Verspreide berichten.
Binnenland.
Ingezonden.
Gemengd Nieuws.
jaar slechts acht. aeroplanes aan de manoeu
vres hébben deelgenomen, zullen er thans -10
zijn, monoplanes en biplanes.
In militaire kringen loopt het gerucht, oa-t de
keizer voor de eerste maal plaats zal nemen in
den bestuurbaren ballon Z. II, om op den laat
ste- n dag der manoeuvres den veldslag' geheel te
kunnen volgen.
Terwijl het terrein aldus< op den grond en in
de lucht zal verkend worden, zullen de artille
rie- en de infanterieJcoloiimes der heide legers
zich op weg begeven, om contact met den te
genstander te krijgen. Men rekent er op, dat
dit den tweeden dag der manoeuvres zal ge
beuren en dat de cers-te belangrijke worstelingen
Woensdag zullen beginnen.
Achter het front der troepen zal tegelijkertijd
ten ander belangrijk deel der operaties praats
vinden: het van voedsel voorzien der strijdende'
manschappen. Sedert eenigte jaren bestaan er
veldbakkeigjen, die onder den marsdh in werking
zijn en op oogenblikken, dat gerust wordt, den
troepen het noodigfe voedsel verschaffen. Deze
rijdende keukens worden geapproviandeerd door
automobielen.
Het roode leger staat onder bevel van veld
maarschalk Bock und Palach en is samenge
steld uit het vierde legerkorps (generaal Sixl
von Arnim) en het 19de korps (generaal von
Kirchbaoh). Het blauwe leger wordt aangevoerd
door generaal-kolonel von Hansen, oud-minister
van Oorlog van Saksen, en bestaat uit het derde
legerkorps (generaal von Bülow) en het 12de
korps (generaal d'EIsa).
CHINA.
Daar de öhineesche regeering geteini gebruik
maakte van haar recht op revisie van het Peters
burger verdrag van 1881, deelde haa,r de Rus
sisch© regeering door een nota mede, dat Rusland
gtedwiongen was het verdrag va;n 1881 als tot
20 Augustus 1921 verlengd te beschouwen. Bus-
land heeft echter, volgens den wensoh van China,
d'e bijzondere voorrechten in zake den vrijien in
voer .over een landstrook van vijftig werst Et;a,n
de Russische grens op en heeft geen betzwaar
tegen de afschaffing van dezelfde bepalingen, die
op die Ghineesche grensstrook betrekking hebben.
JAPAN.
Een der schilderachtige plechtigheden, in ver
hand met de begrafenis van den overleden keizer
van Japan, Moetsioe Hito, vond Vrijldag voor zons
opgang te Kioto plaats.
Na zichzelf gereinigd te hebben, trokken de
priesters in optocht naar het keizerlijk graf te
Momoyama, in een witte kist rijst, gedroogde visch,
zeewier, perziken en peren medevoerend, welke
geofferd moesten worden.
iRondbm het graf was een ruw hek van bam
boe opgericht.
Het voor deze omheining afgebakende stak
girond wordt als even heilig beschouwd.
De opperpriester hield een lange redevoering
tot de goden der aarde, waarin hij hen mede
deelde, dat die plaats Wias uitgekozen voor het
graf van den overleden keizer, waarom hij smeek
te, steeds over die heilige plaats te waken.
Naar uit Pretoria aan de Daily Express"
gemeld wordt, heeft de Zuid-Afrikaansche regee
ring aan koning George en koningin Mary ver
zocht een bezoek aan Zuid-Afrika te breDgen,
teneinde de opening van de gebouwen der Bonds
regering, die in 1914 plaats zal vinden, bij te
wonen.
Naar de „Vossische Zeitung" meldt hebben
een zestal Engelscifae journalisten verzocht de Duit-
sc'be manoeuvres te mogen bijwonen. Slechts twee-
hunner hebben een gunstige beschikking op hun
verzoek ontvangen.
