Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
35ste Jaargang.
Donderdag 20 Juni Ï912.
\o. 10350.
Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON-
het lot.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdaeen en
w?elrVin0r ,n? p Per 3 maaüdea flM> Pei maand 45 cent en'per
week.10 cent Franco per post door geheel Nederland f 2.- per kwartaal
Afzonderlijke nummers 2 cent. F
r,nnemi,nten w£rdfa dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en brj alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50,
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel
Handelsadvertentiën van 1-6 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend
Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
iKv0°°r lierliafadvertBeren worden niferst bil-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85, Postbus no. 39.
DE OORLOG TUSSCHEN ITALIË EN TURKIJE
IJit Konstantinopel gezette en Maannag te Ge
nua aangokomien Italiaansohe vluchtelingen heb
ben tegen ae officieren van de Franse!» stoom
boot Ispahan van de JVIessagenes Alantirnc-s,
waarmee ziji de reis gedaan hadden, eraidge be
schuldigingen geuit. De officieren zouuen den ko-
ning an Italië opi ruwe wijziet beschimpt. zich
over Italië zelf minachtend uitgelaten hebben en
op het protest van een ouden Italiaanschen pa
triot onbeschoft geantwoord- hebben. De verple
ging aan boord was, verklaren de vluchtelingen
verder, zeer gebrekkig- geweest, zoodat zij ziclh
bij den havencommandant te Napels beklaagd
had-den. Deze zond tweehonderd kilogram versch
vleesc-h, vrachten en brood aan boord. De Fra,n-
sche officie-ren en manschappen zouden ui.e voor
raden opgegeten en de vluchtelingen zouden, niets
gekregen hebben.
De prefect van Genua heeft deze voorrajdar
aan de Italiaansohe regeering geseind en nron
verwacht nu, dat deze lot den Fransehen gezant
v ci'too gen zal richten.
De .M-essageries Maritime» logenstraf' intusscheii
reeds deze voorstelling-. De vluchtelingen warm
voor een prijsje als 4de klas-reizigers meegeno
men, zouden voor hun eigen eten zegen en te
Napels van b-oo-rd' gaan. Dei overheid te Napels
stuurde hen echter naar Genua. Daar hiei eten
cat de vluchtelingen bij zich hadden; te Napels
op was, werd er later uitdeeling van proviand
onder hen gehouden. Het heeft hun aan niets
ontbroken, zegt de M. M.
Gister, den laatste» dag die voor het vertrek
der Italianen w-ais toegestaan is eén Duitse he
boot, gecharterd do,o;r de Italiaansehe weldadig
heids maatschappij; met 300 menschen verirokken.
Van het begin van den oorlog af zijn 8170 Italianen
nii Konstantinopel vertrokken. Er zij-n er nog meer
dan 2000 achtergebleven, die vrijstelling hebben
gekregen. j
De gouverneur van Pera heeft gisterochtend
aan den Duitschen consul medegedeeld, dat Italia
nen, die geen vrijstelling- van de verpachting, om
het lana te verlaten hebben en hier blijven, in
hechtenis genomen en als krijigsgflivangonen be
handeld zullen worden. Ten gevolge van zekére
stappen werd eclhter besloten, dat zij ,a.an het
Duitsc-he consulaat zullen afgeleverd worden, het
welk hen naar het Italiaansche hospitaal zal zen
den. Daar zullen zij blijven tot zij booten hebben
gevonden om mee t-e vertrekken.
Volgens een brief aan de „Avanti", heerscht
te Derna een tyfus-epdde-mie. Alle -regimenten zijn
hesmet. heit ergst het 7de en 35ste. Van lu:t
laatste zijn alleen toinutoe 200 soldaten bezwe
ken.
gewekt. Tegenover zeker© combinaties in dei dag
bladen zij opgemerkt, dat von Mairsch.ili niet met
een bizondere opdracht naar Engeland is gezon
den, maar tot taaik -heeft om in de uitoefening
van zijn gewone werkzaamheid- als gezant, tot
de verdere verbetering- van de betrekkingen'tus-
sehen Duitschland en Engeland bij te dragen,
ENGELAND.
