Staten-Generaal. Stads- en Gewestelijk Nieuws. De jubilaris, die ter Kamerzitting aanwezig was, werd door tal van ledea gecomplimenteerd en ontving vela telegrammen. De Engel,iehe Minister ran Landbouw. De Engelsche Minister van Landbouw, Runci- man, die een reis door Nederland maakt, ver toefde gister te Amsterdam en bezag de diamant slijperij van de firma Asscher. De ondergang der S 178. De minister van Marine ad interim, de heer Colijn, heeft een telegram gezonden aan den Duit- schen staats-secretaris van marine, om zijn deel neming te betuigen met den ondergang van den Duitschen torpedoboot S. 178. Vrijstelling Militiedienst. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft, naar het sHbl." bericht, aan de commissarissen der Koningin het volgende meegedeeld Voor en na Zijn, zoowel bij het departement van Oorlog als bij het mijne, zaken aanhangig geweest, die twijfel hebben doen rijzen, of de be palingen van de nieuwe Militiewet en van de ter uitvoering van die wet vastgestelde voorschriften, voor zoover zij betrekking hebben op vrijstelling van den dienst, reeds voldoende bekendheid ge nieten. In bijzondere mate is dit in den laatsten tijd het geval bij aanvragen om toekenning van mili tievergoeding. In een niet gering aantal staten van inlichtingen toch komen aanteekeningen voor waaruit blykt, dat door of voor den bij de aan vrage betrokken dienstplichtige geen vrijstelling wegens kostwinnerschap is gevraagd, doordat hij van deze reden van vrijstelling geen of geen vol doende kennis heeft gedragen. Menigmaal straalt de meening door, dat wel termen voor vergoeding echter niet voor vrijstelling zouden bestaan, een meening, die niet alleen belanghebbenden, doch te oordeelen naar den indruk, dien de aan teekeningen in de staten van inlichtingen geven ook bij sommige burgemeesters schijnt te heer- schen. Deze meening berust echter niet op goe den grondslag. Zouden toch de voor vrijstelling vereischte omstandigheden geacht moeten worden te ontbreken, dan zou voor toekenning van ver goeding evenmin reden aanwezig zijn, daar voor vergoeding in art. 84 hetzelfde criterium is ge steld als voor vrijstelling in art. 32 wordt aan troffen. In onderscheidene van de bedoelde ge vallen echter zijn termen gevonden om vergoeding toe te kennen, waaruit volgt, dat de dienstplich tigen, hadden zij vrijstelling gevraagd, daarvoor in aanmerking zouden zijn gekomen. Verder acht de minister het wenschelijk, dat onder de aandacht van belanghebbenden wordt gebracht, dat inzake broederdienst van een oneven getal broeders, de grootere helft kon worden vrij gesteld, en dat als broederdienst ook kan gelden de te vervullen dienst van een broeder, die ter inlijving bestemd is, tenzij het voor zijn inlijving bepaalde tijdstip reeds verstreken en hij niet ter inlijving opgekomen is. De onafhankelykheidsfeesten. Men meldt ons uit Utrecht Door het Centraal Comité, tot viering van nationale feestdagen, is een circulaire aan de burgerij gezonden om financieelen steun voor het oprichten van een monument, hetwelk zal voor stellen een op een hoog voetstuk zich oprichtenden leeuw als symbool van het herlevend nationaal bewustzijn. De Commissie stelt zich voor, dit monument te plaatsen op een der eilandjes in den vyver van het Wilhelminapark. De onthulling zou dan plaats hebben op «Kozakjesdag", 28 November 1913. Het monument zal uitgevoerd worden door Willem Brouwer te Leiderdorp. Jubileum-Postzegels. Binnenkort zullen door den Posterijen jubileum postzegels worden uitgegeven, ter herdenking van het 100-jarig bestaan van Neerland's onafhanke lijkheid. Eerste Kamerverkiezingen. Bij de periodieke verkiezingen voor de Eerste Kamer zijn dit jaar aan de beurt van aftreding de volgende leden Voor Noor d-B r a b a n tW. J. H. Prinzen (R. K.), mr. J. W. van den Biesen (R. K.) Voor Zuid-Holland: mr. L. W. C. van den Berg (a.-r.), H. Waller (a.-r.), J. D. baron van Wassenaer van Rosanda (christ. hist.) Voor Gelderland: mr. F. J. M. A. Ree kers (R. K.), mr. P. C. 