Dagblad mor Schiedam Omstreken.
De oorlog op den Balkan.
De Tal Tan_Adrianop8l.
Gratis Ongevallenverzekering
36 e J aar gaos*
Donderdag 27 Maart 1913
10582.
overeentoistig op de polis Yerielde voorwaarden.
Ofücieele berichten.
kennisgeving.
BBitoniaedseli Nieuws.
M iLi'I IE.
Verwoede gevechten.
De Bulgaren lijden zware verliezen.
De nieuwe toestand.
De verdediger van Adrianopel.
Bizonderheden over de veroverde stad.
Men wist niet goed,
Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85- Postbus 89.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., tranco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën
1(3 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
De verzekering
wordt
by
levenslange
geheele
invaliditeit
gewaarborgd door
de
by
verlies van.
een hand,
voet of oog;
lloiiandsehe Algeineene
t>jjj verlies
van
een duiin
Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam.
by verlies
van een
wijsvinger
bij
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Herhalingsoefeningen.
De Burgemeester van Schiedam
roept op eenige in deze gemeente gevestigde
verlofgangers dezer gemeente, behoorende tot de
lichtingen, en korpsen, achter ieders naam ver
meld, om krachtens art. 80, in verband met art.
114 der Militiewet (Staatsblad l9l2 no. 21), juncto
art. 111 der Militiewet 1901, voor Herhalings-
oef.-ningen in werkelyken dienst te komen op
den datum en in de garnizoensplaats, mede ach
ter elks naam vermeld.
(Zie de biljetten ter gebruikelijke plaatse aan
geplakt.
Inrichtingen welke gevaar, schade ol
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien het verzoek van P. (r. Duchateau
Zonen om vergunning tot het oprichten van een
fabriek van metalen ornamenten, gedreven door
electromotoren wan totaal 9 P. K., in het pand
aau de Willemskade no. 3, kadaster Sectie L
no. 626;
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Doen te weten:
dat voormeld verzoek met de bijlagen op de
secretarie der gemeente is ter visie gelegd
dat op Donderdag, den lü April a.s., des na
middags ten 2 ure, ten raadhuize gelegenheid zal
worden gegeven om bezwaren tegen het toe
staan van dat verzoek in te brengen en die
mondeling of schriftelijk toe te lichten
dat gedurende drie dagen voor het tijdstip hier
boven genoemd, op de secretarie der gemeente,
van de schrifturen, die ter zake mochten zijn
ingekomen, kennis kan worden genomenen
dat volgens de bestaande jurisprudentie niet
tot beroep op eene beslissing ingevolge de Hin
derwet gerechtigd zijn zij, die met overeenkom
stig art. 7 dier Wet vooi het Gemeentebestuur
of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 27sten Maart 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKEN GA.
gemeld over de laatste wanhoopsdaden der Tur
ken. De ontplolfiag der kruitmagazijnen was ge
weldig. Reusachtige vlammen schoten op tegen
den nachtelijken hemel. Kruitdampen hulden de
stad in dichte wolken. Door de rondvliegende
stukken muur werden talrijke personen gedood
of gruwelijk verminkt. Alle kazernes en openbare
gebouwen liet Sjukri-pasja aansteken. Spoedig
leek de stad een vlammenzee, waaruit de bewo
ners in waanzinnigen angst trachtten te vluchten.
Het hartverscheurend geschreeuw der gewonden
en de door vlammen omringde vluchtelingen werd
gehoord als het kanongebulder een oogenblik
zweeg.
De hongersnood was in de laatste dagen reeds
tot het hoogste punt gestegen. Brood was ook
voor de duurste prijzen niet meer te krijgen.
Vele mannen en vrouwen stierven van uitputting.
Sjukri-pasja vuurde onvermoeid de bevolking aan.
Met groote koelbloedigheid trachtte hij de paniek,
die na de bestorming van de oostelijke forten
ontstond,, te voorkomen en concentreerde zijn
troepen in de westelijke gedeelten der vesting.
De belegering van Adrianopel begon onmiddel
lijk na den slag bij Kirk Kilisse (22 en 23 Octo
ber), hoewel eerst nadat Demotika bezet was (31
October) tot een volkomen insluiting der vesting
kon worden overgegaan.- Terwijl de Bulgaarsche
hoofdmacht over Kirk Kilisse naar Luie Burgas
voortrukte, begaf generaal Iwanof zich met het
belegeriugscorps over Moestafa-pasja naar de
Turksche vesting en leverde den 22sten October
ten Noorden en den 26sten October ten Zuid-
Oosten der stad tegen Sjukri-pasja slag en dwong
hem zich binnen de vesting terug te trekken.