,)e vriendelijke ontvangst, die von. Marscihali
e Londen heeft gevonden, heeft hier voluoening
Uit het Duitsch vertaald).
28)
Jacob, .watïe?Ie c|eZ6n geeft niels'" bromde
passen, werken e n w*11 m den molen' °P"
noodig, Ik moet nmeei'ia daar niet
deerdfn ik Z°°'n bestu'
jaren alle gelegenheden dteh dle ln vroeSere
den, om zichzijnSaVtJf, weaden gebo"
nekkig had afgewezen, waS S™"™' hard'
jongeren broeder, die hij bij zijn meeS^ frP
ook daarbij een verstandiger doorzicht
kere werkkracht had, zoodat al vanzeV dl
leiding der gewichtigste zaken hem toever
trouwdwerd. roevei-
„Met dien „bestudeerden molenaar" bedoelt
b mij," Zeide Theo lachend tot Frans, „maar
zorateiH +het hem niet kwalijkals hij maar
i„ aat ei' geen molensteen verkeerd wordt
smeerd."eD dat" de taPPen °P worden ge-
toerdemoteïaaïsv,™18 beginnen uit te varen'
te den gast i W bmnen kwam. Zij groot
moeder en zijn zuLÏÏ® pkst' vl,oeg naar zi->n
V zustei Rosa. De vriendschap
frankrijk.
De Kamer beraadslaagde gisteren over de kies
rechthervorming.
Afgevaardigde Breton verdedigde het wetsont
werp en stelde de volgende motie »De Kamer
noodigt de regeering uit, verwezenlijking van de
kiesrechthervorming te streven, met de hulp der
republikeinsche meerderheid der beide Kamers."
De minister presiden^Poincarré verklaarde hierop
dat hij, wegens de door Breton geleverde com
mentaren, diens motie niet kon aanvaarden en
slechts een motie van vertrouwen kan aannemen.
Het prioriteits-voorstel ten gunste van de motie-
Breton wordt nu „met 345 tegen 179 stemmen
verworpen.
Het eerste gedeelte van een motie van den afg.
Dénis, waarin verklaard wordt, dat de Kamer de
verklaringen der regeering goedkeurd, wordt met
393 tegen 15 stemmen aangenomen over het
tweede gedeelte, en vertrouwen in haar stelt
gaat over tot de orde van dag" werd in ge
heime stemming gestemd. Ten slotte werd het
tweede gedeelte van de motie-Dénis met 346 te
gen 11 stemmen, en de geheele motie met 366
tegen 7 stemmen aangenomen.
Nadere berichten uit verschillende haven
steden melden, dat de staking der zeelieden steeds
voortduurt en zich nog uitbreidt. -
J e St. Nazaire besloten de havenarbeiders uit
solidariteit mat de zeelieden een 24 uren sta
king te beginnen. De dokwerkers, de kolenwerkers
en alle arbeiders die op de kaden werkzaam
zijn, sloten zich bij hen aan. Daarentegen besloten
de ingeschreven dokwerkers te Duinkerken, henen
het werk te hervatten.
PARIJSCHE KRONIEK.
{Van. onzen Parijschen correspondent.)