't Hooft (a.-r.) Voor Noord-Holland: M. de Jong (lib.), mr. F. S. van Nierop (lib.), H. P. Staal (lib.) Voor Zeeland: mr. C. Lucasse (a.-r.) Voor Friesland: mr. W. J. van Weideren baron Rengers (lib.), mr. C. Th. van Deventer (v.-d.) Voor Overijsel: dr. H. Franssen (a.-r.) Voor Groningen: G. Zijlma (lib.) Voor Limburg; jhr. A. H. J. H. Michiels van Kessenich ^R. K.) Voor Utrecht en Drente: geen. In het geheel zullen dus aftreden 16 leden, w.o. 4 Katholieken, 5 anti-revolutionairen, 1 christelijk-historische, 5 liberalen en 1 vrijzinnig- democraat. De verhouding der verschillende groepen in de Eerste Kamer is thans als volgt18 R. K., 10 a.-r., 4 christ. hist., dus totaal 32 leden, behoorende tot de rechterzijde, en 17 lib., 1 vrijz.- dem., of totaal 18 leden, behoorende tot de linkerzijde. (Msb Esperanto. Het perscomité, onderafdeeling van het rege lingscomité voor de 2e Esperantostreekvergadering op 6 Juli a s., ter gelegenheid van de Interna tionale Tentoonstelling te Tilburg, verzoekt opname van het volgende Dat Tilburg, het nijverheidsmiddelpunt in het Zuiden, bij uitstek geschikt is voor een tentoon stelling is overbekend. Dat wederom duizenden, zoowel uit binnen- als buitenland, onze tentoon stelling dit jaar zullen bezoeken, lijdt geen twijfel, daar de leiding bij uiterst bekwame mannen berust, die in 1909 op dit gebied hun sporen reeds hebben verdiend. De Tilburgsche Esperantisten hebben gemeend, zulk een gunstige gelegenheid niet onbenut te mogen laten en, zoo mogelijk, deze tentoonstel ling dienstbaar te maken aan de verbreiding van de wereldhulptaal Esperanto. Aangemoedigd door de welwillende houding van het hoofdcomité der tentoonstelling, vormde de Tilburgsche R. K. Esperantoclub, daartoe aange zocht door en in medewerking met de R. IC. Esperanto-vereenigingen in het Zuiden, een rege lingscommissie met onderafdeelingen, om Zondag 6 Juli tot een Esperantodag te maken. Ten bewijze dat voornoemd hoofdcomité der tentoonstelling de Esperantobeweging zeer gunstig gezind is, deed het de volgende toezegging: 1. De deelnemers aan den Esperantodag be talen den hal ven toegangsprijs. 2. De feestzaal wordt belangeloos afgestaan. 3. 's Avonds concert en vuurwerk. De regelingscommissie verwacht, dat alle esperantisten zullen meewerken, om deze streek- vergadering naar wensch te doen slagen. De nadere indeeling van den dag zal later bekend gemaakt worden. Het plan bestaat eok gratis een Esperanto- boekje uit te reiken aan de bezoekers der ten toonstelling. De gelegenheid is opengesteld tot het opgeven van advertenties voor dit boekje. Men wende zich voor inlichtingen hieromtrent tot het perscomité van den Esperantodag, Prin- ses-Sophiastraat 3, Tilburg. TWEEDE KAMER. Gister behandelde de Kamer de conclusie van het verslag der commissie betreffende het adres van den gewezen onderofficier Van der Linden, en de concierges-boden Tuinman en Heynen, houdende verzoek om toekenning van een gratifi catie tot een bedrag, overeenkomende met het hun, ingevolge art. 7 der Pensioenwet voor de landmacht 1907, onthouden pensioen. Het eerste gedeelte der conclusie (dankzegging voor de verstrekte inlichtingen) werd z. h. s. aangenomen over het tweede gedeelte (den mi nister te verzoeken adr. schadeloosstelling te ver- leenen voor het geleden verlies) staakten de stemmen, zoodat in een volgende vergadering opnieuw gestemd zal worden. Aangenomen werden dan de wetsontwerpen betreffende de deelneming aan de tentoonstelling te San Francisco. L a n d w e e r w e t. Hierna was aan de orde het wetsontwerp tot nadere aanvulling en wijziging van de Land- w e e r w e t. De heer D r u c k e r maakte eenige opmerkin gen over het feit, dat eerst enkele dagen geleden door de regeering bij nota zeer belangrijke wijzigingen zijn aangebracht, o a. bij artikel 7 een verlenging van den diensttijd met 3 jaar. Die wijzigingen waren slechts sober toegelicht en de deskundigen hebben zich niet kunnen uit