Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
f on rr fifi
TWEEDE BLAD.
Gratis Ongevallenverzekering f 1 f|flf|
Zaterdag 22 Maart 1913
No. 10579
dood; I yy MudiiIm
Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam#
36ste Jaarkrans.
overeenkomstig op de polis vermelde voorwaarden. I U U U
Gemengd Nieuws.
f
BureauBoterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 et., tranco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën
16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren,
levenslange
geheele
invaliditeit
De verzekering wordt gewaarborgd door de
by
verlies van
een hand,
voet of oog
tioilandsohe Algemeene
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Wandelen in den winter. Aan de llo-
moop. Monatsblatter ontleende het Hom. Mnd
blad de volgende verstandige raadgevingen:
ln welk jaargetijde is de dagelijkse he wande
ling het meest noodig? In den winter I Des zo
mors, als hot. warm is, zet men dc ramen open
en geniet van de fris-sche lucht, in huis' en oj
't kantoor, overal waar men zich bevindt. Maar
zoodra het koud wordt, sluiten wij ramen
deuren en zitten uren lang in kamers met 'kunst
matige verlichting en verwarming'. Het is dar
ook geen wonder, dat onze longen vaak gedwon
gen zijn hoogst twijfelachtige luchtmengsels in
to ademen, vooral als we er nog rooken ook
Daarbij komt, dat men 's winters meestal meer
en ook zwaarder verteerbare spijzen Cèt, tot wel
kor verwerking in hot lichaam juist veel zuur
stof noodig is. En toch gelooven velen, dat z<
's winters hot wandelen wel kunnen laten. D-
stedeling zelfs," als hij1 's morgens naar zijn kan
toor gaat, een „trammetje." Wandelen duurt te
lang, daarvoor is hij te laat opgestaan.
Vandaar gedeeltelijk het toenemen der ziekte-'
gevallen in den winter. De een klaagt over hoofd
pijnen, de ander over slechte spijsvertering, dè
derde over slapeloosheid, terwijl nummer viër
altijd maar verkouden is.
De meesten dier zieken kunnen door Hinkt:
lichaamsbeweging genezen. De winterlucht staat
niet bij de zomerlucht ten achter 1 Ze is frisscher,
verserkender en zuiverder dan dè vaak zoèlé
zomeratmosfeter. Daarom komen de wenschen ook
gewoonlijk na oen winterwandeling viool ijk en
opgeruimd naar huis, met roode wangen, leven-
digen oogopslag. Een heerlijk gevoel van warm
te doortintelt het geheele lichaam. Hét is eèn
ware verkwikking voor de, door het haastige
leven van den cultuurmensch, vaak verzwakte
zenuwen. Vooral na een sneeuwval, die allé on
zuiverheden, alle stofdeeltjes uit dè lucht mee
sleurt, is de lucht een waar levenselixèr, éen
versnapering voor onze vaak geplaagde longen.
De bloedsomloop versnelt, men ademt dieper,
de stofwisseling wordt intensiever. Helder vries
weer is heel wat versterkender dan dè lauw
warme zomerlucht. Het hardt 't lichaam tegen
ziektekiemen, prikkelt het verslapte zenuwstel
sel op weldadige wijze, en verhoogt de energiè
en de frischheid van den geest.
Maar men mag het onderweg niet koud heb
ben, men mag niet drentelen, maar moet flink
marebeeren, zonder zich nu juist buiten adem
te loopen. Zwakkelingen en ouden van dagen
doen goed hun bovenkleoderen voor hét uitgaan
een weinig bijl den kachel te verwarmen. De
kleeding kan overigens zeer verschillend zijn, naar
gelang van gewoonte en lichaamsgesteldheid.
Maar een halsdoek is alleen goed voor zieken.
Het is veel beter den hals te harden op de wij!ze
der matrozen. Dat is het beste middel tegen
hieoschheid en catarrh. Men sluite den mond
tèn adem© door den neus, de koude winterlucht
wordt dan vooraf verwarmd, eer ze in de lon
gen komt. Veel praten onder de wandeling deugt
ook niet. Zeer gevoelige personen kunnen bij
winderig weer langs de huizenrijen beschutting
zoeken of de parapluie als een windscherm ge
bruiken. Maar als men de wandeling tot buiten
de stad uitstrekt, is het altijd, gewenscht tegen
den wind in te loopen. Zoodra men dan buiten
komt, krijgt men de volle frisische lucht. Wan
delt men met den wind mee, dan ademt wén
nog ver buiten de stad de slechte in dezelfde
richting waaiende stadslucht in. De meest gelijk
matige en meest milde atmosfeer vindt men na
tuurlijk in het boseh. i
Wordt vooral niet Lichtschuw in den winter!