Waarom op het verzoek der andere journalisten
afwijzend is beschikt, is niet bekend.
llit Innsbruck wordt aan de „Lokal-Anzeiger"
geseind: Op de bergen in Tirol woeden sneeuw
stormen. De varsc'he sneeuw ligt in Noord-Tirol
reeds tot diep in de dalen. Op den Brenner pas
woedde Zaterdagmorgen een sneeuwstorm, zoo dat
het. vee reeds een maand vroeger dan anders van
de Alpen naar beneden gehaald moest worden.
Uit New-York verneemt het „Berliner Tage-
blatt", dat de Duitsche consul Webier, uit Juarez
(Mexico), die naar Montesuma reisde, om een
onderzoek in te stellen naar den moord, op twee
Duitsc'hers gepleegd, nog steeds niet is terugge
keerd. Sedert zijn vertrek is nog geen enkel be
richt van hem binnengekomen. De Duitsche ge
zant liet tot dusver zonder resultaat naar den
consul zoeken,
Het Petersiburger Telegraafagentschap meldt
In den afgeloopen nacht vertrok de trein, waarin
grootvorst Michaël Alexandrlowitsch ep de mi
nister van Spoorwegen gezeten waren, met ver-
tlraging uit Moskou naar Borodino. Toen; de trein
het station Fili naderde kwam uit Petersburg
een trein, waarin grootvorst Nikola) Michaato-
witscih en de ministers van Marine, van Onder
wijs, Justitie en van Landbouw, benevens de op^
pierprocureur der Heilige Synode gezeten waren.
Om een bijna onvermijdelijke botsing Ie voor
komen, liet de wisselwachter den trein uit Peters-
burg op een zijspoor loopen. De trein verbrij
zelde het stootblok. De voorste locomotief werd
omvergeworpen. Niemand werd echter gekwetst,
Volgens de Italiaansclhe „Mesisagero" is on
danks de streng© bewaking v.an den Engelscihen
en Fransdhen kruiser een aantal gewapende man
schappen van het eiland Ikaria aan de steile
kust van Maratokampos, in het Westelijk deel
van Samos, geland.
Re Engelsche en Fransche scheepöcommandant
alsmede de Russische consul Kahl hebben de
4 senatoren, die aap de spits der beweging legen
Turkije en den vorst Veglerile staan ontheien
en hun beduid, dat de regeeringen der drie
beschermende mogtendhedea de klachten der be
volking nauwkeurig zullen onderzoeken en te
vens nadruk op leggend, dat de rust niet ver-
dier mocht gestoord worden. De senatoren ver
zochten om onmiddellijke verwijdering der Turfc-
sehe beambten en troepen. De Russische consul
verzekerde, dat Turkije de troepen, zoo al niet
dadelijk, dan toch zeker na het einde van tien
oorlog zou terugroepen.
Op tie vraag van den Fransciben commandant
of de bevolking in staat wias een eigen gen
darmerie te org a niseeren, antwoordden de sena
toren, dat de commandanten, zoo ze daaraan
twijfelden, hun manschappen aan land mochten
zetten.
Ze hadden liever een vreemde bezetting, dan
de Turksche gendarmen en soldaten.
Bezoek van H. M. de Koningin aan liet kamp
b\j Harderwijk,
Zaterdag-ocHtend heeft H. M. de Koningin een
bezoek gebracht aan het kamp nabij Harderwijk,
waar van het begin dezer week het le en 2e
bataljon van het 9e regiment infanterie uit Leeu
warden gelegerd zijn, om in vereeniging met het
bataljon uit Harderwijk, oefeningen te houden.
Precies op den vastgestelden tijd, klokke halfne-
gen, aldus meldt men, hield de koninklijke auto
met de hooge bezoekster stil voor de cantine van
het kamp. De Koningin was vergezeld van gene
raal baron van Tuyll van Serooskerken, haar
adjudant baron van Voorst tot Voorst en de
hofdame freule van de Poll.
