Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
35ste Jaargang.
Woensdag 19 Juni 1912.
No. 10349.
Officieel© berichten,
Schietoefeningen.
FEUILLETON.
het lot.
Buitenlandsuh Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 mi bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50,
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel.
Handelsadvertentiën van 1—6 regels 0.92elke regel daarboven 15 cent-
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
Voor herhaaldelijkadverteeren worden uiterst bil-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85, Postbus no. 39.
De Bcrbemeester van Schiedam
brengt op verzoek van den heer Commissaris dei-
Koningin in de provincie Zuid-Holland het onder
staande bericht ter kennis van belanghebbenden
bij de Scheepvaart
Schietoefening van liet lort Hoek van Holland.
Volgens mededeeling van den Minister van
Oorlog zal op 25 Juni a.s. eene schietoefening
worden gehouden van het fort Hoek van Holland.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
licht kaliber (6 c.M.), waarbij onveilig wordt
gemaakt een driehoek, gevormd door het fort,
eene roode vlag beN. en eene beZ. het zeegat
tot op 3100 M. van het fort.
Op den dag, waarop gevuurd wordt, zal van
het fort eene roode vlag waaien, die 3 uur vóór
het bCgin der oefening halfstok en één uur vóór
de oefening geheel voorgehesehen wordt.
(Zie Ned. krt. Nos. 218, 219, 202, 227).
Schiedam, 19 Juni 1912.
De Burgemeester voornoemd,
LAGERWEIJ, W.B.
LAJNDWEEH.
INLEVERING van wapenen, kleeding- en
uitrustingstukken enz.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
maken bij deze bekend, dat de landweerplich-
tigen der lichting 1905, van alle wapens, die
voorkomen in het Verlofgangersregister dezer ge
meente, en in den loop van het jaar 1912 aan
spraak kunnen doen gelden op ontslag uit. den
dienst bij de Landweer, ingevolge het laatste lid
van art. 31 der Landweerwet verplicht zijn, de
hun van Rijkswege verstrekte wapenen, voorwer
pen van ledergoed, kleeding- en uitrustingstukken,
reglementen en dienstvoorschriften, in te leveren
te Schiedam op Woensdag 17 Juli 1912,
in het gebouw „de St. Joris Doele" op het
Doeleplein, en wel
zij wier geslachtsnamen beginnen met de letters
A. tot en met Ldes voormiddags te 10 uur, en
zij wier geslachtsnamen beginnen met de letters
M tot en met Z, des voormiddags te 11 uur.
mr Bij de inlevering kunnen de Verlofgan
gers in burgerkleeding dan wel in uniformkleeding
verschijnenin het laatste geval behooren zij
voorzien te zijn van de noodige burgerkleeding-
stukken om daarin gekleed weder huiswaarts te
keeren.
De aandacht wordt gevestigd op de volgende
wetsbepalingen
dat een arrest van twee tot zes dagen, te onder
gaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring, door den Landweer
districtscommandant kan worden opgelegd aan
den verlofganger
lo. die zonder geldige reden de hiervoren ge-
noemde voorwerpen niet inlevert
-o. wiens wapenen, ledergoed, kleeding- of uit
rustingstukken, reglementen of dienstvoor
schriften, na inlevering niet in voldoenden staat
worden bevonden
do. die wapenen, ledergoed, kleeding- of uitrus
tingstukken, reglementen of dienstvoorschrif
ten, aan een ander behoorende, als de zijne
inlevert
dat onverminderd de hiervoren genoemde straf
(Uit het Duitsch vertaald).
27)
Hoofdstuk VTTT.
In de wonderschoone Meimaand
achtetfmaal was Te fenti^T Tf i V°01' 06
nen. In het tnini.Tf- te 1U het dal versche-
rijpe bloesems en zachtf^6? uitbot.tinS van
naar den molen. De venaterTwnT^10011 0V.f'
zacht bewogen zich de gordijnen inTT^
jaarswind. Pianno-spel drong naar buiten? De^o"
lenaarsjongen, die op de werf den slijpsteen stond
te diaaien, floot zachtjes mee „Ich grolle nicht
wenn mir das Herz auch bricht."
Maar plotseling hield de muziek op.
»Je bent me een maat voor, Martha." In den
stanken, jongen man, die dit zeide en daarbij
keurend zijn hoofd schudde, had geenmensch
vropmaS^ren' zomersProetigen Frans Brenner van
damfn!er.e?d; evenmin in de schoone, jonge
Martha wfn .em' de onrustige kleine, bruine
molenaar. vroe§er> het jongste kind van den
van twee tot zes dagen arrest,- de verlofganger,
bedoeld onder lo. en 3o., gehouden is aan de
verplichting tot het inleveren hetzij in hun geheel,
hetzij voor het aangewezen deel, van de hiervo
ren genoemde voorwerpen te voldoen op den tijd
en de plaats, daarvoor nader te bepalen.
