Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
f
p n n yeriiea en r
toUxcJIJ
De oorlog op den Balkan.
NU DE KOUDE
DAGEN NADEREN
Van Hou ten's
RON A Cacao
Gratis Ongevallenverzekering
35ste Jaargang.
Dinsdag 12 November 1912
No. 10471.
J
overeenkomstig op de polis vermelde voorwaarden.
Officieelft berichten.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Waarschuwing.
FEUILLETO N.
DE COTILLON.
Buitenlandse]! Nieuws.
Houdt Uwe kinderen gezond en warm door hun
s morgens, *s middags en *s avonds een kopje
te geven.
Het bevat niet alleen vele voedende bestanddeelen,
maar het volle vetgehalte (cacaoboter) verwarmt
ook het lichaam. Daarbij zeer lichtverteerbaar.
Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., tranco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën
16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
De
bg
levenslange
geheele
invaliditeit
verzekering wordt gewaarborgd door
btl
verlies van
een hand,
voet of oog
Hollandsche Algemeene
bg verlies
van
V erzekeringsbank,
een duim
gevestigd te Schiedam
bü
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
Doen te weten
a. Dat de Raad in zijne openbare vergadering
van den 3den September 1912 heeft vastgesteld
lo. de volgende
VERORDENING tot heffing van
rechten ter zake van de Visch-
markt.
2o. de volgende
VERORDENING op de invordering
der rechten die geheven wor
den ter zake van de Visch-
markt.
b. dat bovenstaande heffingsverordening is
goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van den 2den
November 1912, no. 13.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 12den November 1912.
Burgemeester en Wethouders vonrnoemit
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V SICKENGA.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Doen te weten
o. Dat de Raad in zijne openbare vergadering
van den 3den September 1912 heeft vastgesteld
lo. de volgende
VERORDENING op de heffing van
schoolgeld wegens het herhalings-
onderwijs ingevolge art. 17 der wèt
op het lager onderwijs.
2o. de volgende
VERORDENING regelende de invor
dering van schoolgeld wegens het
herhalingsonderwijs ingevolge art
17 der wet op het lager onderwijs.
b. Dat bovenstaande heffiugsverordening is
goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van den 2den
November 19!2, no. 13
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 12den November 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. L. HONNERLAGE GRETE,
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Belanghebbenden worden er op gewezen, dat
het meermalen voorkomt dat gebouwd wordt
voordat daartoe de vereischte bouw vergunning
is verkregen, ja soms zelfs zonder dat deze is
gevraagd.
Burgemeester en Wethouders, in dezen belang
hebbenden voor de gevolgen daarvan verant
woordelijk stollende, WAARSCHUWEN hen.
dat, wanneer dergelijke gevallen bij het Gemeente
bestuur bekend worden en alsnog vergunning wordt
aangevraagd, nadat met den bouw reeds is
aangevangen of deze is voltooid zoo dit tot
heden al mocht zijn geschied in het vervolg
geen consideratie meer zal worden gebruikt
met het oog op hetgeen reeds is gemaakt doch
de plannen geheel vrij zullen worden- beoordeeld
16)
„Merkwaardig. En zoo dikwijls als ik jou na
eene lange afwezigheid weder zag, vond ik je
veranderd." y
„Dit ligt aaó mijn kapsel."
„Onzin. Je draagt je haar, zooals je het altijd
gedragen hebt en je moogt het ook niet veran
deren.
„Ik ben nog in mijn groei."
„Ik ben toch ook gegroeid
„Alles goed en wel, je bent precies dezelfde
gebleven. Misschien gaat het met ons. meisjes
anders. Grootmama's portret moet treffend ge
lijkend geweest zijn, maar alleen aan de oogen
kan men nu nog zien, dat zij het geweest is."
„En hoe gelijkt gij op dat portret I
Air ik oud ben, zal ik dan ook zoo zijn als
Grootmama?" riep Gerda levendig uit. „O, dat
zou ik willen. Zoo als zij, zoo goed en zoo lief
Zij heeft nooit in haar leven iemand verdriet
aangedaan. Zoo zijn zeker ook de engelen, die
alle tranen drogen."
Hare oogen glinsterden van innige verrukking
Er kwam een blos op hare wangen bij de ge
en dat ook tegen den onwettig bestaanden
toestand zal worden opgetreden.
Schiedam, 12 November 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
M. L. HONNERLAGE GRETE,
De Secretaris,
V. SICKENGA.
De houding van Oostenrijk.
Militaire autoriteiten te Boedapest.