(Slot).
alleen de vervolging van den Godsdienst,
doch ook de vernedering en verlaging van het
leger waren onder de ministeries vanaf Waldeck
Rousseau, Combes en hunne opvolgers, vooral met
den noodlottigen minister van oorlog André, heer-
schende kwalen geworden, waardoor deze beiden
onontbeerlijke krachten en de steunpilaren van
een goed geordende staat, in hun grondslagen
waren getroffen. De zoo verachtelijke fiches be
treffende het particulier .leven en de godsdien
stige overtuigingen der officieren van het Fran
sche leger, door de magonnieke loges aan 't mi
nisterie van oorlog in 't geheim verstrekt en
waardoor velen hun militaire loopbaan verwoest
zagen, brachten met de steeds toenemende indici-
pline en veelvuldige desertatiën een zeer slechten
geest onder de soldaten en hun superieuren en 't
was deze toestand welke bij de marine, nog niet
tusschen den lindenmolen en het met klimop
omrankte huisje aan den voet van het Kruis-
gebergte, had zich, ten spijt van den molenaar,
in den loop der jaren versterkt, Menig unrtie
bracht de molenaarsvrouw bii de weduwe
Brenner door en blikte dan uit hetzelfde venster
waarvoor de oude Melcher Brenner zoo dikwiils
gezeten had. J
„Is Rosa thuis vroeg zij. „Zij weet toch,
dat wij haar deze week nog twee dagen ver
wachten
„Ze naait vandaag thuis," antwoordde Frans
„zal ik haar de boodschap brengen
Ja zeg haar, dat zij ons niet in den steek
laat, nep Martha. „Ik moet mijn nieuwe japon
bij het kinderfeest aan hebben, on zooals Rosa
maakt niemand die voor me."
Rosa Brenner was niettegenstaande haar jeugd
de beste modenaaister uit Bergheim en als zoo
danig zeer gezocht, zoodat het haar bijna niet
mogelijk was aan alle aanvragen te 'voldoen.
Under druk gesprek nam de molenaarsvrouw
met haar zonen en den gast plaats aan de kof-
netafel, terwijl Martha diende.
de werf op™1^ k°ffle zwijgeild uit en ging
zektedVrnoW nooit vrede bewaren met Jacob
Tk telr njlaravrouw tot Theo.
Hij kan 't nu pp!^13, niets aan doen< moeder,
op een oï
heeft," antwoordde Theo. begaan
iung geleden de grootste rampen, erger dan een
oorlog, tengevolge had.
Bij het eindigen van het presidentschap door
Emile Loubet van 1899 tot 1906 vervuld, werd
hij door Armand Fallières, evenals zijn voorganger
president van den Senaat, opgevolgd. De onsa
menhangende staat van het blok werd steeds
door .de radicaal-socialistische partijhoofden als
Clemencean, Briand, Monis, Berteaux enz. voort
gezet, die echter de een na de andere vielen.
Gedurende de laatste hevige staking der spoor
wegbeambten en arbeiders, welke bijna algemeen
was geworden, heeft Briand, toen minister-presi
dent, zicli van zijn vroegere compagnons, de
roodste socialisten, afgewend en krachtig de partij
der maatschappelijke orde kiezende, ons het
schouwspel geleverd dat hij als minister onmoge
lijk kon regeeren, zonder de vroege onhoudbare,
dwaze principen zijner oude vrienden en tijdge
noten, niet alleen prijs te geven, doch zelfs met
alle macht te bestrijden. Hoewel daarna ook
spoedig afgetreden, is door zijn, in deze moeie-
lijke kwestie, stoudmoedig en zelfs kranig optre
den, langzamerhand en door enkele onverwachte
omstandigheden geholpen, eene wending in de
dirigeerende staatkunde gekomen, welke na den
geweldigen dood van Berteaux en nu onlangs door
het voor goed verdwijnen van Bnsson en het op
treden van het zoogenaamde groote ministerie
Poincaré met eenige der meest bekende staats
mannen der republiek, eene verademing gekomen,
terwijl de richting van altijd meer naar links naar
die van het republikeinsche centrum is gedraaid.
Wanneer het ministerie er in slaagt de R.P., even
redige vertegenwoordiging, er op een vrijzinnige
wijze, dat is ook het recht der minderheden eer
biedigende, door te krijgen, dan heeft het kans
ep een lang bestaan.