De verlofganger, die bij herhaling wapenen,
ledergoed, kleeding- of uitrustingstukken, regle
menten of dienstvoorschriften, aan een ander be
hoorende, als de zijne inlevert, wordt in werke-
lijken dienst geroepen en daarin gedurende ten
hoogste drie maanden gehouden. De duur van
dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog
bepaald, die tevens liet korps van het leger aan
wijst, waarbij de werkelijke dienst moet worden
vervuld.
De verlofganger, die niet voldoet aan eene op
roeping voor den werkelijken dienst, wordt als
deserteur behandeld, nadat tot zijne afvoering als
deserteur door den Minister van Oorlog de last is
verstrekt.
De verlofgangers worden er uitdrukkelijk aan
herinnerd dat het niet ontvangen eener hoofde
lijke kennisgeving hen niet ontheft van de ver
plichting tot inlevering van de hiervoren bedoelde
voorwerpen, maar dat deze openbare kennisgeving
EENIG en ALLEEN .als BEWIJS strekt, dat de
verlofganger behoorlijk met de op hem rustende
verplichting is in kennis gesteld.
Indien de verlofganger wegens ziekte, verblijf
buitenslands of andere geldige redenen verhinderd
is 'persoonlijk de wapenen, het ledergoed, de
kleeding- en uitrustingstukken en de reglementen
en dienstvoorschriften in te leveren, dan is hij,
of zijn, bij onmacht zijnerzijds, zijhe naastbestaan-
den gehouden, er voor te zorgen, dat de inleve
ring door een ander geschiedt. De geldigheid der
redenen van verhindering moet blijken uit een
bewijs, dat bij den Burgemeester aangevraagd en
door dezen afgegeven, of zoo noodig gelegaliseerd
wordt. Dit bewijs moet bij de inlevering worden
overgelegd door den persoon die namens den
verlofganger voor de inlevering verschenen is.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 19den Juni 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
LAGERWEIJ, W.B.
De Secretaris,
V. SICKÉNGA
DE OORLOG TüSSCHEN ITALIË EN TURKIJE
In en om .Smyrna.
Uit Smyrna wordt -gemeld, dat hef. concen--
tneeron van Turk scha troepen, ten eindeSmyr
na aan landzijde tegen oen Italiaanschen aan
val te verdedigen, nog steeds worden vojiigezcf,
la militaire 'kringen worden twee landingsp1..ta
nen voor mogelijk .gehouden. Men veronderstelt
dat de Italiaansohe vloot troepen zal ontschepen,
hetzij ten noorden -van de Smyrnabocht bij! Phocea
of .aan de zuidzijde, van het Tscheschmesohiea-'
eiland, In beide gevallen kan Smyrna, onder -ver
mijding van het versperringsfort en de l-.ustbat-
terijen, bereikt worden. Met het oog daarop zijn
twee verdedigingsliniën ontworpen, één ten noor
den van den Kassabaspoorweg en één zuidelijke
hij den Aidinspoorwèg. 1
Op het eerstgenoemde punt zijn reeds ongeveer
20, op het laatstgenoemde punt, met inbegrip
vair Smyrna, ongeveer 30 bataillons vereenigd.
„Met meester Hauser kan ik veel beter spelen
dan met jou, die werkt ook zelf mee," zuchtte
de piano-speelster.
„En ik dan niet niet? Ach, beste Martha,
meester Hauser is veel te toegeefelijk voor
je. Je moet veel nauwkeuriger spelen. Kiik
hier
Frans, wilde het haar voordoen, maar zij
stootte hem af. „Neen, neen, begin nou niet
te schoolmeesteren, voordatje een uur hier bent 1
Ik weet al hoe het moet, Allo, we beginnen
nog eens."
Weder begon de weemoedige, meesleepende
muziek. Martha spande al hare krachten in.
Zij speelde energiek en vlug.
„Ha, nu zijn we prachtig aan het eind ge
komen," zeide zij met een zucht van verlich
ting, toen het laatste akkoord weerklonk.
„Maar ik moet naar beneden gaan zien naar
het avondeten. Je kunt ondertusschen mijn
nieuwe stukken eens inzien. Maar hier is
Jacob I"
Jacob, haar broeder, was onder het spel bin
nengekomen en had, tegen de kachel geleund,
staan luisteren.
«Wel Frans, hoe gaat het vroeg hij na een
machtigen handdruk, terwijl hij den aangespro-
met loenschen blik van boven tot onderen
opnam. „Heb je vacantie
fie jancantie is voorbij. Sinds den
eeisten Mei ben ik hier als onderwijzer aan-
o-ca p een byzondere gunst. Ik heb er
Ook worden de troepen van het schieredanu
T'pcbeschm® aan dé achterzijde van het versper-
ringlsfort dagelijks versterkt. Allés bijeen sullen
60 000 man om Smyrna worden geconcentreerd.