De commandant van het kamp, majoor Enklaar,
was met den waarnemenden burgemeester van
Harderwijk, den wethouder Vitringa, ter ontvangst
aanwezig.
Het manoeuvreterreinde heide ten Noorden
en Zuiden van den Centraalspoorweg, was onder
de leiding van den commissaris van politie, den
heer Felix, afgezet door rijkspolitie en marechaus
sees.
Terstond na de aankomst begaf H. M. zich te
voet langs de cantine naar het terrein ten Zuiden
van de spoorbaan, waar het le bataljon dadelijk
een aanvang maakte met de oefening.
De troep was in tweeën verdeeldde vijand
had een stelling te verdedigen, nabij het sein
huisje, dicht bij Hulsthorst. H. M. volgde met
groote belangstelling de aanvallende partij, die al
vurende telkens vooruit trok en ten slotte onder
hevig geweervuur overwinnaar werd van de
stelling, op den voet.
Hierop begaf H. M zich naar de Noordelijke
heide over het spoor, waar het 2e bataljon, onder
pommando van majoor van 't Sant, zich in twee
partijen verdeeld had, die tegen eikaar optrokken.
Toen zij tot op een paar honderd meter afstand
van elkander genaderd waren, had hier een aau-
val plaats op een stelling, die hardnekkig verde
digd, doch niettemin stormenderhand ingenomen
werd. Ten slotte aanschouwde de Koningin onge
veer een kwartier lang de werking van twee
mitrailleurs, die bezig waren een doel onder vuur
te nemen.
Bij het verlaten van het oefeningsterrein gaf
H. M. den commandant van het ktimp haar groote
ingenomenheid en tevredenheid te kennen over
de plaats gehad hebbende manoeuvres. Langs het
pompstation van de waterleiding en de cantine
wandelde zij terug naar den auto, waarna het
gezelschap zich naar de ten Zuiden van den grind
weg gelegen schietbanen begaf. Daar stapte de
Koningin weer uit, om nog even een schietoefe
ning, die daar door een gedeelte van het 3e"
bataljon gehouden werd, bij te wonen.
Al wandelend keerde zij vervolgens naar den
grindweg terug, waar zij afscheid nam van den
commandant van het kamp en den waarnemenden
burgemeester, welken laatste zij een compliment
maakte over het prachtige manoeuvre-terrein van
de gemeente. H. M. begaf zich nu naar Ermelo,
waar het 3e bataljon, onder commando van ma
joor Hofdijk, opgesteld was. Ook daar volgde zij
met groote belangstelling de oefening en betuigde
over een en ander hare groote tevredenheid.
Om halftwaalf verliet de hooge bezoekster Er
melo en keerde over Putten naar het Loo terug.
Bij den aanvang van het bezoek was het weer
zeer ongunstig, er woei een krachtige Noord-
Westen wind, die gepaard ging met een flinke
regenbui. In een regenmantel gehuld, stoorde
H. M. zich hieraan echter niet. Later kwam de
zon door en gaf een heerlijk aanzien aan de
prachtige bloeiende heide.
Nationaal Comité 1913.
Het Nationaal Comité 1913 maakte Zaterdag
met een extra boot der Batavierlijn uit Rotterdam,
een tocht naar de Zeeuwsche stroomen, via Dord-
trecht, Middelburg en Ylissingen en komt heden
(Maandag) weer terug.
Tot de genoodigden behoorde ook de eerevoor
zitter Prins Hendrik, die echter, evenals minister
Talma, verhinderd was de reis mede te maken
Tijdens de reis werd aan boord vergaderd onder
voorzitterschap van jhr. C. F. van de Pol. Van
regeeringswege was aan het comité toegevoegd
mr. J. C. A. Everwijn.
(Ruiten verantwoordelijkheid der Redactie).
"Van ingezonden stukken ook al word n ze niet
geplaatst wordtdekopyniet teruggegeven
Postbestellingen te Schiedam.