Van het oorlogsterrein.
Oostenrijk en Albanië.
Terwijl op het oogenblik belangrijke berithten
van het oorlogsterrein uitblijven, trekt des te
meer de houding van Oostenrijk-Hongarije de
aandacht.
Zooals men weet, is Oostenrijk niet van plan
Servië geheel Albanië te laten inpalmen, en in
elk geval het land geen uitweg aan de Adriatische
zee toe te staan.
De Oostenrijksche gezant te Belgrado heeft
Zondag een bezoek aan den Servischen minister
Pasjits gebracht, wien hij het Oostenrijksche stand
standpunt in de Albaneesche kwestie uiteenge
zet heeft. Pasjits heeft de plannen van Servië nopens
Albanië uitgelegd. De stappen door den gezant
gedaan, haddeu, in tegenspraak met wat sommige
ÜuiUche bladen hebben gemeld, met het karakter
van een ultimatum. De Oostenrijksche gezant is
gister-ochtend opnieuw naar het ministerie van
buitenlandsche zaken gegaan. Pasjits zou gister
naar Uskub vertrekken, om den Koning verslag
te doen.
De Parijsche correspondent van de »Vossische
Zeitung" meldt, dat uit uitlatingen van Oosten-
rijkschHongaarsche diplomaten blijkt dat Rus
land achter Servië staat, maar dat men het ver
trouwen heeft, dat Rusland het niet op een bot
sing zal laten aankomen. Een Oostenrijksch diplo
maat moet eergisteren aan een politieken maaltijd
gezegd hebben
»Wij wenschen niets liever dan met Servië op
den besten voet te staan, maar wij zullen nooi1
en nimmer toegeven dat Rusland zich onder het
pseudonieum of ender de firma Servië aan onze
Zuidelijke grenzen nestelt en onder hetzelfde
pseudoniem een zeemogendheid in de Adriatische
Zee wordt. De heeie geschiedenis van Rusland in
de laatste driehonderd jaar is een voortdurend
zoeken naar open zee. Wij willen niet dat
Rusland thans in Servische vermomming de
Adriatische Zee bereikt."
'De Oostenrijksche troonopvolger Frans Ferdi
nand is gisterochtend om half acht uit Weonen
met een groot gevolg van officieren van zijn miji-
tair bureau te Boedapest aangekomen. Hij begaf
zich onmiddellijk naar do hofburcht en word
dachte, dat zij het evenbeeld harer grootmoeder
kon worden.
„Blijf, zooals ge zijt," wilde Albrecht zeggen,
maar hij waagde het niet. Want het aanvallige
meisje, dat in het vuur van haar gesprek opge
wonden was geraakt en nu vóór hem stond,
scheen een rozenknop, vol verlangen om door
het zonnelicht te ontluiken.
Zij was niet meer Gerda, het kindzij was
nu Gerda, de jonge maagd het was de ziel der
vrouw in het hulsel van aardsche schoonheid
en den student, den uitstekenden schermer, den
jongen man in de kracht van 's levens lente,
werd het bang om het hartehij was toch nog
de knaap Albrecht.
Als kind moest hij altijd zijne Zondagsche
kleeren aantrekken, als hij op den papiermolen
te visite gingallerlei lessen kreeg hij dan van
zijne ouders mee: niets aanraken, niets vragen
netjes bedanken, niet schreeuwen, niet morsen,
zoet zijn, heel, heel zoetanders moogt ge nooit
weer naar den papiermolen. De knaap was
altijd erg verlegen, als hij daar genoodigd werd
Het was er zoo prachtig, heel anders dan bij
hem thuis en bij de andere menschen in de
stad. De hooge kamers, de rijke bonte tapijten,
de schilderijen met vergulde lijsten, de knecht
in livrei, de met grind bedekte paden in den
tuin, de vele, vele bloemendat was de indruk
dien hij „van buiten" medebracht. Alles ge
beurde daar zonder gedruischmen was er
vriendelijk, maar stijf. Op den papiermolen was
daar door Keizer Frans Jozef in langdurig gehoor
ontvangen. Het feit., dat zooveel hooglet militaire
persoonlijkheden te Boedapest bijeen zijn, wordt,
druk besproken. Daar' is thans ook ron Au ff en berg.
ate minister van oorlog, die Zaterdag naar Weenen
teruggereisd was, maar gisteren weer te Boeda
pest aankwam. Tussehen hem, Schemua den. chef
van den gteneralen staf en graaf Berchtoll rlen
minister van buitenlandsche zaken, heeft een be
spreking plaats gehad.