De meit het opperbevel over deze troepen belasie
generaal Abdullah Pasja is Zondag daar aange
komen, terwijl ook de minister van 0, Hog ver
wacht wordt.
In de bocht Van Smyrna zijn twee der vier
aanwezige versperringsschepen tot zinken ge
bracht en veertig drijvende mijhen uitgezet.
Uit Athene wordt geseind:
De vertegenwoordigers der 12 eilanaen van
den archipel, welke door de Italianen bezet zijn,
beraadslaagden op Patmos over de toekoms. der
eilanden. De beworfèrs der eilanden zullen zich
tot generaal Ameglio wenden, teneinde de ver-
eeniginig met Griekenland te vragen. Is deze op
lossing der kwestie evenwel onmogelijk, dan
eischen zij! een absolute autonomie.
Die eiland-bewoners hesc'hén in den zelfden tijd
een eigen vlag bestaande uit drie witte kruisen
op een blauw Veld.
Krijgsbedrijven in Tripoli.
Generaal Camerara meldt uit Meraa Busceifa
(niet Bushaifa, zooals gemeld werd) d.d 16 Juni:
bet volgende: r
Nadat wij om 6 uu'r 's morgens Marabout en.
Sidi Busceifa bezet en troepen aan land gezet
hadden, bezetten wij! terstond de in de nabijheid
liggend oase en de hoogte van Kaap Farroeg. Beide
stellingen liglgien aan de kust, ongeveer 12 K M.
van Misrata. Enkele kleine vijandelijke troepen-
afdeelingen trachtten onze bewegingen- te lv;1.em
meren, maar werden, toet achterlating van eemge
dooden, weldra door ons geweervuur verstrooid
Wij loden geen verliezen. Later vertoonden zich
deze troepen, thans versterkt, op onze rechter
flank. Tegen den middag ondernamen zij een ge-
regelden aanval, maar werden door onze toepen
teruggeslagen. De strijd duurde tot circa 6 uur.
Toen ondernamen de aanvallers den terugtocht,
ongeveer 50 dooden op het slagveld achterlatend.
Veel wapenen en ammunitie werd buitgemaakt
Onze verliezen bedroegen 2 dooden en 9 gbwo ï-
den. terwyl een Askiari gedood en twee gewond
werden. j i
Volgens den Turkschen minister van oorlog is
een Italiaansch vliegtuig, dat boven het Turk-
sche kamp bij Dierna was opgestegen en zonder
schade te doen, bommen had geworpen, docr een
granaatkartets geraakt en in de vlakte geslingerd.
De geldnood der Turken.
Be gboote moeilijkheid voor de Turken is op
het oogenblik, hoe zij1 aan geld zullen komen
voor de voortzetting van den oorlog1. Wij hebben
reeds melding gemaakt van de varihioogine van
verschillende belastingen voor den tijd van den
oorlog. D.e meerdere opbrengst ervan zal wel
besteed worden voor de bezoldiging van de Ara
bische hulptroepen jan Turkschen kant. Dezen
voeren weliswaar een heiligen oorlog, maar zyn er
aan gewoon geraakt, soldij en in geval van ver
wonding eein vergoeding te ontvangen. De reis
van Enver-lbei naar Konstantinopel stond mis
schien ook met de geldkwestie in verband.
Slaagt de Parte er niet in, om zich op den
duu'r de noodige middelen te verschaffen, dan
zou dat een krachtige drijfveer tot oen. vrede
kunnen worden. f
LUXEMBURG.
Reute!r seint uit Luxemburg:
Groothertogin Adelaide heeft onder algemeene,
geestdrift den eed afgelegd. In de rede, waar
mede zij de regeering aanvaardde, beloofde zij zich
irt. te spannen voor allen goed, vriendelijk en be
hulpzaam te zijn.
De maatschappelijke vrede, zoo zeide zij ver
der, zoo vurig begeerd, is tot nog toe een vluch
tig ideaal gebleven. Maar zouden wij ons daar
om niet inspannen om de eensgezindheid te be
spoedigen, kunnen wij niet hopen, dat door een
langzame maar zektere werking de eeuwige wet
ten der rechtvaardigheid ten slotte ons verbroe
dering en vrede zullen schenken?
De groothertogin beloofde te regeeren voor het
volk en met het volk. De internationale vera ra
gen, die de onafhankelijkheid en de neutraliteit
van het groothertogdom waarborgen, zoo zeide
zij voorts, zijn de ware bron van onzen voor
spoed. Zij leggen ons bovendien verplichtingen
op in het belang van Europa. Laten wij op zoo'n
wijze handelen, dat nooit een kwaad vermoeden
kan rijzen ten opzichte van de oprechtheid van
onze bedoelingen.