Geachte Redactie,
Naar aanleiding van uwe beschouwing in zake
het op de laatste vergadering van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken vastgestelde advies be
treffende de voorgestelde wijziging in de postbe
stellingen, verzoek ik beleefd plaatsing van het
volgende
Uwe verbazing over het, wat U noemt, rauwe
lings nemen van het bewuste besluit zoude wel
iets minder zijn geweest, indien U zich de moeite
had gegeven wat dieper op deze zaak in te gaan.
Alsdan ware U ter (Tore gekomen, dat alle, op
het advies betrekking hebbende stukken, vooraf
bij de leden circuleerden, zoodat deze geacht
konden worden behoorlijk op de hoogte te zijn en
ruimschoots gelegenheid hadden zich van anderer
meening te vergewissen. Zij verschenen dus ter
vergadering in staat een besluit te nemen.
Zoo rauwelings viel deze beslissing dus niet.
De als ssneer" bedoelde opmerking dat »vrij veel
onbelangrijker zaken, naar commissies, worden
verwezen, had veilig in de pen kunnen blijven,
waar U nu wel duidelijk zal zijn dat de voorbe
reiding plaats had.
Het is voor gewone menschen aanbevelens
waardig geen zaken te beoordeelen zonder alle
bijzonderheden te kennen, voor krantenmenschen
is zulks beslist noodzakelijk.
Met dank voor de plaatsing.
Hoogachtend,
B. A. J. Wittkampf.
Voorz. K. v. K.
[Al moge het waar zijn, dat de missive van
den directeur van het Postkantoor onder de leden
van de K. v K. heeft gecirculeerd, dan is toch
vóór de afdoening, naar buiten geen bekend
heid gegeven aan den inhoud van bedoelde missive.
Aan menschen, buiten de Kamer van Koop
handel staande, heeft dus de gelegenheid ontbro
ken bezwaren ter kennis van de Kamer te brengen.
Wij blijven bij onze opmerking, dat er vrij veel
onbelangrijker zaken naar commissies worden ver
wezen en dat het in* het onderhavige geval vol
strekt niet overbodig zou zijn geweest een zoo
belangrijke aangelegenheid in handen eener com
missie van advies te stellen.
Wijselijk gaat de voorzitter van de Kamer van
Koophandel op de zaak zelf niet in en betoogt hij
alleen, dat tegen de voorbereiding der behande
ling van de missive geen bezwaar kan bestaan.
Ons oordeel over het ongewenschte der wijzi
ging der postbestellingen (de grootste dwaasheid
van het voorstel is o.a.dat hier ter stede
's avonds na half acht aangeko
men brieven, dagbladen enz. niet
mejer denzelfden avond worden be
steld) blijft dan ook ongewijzigd. Red.
»N. Sctiied. Ct."]
Mynheer de Redacteurt
Ik haast mij, hiermede mijne algeheele instem
ming té betuigen, met het door U gezegde in Uw
Nr. van 7 dezer, met betrekking tot het ingrij
pend wijzigen der postbestellingen alhier. Ook
mij komt het onverklaarbaar voor, dat de K.v.K.
maar zoo klakkeloos als geheel met de verande
ring instemt. Er zijn toch ook in die Kamer
leden genoeg, die belang hebben bij eene regeling
als de bestaande Dat een boekhouder van een
gemeentelijke instelling er niet aan hecht, is te
begrijpen; maar dan zijn er toch daar buiten onge
twijfeld nog velen die werkelijk behoefte hebben
aan de bestellingen zooals die nu gerégeld zijn,
ook aan de laatste late bestelling. En, zooals U
terecht opmerkt, ook de meening van dezen had
men kunnen vragen.
Het is te hopen, dat of de Directeur van het
Postkantoor de wijziging met aanbrengt, óf dat
meerdere belanhebbenden er tegenop zullen komen.
Bij voorbaat mijn dank.
Hoogachtend,
Een Fabrikant.
Schiedam, 9 Sept. '12.
HET VREESELIJK ONGELUK TE UTRECHT.