spreken. De Commissie van Rapporteurs heeft de wijzigingen niet kunnen overzien. In het belang der zaak verzoekt de commissie den minister de wijzigingen, voorge steld bij derde nota terug te nemen. De Minister van Oorlog nam de nieuw- voorgestelde redactie van artikel 7 terug Het kwam den min. voor, dat de overige wijzigingen kunnen blyven bestaan. De gelegeuheid ontbreekt thans en spr. heeft verzoeken ontvangen van landweerpersoneel om tot officier te worden opgeleid. Het gaat dus om opleiding op eigen verzoek. Daarover loopt de wijziging van art. 16. Spr. verzoekt die wijzi ging en de daarmede verband houdende wèl te behandelen. De heer D r u c k e r meende dat tegen behan deling van het artikel 16 geen bezwaar is. De heer V e r h e y vroeg of de minister de ingetrokken wijziging van art. 7 weer spoedig aan de orde zal stellen. De minister antwoordde bevestigend en zeide ook een voorstel te zullen indienen, om den diensttijd voor de reserve-officieren met evenveel jaren te verlengen, als voor de militie-officieren was voorgesteld en nu voorloopig is teruggenomen. De heer Ter Laan kwam tegen de wijze van behandeling van het wetsontwerp in verband met de aangebrachte wijzigingen op. Hij meende verder, dat ook teruggenomen moet worden de verlenging van de oefeningen voor het kader der Landweer. Over de verschillende verzwaringen behoorde z.i. de Kamer eerst in de afdeelingen gehoord te worden. De heer Duymaer van Twist vond de wijzigingen in strijd met het indertijd by de be handeling van de Militiewet gesloten vergelijk en kwam er eveneens tegen op. De heer Van Karnebeek vond de gecriti- seerde wijzigingen niet zoo belangrijk en afdee- lingsonderzoek niet noodig. Hij noemde het onjuist, dat bij de behandeling van de Militiewet een compromis is gesloten. De heer Verhey en de minister van oorlog sluiten zich in hoofdzaak bij den heer Van Karnebeek aan. Na repliek betoogde de heer V anderBorch van Verwolde dat dit ontwerp geen verzwa ring van lasten brengt. By de behandeling der artikelen verdedigde de heer Van Karnebeek een amendement op artikel 7 om den diensttijd van vijf op zeven jaar te brengen. Hij betoogde dat in vergelijking tot andere landen met ongeveer gelijke bevolking als de onze, ons leger zeer klein is en men dus niet het recht heeft te spreken van drukkende mili taire lasten. Daarbij trachten alle andere volken hun weerkracht te vermeerderen en zouden wij nu tegelijkertijd die weerkracht verminderen door den diensttijd te beperken tot 31 jaar Een tweede amendement van den heer Van Karnebeek, namelijk om nog een herhalingsoefe ning in te voegen, volgde, meende hij, uit het eerste: als er zeven jaar dienst is, moet er nood zakelijk nog een oefening bij. De heer Marchant bestreed het amende ment. Het stelsel van Zwitserland wil de heer Van Karnebeek niet, wel beroept hij zich op dit land, wanneer hij een grooter leger wil. De heer Van Karnebeek wil een eerste-oefentijd al in Duitsch land en Frankrijk, maar herhalingsoefeningen als in Zwitserland. Dit gaat niet op. Ook de heeren Van Twist en Ter Laan bestreden het amendementeerstgenoemde om de moeilijkheden in de praktijk, die hij vreest en de kostende tweede omdat hier het volk zelf niet de lasten vrijwillig op zich neemt, als in Zwit serland daar is algemeen stemrecht, hier niet. De Minister van Oorlog, de heer Colijn, er kende, dat het stelsel van den heer Van Karne beek juist, immers het was ook zijn eigen rede neering bij gelegenheid van de behandeling der Militiewet. Hij staat ook sympathiek tegenover het amendement, het is een geschenk voor een Minister van Oorlog. Echterhet is toch wel. alsof men een olifant cadeau krijgt, immers de landweer dient tot aanvulling van het leger en staat daar ongeorganiseerd achter. Zij moet wor den georganiseerd en dat is bij de tegenwoordige grootte van de landweer al zeer moeilijk. Later evenwel hoopte de Minister dat hij met betrek kelijk geringe kosten de uitbreiding, door den heer Van