Aanvankelijk werd de belegering slechts zwak
gevoerd, daar generaal Iwanof zijn beste troepen
naar Thracië moest zenden, om na den grooten
slag van Luie Burgas de Bulgaarsche hoofdmacht
te versterken en zelf slechts de beschikking hield
over een grootendeels uit reservisten bestaand
leger. Eerst toen de Serviërs hun compagne in
Macedonië ten einde gebracht hadden en hun
Het bericht over de verovering van Adrianopel
wordt bevestigd. Sjukri pasja heeft zich gister
middag om 2 uur aan generaal Iwanof overge
geven.
Volgens particuliere berichten, te Sofia aange
komen, moeten bij het begin van den stormaanval
op de oostelijke versterkingen de Bulgaarsche
infanterieregimenten door het vuur der Turken
weggemaaid zijn. Geheele compagniën zijn volko
men vernietigd, voor zij bij den vijand konden
komen, die hen met een hagel van geweer- en
machine-geweer-vuur ontving. Toen daarna de
Bulgaren de Oostelijke forten veroverd hadden en
de bondgenooten kanonnen op de vluchtende Tur
ken en de overige Turksche stellingen richtten,
leden de Turksche troepen eveneens verschrikke
lijke verliezen, die door de ontploffing van de
kruitmagazijnen nog vergroot werden.
De Servische artillerie heeft aan het groote
artilleriegevecht, dat de bestorming van Adriano
pel inleidde, een belangrijk aandeel genomen.
Evenzoo moet de Servische infanterie aan de be
storming krachtig hebben deelgenomen en de
Servische ruiterij moet tegelijk met de Bulgaar
sche de stad binnengedrongen zijn.
Uit Adrianopel worden gruwelijke bizonderheden
bondgenooten met een legercorps te hulp konden
komen, werd de strijd om Adrianopel krachtiger
hervat. Van den wapenstilstand maakten de Bul
garen gebruik, om zwaarder belegeringsgeschut
aan te koopen en naar hun linies over te brengen.
Het schijnt, dat de grootendeels verouderde ves
tingwerken der stad tegen dit moderne geschut
niet bestand waren.
Uit Sofia wordt aan de «Süd-Slavische Korres-
pondenz" gemeld
De officieele mededeelingen van het ministerie
van oorlog over het begin van den algemeenen
stormaanval op Adrianopel hebben hier de groot
ste verbazing gewekt, daar men niet meer aan
belangrijke ooi logsoperaties geloofde. Dat het er
toch toe gekomen is, moet alleen toegeschreven
worden aan den wensch van het legerbestuur, dat
in het innemen der vesting met wapengeweld een
kwestie van prestige zag. In goed ingelichte
kringen wordt medegedeeld, dat koning Ferdinand
tot het laatst weigerde nieuwe menschenoffers te
vergen voor de verovering van Adrianopel, daar
cfk stad toch aan Bulgarije zou komen. De mili
taire partij drong echter op een stormloop aan,
en motiveerde dit in de eerste plaats met het
betoog dat een mislukking van het beleg van
Adrianopel den tegenstanders van Bulgarije reden
zou geveven tot kritiek op de flinkheid van de
militaire macht van dit land.
Te Sofia heerscht bij bet bekend worden van
de verovering van Adrianopel stormachtige geest
drift. Alle klokken luiddende scholieren en
studenten trokken met wapperende vaandels en
vlaggen door de stad. Voor de gezantschapsge
bouwen van de Balkanstaten kwam het tot de
monstratie. Gisteravond zou een Te Deum in de
kathedraal gehouden worden.
Omtrent de diplomatieke beteekenis van den val
van Adrianopel schrijft de «Berliner Lokal An-
zeiger" van gister-avond, waarschijnlijk officieus
Voor de diplomatie heeft alleen de vraag belang
welken invloed de val van Adrianopel zal hebben
op de pogingen tot het doen eindigen van den
oorlog. Allereerst dient opgemerkt te worden,
dat de Balkanbondgenooten nog niet officieus te
kennen gegeven hebben, dat zij het eens zijn met
de voorstellen der mogendheden en dat zij deze
voorstellen beschouwen als een geschikten grond
slag voor vredesonderhandelingen. Wel zijn er me
dedeelingen ontvangen, waaruit blijkt, dat de nota
op de regeeringen der Balkanstaten een gunstigen
indruk heeft gemaakt. De val van Adrianope^
welke stad door de groote mogendheden aan Bul
garije was toegewezen, zal aan den toestand niets
veranderen, want een verzwakking van Turkije
beteekent de val niet. In elk geval is er voor
de mogendheden geen reden in haar houding
verandering te brengen.
