publiceert een telegram uit Napels, dat het volgende behelst: De gezagvoerder van een stoomschip, dat daar uit Smyrna was aangekomen met 60 uitgezette Italianen aan boord, heeft verklaard, dat hij, toen hij achter ieen loodsboot de reedt van Smyrna verlief, het sein onitving te stoppen, hetgeen hij ooik deed. Desniettemin werden kort daarop van fort twee-schoten met scherp op zijn schip gelost. De kogels vlogen over de masten heen. De gezagvoerder vroeg ophelderingen, die hem echter niet werden verstrekt. De loodsboot ver volgde haar weg. De gezagvoerder heeft bij den Franse hen con sul een rapport ingediend over het gebeurde. Be vertegenwoordiging van Santos heeft ht besluit genomen, bij de beschermende mogend heden en hij de Porte krachtig te protesteeren tegen de schending der privileges van Sa moe. De „Messagero" geeft verslag van een interview met den kapitein van het Russische stoomsoh'p „Claudius", dat uit de Dardanellen te Ancona is aangekomen. De kapitein verklaarde dat de Turksche ile- gei'ririg vier lichtingen onder de wapenen 'had geroepen, maar dat in het wilajet Adrianopel maai 40 pet. van de manschappen opkwamen. Hii' vernam o.a. dal verscheidene ïnfanterie-'offi- cUiten van het garnizoen van Adrianopel zonder vorm van proces doodgeschoten waren, ouder beschuldiging dat zij onder de troepen tegen de regpciing hadden gestooikt. De kapitein stond in voor de waarheid van deze berichten. Uit Rome wordt aan de „National Zeitung' geseind: Het luchtschip L 1 wordt in Bracci- ano in orde gebracht en zal dezer dagen naar' een van de eilanden in de Aegeïscbe Zee ge zonden worden. Naar het heet, zal het lucht schip. dat veel grooter is dan de twee lucht schepen, die in Tripolis zijn, gebruikt worden om de forten van de Dardanellen van uit. de lucht te bombardeeren. Naar aan de „Nene Freie Pressa" uit Berlijn, worot gemeld, liep de conferentie tusschen graaf Berchtold en Bethmann Holvveg voornamelijk over de kansen op vrede tusschen Turkije en Italië. Die kansen zijin gering', ciaax Turkije niet bereid is de souvereiniteit over Tripolis te laten val len. Ook de mogelijkheid eener internationale con ferentie over den oorlog werd besproken. De terugkeert; hij is gehuwd." „Ik zal ook wel gauw aan de beurt komen. Ik heb een vrouw en drie kinderen, anders kon 't mij niet zooveel schelen," antwoordde de knecht en gaf een flinken stoot aan het rad^ dat hij juist ingesmeerd had. „De onzen zijn, schijnt 't nog niet in 't ge vecht gekomen." „Neen, ze wachten natuurlijk op mij," schert ste de knecht en ging naar den stal toe. In het voorbijgaan hield hij Martha en Ros'a de bus met wagensmeer onder den neus, zoodat ze 't beiden uitgilden. „Ik geloof dat Hannes nog gekheid zou ma ken, als de Franschen bij' den Helbinger toren aankwamen," zeide de oude Reinout, die op een houtblok zijn pijpje zat te rooken, De heete zomer liep ten einde. De reuzenstrijd op de vreemde velden had zijn hoogtepunt be reikt. Duizenden dappere strijders stierven den heldendood voor het vaderland en ontelbare harten werden vervuld met smart om de ver lorenen. Jp het stille stadje aan den Neckarheu- vel was echter nog geen treurmare aangekomen. Dat gaf reeds eenigen moed, afsof hierin ook een waarborg voor den toekomst lag. Brieven Kwamen van het strijdveld. Meestal waren ze Koit en stond er in „Maak u niet bezorgd. Wij maken t goed." Nu, dat was 't voor naamste. Zondags, na de Hoogmis, vertrokken de drie gnjze oudgedienden langzaam aan altijd 't laat- Oostenrij'ksche minister van Buitenl'andsohe Za ken kon echter het nut van een dergelijke con teren tie niet inzien; ook' zou het moeilijk zijn haar tot stand te breingen. Verder verklaardia graaf Berchtold nog', dat hem van een entente tusschen Rusland en Italië niets bekend was. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Uit Boedapest wordt gemeld: Zaterdag is de rust niet meer vers toom. Vol gens de officieele opgave van de politie zijn bij de opstootjes 236 personen gewond Het ge tal schotwonden is betrekkelijk gering. Het grootste deel der kwetsuren is door sabelhouwen ver oorzaakt. Tot nu toe zijn meer dan 800 per sonen door de politie verboord. Zeven ten zestig van de opgebrachte arbeiders zijn aan den rech ter van instructie overgeleverd. In een groot deel der Weensche bladen, die nabeschouwingen wijden aan de jongste gebeur tenissen te Boedapest, wordt het optreden der socialisten eenparig afgekeurd. De „Neue Freie Presse" bijv. zegt, dat de k i er nee h the rv or m i n g noodzakelijk is, maar dat de gebeurtenissen van gisteren een waarschuwing zijn tegen de schandelijke politiek, gebruik te maken van de hartstochten van de menigte om tot die hervorming te geraken. Het „Fremdenblatt" verklaart, dat de dag een nederlaag was voor de socialistische partij, die, na de algemeene staking1 zonder «enig motief te hebben afgekondigd, niet kon ontsnappen aan hef verwijt de bevolking de gelegenheid te heb ben gegeven excessen van allerlei soort te be gaan. Justh moet de rol betreuren, die nij heeft gespeeld. Het „Deutsches Voliksblatt" geeft ae schuld niet aan de socialisten. Het blad verwijt den Hongaarschen adel niets voor de politieke volks opvoeding te hebben gedaan en een conflict te hebben uitgelokt tusschen het volk en het le ger, teneinde zichzelf in zijn macht te hand haven. De „Reichspost" daarentegen, valt de sociaal democraten aan, „wier misdadige agitatie een volksmassa tegen de burgerlijke partijen hoeft opgezet, die tot elke misdaad in staat is." De socialistische „Arbeiter Zeitung", veront schuldigt natuurlijk de onlusten en tracht ze te rechtvaardigen. Het nlad schrijft o.a.: „Na de verkiezing van graaf Tisza tot president van de kamer, zag het volk, dat het niets heeft te wachten van het tegenwoordige regime en maak te dus gebruik van straatmanifestaties." TURKIJë. Uit officieele bron wordt gemeld, dal de a,uto- riieiten er in zijn geslaagd, den opstand in Dibra te dempen. MAROKKO. Honderden Marokkanen deden gisteren nacht een aanval op Fez, maar werden terugge slagen. stehun grauwblauwe oveijassen zwaaiden heen en weerhun koppen bogen zich voorover hun stokken stootten krachtig op de harde straatsteenen. „Ik zeg, ze krijgen hun verdiende loon" begon Melcher. „En Napoleon is gevangen I Da's maar goed ook. Zoolang hij vastzit, kan hij niets uit halen." „Maar in Frankrijk zal het er prachtig uit zien, oorlog in 't land en geen krachtigè re geering 1" „Da's hun zaak. 't Gaat ons niet aan, 't best was, dat de oorlog gauw uit was. „Ja, was 't zoo maar Gods wil en hadden we onze luidjes maar weer thuis," „Ja, als we-dat nog maar beleven mogen!" zuchtte Melcher. Hij voelde zich sinds weken vermoeid en af gemat. Hij kon bijna den weg naar de kerk niet meer afleggen. Slechts met veel rustpau zen kon hii er komen want zijn knieën zak ten diep door en zijn adem begaf hem soms bijna. „Zoo tachtig jaartjes. Men mag wel tevreden zijn. Maar 't eind van den oorlog zou ik toch nog graag beleven," wenschte hij dikwijls in zich zelf. Ook de waard uit de „Ooievaar" en de mole naar Helbing troffen elkaar op het kerkpad. Zij spraken over de laatste berichten van het slagveld, over hun zonen en eindelijk ook over hun zaken. De sultan ontving gistermorgen generaal Lyau- tey. Een Havas-nota meldt: Om de valschegeruch ten over den toestand van de Fransche troepen op de Marokkaansche grenzen den kop in te drukken, heelt de minister van