Verwen het lichaam niet door de droogwarme ka
merlucht en ontwen het niet aan de buitenlucht.
Zelfs bij neüsverkoudheid vreeze mén niet voor
frissche lucht, integendeel, deze werkt juist gun-
stig.
Ten minste éen Uur moet een ieder dagelijks
wandelen.
Velen kunnen dit doen door naar hun beroeps*-
De nieuwe koning yan Griekenland.
lokalen (kantoren of werkplaatsen) te loopen,
liefst met een omweg. Wie overdag ;gèén tijd
heeft, wandel© 's avonds door de verlichte stra
ten naar den een oï anderen winkel, én zoè-
ko vooral niet. de dichtst.bijliggende uit. Maar
begin vooral heden met uw wandeling, niet mor
gen. Stel het niet uit en laat u ook niet door
elke kleinigheid van uw wandeling: afhouden. An
ders komt plotseling moeder natuur met de straf
fende roede.
En als men vrij is van de dagelijksche werk
zaamheden, dan trekke men met vrouw en kroost
naar buiten. Wat? in den winter? Als alles
dor en kaal i,s? Zeker, ook dan. Voor wie de
OiOgen goed open doet, is het Muiten niet zoo
doodsch, als bet wel lijkt. In den vóór winter
ziet men nog overal de bonte en bruine blade
ren aan hoornen en struiken. Hier en daar prijl
ken de heesters noig met late bessen, én tussehen
de schijndood© takjes wippen de kleine, vroo-
lijke vogeltjes; vinken, meezen en roodborstjes
in bonte verscheidenheid. En heel, heel vroeg
in het voorjaar begint het nieuwe leven al weer
te kiemen. Neen, gebeél dood is dè natuur
nooit! Hoe meer men ,ze leert kénnen, dés te
vertrouwelijker wordt ze en des te meer schat
ten laat zij u zien. Zoo verschaft do winterwan
deling u niet alleen een gezonde lichaamsbewe
ging, maar ook een verkwikking van den geest.
iL e e r 1 i n g w e z e n in Amerik a. In het
„Maandblad" van de Necterlandsehe Vereéniging
van Ingenieurs treffen wij ©en uitvoerig' opstel
aan oyer leerlingsysteanen in Amerika. Hel. artikel
is van de hand v.an A. Serton, te Schenectady.
Wij ontleewen er het volgende aan:
Op een van de grootste en modernste Elec-
ti'idteit'sfabriekcn van de wereld werkende, stelt
dit mij in staat, een grondig en: nauwkeurig' over
zicht te krijgen van 't systeem wat de General
Electric-Company Schenectady N. IJ. toepast, om
goed onderlegde vakarbeiders te kweeken.
Na gunstige besprekingen werd in 1901 be
sloten, tot oprichting van een systematische: leer
wijze, met 't doel die jongens op te leiden, waar-
var. 't werk gedurende ©en bepaal dén lijd nauw
keurig gecontroleerd was, dm te zien welke van
hen grondig belangstelden in het doo-r hen gé-
kozen vak.
Een bekwaam vakman werd aangesteld om de
jongens in hun werk na te gaan en hen periodisclr
van de eene werkplaats naar de andere te ver
plaatsen, zoodat zij zooveel mogelijk verschillend
werk onderhanden zouden krijgen. De aandacht
werd 't eerst besteed aan hen, die met ma
chines moeten omgaan, waarna, spoedig de leer
ling teekenaars, vormers, model mak ere. en smeden
volgden, waarvan het totale aantal gauw tot on-
geveer 375 steeg. De ondervinding leerde echter
dat de jongens iets misten, dat m meer noodig
hadden dan enkel praktisch onderwijs.
Verscheidene onder hen toch konden de één
voudige fabrieksberekeninge n niét volgen én zoo-
toende werd er tot systematisch lesgeven overge
gaan. De eerste proef was 't houden van een
avondschool, waarvoor de G. E. Co. verlof kreeg
om een van de stadsscholen te gebruiken, terwijl
de onderwijzers deels uit mannen van aè G.
Co., die reeds ondervinding op het gebied
van lesgeven hadden opgedaan, deels uit onder
wijzers van dagscholen bestonden. Do enige vak
ken die behandeld werden waren Engelsch en
Wiskunde, waaraan twee avonden per week be
steed werden. Een goed gévolg van deze lóssen
was dat de jongens probeerden beter wérk tè
leveren en meer belangstelling in hun vak toon
den.