In den loop-van den dag van gister vond in de
hofburcht onder voorzitterschap1 van den Keizer
een maarscha.lksraad plaats. Dat is een gemaen-
schapiptelijlke bespreking van den keizer met de
aanwezige .geineraten'.
Uit vete berichten blijkt, dat Oostenrijk in geen
geval van zins is er genoegen mee te nemen, dat
Servië geen acht geslagen 'hieieft opi zijn .halt"
tegen den opmarsch naar de Adriatische Zee.
Oostenrijk-Hongarije schijnt vast besloten te zijn
zijn woord1 gehoor te verschaffen.
Het .Nette Wiener Tageblatt" meent te weten,
dat de tegenwoordigheid van den aartshert Jg-
troonopvolger te Boedapest beteiekent, dat de dinid-
matie een beslissendepi stap1 voorbereidt, die ver
gezeld moet gaan van toebereidselen van niet-
diplomatieken aard.
Het blad zegt, dat het standpunt van Oosten
rijk, ten voile door zijn bondgenoot en gesteund,
aldus samengevat kan worden Oostenrijk he°ft
zich verbonden gieenerlei aanspraak op gebieds
uitbreiding op dan Balkan te laten gelden. Het
drievoudige verbond verlangt een vrije politieke
organisatie van Albanië naar een later te bepalen
formule en vraagt Servië opheldering van zijn
pogingen om een haven aan de Adriatische Zee
te verkrijglen. Oostenrijk verlangt verder ondub
belzinnige betrekkingen met Servië. Het feit, dat
lOQII
het voornaam en deftig.
Alle deftigheid verdween echter voor hem
als hij met Gerda speelde. Hij had geen zusje,
hij was alleen, evenals zij. Zij werden trouwe
vrienden. Toen het broertje geboren werd, ging
hij zelf reeds op het gymnasium.
Samuel Hennkirch was een jaar ouder dan de
kleine Daniël van Horn. Dokter Hennkirch
noemde hen de Epigonen.
Mijnheer van Horn was overgelukkig met de
vriendschap tusschen de jongens en was gewoon
van „de twee" te spreken. Gerda -hield veel van
haar broertje Daniël, maar toch gevoelde zij
zich meer aangetrokken tot Albrecht en ge
voelde meer voor dezen dan voor haar broer.
De jaren hadden niet veel verandering in
deze verhouding gebracht. Nu was Gerda echter
niet meer de zuster, die door Albrecht met
broederlijke genegenheid behandeld was gewor
den, zij was niet meer de speelnoot, die hij als
oudste beschermd en geleid had.
Een licht was voor hem opgegaan, schooner
en heerlijker dan hij ooit in zijn leven, ia zelfs
in zijn droomen had aanschouwd, te heerlijk,
dan dat hij zijne hand naar haar zou durven
uitstrekken, naar dat wonder, dat zich op eens
aan hem openbaarde, gelijk uit de wolken plot
seling een bliksemstraal het oog treft. Hij stond
sprakeloos. Het was of hij voor de eerste maal
in den papiermolen was te midden van de
pracht die er heei'schte en onder de macht van
den gedragsregel, die hem was voorgeschreven.
Hij zweeg.
Gerda wendde zich verlegen van hem af.
Had zij iets gezegd, wat hem krenkte? Hij
had haar vroeger wel eens haar onnoozelheid
verweten. Om zeker van de zaak te zgn, vroeg
zij.
„Gelooft ge dat het wezenlijk met die bloe-
menspraakdans
„O, waarom niet? Misschien beter dan ik
dacht. Voor mij was het idee nog. te nieuwik
had er eigenlijk nog niet over nagedacht. Als
ge er plezier in hebt, moet ge het maar doen."
„Je wilt me voor den gek houden."
„Neen zeker niet."
„Zoo straks hebt ge toch gezegd, dat het
onzin was."
't Is waar, wat er in dat boekje staat is
er niet ver van af. Maar als wij zeiven eens een
bloemenspraak maakten..."
„Hoe jammer! daarvoor is het te laat... mijn
heer Kertweil heeft al verscheidene afschriften
gemaakt."
„Laat hem maar met zijn gebakken peren
zitten."
„Ik zou hem beleedigen als ik nu achteraf
zijne bereidwilligheid afwees."
„Die jongeman valt niet in mijn smaak."
„Papa is zeer met hem ingenomen."
„Jij ook jij ook
Wordt vervolgd.)
«fnfc
mliimnTinirrr
(ÖUj