Onrustbarende aanvallen, moorden en diefstal
len werden hier in de laatste maanden op geld-
dragers, particuliere inrichtingen en bankinstel
lingen door een bende schurken en anarchisten
gepleegd welke een onverwachten stap in de
nieuwe richting maakten, door zich van gestolen
auto's te bedienen, zoodat zij reeds gevlogen wa
ren alvorens men goed wist wat er voorgevallen
was. 't Zijn de gevolgen van den vooruitgang en
der gedaanteverwisselingen welke er .uit voort
kwamen, welke den hedendaagschen misdadiger
geheel hervormd hebben. Vroeger sprak men van
een mooie misdaad, dat was de vrucht van een
zeldzaam schurkachtig geduld of van een goed
berekende, sluipende voorzichtigheid, waarover de
nacht zijn sluier wierp doch thans is het de
brutale geste, die onbeschaamde daad, dat twee
gevecht op klaar helderen dag tusschen de
maatschappij en den bandiet geworden, wat
ons zoo ontsteld doen staan. De schurken bra-
veeren, de samenleving, de politie en de agenten
zij overrompelen, verdringen en dooden hun en
zetten hHn weg zoo snel mogelijk voort. Door de
Pai ijsche drukte, de engere straten, door de moei
lijkheden eener gecompliceerde kracht, door alles
in een woord, wat zoo op het eerste gezicht zoo
veel strikken schijnen om hen tegen te werken,
Rosine zuchtte. Heur haar toonde al vele zil
verdraden, hare trekken waren scherper haar
gestalte magerde dan in vroegere jaren. Nog
altijd onderheild zij zelf strenge regeling in haar
huis en diong aan op eenvoud in kleeding en
aan tafel zeer tegen den wil van haar man,
die steeds trotscher en ijdeler werd'
Met een zonnigen hemel zette de voor het
kinderfeest bestemde dag in en bracht het
gansche stadje in vroolijke opgewektheid. Met
vlaggen en guirlanden waren de huizen versierd
en buiten aan de overzijde van de Neckarbrug
wachtten onder de groote linden, tafeltjes en'
banken op de aankomst der gasten. De optocht
der kinderen bewoog zich door de stadvoorop
de kemsten, die hand aan hand, in vroolijke
uitgelatenheid over hun eigen voetjes struikelden,
dan de grooteren, glanzend van blijde feest
vreugde. Aan de spits marscheerden de muzi
kanten. Mortierschoten weerklonken van af de
hoogte en door de vriendeiije straten klonk een
schetterende marschmelodie ter begeleiding van
den stoet. Achter de kinderen stroomde de
menigte mee en verzamelde zich onder de lin
den op het grasveld tusschen banken en tafeltjes
Wat een werk, voordat elk paarbeentjes op een
zitplaats geklauterd was, voordat elk paar hand
jes in het bezit van een krakeling gekomen
was. De onderwijzer Brenner stond midden
tusschen zijn kleine schaar en zorgde voor orde
en verkwikking. Het was een genot, hem zoo
te hinderen, en te beletten hun slag te slaan,
vinden de misdadigers integendeel een koelbloe
digheid gepaard met een buitengewene samen
loop der omstandigheden welke medewerken om
de moordenaars te helpen. Zij durven en onder-
nemen alles. Er op of er onder en vast besloten,
waar het gevaar zich voordoet, hoe groot 't ook'
moge zijn, er tegen te worstelen de revolver in
de hand. 't Staat geschreven dat telkens, wanneer
den mensch het voordeel van een der vindingrijke
overwinningen aan de beschaving brengt, het
kwaad er zich ten zijnen voordeele meester van
zal maken. Hoe ver wij ook van de holen onzer
ruwe voorouders verwijderd zyn, die zich tegen
de aanvallen en rooftochten van andere wezens
moesten verdedigen, toch schijnen soms alleen de
decoratiën er van veranderd. De aanvallen zijn
dikwerf nog even woest en de slagen met
minder wreed. Doch de wetenschap en de
vooruitgang hebben de aanvallers meer geperfec-
tionneerde wapenen in handen gegeven. De re
volver is meer afdoende dan de bijl in gepolijste
steen, veel verschrikkelijkerhij doodt sneller,
zekerder en van verre. En wat zal morgen de
aéroplanewelke wij hier ook 't eerst zagen
verschijnen, door zulke schelmen gebruikt worden.