De «National Zeitung" verneemt uit Sofia:
De generale staf heeft besloten, zoodra
het belegeringsleger eenigszins op zijn verhaal
gekomen is, de door den val van Adrianopel vrijge
komen troepen, totaal ongeveer 40.000 man naar
Tsjataldzja te zenden, om de daar staande divisies
zoodanig te versterken, dat zij in aantal de Tur
ken overtreffen. Ook het leger op Gallipoli zal
versterkt worden. Daarna zullen de opera-
ties.ook met kracht worden voort
gezet.
Adrianopel, dat vijf maanden lang een regen
van lood en ijzer heeft getrotseerd, dit laatste bol
werk van de Turksche heerschappij, is gevallen
en daardoor is een toestand geschapen, die wel
verandering zal brengen in de algemeene inter-
nale politiek der mogendheden en in de eischen
der verbonden Balkanstaten. Wel werd Adriano
pel door de mogendheden reeds aan de Bulgaren
toegewezen, doch de Turken meenden nog steeds,
dat de oorlog voor hen niet definitief verloren
was. Turkije had nog geen formeel e verklaring
afgelegd, dat het de sterkste vesting van het rijk aan
Bulgarije wilde afstaan. Tot nog toe hebben de
mogendheden alleen nota's gewisseld en haar ge
zanten hielden te Londen lange conferenties, zon
der dat men op den vredesweg een stap voor
waarts is gekomen.
Enkele dagen geleden zoo schrift «Vossi-
sche Zeitung" werden de voorstellen der
mogendheden aan de Balkanregeeringen overhan
digd. Terwijl iedereen op haar antwoord wachtte,
bestormden en veroverden de Bulgaren de blijk
baar uitgeputte vesting, waardoor zij een nieuwen
toestand in het leven hebben geroepen. De ver
overing van Adrianopol maakt de positie van de
verbonden Balkanstaten tegenover de mogendheden
sterker. D^zen zijn het si. niet eens wat betreft
de vaststelling der toekomstige grenzen, de scha
deloostelling, en het lot der eilanden in de Egeï-
sche Zee. De verbonden Balkanstaten vragen
meer dan de mogendheden willen toestaan en
hun eischen druischen tegen de belangen van
Turkije in. Eerst thans, na den val van Adrianopel,
zullen de verbonden Balkanstaten den mogend
heden een antwoord geven. Het ligt voor de hand,
dat de inhoud daarvan niet bescheidener zal zijn
dan de eischen, die reeds door hen gesteld wer
den. De Bulgaren zullen op de mogelijkheid
wijzen, dat zij thans, nu het grootste belegerings
leger van nagenoeg 45.600 man bij Adrianopel
vrijkomt, aanvallenderwijze tegen de Tachatalja-
linie kunnen optreden en Constantinopel bedrei
gen. En men kan zeer zeker op rekenen, dat zij
thans toegang zullen eischen tot de Zee van
Marmora.
Van verschillende zijde werd beweerd, dat de
val van Adrianopel de politieke situatie zou ver
beteren en ophelderen, omdat Turkije dan ver
plicht zou zijn vrede te sluiten Daar staat tegen-
over, dat dit den arbeid der mogendheden zeer
bemoeilijken kan, omdat de Bulgaren thans nog
onverzettelijker dan te voren hun eischen zullen
verdedigen. Voor de Bulgaren was het een drin
gende noodzakelijkheid, dat zij eindelijk deze ves
ting in hun bezit kregen, al ware het alleen om
hun prestige bij de andere Balkanbondgenooten
te kunnen handhaven en om thans de vrije hand
te krijgen. Daarbij komt ten slotte nog de gewel
dige indruk dien de val van Adrianopel op Con-
statinopel zal maken De Jong-Turksche revolutie
van 23 Januari heeft geen enkel voordeel gebracht.
Integendeel, alles wat Enver-bey en zijn revolu
tionaire aanhangers ondernomen hebben, is jam
merlijk mislukt. Opnieuw werden duizenden
dappere mannen doelloos ter slachtbank gevoerd
en is alle inspanning zonder resultaat gebleven.
Men weet verder, dat de samenzwering tegen
grootvizier Mahmoed-pasja voortdurend nieuwe
aanhangers vond en het zal wel geen sterveling
verwonderen, wanneer het drama binnen de muren
van het oude Byzantium voortgezet zal worden.
Wèl sterft Turkye een langzamen dood en het is
de vraag, of er nog van een nieuwe opbloei van
dit land in Europa gesproken mag worden.
De verdediger van Adrianopel.