Door de toename van leerlingen van dè gewone
avondscholen in Schenectady, was de G. E. Co.
genoodzaakt, haar avondschool lijdelijk op te hef
ten, daar de ruimte der scholen niet meer vol
doende was om aan zooveel tegelijk nes avonds
les te geven. Een andere moeilijkheid Uiè over
wonnen moest worden was, dat de werkmeesters
ongaarne nieuwe jongens, dit nog weinig onder
vinding opgedaan hadden, in hun afdeelt ng op
namen Door 't inrichten van een aparte oplei-
.pdingsafdeelinig, waar reparation gedaan en werk-
Ijslukken geheel ter aflevéring klaar gemaakt wer
den, overkwam men vec-1 van dc bovengenoemde
moeilijkheden.
Dit was een groote stap in de good© richting
en spoedig daarna in Maart 1908 werd er be
sloten tot 't verhoogen van een van dc- werk
plaatsen mei een nieuwe vèrdièping, wélke ge
heel voor een opleidingsafdeeling' wérd ingericht,
voorzien van de meest verschillende sioorteto
draai- en f rotsbanken, boormachines, boor'oanken,
enz., benevens drie praktisch ingerichte end er-
wijslokalen; de jongens werken daar onder lei
ding van twee bekwame werkmeesters, die hen,
zoovel 't bankwerkvak als in het omgaan piet
de verschillende machines, onderwijzen.
Zij staan gedurende hun proeftijd onder nauw
keurig toezicht en nadat ze als leerling zijn aan
genomen, brengen ze in deze afdèeling 6 maan
den door, alvorens naar de verschillende werk
plaatsen verplaatst, te worden.
Hier begint hun eigenlijke leertijd, daar ze in He
Werkplaats pas met de werkelijk© praktijk in aan
raking komen. Geregeld worden zij daarna van
de eene afdeeling naar de andere verplaatst, zoo
aal de jongens een zoo ruim mogelijk» ondervin
ding opdoen.
D© 1 eerlingteekenaars moetèn een toelatingsèxa-
men doen dat bestaat, uit, 't rekenen mét kwa
draat- en derdemacht'wartels, kennis van maten,
gewichten en: 't metrieke stèlsel.
Het onderwijs voor de leer]ingvakabheidérs, dat
zooveel mogelijk in overeenstemming met dè werk
plaats praktijk wordt gebracht, bestaat, uit: her
haling en voortzetting van de beginselen dér
wiskunde, 't maken van machineteekeningen, en
't lezen van lichtdrukken, zoodat de gemiddelde
tijd per week besteed aan theoretisch werk onge
veer 6 uur bedraagt, waarvan 3 uren voor 't
onderwijs (wat gegeven wordt gedurende dén
werktijd) en 3 of meer uren voor 't maken van
huiswerk komen. Het totale aantal werkuren per
week is voor hen dus 52, daar de Zaterdag
middag vrij is.
Het onderwijs voor den leer] ingleekenaar bestaat
hoofdzakelijk uit algebra, vlakke .en beschrijVen-
ae meetkunde, stereometrie, trigonometrie, werk
tuigkunde en vastheadsleer.
Na minstens een jaar aan 't teekenbord gewerkt
te hebben gaan zij naar de werkplaatsen, voor
©en jaar of langter en werken ondér dezelfde
condities als de leerlingvakarbeiders. Ook wordt
hen het afdrukken en calqueeren van teekèningen
geleerd, zoodat zij die met goed gèvolg Oen vier
jarigen cursus afgeloopen hebben, volkomen ver-
trouwd zijn met de praktische zijde "van 't tce-
kenvak.
Het succes dat verkregen werd van deze on-
dc'i-wijsafdeeling, leidde ertoe een dergelijke af
deel ing voor de modelmakers op te richten.; waar
voor een bekwaam modelmaker, tot het opleiden
van de jongens, als hoofd benoemd werd; dezé
afdeeling, in begin van 1910 geopend, was een
waar succes. Heit aantal jongens dat in Jan. 191!
Oen geheelen cursus doorloopèn had, U-droeg 511,
waarvan ongeveer 80 o/o in de fabriek werkzaam
bleven, terwijl de anderen om verschillende 'reden
naar elders vertrokken.