oorlog een tele gram van generaal Alix, 26 Mei, 's avonds 10 uur uit Guercif verzonden, gepubliceerd, meldend dat hij dien morgen met 4 bataillons cavalerie en artillerie het kamp verliet, op weg naar Safgafat. Eenige honderden Houara's trachtten de colonne den weg te versperren. Zij weiden uiteengejaagd na een hardnekkig gevecht. De voorhoede bereikte haar doel en trok daarop Guercif binnen zonder het minste verzet te ondervinden. Het aantal slachtoffers aan de zijde der Houara's is nog niet vastgesteld. Aan Fransche zijde sneuvelden twee soldaten van het vreemdelingenlegioen en tien, waaronder een luitenant, werden gewond. De generaal hoopt dat de indruk van deze ex peditie groot zal zijn. De harka is nu machteloos geworden, doordat de Houara's en de Beniouarains zich niet vereenigen kunnen. De Fransche minister van oorlog nam maatre gelen om het vertrek van de versterkings troepen bestemd voor Marokko, en door generaal Lyautey dadelijk na zijn aankomst in Fez gevraagd, te bespoedigen. Zondag-nacht werd de stad op drie punten door de Berbers aangevallen. Zij werden echter teruggeslagen, opnieuw in de richting van Bobjtouh. Ook in de stad, waar verscheidene Berbers waren binnengeslopen, vielen enkele schoten. Aan Fransche zijde werden enkele soldaten gewond. De harka, die een mislukten aanval deed op Fez, werd door de Fransche troepen over de rivier Sebu teruggedreven. De vijanden, die in de stad waren binnenge drongen werden verstrooid en achtervolgd. Een Fransch officier werd gedood en 30 soldaten ge wond of gedood. De verliezen van den vijand zijn aanzienlijk. Naar aanleiding van het bericht van de nEcho de Paris'dat de gebroeders Mannesmann in Taroedant zouden zijn ingesloten, meldt de correspondent van de »Liberte" in Tandzjer, dat de pasja van Taroedant, die het met sultan Hiba schijnt te houden, hen had verwittigd, dat een stam de stad wilde plunderen, maar dat hij voor een groote som het gevaar wel zou willen afwen den. Men zou dus slechts met een poging tot af persing te doen hebben. Volgens een andere lezing hebben de stammen rondom Taroedant inderdaad den pasja ge-ommeerd de Europeanen uit de stad te zetten en deze uit zich zelf geld gegeven om de stammen tot kalmte te brengen. De gezant van Frankrijk, die van Rusland en de Britsche gezant zijn met de Porte in onder handeling over een program van hervormingen in uen Libanon, zulks in verband met de be noeming van een nieuwen gouverheur van die „Ik heb voor vele handen werk aan den molen. Er is meer te doen dan ooit. Met den graan handel zou iemand rijk kunnen worden, als hij maar kapitaal had. Maar het beetje, wat ik verdien, gaat weer verloren met den houthandel. En de bouwvakken staan heelemaal stil. Men zegt niet zonder redendé oorlog maakt één rijke en tien armen." „Ik moet zeggen, om de zaken bekommer ik me nu maar half. Als ik m'n jongen maar weer gezond en wel thuis krijgt. De vrouwen thuis maken iemand den kop gek met hun angst en zorgen", antwoordde de herbergier van „De Ooievaar". De molenaar had onrustige gedachten in zijn hoofd. Als hij Melcher maar bewegen kon, hem kapitaal voor te schieten. Er was nu een massa geld te verdienen, als hij het koren in 't groot kon opkoopen. Maar Melcher, aan wien hij reeds eenige malen een voorstel daaromtrent gedaan had, had er geen ooren naar Voor het einde van den oorlog wilde hij van niets weten. Daar lag nu het schoone geld opgesloten en bracht de paar procenten op van de staatspapieren, terwijl men er een vermogen mee kon winnen. Helbing was een een ondernemende kop maar de om standigheden hadden hem tot nu toe niet ver oorloofd, groote sprongen te maken. {Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 1