De heldhaftige verdediger van Adrianopel, Shu
kri-pasja, die na maanden lang aan de overmacht
der Bulgaren en Serviërs het hoofd geboden te
hebben, ten slotte den vijand de stad zag binnen
rukken, is een van de weinige veldheeren, wier
reputatie uit dezen oorlog ongerept te voorschijn
is gekomen.
Shukri-pasja werd in 1854 te Erzerum als zoon
van een Turksch officier geboren. Zijn vader en
al zijne familieleden, die uit Albanië stammen,
zijn soldaten geweest en hebben in de verschil
lende oorlogen in den Kaukasus meegestreden.
Na de krijgsschool geheel doorloopen te hebben,
werd hij in 1885 naar Duitschland gezonden.
Hier trad hij als kapitein in het tweede regi
ment veldartillerie en niemand minder dan keizer
Wilhelm gaf hem bij zijn vertrek een brief aan
sultan Abdoel Hamid mede, waarin woordelijk
stond: «Het is een eer voor mijn regimenten,
zulke officieren in hun midden te hebben."
Naar Constantinopel teruggekeerd, werd hij tot
vleugeladjudant des sultans benoemd en hem het
commando over een artillerie-regiment toever
trouwd. Op eiken post, dien hij bekleedde, wist
hij zich te onderscheiden en duidelijk bleek, dat
de weg, die vóór hem lag, zonder afwijking om
hoog leidde. Maar wat gebeurde Op zekeren
dag viel Shukri-pasja's schoonvader, tot dusverre
stalmeester van sultan Nuri-pasja, in ongenade
en werd naar Damascus verbannen en dientenge
volge werd ook zijn schoonzoon uit Constantino
pel gezonden. Als brigade-generaal en comman
dant van een artillerie-divisie werd Shukri-pasja
naar Adrianopel gezonden. Maar hij bekommer
de zich daar weinig om, als hij slechts een veld
tot arbeid vond, was hij tevreden. Adrianopel
bood hem een ruim arbeidsveld. Onvermoeid was
hij steed bij zijne onder hem staande officieren,
verzamelde hen na diensttijd in zijn huis, waar
hij door wetenschappelijke voordrachten hun
krijgskennis uitbreidde. Ook voor de soldaten
zorgde hij en men kan gerust aannemen, dat 70
tot 80% der manschappen door zijn bemoeiingen
in lezen en schrijen werden onderwezen. In dienst
was hij rechtvaardig, maar streng, en hij had
reeds spoedig den bijnaam »Deli" verworven.
Want Deli pasja stond bekend als de man, die
geen tegenspraak duldde en wat hij zich had
voorgenomen, a tout prix doorvoerde, meldt de
«Tel."
Hij werd divisie-generaal en legerinspecteur en
als zoodanig kon hij eerst toonen wat hij inder
daad waard was. In 1903 brak de groote op
stand in Macedonië uit. Van twee kanten rukten
de Bulgaren tegen het Turksche leger op. Het
eene hoofdkwartier dier opstandelingen bevond
zich te Bitula, het andere te Adrianopel zelf. De
Turken waren door de gebeurtenissen verrast,
hadden geen slagvaardige troepen en geen mu
nitie, en dat terwijl 5000 tot 6000 Bulgaren tus-
schen Visa en Ternova zich gereed maakten Adri-
nopel te overrompelen. Maar Shukri-pasja ver
zameld alles wat eenigszins strijdvaardig was om
hem heen en slaagde er in, niettegenstaande de
wegen slecht waren, in twaalf uren Visa te be
reiken en de opstandelingen uiteen te jagen.
Kort daarop werd hij naar Saloniki overge
plaatst.
Toen in 1908 de Jong-Turksche revolutie dreig
de, keek sultan Abdoel Hamid om naar mannen,
die hij vertrouwen kon. Zijn blik viel op Shukri-
pasja, die naar Monastir gezonden werd om het
oog te houden op de komende dingen. Maar het
uitbreken der revelutie kan hij niet verhinderen
en toen hij de kracht zag, waarmede zij van de
Albaneesche bergen omlaag stortte, ried hij den
sultan aan, de grondwet weder in te stellen. En
op advies van Shukri-pasja schikte de tiran Abdoel
Hamid zich naar den wil van zijn volk.
Maar Shukri-pasja werd met ondank beloond.
De Jong Turken, wien hij door zijn raad den weg
naar hun doel had vrijgemaakt, vergaven het hem
niet, dat hij de Jong-Turksche officieren, die zich
tegen de discipline verzet hadden, met zijn ge
wone strengheid had bestraft. «De vrijheid, is
gewonnen, maar de armee is verloren I" riep hij
eens uit, en
gaan.
zijn woorden zijn in vervulling ge-
wat met dezen man, die