Op last van den auditeur-militair heeft er een
justitieel onderzoek plaats gehad naar het ongeluk
bij het fort Vossegat. Tal van militairen, offi
cieren en minderen, die Donderdagmorgen op
het fort aanwezig waren en da oefeningen met
de vlotten gadeslóegen, zoomede zij, die deel uit
maakten van de bemanning op het vlot, zijn in
verband met dat onderzoek gehoord. Hun ver
klaringen zijn op schrift gesteld. Omtrent het
gebeurde zelf kunnen wij nog mededeelen, dat
een officier en een sergeant, die op het fort naar
de manoevre van het vlot stonden te kijken en
speciaal met de leiding dier oefening waren be
last, pertinet hebben verklaard, dat zij plotseling
een der manschappen, die het vlot voortboomden,
zagen uitglijden, tengevolge waarvan in het vaar
tuig een noodlottige beweging kwam en het kan
telde.
De militairen die zich op het vlot bevonden en
gered werden hebben verklaarddat zij plotse
ling eenig gekraak hoorden en toen te water ge
raakten. Dit kraken is ontstaan, doordat de
planken, de ondei'linge verbindingen van het vlot,
waren gespijkerd en uit elkander werden gerukt,
toen enkele tonnen onder het raam uitschoten en
de steunpunten voor dat raam dus verdwenen,
waardoor het verband van het geheel uiteen werd
gerukt.
Inmiddels moet een proces-verbaal van het
voorgevallene zijn opgemaakt, waarin ze voor
vielen, nauwkeurig zijn gememoreerd. Zoo moet
o. a. onderzocht zijn; allereerst hoe het vlot werd
in elkaar gezet. Dit moet zijn geschied in den
geest van artikel 124 van het zakboek van den
pionnier. Het raamwerk bestond uit gezaagd
hout, z. g. baddings, de verbindingen waren ge
spijkerd. Het vlot had derhalve een getimmerd
raamwerk. Als steunpunteu voor het vlot zelf
waren 8 tonnen aangebracht, waaroverheen het
raamwerk gelegd werd. De draagkracht van
iedere ton bedraagt o50 K. G.de totale draag
kracht van het vlot bedroeg alzoo 8 X 150 K.G.
is 1200 IC. G. wat voldoende werd geacht voor
het vervoeren van 16 personen, gekleed in gewone
werkkleeding, ongewapend en niet bepakt. Al
het materiaal bestond uit zéér goed, gaaf hout.
Nadat het vlot was te water gebracht, gingen er
13 man op zitten, terwijl 3 man bleven staan,
twee sergeants en een korporaal. Degenen die
zaten, namen in zittende houding plaats op de
dwarsliggers van het raamwerk. Het drietal dat
staan bleef, kreeg ieder een vaarboom, om daar
mede het vlot voor te duwen. Dertien man za
ten dus, 3 stonden. Het vlot ging aan den fort
kant van wal en bereikte zonder incidenten de
overzijde van de gracht.
De bemanning kreeg voor het manoeuvreeren
aanwijzingen van cergeant Van der Hucht, die
zich op het fort bevond. Deze heeft den man
schappen op het vlot eenige malen toegeroepen
kalm te blijven zitten. Hij deed dit, omdat er
nu en dan te veel beweging kwam in het vlot,
wat bij deze vaartuigen stipt moet worden ver
meden. Ook bevonden zich de luitenants Van
Everdingen en Wins op het fort, van waar zij de
oefening gade sloegen. Nadat nu het vlot aan
de overzijde van de gracht was geweest, moest
het wederom terug. Het was op dien terugtocht
dat plotseling eenige tonnen onder het raam uit
schoten, tengevolge waarvan de menschen te wa
ter geraakten, die luide om hulp riepen. Dadelijk
schoten officieren en minderen toe, die aanstonds
te water sprongen om te redden. Geleidelijk
werden 10 man opgevischt en binnengebracht in
het fort; twee waren bewusteloos, doch werden
bijgebracht. Naar het militair hospitaal was
intusschen getelefoneerd om geneeskundige hulp,
evenzoo naar de politie. Door den omvang van
de ramp was het niet doenlijk onmiddellijk te
overzien of alle opvarenden van het vlot reeds
waren opgehaald. Men ging daarom aanstonds
aan het duiken, doch zonder resultaathet koude
weer en de abnormaal-lage temperetuur van het
water droegen er het hunne toe bij om de red
ding te bemoeilijken. Men is daarom met het
duiken opgehouden en vervolgens gaan dreggen.