Be groothertogin beloofde het vaandel hoog te
houden en met de hulpe Gods voor haar eer te
strijden. Dochter van de natie, gelijk haar voor
vaderen, zal zij trouw zijn aan het edele Levies
Ik zal handhaven.
De vorstin reed door' de straten van de stad
naar hét paleis terug, waar zij op het balcon
verscheen. Terwijl de tonen van het. volkslied
weerklonken, werd zij door de menigte uitbundig
toegejuicht.
om verzocht, omdat mijn moeder geregeld
sukkelt."
„En hoe bevalt je de schoolmeestery Je spaart
zeker de plak nietMaal" zeg eens, hoe odd
ben je nou eigenliik
„Twee en twintig word ik dezen zomer."
„Dan ben je dus al meerderjarig." Jacob zeide
dit op zoo'n eigenaardig toon, dat Frans begon
te lachen.
„Zeker, meerderjarig. Dat is een gewichtige
tijdstip in iemands leven, hè Bezittingen
heb ik echter weinig, maar des te meer
plichten."
„Je moet toch van je grootvader een mooie
erfenis gehad hebben Hoe zit dat ook ging
hij voort,
„Ja, dat ging wel. Maar sinds, voor twee
jaar, met dien natten winter, ons huisje bijna
in elkaar gevallen is, hebben we inet den op
bouw en de herstelling groote onkosten gehad.
Het is een geluk, dat ik mijn moeder 'nu wat
ondersteunen kanzij hadden het samen niet
vol kunnen houden Rosa en moeder met
naaien
Jacob zeide nog eens; „Ja, hoe zit dat toch?"
en streek zich over zijn laag voorhoofd. De ge
dachten kwamen altijd heel langzaam bij hem
op en vooral herinneringen, waar al een paar
jaar overheen gegaan waren, - die moest hij
heelemaal opdiepen. Maar zijn oogen flikkerden
er was toch licht gekomenHij zeide echter
niets meer tot Frans.
DÜITSCHLAMB.
De „Gerinania", die den staatssecretaris van
marine altijd 'zeer genegen is geweest, schrijft over
het vijftienjarig jubileum van admiraal TirpLz:
„Op 15 Juni 1897 heeft de Keizer de beste
en 'gelukkigste ministerbenoeming gedaan; hij haal
de den piepjongen schout-bij-nacht TirpL'z uit den
vlootd.ie.nst en plaatste hem aan het hoofd van
het rijks departement van marine. Thans is hij
groot-'admiraal, maar nog altijd staatssecretaris,
lijf tien jaar minister en een gelukkig minister,
zonder een enkele politieke of parlementaire ne
derlaag dat ban anders geen man in heel
Europa zeggen. Met déze kenschets is Tirpilz het
best geprezen; hij is de' man, onder wiens stel
selmatige leiding wij de tegenwoordige vloot heli-
ben; bij is de organisator van de weermiddelen
ter zee, welke steeds voor hun taak berekend
zullen zijn. Het Duitsclhe volk beeft, alle reuen,
om dit zeldzame ministerjubileum verheugd mee
te vieren."
Toen Jacob het gesprek niet voorzette, liet
Frans zijn vingers weer over de toetsen gaan.
Het was een prachtige piano, die hij voor zich
had, van zachten, vollen klank. Midden in de
melodie groette hem de opgeruimde stem van
Theo, 's molenaars jongsten zoon. „Dat vind ik
heerlijk van je, dat je ons eens wat moois te
hooren geeft 1 Als Martha speelt, krijgt je soms
net een gevoel, alsof je over versch geploegd
-land loopt te walsen."
„Dank je, Theo, voorje hartelijk compliment,"
riep Martha, die juist met twee dampende kannen
in de deur verscheen. „Verwend word ik door
jullie niet I"
„Je hoeft je niet te beklagen, zusje, we meenen
't goed met je. Voorliet hoogmoedsduiveltje, dat
■in je hoofd spookt, is een broederlijk koud stort
bad onderhand wel eens gezond," plaagde Theo.
Hij had de slanke, krachtige gestalt van zijn
in den oorlog gesneuvelde broeder en diens goe
dig open gezicht, met de frissche kleur en de
trouwhartige oogen.
„Zie eens hier, Frans." Theo reikte een tijd
schrift aan over de tafel, „dat is het nieuwe
nummer van een vakblad, dat ik lees sinds ik
van school ben gekomen- Ik heb er al me igen
practischen wenk uitgeleerd. Tegenwoordig moet
iemand zijn eigen leermeester kunnen zijn, wil
hij vooruit komen.
(Wordt vervolgd.)