Karnebeek gewenscht, zal kunnen tot stand brengen. Voorloopig vroeg hij het amen dement niet te handhaven. De heer Van Karnebeek trok het amen dement in. Heden voortzetting. Weerbericht Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 7 Maart 1913, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 773.0 te Nice. Laagste barometerstand 732.8 te Bodo. Verwachting tot den volgenden dagmeest matige tot krachtigen zuidwestelijken tot zuide lijken wind, zwaarbewolkt tot betrokken, later waarschijnlijk weer regen, iets zachter. Een oplossing! De «Schied. Crt." van gisteravond bevatte het volgende bericht «Naar wij vernemen, hebben Regenten van het Weeshuis der Hervormden in hun jongste ver gadering besloten aan het Gemeentebestuur de volgende aanbieding te doen «De gemeente stelt ter beschikking van het College van Regenten een door de gemeente aan te wijzen perceel grond, ter grootte van 2 Hec taren. »Op dien grond zullen Regenten doen bouwen een ziekenhuis, beantwoordende aan de eischen door het gemeentebestuur te stellen. «De gemeente neemt het gebouw op langen termijn nader vast te stellen in huur en betaalt als huur daarvoor 2 pet. van de bouw kosten." Indien dit bericht waarheid bevat we heb ben geen reden daaraan te twijfelen is het te hopen dat de gemeente op dit voorstel nog niet zal ingaan, vooraleer over de rechtspositie van het Weeshuis ten opzichte van de gemeente volkomen duidelijkheid zal bestaan. De «Schied. Crt." noemt het Weeshuis aan den Langen Achterwegweeshuis der Hervormden. Het weeshuis is geen weeshuis der Hervormden, maar een algemeen Stads Weeshuis, opgericht met geld van de geheele burger ij der stad Schiedam en met bezittingen en fondsen van vóór de Reformatie. Dat de Hervormden het beheer van het wees huis aan den Langen Achterweg tot zich hebben getrokken is te wijten aan fouten door het stads bestuur en inzonderheid door den gemeenteraad in 1856 begaan. Het staat toch onomstootelijk vast: dat het weethuis bij besluiten der Vroedschap van 23 Juli 1603 en 1 Sopt. 1603 is opgericht. De regenten van het Weeshuis zijn tot en met 1855 door de stedelijke overheid benoemdhet jaatst werd op 22 Augustus 1855 mevr. W. M. C. Loncq, geb. Rijnbende, tot regentes door den ge meenteraad aangesteld. By de invoering der Armenwet van 1854 was door het Gemeentebestuur de ernstige fout begaan het Weeshuis niet als een «gemeentelijke instel ling" te classificeeren. De regenten hebben in 1855 toen maar zelf geheel eigenmachtig statuten samengesteld, waar van de belangrijkste artikelen deze zijn Art. 1. De zorg voor het Weeshuis der Her vormden wordt uitgeoefend door vertegenwoor digers dier gezindte, onder de namen van Com missie voor het Weeshuis en Collegie van Regen ten en Regentessen van het Weeshuis daartoe aangesteld. Art. 2. De commissie voor het Weeshuis be staat uit 5 leden, waarvan drie door en uit den Algemeenen Kerkeraad en twee door en uit het Collegie van Kerkmeesters benoemd worden. Voor elke benoeming wordt door de vergadering, die haar eedaan heeft, aan het College van Regenten en Regentessen van het Weeshuis kennis gegeven- Art. 3. De eerste benoeming geschiedt in de December 1855alle volgende insgelyks in de maand December. De benoemden aanvaarden hunne betrekking met den eersten January eerstkomende. In art. 12 leest men Het collegie van Regen ten en Regentessen van het Weeshuis, bestaat uit 8 leden, n 1. 