De juweelendiefstal in een Ber-
jijnschen bioscoop. Hoewel de politie te
Berlijn er nog niet in geslaagd is, de bedrijvers
van den brutalen diefstal in het Union-theater,
ten nadeele van mevrouw Skossyreff, te arrestee
ren, weet zij nu ten minste reeds, wie de schul
digen zijn. De voornaamste bedrijver is de man,
die zich tot edel chaperon der schatrijke Russin
opwierp, onberispelijk elegant gekleed was, een
monocle droeg en niet anders dan in een auto
reeds. Het is de 26-jarige Herbert Kolberg, die
eenigen tijd geleden deserteerde als luitenant van
een regiment veldartillerie in den Elzas, en zich
hierop naar Berlijn begaf, waar hij wegens ver
schillende oplichterijen en bedrog reeds gezocht
werd. De zoogenaamde »von Wettersheim" is
een koopman. Arthur Krause geheeten, die van
beroep eigenlijk reiziger in gordijnfranjen en kant
is. Zijn sechtgenoote" is de 24 jarige mevrouw
Margarethe Pfeffer, geb. Levy, die van haar man
geseheiden leeft.
De beide sridders" zijn in de Berlgnsche vi-
veurswereld goed bekend. Krause heeft den bij
naam »Adi" gekregen, terwijl Kolberg, die steeds
in zijn g-zelschap werd gezien, nBahy' of ook wel
nde monocle-luitenant"., werd genoemd. Deze
woonde in den laatsten tijd samen met mevrouw
Pfeffer, in een pension. Het onderzoek der re
cherche bracht aan het licht, dat de schavuiten
met hun buit dadelijk naar dit pension zijn ge
reden, Daar verkleedden zij zich van top tot teen,
gingen weer uit, en begaven zich naar een wijn
restaurant in de Potsdamer Strasse, waar zij vóór
35 mark vertering maakte. Zij dronken champag
ne, maar hadden geen geld om dien te betalen.
Om zich dadelijk de noodige contanten te ver
schaffen, belden zij een juwelier op en boden hem
telefonisch een aantal sieraden te koop aan.
De juwelier kwam dan ook, en nu haalde me
vrouw Pfeffer uit haar mof alles wat er in de
handtasch der rijke Russin had gezeten, en legde
dit den verbaasden juwelier voor, die zich niet
kon weerhouden, te vragen, hoe het drietal aan
die zeer kostbare zaken kwam. Hierop verklaarde
de »monocle-luitenant", dat hij een 50-jarige
Russin tot minnares had, die zijn schulden be
taald zou hebben, maar dit ter elfder ure ge
weigerd had. Hij had zich toen uit wraak maar
zelf geholpen en haar juweelen meegenomen, om
daarmee zijn schulden te betalen.
De juwelier deed, alsof hij wel op de zaak wilde
ingaan. Daar hij echter in een café nooit zaken
deed, verzocht hij het drietal den volgenden dag
op een bepaalde plaats met hem af te spreken.
Nu zaten de bezoekers deerlijk in de klem. Zij
wisten er zich echter uit te redden, door den
kellner een gouden horloge-armband van mevrouw
Skossyreff, die minstens tienmaal zooveel waard
was als de gemaakte vertering, in pand te geven.
Van het wijnrestaurant trok het edel drietal
naar een café in de Friedrichstrasse. Ook daar
trachtten zij een gedeelte van den buit te ver
zilveren, zonder succes evenwel. Na deze mis
lukking keerden de dieven om 11 uur 's avonds
naar hun pension terug, verkleedden zich nog
maals en reden daarop in een auto weg. In frie-
denau doken zij weer op in een café, waar zij
daar zij de vertering niet konden betalen, nog
een goud horloge van den buit als pand achter
lieten. Van dit café af is de recherche het spoor
bijster, maar toch is de arrestatie der dieven
slechts een kwestie van uren.
Hondenhuiden in den Bonthandel.
Bij een deel van het publiek heèrscht de meerling,
dat ook bondenhuiden voor allerlei Lont waren
verwerkt worden. Dit is echter beslist onjuist;
in Midd©n- en West-Europa komen hondenhuiden
voor kleedingidoeleinaen niet in aanmerking. Al
leen in Rusland speelt de huishond een belang
rijke rol als pelsdier. Rusland verbruikt echter
ook bijna al zijn hondenvellen. zelf voor hel bont
werk, dat door de boeren gedragen wordt, zoo
dat daarvan slechts een steeds geringer wordend
aantal in den wereldhandel komt. Bepaalde be-
tc-ekenis heeft eigenlijk alléén het vel van den
Mantsjoerijschen hond verkregen. Deze hééft dè
groette van een stevigen slagershond en is in
het dagelijksch leven een zoo beminnelijk wezen,
I U U wijsvinger; I (J
bij