Zij zal hen 's nachts op onze woningen voe
ren en de moorden en diefstallen vergemakkelij
ken, waar zy in 't onbeperkt luchtruim ontvluch
ten kunnen. De heer Lépine is niet jong meer
en hij zal zijn zwaren post niet Jang meer waar
nemen doch de tijd kan spoedig komen, dat zijn
agenten nog heel wat te beschermen krijgen
waarbij andere verdedigingsmiddelen, dan sabels
en revolvers noodig zullen zijn.
Alvorens Parijs te verlaten, zijn mijne vrouw
enik nog eens naar de basiliek du mcré Coeur de
Montmartre gestegen, welke wij, in 1874 door
kardinaal Guibert gesticht, hebben zien opbou
wen en thans met zijn bijna 100 meters hooge
Campanile (toren; geheel voltooid aanschouwden.
Zij was daar zoo vele jaren vaak gaan bidden en
wij wilden te zamen er in een laatsten afscheids
groet onze harten ontboezemen. Toen wij de
basiliek van de voorzijde verlieten en onder de
peristyle de groote stad daar zagen door een
heldere zon beschenen met hare ontelbare
geluiden, straten en pleinen, welke uit dit onbe
schrijfelijk grootsch panorama, dat voor ons lag
opgingen, dachten wij onwillekeurig aan de'
honderdduizenden menschen die daar wonen,
strijden, zwoegen genieten en lijden. Aan hen'
die naar hun werk zaken en vermaken snellen,'
doch waaronder helaas zoo weinigen zijn die hun
blik hemelwaarts slaan en den Meester van leven
en dood aanroepen.
Over de ernorme ruimte stijgen uit de schoor-
steenen lichte en dikke rookwolken, wier scha
duwen op de dichtbevolkte stad, waaruit zoo vele
kreten van vreugde, smart en woede opgaan,
blijven hangen.
Dat gegons van een mierennest van schepselen,
dat reusachtig circus waarin alle hartstochten
ongeketend huilen, is de groote stad, het mees
terwerk door menschen gewrocht, de triomf van
;e zien te midden der kleinen, hoe al die schit
terende kinderoogjes hem aanzagen.
„Je zult t vandaag zeker wel druk hebben
zei Theo tot hem in 't voorbijgaan. „Martha is
met moeder vooraan onder de linde."
„Straks kom ik wel even bij hen," antwoordde
Zestil' nog biJ'miJ'n kleinen.
i m i. sprmkhanen geven aardig wat
werk. Tot nu toe is alles best gegaan, mijn
volkje houdt zich uitstekend."
Terwijl de kleinsten nog in hun krakeling
beten, weerklonk er eensklaps stormachtig ge
juich. Sepp, de jongste van Hans, den bakker,
was boven in den mastboom geklommen en
zwaaide heel in de hoogte met een bonten doek
als overwinningsteeken. Dat was het signaal voor
het begin der spelen. De volwassenen schaarden
zich aan de kanten, in dichten rijen, en za°-en
naar het dansen der meisjes, naar het wedloopen
der jongens. Anderen wandelden in de schaduw
dei boomen langs de oevers van den Neckar
Het bonte gewemel op het groene grasveld,
de lichte kleederen der vrouwen en meisjes,
de wapperenden vlaggen, gaven een echt fees
telijk aanzientorens en daken, door de gou
den middagzon bestraald en de donkere dennen
langs den bergrand vormden een schilderacliti°-eu
achtergrond.
{Wordt vervolgd.)