4 Regenten en 4 Regentessen, door voormelde Commissie bij meerderheid van stem men benoemd. Art. 18. Aan het Collegie van Regenten en Regentessen behoort in den uitgebreidsten zin het beheer van het Weeshuis met al wat daartoe behoort, de beslissing omtrent de opname en het ontslag van en de zorg voor de weezen daaronder begrepen. De overgangsbepaling bevat, dat de toenmalige regenten en regentessen in hunne betrekking werden bevestigd. De eerste begrooting voor 1856 moest tusschen 1 en 5 Jan. van 1856 worden ingezonden. De eerste rekening en verantwoor ding over 1855 behoorde te geschieden in de maand Mei 1856. Deze statuten hebben tot slot het volgende «Aldus voorloopig vastgesteld in de vergadering van de Commissie uit den Algemeenen Kerkeraad en uit het collegie van Kerkmeesters der Herv. Gemeente alhier tot regeling der belangen van het Weeshuis dier gezindte en van Regenten van genoemd Gesticht, gehouden den 29 October 1855. En bepaaldelijk aangenomen in de vergadering van den Alg. Kerkeraad van den 13 November deszelfden jaars en in die van Kerkmeesters van den 27 derzelfde maand." De onderteekeningen waren aldus LinksDe kerkmeesteren Vernède, fungeerend voorzitter (deze heer was de gemeente-secretaris van Schiedam j L. Knappert, rentmeester (was de burgemeester van Schiedam). RechtsDe Alg. Kerkeraad N. J. A. Roldanus h.t. praeses, H. J. Burgerhoudt, scriba. De regenten van het WeeshuisL. Knappert, M. Rijn bende, K. A. Poortman, G. Poort. Deze statuten liet men drukken en zond er een exemplaar van aan den Gemeenteraad. In het oificieele Raads vet slag van 9 Januari 1856 leest men het volgende: «Is ontvangen een missive van regenten van «het Herv. Weeshuis, ten geleide van de statuten «dier inrigting, waaruit blijkt (111) dat dit gesticht «thans behoort tot de instellingen van weldadig- «heid, bedoeld by litt b van art. 2 der wet 28 «Junij 1854 (Stbl. no. 100). Aangenomen voor kennisgeving en gedepo neerd in het archief." Niemand sprak een woord. Aldus werd in den jare 1856 het in 1603 door de Vroedschap van Schiedam opgerichte Wees huis een «kerkelijke instelling van weldadigheid" en geheel onttrokken aan de Gemeente. Waar in 1856 het Weeshuis aan de stad Schie dam op deze wyze is onttrokken, mag, ja moet de vraag gesteld worden of nu er een nieuwe Armenwet is gekomen en B. en W. in de gele genheid zijn gesteld anders te classificeeren thans de tijd niet is aangebroken dat de stad Schiedam haar rechten beter moet laten gelden. Wij meenen goed te doen bovenstaande feiten in het licht te stellen, opdat men toch eindelijk eens een juist inzicht verkrijge van de positie, welke het Weeshuis ten opzichte der stad Schie dam inneemt. De „Hanze". Gistermiddag is alhier, na een lezing van den heer Vos, voorzitter van her diocesane vakgilde van schilderspatroons, een onderafdeeling schil derspatroons van de «Hanze" opgericht. Plan 1913. Het Comité «Hoogstraatversiering" deelt mede, dat het een prijsvraag heeft uitgeschreven om met de beschikbare middelen de Hoogstraat tijdens de Onafhankelijkheidsfeesten zoo fraai mogelijk te versieren en te verlichten. Daar het Comité gaarne de overtuiging heeft, dat de Hoogstraatbewoners met het ontworpen plan genoegen nemen, heeft het besloten de teekeningen ten toon te stellen en alle mogelyke inlichtingen te verstrekken. Het roept de Hoogstraatbewoners thans op tot by woning eener vergadering op Maandag den 10 Maart 1913, des avonds ten negen ure, in het Verkooplokaal, Lange Haven. Electriciteitslerering. De werken tot aansluiting van onze gemeente aan het Rotterdamsche kabelnet zyn reeds aan merkelijk gevorderd. Heden-middag zagen wij de Rotterdamsche werklieden op de Markt bezig, nadat reeds op de Hoogstraat, aan de Bui tenhaven enz. het werk was ondernomen. Weldra zal dus de electrische stroom zjjn intrede in onze gemeente doen. Gemeente-ambtenaren De afdeeling Schiedam van het Nat. Verbond van gem.-ambtenaren in Nederland hield eergis teravond in den Huize van der Heyden aan de Hoogstraat, haar ledenvergadering, die door een groot aantal leden werd bijgewoond. In zijn openingswoord heette de voorzitter de heer Scheuerman, den heer Hoeke, ter vergade ring, als nieuw lid welkom. De notulen werden gelezen en goedgekeurd en het jaarverslag, de vorige vergadering reeds vastgesteld, werd nog maals ter kennis van de leden gebracht. Onder de ingekomen stukken was een nsede- deeling van den heer G. Bokhorst, dat hy de benoeming als bestuurslid, waartoe hy de vorige

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 2