Dit dreggen geschiedde met behulp van vlotten
en schuiten. Inmiddels was geconstateerd, dat
6 man werden vermistvan deze zes werd de
eerste te 10.30 opgehaald, de laatste te 12.30. Bij
de drie eerste drenkelingen werd nog geprobeerd
de levensgeesten op te wekken met behulp van
zuurstofapparaten, doch het mocht niet meer ge
lukken bij ne laatste 3 zijn de maatregelen niet
meer genomen, omdat dr. Wolfïensperger, militair
arts, deze pogingen overbodig achtte.
De oefening met de vlotten had plaats onder
sommando van kapitein E. J. Duetz, de le-lui-
tenant H. W. Schukking was hem toegevoegd,
terwijl als ploeg-commandant fungeerde de ser
geant Van der Hucht.
Bij het bemannen van het vlot moet nog door
twee-officieren aan den sergeant Van der hucht,
die deze bemanning regelde, gevraagd zijn, hoeveel
manschappen op het vlot konden worden toege
laten. Hiernaar werd o. m. geïnformeerd door
de officieren Van Evendingen en Wins. Aan
beide officieren is door den sergeant geantwoord
twee man per ton.
Dit is wel het voornaamste van hetgeen offici
eel moet zijn gerapporteerd. De auditeur-militair
zal nu hebben uit te maken, in hoeverre van
schuld of nalatigheid bij dit ongeluk is sprake
geweest. (»U. D.")
De ramp in de Clarenc e-aa ij n.
De eerste berichten over de ontploffingen in de
Clarence-mijn hebben den ernst der catastrofe
niet overdreven voorgesteld. Zestig arbeiders
en niet veertig, zaoals aanvankelijk gedacht werd
hebben in de brandende mijn den dood ge"
vondeneen twintigtal zijn gewond en velen
hunner zullen waarschijnlijk niet in het leven
behouden kunnen worden. Het geheele land is
in rouw gedompeld.
Om zich een duidelijk beeld te vormen van
hetgeen geschied is, is het nuttig met enkele
woorden de situatie te schetsen, zooals die was
vóór en na de ramp.
De kolenmijn Clarence beslaat een oppervlakte
van 746 H.A. en behoort sinds 1895 aan een
maatschappij, die haar naam heeft aangenomen.
Zij ligt ten Zuid-Oosten van het Kanaal, in het
arrondissement Bethune. Zij verschafte aan 868
arbeiders werk. Daarvan waren 668 onder den
grond en 180 aan de oppervlakte werkzaam-
Jaarlijks levert zij 140.000 ton steenkool op. Zij
stond bekend als een der mijtien, die het meeste
mijngas bevatten vandaar dat de uiterste voor
zorgsmaatregelen waren genomen.
Zooals wij reeds gisteren medegedeeld hebben,
had de eerste ontploffing Dinsdag-middag ona
ongeveer twee uur plaats, dus op het oogenblik,
dat de ochtendploeg, bestaande uit 358 arbeiders,
haar dagtaak verricht hed en naar boven kwam,
en de tweede ploeg zich gereed maakte in de
myn af te dalen. Deze ontploffing, die een muur
deed instorten en ook andere verwoestingen aan
richtte, wérd ver in den omtrek gehoordwant
de mijnwerkers kenden dat onheilspellend geluid.
De hoofdingenieur Dupont daalde met een groep